Beverse Weetjes in een andere taal lezen klik hier.
Dropbox
Druk op onderstaande knop om een foto en bijhorende tekst te versturen.
E-mail Beverse Weetjes
Uw vereniging organiseert een activiteit, u hebt iets te vieren, u hebt een nieuwtje te melden... Druk op onderstaande knop en stuur uw activiteit...., door.
E.H. Luc Suys was de laatste pastoor in Beveren-Leie. Van 1990 tot eervol ontslag in 2011. Eind april 2014 ging hij zich in zijn geboortedorp, Lauwe vestigen. Overleden op 12 december 2016.
Schijn bedriegt...
Schijn bedriegt soms zozeer dat je zou willen dat mensen, net als levensmiddelen, voorzien waren van een etiket met de ingrediënten.
Bron: Blog Valerieke's Ditjes en Datjes
Plaatselijke info
Onderwijs
Beverse verenigingen
Leonard Lodewijk De Bo Beveren-Leie 27-09-1826 Poperinge 25-08-1885 Klik hier om het Westvlaamsch Idioticon te lezen
Iedere zondagnamiddag moesten we naar de vespers en het lof. Ach, die vespers en dat lof in de stille kerk waar enkel een paar oude wijvekes zaten en ergens een verdwaalde jonkman! Het was een vervelend gedoe en het hing ons gruwelijk de keel uit, maar er viel niet aan te omsnappen. Terwijl de koster zijn langdradige psalmen en hymnen afvijlde, vlinderden onze gedachten naar buiten. Over de zomers zonovergoten velden en wegen. Over het weidse winterlandschap dat te krimpen lag onder sneeuw of ijs.
Pastoor Lebbe wist drommels goed dat we onze band niet lostrokken naar die vespers. Om ons stil te houden, liet hij ons in boekjes bladeren. In oude almanakken, stichtende heiligenlevens, oude missietijdschriften. Ze lagen vooraan op de communiebank en we mochten ze daar gaan halen en tijdens de vespers naar believen onder elkaar uitwisselen. De Sint-Michaëls-almanakken waren meest in trek. Daar stonden mooie plaatjes in en kluchtjes en korte verhalen, die met niet al teveel inspanning te lezen waren.
Pastoor Lebbe! Hij zal het wel goed bedoeld hebben met zijn vespers en zijn boekjes, maar we kunnen toch moeilijk een meewarige glimlach onderdrukken nu. Of had hij het toch bij het rechte eind? Christus heef inderdaad ooit eens vermaand dat men de kleinen tot hem moet laten komen, maar nergens staar geschreven dat almanakken daarbij verboden zijn.
Er was nochtans iets wat de vesperpil een beetje kon vergulden. Dat was het kloppen op de klopzolder. Een heel speciale gunst evenwel, die je niet zo dikwijls toeviel. Een dik half uur voor de vespers stonden we al bij het witgeschilderde hek van de pastorie; Zodra Lebbeke buiten kwam, hadden we hem te pakken. Twintig, dertig kinderstemmen schreeuwden door elkaar. Meneer Paster, meneer Paster, mag ik gaan kloppen deze keer? Mag ik nu eens? Lebbeke had er zijn deun in. Zijn piepoogjes lachten achter zijn gouden brilletje. Hij overzag ons eens en liet het een beetje aanslepen. Tenslotte koos hij er een uit naar het hem inviel.
Als het geluk je gunstig was, trok je dan door het donkere trap gat naast het kerkportaal naar boven, op de klopzolder. Met regelmatige tussenpozen trok je aan het touw dat de klepel tegen de klokwand liet bonzen. Boven je hoofd hoorde je de slag losspringen. Hij zinderde weg door de galmgaten en ging uitzwerven over het weidse landschap dat we zagen door het kleine raampje dat in de meterdikke kerkmuur uitgespaard was. Dan werd het weer stil en geheimzinnig op de stoffige zolder die in een wazig halfduister lag te sluimeren.
Links klom een trapje omhoog naar de eigenlijke toren en rechts hing het zware touw waarmee de klok geluid werd. Aan dat touw hebben we veel plezier beleefd. Het kon gebeuren dat we de klokluider Hector Nolf een handje mochten toesteken als hij aan het luiden was voor de hoogmis. Terwijl de klok aan het zwieren was, konden we ons laten optrekken en weer neerzetten zonder gevaar dat we halverwege zouden blijven hangen. Een attractie apart!
Het was inderdaad een beetje geheimzinnig op die klopzolder. Maar dat was nog niets, vergeleken met het hokje aan de andere kant van het portaal waar de koster zijn rekwisieten voor begrafenissen en jaargetijden bewaarde. Dat donkere hol met zijn akelige inhoud leek echt het voorgeborchte van de hel. Nooit zou het in ons hoofd opgekomen zijn de deur open te steken als we alleen waren. In groep durfden we het wel aan, maar verder dan die deur kwamen we toch niet. Een mens moet geen ongelukken zoeken! Om de vorige delen te lezen klik hier.
Weldra meer
Reacties op bericht (0)
Mooie, mooie Leie (Ode aan Beveren-Leie) door Steffen Ron