Foto
Categorieën
  • etymologie (80)
  • ex libris (83)
  • God of geen god? (186)
  • historisch (29)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (249)
  • literatuur (41)
  • muziek (76)
  • natuur (8)
  • poëzie (95)
  • samenleving (239)
  • spreekwoorden (12)
  • tijd (13)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • Vrijdenkers
  • Uitgeverij Coriarius
  • Het betere boek
    Archief per maand
  • 08-2025
  • 07-2025
  • 06-2025
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    29-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'En bewaar het geheim.' Intieme blikken van vrijmetselaars (recensie)

    Rik Pinxten & Jean Swings (red.), En bewaar het geheim. Intieme blikken van vrijmetselaars, Brussel: ASP, 2016, 196 blz., € 22,95 (pb).

    Ik hoop dat het niet ongepast is dat ik mijn recensie van dit boek met getuigenissen van logebroeders en –zusters begin met mijn eigen getuigenis van hoe ik geen logebroeder geworden ben, not for lack of trying, zeg ik er maar meteen bij. Toen ik voor mezelf uitgemaakt had dat ik al heel mijn leven een natuurlijke atheïst was, groeide de wens om dat samen met anderen te beleven, niet in steriele confrontaties, maar in deugddoende en verrijkende verkenningen met gelijkgezinden. Zo kwam ik als vanzelf op de gedachte om contact op te nemen met de vrijmetselarij. Dat was echter gemakkelijker gedacht dan gedaan. Drie jaar lang heb ik, af en aan, gezocht naar enig aanspreekpunt, maar zonder ook maar het minste succes, zonder ook maar één reactie. Uiteindelijk heb ik enkele bekende vrijmetselaars aangeschreven en die hebben ervoor gezorgd dat men vanuit een loge niet te ver van waar ik woon dan toch reageerde. Er kwamen een paar broeders op bezoek en die vonden blijkbaar dat het de moeite was om de zaak verder te verkennen. Er zou een peter aangesteld worden, en die zou het nodige doen voor mijn aanvraag en me begeleiden bij mijn intrede. Een hele tijd later kreeg ik dan toch een telefoontje, waarin een gesprek in het vooruitzicht gesteld werd. Ik was toen al zo het wachten moe, dat ik die peter uitnodigde om nog dezelfde avond langs te komen. Dat was het begin van een lange geschiedenis van gesprekken en ontmoetingen, met de peter en met anderen, waarin over allerlei zaken gesproken werd, maar heel weinig over vrijmetselarij en over mijn toetreding. Ik kreeg voortdurend te horen dat zij mij niet gevraagd hadden, maar dat ik was gaan aankloppen, en dat was blijkbaar niet gebruikelijk. Om een lang verhaal kort te maken: na het zoveelste gesprek, waarin men mij kritisch ondervroeg over mijn politieke overtuigingen aan de hand van een tekst die ik daarover had moeten opstellen, vond ik het meer dan welletjes: als ik niet gewenst ben, dan heb ik liever dat men dat meteen zegt. Ik heb die avond een mailtje gestuurd en gezegd dat ik mijn aanvraag, die ik ondertussen schriftelijk had gedaan, definitief introk. En dat was dat.

    Wanneer ik nu de vele getuigenissen lees in dit boek, ben ik enigszins verbaasd over wat er toen gebeurd is. Hier wordt de lezer herhaaldelijk aangemoedigd om toch maar eens te overwegen om toe te treden. In Nederland is het veeleer gebruikelijk dat men gaat aankloppen dan dat men gevraagd wordt. Over politiek mag zelfs niet gesproken worden. Niemand wordt uitgesloten, iedereen is welkom. Enzovoort. Bovendien lijken de meeste, zo niet alle leden er zowat de ideeën op na te houden die ook ik koester, met name de Verlichtingsidealen, en zijn ze omzeggens allemaal atheïst. Ik heb geen idee wat er fout gelopen is. Ik weet ook niet of ik nu blij moet zijn dat het toen niet gelukt is, of spijt moet hebben. Als ik sommige getuigenissen lees, dan ben ik ontsnapt aan saaie lezingen, kleinmenselijke drijverijen, aftandse rituelen en vage symbolieken. Maar de meerderheid van de getuigenissen zijn natuurlijk positief, sommige zelfs enthousiast, en dan bekruipt me een vaag gevoel van onbehagen: blijkbaar heb ik toch een kans gemist om mijn sociaal en intellectueel isolement te op een interessante manier te doorbreken.

    De meeste broeders en zusters hebben al een leeftijd bereikt die men in andere omstandigheden gezegend zou noemen. Dat blijkt uit de data die ze opgeven van hun opname en andere persoonlijke elementen. Velen zijn al veertig jaar en langer lid. Nergens wordt dat als een probleem gesignaleerd. Zijn er ook jonge mensen die zich melden, of gevraagd worden? Loopt de loge straks net zo leeg als de katholieke kerk, faute de combattants? Het is niet in een boek als dit dat men de vraag zal stellen.

    Wat we krijgen is een uiterst bonte verzameling van getuigenissen. De auteurs, mannen en vrouwen, Vlamingen, Brusselaars en Nederlanders, komen uit verschillende middens en hebben een verschillende opleiding genoten. Er zijn zeer persoonlijke getuigenissen over schokkende levenservaringen, naast vrij nuchtere verhalen over het leven in de loge en het leven buiten de loge als broeder en zuster. Er zijn speelse columns en opgewekte short stories, naast meer bedachtzame en zelfs erudiete filosofische bespiegelingen, waarbij de band met de vrijmetselarij evenwel niet altijd even duidelijk is. Het is al bij al aangename lectuur, vooral door de grote verscheidenheid van het aanbod. De teksten vertonen grote stijlverschillen, maar boeien zonder één uitzondering.

    Komen we nu veel meer te weten over de vrijmetselarij? Ja en neen. We krijgen een vrij goed inzicht in de ervaring van het maçon-zijn, maar vooral in wat het niet is. Er is geen maçonnieke ideologie of leer, het blijkt veeleer over een methode te gaan. En die methode is ‘initiatiek’, het is een inleiding of een inwijding. Het is een vrij formeel proces, zonder al te veel aangeboden inhoud, dat men moet doorlopen zonder daar veel vragen bij te stellen, en het doorlopen zelf van het proces zou dan resulteren in het beoogde resultaat, namelijk een dieper inzicht in zichzelf en in de eigen plaats en taak in de wereld. Het is een proces van zelfverbetering dat men zelf moet doormaken, zonder dat men daartoe duidelijke instructies krijgt. Alle heil wordt verwacht van het trouw bijwonen van de bijeenkomsten en het zich onderwerpen aan de vrij strakke rituelen en de duidelijk uitgesproken hiërarchie. Want de vrijmetselarij is, zo wordt hier ook duidelijk gesteld, is geen democratie. Herhaaldelijk wordt ook gewezen op de versnippering en de veelzijdigheid van het aanbod: er is ook in de vrijmetselarij blijkbaar voor elk wat wils.

    Dit is een moedig boek. De auteurs hebben hun bijdrage met hun eigen naam ondertekend, en in die zin is de titel een contradictio in terminis: ze hebben het geheim niet bewaard, noch het geheim van hun lidmaatschap (daarin is men vrij), noch de geheimen van de rituelen. Die eerlijkheid en openheid is bewonderenswaardig. Als een geheel geeft het boek de lezer een overtuigende indruk dat de vrijmetselarij bestaat uit oprechte, welmenende mensen, die in die organisatie een steun vinden om zichzelf te ontplooien en zin te geven aan hun leven. Dat staat in schril contrast met wat we meestal over de loge horen, vooral van mensen die er niets mee te maken hebben. Deze frisse, originele en oprechte getuigenissen spreken die ouderwetse vooringenomenheden krachtig tegen. Daarvoor moeten wij de redacteurs en de auteurs dankbaar zijn.

    Ik had niet gedacht dat ik, na mijn eigen nogal teleurstellende ervaringen, tot dit besluit zou komen, maar dit boek wil ik warm aanbevelen.


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:filosofie
    27-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lamettrie, Het Geluk (recensie)

    Julien Offray de Lamettrie, Het geluk. Vertaald en bezorgd door Jabik Veenbaas, Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2016, 159 blz. €19,99 (hardcover).

    Deze Discours sur le bonheur uit 1751 wordt ons hier voorgesteld in een fraaie uitgave van Wereldbibliotheek, met een inleiding van Jabik Veenbaas (blz. 5-21), een korte en daardoor nutteloze literatuuropgave (blz.147), een even nietszeggende verantwoording (blz. 149) en 92 eindnoten (blz. 151-159) in een vreemde en ondoorzichtige mengeling van de voetnoten van Lamettrie zelf en toelichtingen van Veenbaas. De inleiding is veeleer een laudatio, waarin de figuur en het werk van Lamettrie hoog geprezen wordt en voorgesteld als ‘een literair en filosofisch meesterwerk’ van 'een volstrekt oorspronkelijke denker uit de verlichting’ (achterflap).

    Wat het literaire betreft: de gezwollen taal en de talloze klassieke stijlfiguren en de voortdurende verwijzingen naar de klassieke oudheid en de Franse literatuur maken van dit korte werk een zware dobber om lezen. De ‘Nederlandse’ vertaling is niet meer dan een omzetting van de lange en complexe Franse volzinnen in een opgeleukt taaltje dat voor modern, vlot en helder moet doorgaan, maar dat een voortdurende inspanning vraagt om de wispelturige redeneringen te volgen en op vele plaatsen simpelweg onverstaanbaar is. Steeds weer moest ik naar de Franse tekst grijpen om te zien waarover het eigenlijk ging, en dan bleek dat het weliswaar modern aandoende Nederlands het Frans vaak onbehoorlijk behandelt. Toegegeven, het Frans van Lamettrie en ons hedendaags Nederlands hebben niet veel gemeen, maar als men dan toch meent dat werk te moeten en te kunnen vertalen, moet men ten minste proberen het Frans te verstaan en het verstaanbaar te vertalen. Kortom, in deze vertaling is er van een literair meesterwerk zeker geen sprake, en na enkele bladzijden in het originele Frans zal men ook daar moeten vaststellen dat we hier allerminst te maken hebben met een hoogtepunt van de Franse literatuur.

    Lamettrie was destijds niet geliefd bij zijn filosofische collega’s, dat geeft ook Veenbaas aan in zijn inleiding, waar hij zelfs spreekt van ‘een excommunicatie’. Na de lezing van dit werkje begrijpt men waarom. Dit is geen filosofisch meesterwerk, het is zelfs geen filosofie. Veenbaas heeft zoals bekend vreemde ideeën over de Verlichting, maar Lamettrie tot een voorbeeld van de Verlichtingsfilosofie maken, is wel een zeer gewaagde onderneming. Lamettrie past veeleer in het libertinisme, en dan niet ‘le libertinisme érudit’ (René Pintard), maar het weinig filosofische platte naturalisme en hedonisme. Veenbaas meent dat die strekking een ander aspect is van de Verlichting: ‘De achttiende-eeuwse filosofie stootte de rede nu juist van de troon. …/… Die impuls zien we bij alle grote Verlichtingsdenkers terug. Denkers als Descartes, Spinoza en Leibniz kwamen onder vuur te liggen…’ Met de grote Verlichtingsdenkers bedoelt Veenbaas wellicht Rousseau, die door niemand minder dan Jonathan Israel evenwel verketterd wordt als het tegenovergestelde van een Verlichtingsfilosoof. Het boekje over het geluk is geen systematische of methodische studie, het is een bont allegaartje van bedenkelijke redeneringen en onwijze aforismen, doorspekt met waardevolle ideeën die de auteur echter bij andere, meer ernstige denkers gepikt heeft, maar die amper te verantwoorden zijn binnen zijn eigen cynisch en frivool libertinisme. Dit is geen filosofie, het is een aanfluiting van alle filosofie.

    Wat kunnen we in een recensie als deze dan als raad meegeven aan de belangstellende lezer? Als je Lamettrie mordicus wil lezen, doe dat dan in het Frans. Als je het Frans niet machtig bent, wat geen schande is, lees dan Multatuli of zelfs Bilderdijk, maar geen Lamettrie in een of ander Nederlands. Als je iets over de Verlichting wil lezen, lees Jonathan Israel. En als je filosofie wil lezen, lees dan Spinoza.


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:filosofie
    26-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.El cant dels Aucells

    Er zijn van die melodieën die je meteen naar de keel grijpen en je diep blijven ontroeren elke keer je ze weer eens te horen krijgt. Na die eerste verbluffende ervaring, een genadige gunst, een onverdiende verrukking, blijf je minutenlang sprakeloos achter, verbijsterd door zoveel eenvoudige schoonheid en rustige harmonie, beschroomd de wijding van de wonne te verstoren. Dan vraag je je af wat die melodie is, wie de uitvoerders zijn, want je wil dat kostbare kleinood in je gemoed koesteren met al de onthutsende emoties die het zo moeiteloos losgemaakt heeft in het diepste van je wezen.

    Dat was mijn ervaring met een anonieme traditionele Catalaanse melodie gebracht door Hesperion XXI, het onvolprezen ensemble van Jordi Savall (Aliavox 9888 A&B), en het bleek de titel te hebben van ‘El cant dels Aucells (of Ocells)’. Het is een simpel wiegeliedje, in feite een kerstliedje en in deze uitvoering wordt het woordeloos maar uiterst overtuigend en ontroerend gebracht op een eenzame ijle fluit met tedere minimale begeleiding.

    Ik kende het niet, maar dat is helemaal ten onrechte, want het is een melodie met een geschiedenis. Toen Pablo Casals, de man die de cello zijn plaats terugschonk als solo-instrument en die de cellosonates voor cello solo van Bach voor ons herontdekte, in 1939 zijn geliefd Catalonië moest ontvluchten voor de gruwel van de Spaanse burgeroorlog, begon hij al zijn concerten in ballingschap met deze bewogen melodie, ongetwijfeld als een ode aan zijn verre vaderland, met al de schrijnende emotie die enkel het heimwee van een banneling kan leggen in de herinnering aan een nu onbereikbare en verwoeste thuis. El cant dels ocells werd een symbool voor het verzet tegen het fascisme en tegen alle geweld, een klaaglied om wereldvrede, maar tevens het nationale symbool van de diepe verlangens en de hoop van het volk van Catalunya. Geen wonder dus dat Jordi Savall, die zoveel gedaan heeft voor zijn Catalonië en de Catalaanse muziek, deze melodie op zijn manier zou eren. Zijn versie is er een om koude rillingen van te krijgen, een krop in de keel, en momenten van absolute sereniteit en vrede.

    Die andere Catalaan, de beroemde tenor José Carreras nam het natuurlijk op in zijn album José Carreras Sings Catalan Songs (1991). Zijn collega in ‘de drie tenoren’ Placido Domingo, die eveneens Catalaanse roots heeft, zong het op zijn CD Encanto del Mar (2014). Er zijn nog meer versies en opnames van bekende en minder bekende muzikanten. 

    Ik vertaal hier vrij in proza de eenvoudige volkse strofen van dit kerstlied. Het is een bonte verzameling van zangvogels, en ook van enkele waarvan we niet meteen dachten dat ze konden zingen, maar dat is ook zo bij de mensen, nietwaar: elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. Het thema mag dan al het kerstgebeuren zijn, de hele atmosfeer is die van een idyllische lentemorgen bij zonsopgang en de levensvreugde bij het ontwaken van de natuur.

    Het gezang van de vogels

    Wanneer ze het grootste licht zien opgaan in de zachtste nacht, zingen de vogels feestelijk met hun lieflijke stemmen. De keizerlijke adelaar stijgt hoog in de lucht en zingt zijn melodie die zegt: Jezus is geboren, om ons te verlossen van de zonde en ons blijdschap te brengen. De mus antwoordt hem: deze nacht van kerst is een nacht van groot geluk. De vink en de sijs zingen ook en zeggen: wat een geluk voel ik! De kneu zingt: o, hoe mooi is het kindje van Maria; en de lijster antwoordt: de dood is overwonnen, nu begint mijn leven! De nachtegaal vervolgt: het is mooier dan de zon, schitterender dan een ster! De roodstaart en de tapuit vieren het kindje en zijn Moedermaagd. Het goudhaantje bezingt de glorie van God, opgeblazen van trots. De kanarie volgt daarna, hun muziek is als de grote melodie der hemelen. Dan komt de leeuwerik eraan en zegt: vogels, kom laten we de dageraad begroeten. En de merel fluit om de allergrootste dame te vieren. De mees zegt: het is winter noch zomer, het is lente, want een bloem is geboren die overal haar geur verspreidt over de hele aarde. De zwarte patrijs zong: vogels, wie wil er vandaag bij het ochtendgloren komen om de grote Heer te zien in al zijn glorie in een stal? De hop komt zingen: deze nacht is de grootste koning gekomen. De tortel en de duif verbazen de hele wereld als ze zingen zonder droefheid. De groene spechten en de goudvinken vliegen in de boomgaarden en zingen van vreugde. De kwartel en de koekoek zijn van heel ver gekomen om de Messias te aanschouwen. De patrijs zong: ik ga mijn nest bouwen in deze stal om het kindje te zien, hoe het beeft in de armen van Maria. De ekster, de grote lijster en de gaai zeggen: de mei is op komst. De goudvink antwoordt: al de bomen worden weer groen en de takken bloesemen alsof het lente is. De vink fluistert: glorie vandaag en morgen, ik voel een grote vreugde bij het zien van de diamant zo mooi en zo briljant in de armen van Maria. De dwergooruil en de steenuil, bij het zien van de dageraad, vertrekken in verwarring. De bosuil en de oehoe zeggen: ik zie niets meer, zo veel geschitter verblindt me!


    Categorie:muziek
    25-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peter Venmans, Amor Mundi (recensie)

    Peter Venmans, Amor Mundi. Hoe komen we tot een betekenisvolle relatie met de ander? Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2016, 240 blz., € 18,99 (pb).

    Ik weet niet wat mij ertoe verleidde om het jongste boek van Peter Venmans te lezen. Ik ken hem niet en ik had nog niets van hem gelezen. Zijn naam duikt echter herhaaldelijk op in mijn biotoop en de titel zowel als de ondertitel intrigeert.

    Het is geen boek dat je vanaf de eerste zin van je sokken slaat. Je krijgt meteen een citaat van Hannah Arendt voorgeschoteld en nog op dezelfde bladzijde zijn we al bij Augustinus beland. Ik vroeg me af waar het zou eindigen. En dat vraag ik me nu nog altijd af. In deze recensie zal ik geen opsomming geven van de inhoud van de verschillende hoofdstukken. Dat vind je in andere boekbesprekingen die her en der verschenen zijn. Ik beperk me tot een aantal opmerkingen die bij mij opkwamen tijdens en na het lezen.

    De auteur grasduint in de filosofie en de literatuur en zelfs de kranten. Hij geeft korte samenvattingen van ideeën van verscheidene filosofen en schrijvers en betrekt die op zijn thema, zijn rode draad: de liefde voor de wereld, amor mundi.

    Een eerste moeilijkheid is dat hij niet vertrekt van een wel omschreven definitie van de amor mundi. Het is een kapstokbegrip, je kan er alle kanten mee uit en eigenlijk wordt het nooit helemaal duidelijk wat de auteur zelf eronder verstaat, behalve één vrij cryptische uitdrukking in de laatste bladzijden, ‘de ontvankelijkheid voor het ongevraagde’. We zijn dus aangewezen op de toelichting die de auteur geeft bij allerlei standpunten van andere auteurs, vaak aan de hand van korte citaten of catchwords, en die hij betrekt op de kwestie van de liefde tot de wereld. Dat lijkt een interessante procedure, maar dat is slechts verrijkend wanneer de sleutel die men hanteert enigszins past in het slot, en men op die manier ofwel de betekenis ontsluit van de besproken auteur, of die van het sleutelbegrip zelf.

    Op beide punten blijven we echter nogal op onze honger zitten. Met de vraag of een filosoof of schrijver zich inlaat met de liefde tot de wereld, hetzij instemmend hetzij afwijzend, beperk je onvermijdelijk de volle draagwijdte van hun ideeën, je dwingt hen in het keurslijf van je eigen idee, je legt hen op het Procrustesbed van je verwachtingen en past hen daaraan goedschiks kwaadschiks aan. Dat levert interpretaties op van de geciteerde auteurs en hun werken en ideeën die af en toe zo fragmentarisch zijn dat ze nog nauwelijks te herkennen zijn. Anderzijds blijken de correct weergegeven of geïnterpreteerde ideeën niet altijd veel bij te dragen tot een verduidelijking van wat Peter Venmans bedoelt met zijn amor mundi, en dan vraagt men zich terecht af waarom er nog maar eens een auteur bij betrokken wordt, zeker als dat figuren zijn die niet bij iedereen bekend zijn, noch door iedereen gewaardeerd worden. Namen als Günther Anders, Heinrich Blücher, Pascal Bruckner, Oliver Burkeman, Dany-Robert Dufour, Frantz Fannon, Pierre Hadot, Hans Jonas &c (het namenregister beslaat vier volle bladzijden op twee kolommen, maar bevat ook Eva, niet die uit Genesis en Anne, niet Frank, maar twee figuren uit een recente film), zijn mij althans volslagen onbekend.

    Vaak is het vrij onduidelijk of Venmans aan het woord is als interpreet van ideeën en teksten van anderen en hij hun standpunten dus parafraseert, dan wel als commentator met eigen standpunten. Dat laatste lijkt mij maar zelden het geval te zijn, en op de zeldzame plaatsen waar het dan toch voorkomt, gebeurt het op een uiterst omzichtige, onzekere manier, niet zelden onder de vorm van retorische vragen.

    Die aarzeling om zich uit te spreken vinden we uitdrukkelijk bevestigd in de Epiloog. Peter Venmans zegt lang gezocht te hebben naar een motto als afsluiter van het boek, en ook in deze epiloog aarzelt hij nog, wijst hij op onduidelijkheden en krijgen we nog onbeantwoorde vragen. Hij bekent dat hij aan het boek begonnen was ‘met een gevoel van ambivalentie’ en dat is wel het minste dat men kan zeggen. ‘Amor mundi’ leek hem ‘een belangrijk en actueel thema’, maar ‘tegelijk had ik zo mijn reserves. Een onverdeeld pleidooi voor amor mundi zou mijn boek niet worden, dat wist ik vooraf zeker.’ Die zekerheid van de eigen onzekerheid vinden we inderdaad op elke bladzijde. Ze heeft zoals gezegd haar oorsprong in de aarzeling van de auteur om zijn begrip nauwkeurig te omschrijven en er zelf een duidelijk standpunt over in te nemen, dat hij dan zou kunnen toetsen aan het standpunt daarover bij anderen. In plaats daarvan krijgen we in dit boek veeleer een auteur op zoek naar een onderwerp. Wat de filosoof Peter Venmans over individu en maatschappij denkt, komen we niet te weten, en een antwoord op de vraag van de ondertitel: hoe komen we tot een betekenisvolle relatie met de ander, krijgen we hier geen uitgesproken antwoord.

    Het is best mogelijk dat er lezers zijn die een dergelijke vrijblijvende auctoriale benadering verkiezen, en voor hen is dit boek dan allicht gesneden brood. Bovendien is het geschreven in een uiterst verzorgde en rijke, heldere taal, en biedt het voor de geïnteresseerde leek tal van aanknopingspunten voor verdere lectuur en nadenken.


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:filosofie
    21-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rüdiger Safranski: Tijd (recensie)

    Rüdiger Safranski, Tijd. Hoe tijd en mens elkaar beïnvloeden, Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, vertaling Mark Wildschut, 2016, 218 blz., € 21,99 (pb).

    Met dit boek brengt Safranski ons een eigenzinnige benadering van het fenomeen ‘tijd’. Veeleer dan uit te gaan van een natuurkundige beschrijving van dat ongrijpbaar fenomeen of van een filosofische analyse van dat onvatbaar begrip, gaat hij, zoals de ondertitel aangeeft, op zoek naar wat tijd voor de mens betekent en probeert zo te verduidelijken wat wij bedoelen wanneer wij het over tijd hebben. Het gaat dus vooral over onze ervaring van de tijd. Dat blijkt al uit het eerste hoofdstuk, dat handelt over tijd en verveling. De enige essentiële kwaliteit van een goed uurwerk is dat het de tijd indeelt in identieke delen zonder daar ook maar iets van af te wijken. Dat maakt de tijd egaal: elke seconde duurt net even lang en wij gebruiken dat strakke, onveranderlijke tijdskader om gebeurtenissen tegenover elkaar te situeren en hun duur aan te geven. Maar onze ervaring van de tijd is veeleer ongelijk: soms lijkt de tijd sneller vooruit te gaan en soms trager. De verveling speelt daarin volgens Safranski een belangrijke rol: wij worden pas met het tijdsverloop geconfronteerd wanneer er weinig gebeurtenissen zijn, of wanneer die gebeurtenissen niet boeiend zijn. De verveling drukt ons met de neus op het trage verloop van de tijd, of beter: de illusie dat de tijd trager verloopt. Er is dus een aanzienlijk verschil tussen de tijd die gemeten wordt met de meest accurate uurwerken en onze individuele ervaring van het voortschrijden van de tijd.

    Het tweede hoofdstuk handelt over het merkwaardige effect van het beginnen op onze ervaring van de tijd en het tijdsverloop. Een nieuw begin krijgt een belangrijke plaats in onze levensgeschiedenis, in onze tijd, zowel op het moment van het gebeuren als nadien in onze herinnering, maar vooral door de invloed die het heeft, dus door de gevolgen ervan. Ook hier stelt Safranski vast dat niet alle tijdsmomenten dezelfde betekenis hebben, dat niet alle seconden even belangrijk zijn. De egale tijd wordt gekleurd door het belang van de gebeurtenissen. Daarmee zien we stilaan wat de auteur met dit boek bedoelt. Het gaat hem inderdaad niet om een filosofie van de tijd, maar om een psychologie van de ervaring van de tijd. Hij onderzoekt hoe in allerlei menselijke verschijnselen de tijd een rol speelt of gemanipuleerd wordt, terwijl de natuurkundige tijd onverstoorbaar verder tikt.

    Dat blijkt duidelijk uit het thema van het derde hoofdstuk: de zorg. Wanneer de tijd een neutraal gegeven is, is er geen verschil tussen verleden, heden en toekomst. Maar levende wezens ervaren dat verschil zeer sterk: in het heden plannen wij onze toekomst op basis van onze ervaringen uit het verleden. Die zorg om onze toekomstige instandhouding kleurt ons tijdsbesef ingrijpend.

    In het vierde hoofdstuk verlegt de auteur de focus van de individuele tijdsappreciatie naar de maatschappij en het sociale leven. Door de uitvergroting van de complexiteit van een zeer groot aantal gelijktijdige mensenlevens, die elk een eigen tijdsbesef hebben, ontdekken we nieuwe aspecten van de tijd, zoals de behoefte aan nauwkeurige tijdmeting voor het synchroniseren van de werveling van de verplaatsingen van een menigte. Waar het landelijke leven nog kon voortkabbelen op het ritme van het zonlicht en de seizoenen, kan een moderne maatschappij niet meer zonder een uniforme en onverstoorbare tijd. Dat leidt, zoals we in het vijfde hoofdstuk zien, tot het exploiteren van de tijd en de onderwerping van het menselijk gedrag aan de hegemonie van de voorbijrazende tijd.

    Het zesde hoofdstuk is het meest filosofische, omdat daarin nagegaan wordt hoe de mens in de loop van de geschiedenis heeft aangekeken tegen de persoonlijke ervaring van de tijd in het geheel van de voortschrijdende wereldtijd.  De vaststelling dat verschijnselen zich herhalen (de zon: dag en nacht, de maan: de maanden; de seizoenen: de jaren enzovoort) lijkt te wijzen op een cyclisch tijdsverloop, dat echter haaks staat op een als rechtlijnig verlopende onomkeerbare historische tijdslijn. Het christendom legt een grote nadruk op de persoonlijke heilsgeschiedenis: hoe men leeft, bepaalt de eschatologische tijd. De tijd is dus niet een oneindige opeenvolging van identieke momenten, noch een onstuitbaar draaiend rad, maar een werkelijke geschiedenis, waarbij de gebeurtenissen bepalend zijn voor het resultaat tot in de eeuwigheid. Maar wat betekent de heilsgeschiedenis van een individu voor het geheel van het universum? Vernietigt de nietigheid daarvan niet elke aanspraak op zingeving in het licht van de oneindigheid in ruimte en tijd van het onveranderlijke heelal?

    Het zevende hoofdstuk is getiteld ‘Kosmische tijd’. We vinden er beschouwingen over de moeilijkheid om aan de tijd een begin of een einde toe te kennen, maar ook Einsteins relativering van de tijd op grond van de onveranderlijkheid van de snelheid van het licht, en de anomalieën die daaruit volgen, bijvoorbeeld bij verplaatsingen met grote snelheid en over grote afstanden. Dat ontlokt de auteur overwegingen over de zin of zinloosheid van het leven in een astronomisch zinloos universum.

    Dat het lichaam van levende wezens een eigen biologische klok heeft is nu genoegzaam bekend. Ook dat verschijnsel bekijkt Safranski vanuit de ervaring die wij daarvan hebben in ons bewuste en onbewuste leven. Het blijkt noodzakelijk te zijn voor onze gezondheid dat wij onze eigen lichaamsritmes respecteren, men kan die niet ongestraft negeren, bijvoorbeeld door het opleggen van onnatuurlijke arbeidsprocessen.

    Hoofdstuk 10, ‘Spel met de tijd’ is gewijd aan de verhalen die wij vertellen over de tijd, van de vroegste historische bronnen, langs Afrikaanse mythen, de Odyssee en Balzacs La Comédie humaine, Oedipus, Hamlet, Laöcoon, Zeno’s paradoxen en vanzelfsprekend ook Prousts recuperatie van de verloren tijd.

    Het tiende en laatste hoofdstuk is gewijd aan het menselijk aftasten van de grenzen van de tijd. Is de individuele dood het einde van het individu? Is er iets dat niet aan de tijd onderhevig is? Benaderen wij de oneindigheid al tijdens dit leven? Hebben wij een onsterfelijke ziel? Wat betekent de christelijke oerboodschap van de wederopstanding?

    Safranski heeft zich in dit boek beperkingen opgelegd door zijn focus op de ervaring van de tijd, dus op de psychologische aspecten van de tijdsbeleving. Daardoor missen we misschien een gedegen en methodische behandeling van het thema vanuit puur metafysisch en natuurwetenschappelijk oogpunt, die nu op de achtergrond blijft. Maar wat we wel krijgen is een boeiende, uitstekend gedocumenteerde cultuurhistorische benadering van het aspect tijd in ons leven als individu en in de maatschappij, aan de hand van wat filosofen, kunstenaars, economen en theologen daarover gezegd en geschreven hebben.

    De vertaling is voorbeeldig, maar Safranski blijft natuurlijk een Duitser en dat maakt dat sommige passages het best ten minste twee keer gelezen worden.

     


    Categorie:tijd
    Tags:filosofie
    23-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terroristen

    Gisteren is Brussel getroffen door twee terroristische aanslagen. Het is slechts een zoveelste feit in een geschiedenis van willekeurig geweld in Westerse hoofdsteden en toeristisch pleisterplaatsen. Ondanks alle voorzorgen en zelfs de aanwezigheid van militairen op verscheidene plaatsen is men niet in staat dat soort van aanslagen helemaal te verhinderen. Dat wekt uiteraard angst, frustratie en woede op en het wakkert de haat aan tegen de daders en de groeperingen waarvan ze deel uitmaken. De reacties zijn dan ook gericht op de terroristen. Men probeert hen te identificeren en uit te schakelen, zowel de cellen in het Westen als hun thuisbasis in het Midden-Oosten.

    Daarbij verliest men uit het oog dat fysiek geweld onder mensen een algemeen verschijnsel is dat talloze vormen aanneemt, maar dat zo goed als onuitroeibaar lijkt. Men gelooft dat als men genoeg terroristen uitschakelt, er meteen een einde zal komen aan het geweld. Het probleem is echter niet het terrorisme onder zijn huidige vormen, maar het geweld dat in de mens schuilt en dat bij sommige mensen een uitweg zoekt in het plegen van gruwelijke aanslagen op andere mensen. Die personen die om een of andere reden geneigd en ook in staat zijn tot het actief plegen van geweld vinden altijd wel een manier om dat in de praktijk om te zetten. Soms ontpoppen zij zich tot seriemoordenaars, soms vermoorden ze zoveel mogelijk willekeurige personen in een ultieme moordpartij; soms sluiten zij zich aan bij cellen of groeperingen die het geweld zien als het ultieme middel om hun doelstellingen te bereiken, van welke aard die ook zijn. Wij mogen dan al denken dat het hen te doen is om die religieuze of politieke doelstellingen, maar het is veel waarschijnlijker dat dit slechts aanleidingen zijn en dat wordt tevens bevestigd door de feiten. De politieke of religieuze overtuigingen van veel terroristen zijn flinterdun en vaak van zeer recente oorsprong. Van veel groter belang is de legitimering die ervan uitgaat en de organisatie die hun acties facilliteert: zij krijgen een opleiding, ze behoren tot een groep, ze krijgen de materiële middelen aangereikt om de aanslagen te plegen, ze worden betaald, men zorgt voor hun nabestaanden, ze krijgen drugs, ze wordt geïndoctrineerd, ze worden geprezen en tot het heldendom verheven, en vooral: zij krijgen de kans om geweld te plegen, en daarom was het al de hele tijd te doen.

    Waarom zijn er mensen die een dergelijke zinloze nood hebben aan het plegen van geweld, los van elk extern of intern motief? Waarom rijden wij als gekken in het verkeer? Waarom roken en drinken en eten we ongezond? Waarom gebruiken we verwoestende drugs? Waarom leven we ongezond? Waarom verwoesten we ons leefmilieu? Waarom maken we het elkaar moeilijk in het leven? Waarom zijn er zoveel zelfdodingen, naast de vele moorden? Ik kan geen andere reden bedenken dan dat er geen reden is. We doen dat omdat het kan. En als het kan, zal iemand het ook doen, ooit, ergens. Wij mensen zijn niet bij machte om te weerstaan aan de verlokking van de mogelijkheden die zich aanbieden, of toch niet altijd, en zeker niet iedereen.

    In plaats van ons dus in blinde haat te keren tegen ‘de terroristen’ zouden we moeten beseffen dat terroristen mensen zijn zoals wij en als we iets willen veranderen aan het probleem van het geweld in de wereld, zullen we iets moeten doen aan de mens, dat wil zeggen aan de mensen. Het is van belang dat we daarbij een onderscheid maken tussen mensen die uit onwetendheid handelen en anderen die een psychopathische afwijking hebben. Deze laatste groep lijkt me vrij beperkt te zijn: serie- of massamoordenaars lopen gelukkig dun gezaaid. Misschien zal de wetenschap ooit in staat zijn dergelijke genetische afwijkingen te ontdekken en te behandelen voor het te laat is, maar die tijd lijkt nog veraf. De eerste groep, de onwetende en gemakkelijk beïnvloedbare personen, kunnen we waarschijnlijk enkel veranderen door geduldige verbeteringen van het onderwijs en de levensomstandigheden, kortom onze beschaving. Het staat vast dat kennis en democratie omgekeerd evenredig is met de aanwezigheid van geweld in de wereld.

    Er kan dus geen sprake zijn van een politiek van ‘uitroeiing’ van mensen; de psychopaten zijn in feite tragische zieke medemensen die we moeten beschermen tegen zichzelf, om ons zo te beschermen tegen hen. De onwetende en gemakkelijk te beïnvloeden personen moeten we kennis bijbrengen zodat ze zelf leren nadenken en tot de conclusie komen dat zij misleid en misbruikt worden door kwaadwillige personen, die veeleer tot de eerste soort van de psychopaten behoren.

    Begrijp me niet verkeerd: vanzelfsprekend moet men proberen dergelijke vreselijke aanslagen te voorkomen. Maar uit de ervaring blijkt dat niet te lukken door tegenover die terreur een staatsterreur in te zetten, zoals sommigen bepleiten en zoals hier en daar al doorgevoerd wordt, met alle gevolgen van dien. Het zal dus op een andere manier moeten. Ofwel vinden we die, ofwel blijven we elkaar uitmoorden.

     


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:maatschappij
    21-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lastige weg

    Het is stil geworden op deze website, mijn ‘Kroniek’. Ik schrijf hier veel minder dan vroeger. Ooit kon men hier tot twintig bijdragen per maand lezen. Dat is nu wel anders. De laatste maanden zijn het er amper vier, drie of zelfs maar twee, en dan nog vaak recensies van boeken die ik ter bespreking toegestuurd krijg. Wat is er aan de hand?
    Niets, eigenlijk. In de zomer van 2012 ben ik begonnen met de website Spinoza in Vlaanderen, waar ik mijn belangstelling voor de 17de-eeuwse filosoof Benedictus de Spinoza vorm kon geven. Wie dat een beetje gevolgd heeft, weet dat ik daar sindsdien al enkele duizenden bladzijden bijeengeschreven heb, onder meer de vertaling uit het Latijn van zijn belangrijkste werken, met toelichting. Dat neemt mij ongeveer volledig in beslag, zowel inhoudelijk als praktisch. Ik interesseer me nog nauwelijks voor andere zaken, tenzij ze onrechtstreeks te maken hebben met Spinoza. Bij hem vind ik volop mijn gading. Wat hij te vertellen heeft spreekt mij enorm aan, ik ken geen enkele auteur, hedendaagse of historische, die over belangrijker zaken geschreven heeft. En wat hij over de essentiële zaken van het leven zegt, is essentieel. Wat kan een mens nog meer verlangen dan daarmee de hele dag intens bezig zijn?
    Zo zijn mijn dagen gevuld met Spinoza. Ik lees zijn werken en vertaal ze uit het Latijn en schrijf er toelichtingen bij die mij helpen te begrijpen wat hij bedoelt, en die misschien ook anderen daarbij kunnen helpen. Ik lees ook wat anderen over Spinoza geschreven hebben, maar steeds minder: ik heb onderhand al zoveel over hem gelezen en ben tevens al zo vertrouwd met zijn werk dat ik niet echt nog behoefte heb aan de uitleg van iemand anders: als ik wil weten wat Spinoza zegt, dan lees ik er hemzelf op na. Als bovendien wat anderen over hem schrijven moeilijker te verstaan is dan Spinoza zelf, die geldt als een van de moeilijkste filosofen ooit, is mijn keuze ook snel gemaakt, natuurlijk.
    Ik breng dus vele uren per dag door met schrijven: vertalen en toelichten en de website vullen, en contacten met anderen, meestal over Spinoza. Ook praktisch gezien blijft er dan niet veel tijd over voor iets anders: Spinoza neemt niet alleen mijn gedachten in beslag, maar ook mijn tijd. Na de middag ga ik een uurtje wandelen langs de Demer met Tobeke, onze beagle. Ik poets het huis zo goed en zo kwaad als dat gaat, ik kook het avondeten, ik doe het administratieve werk en de klusjes die zich aandienen, ik ga mee inkopen doen en dat is het zo ongeveer. Zeker, er komen wat zeldzame bezoekers en we gaan zelf ook wel eens op bezoek, soms via Skype. Maar we zijn huisduiven: we hebben ons huis ingericht als onze biotoop, we vinden er al wat we nodig hebben om aangenaam en zinvol te leven.
    En zo komt het dat mijn Kroniek op de achtergrond geraakt is. Ik ben bezig met Spinoza en dat slorpt me op en dat laat nog maar weinig tijd en energie over voor andere zaken. Ik heb ook het gevoel dat ik veel van wat ik te zeggen had al eens gezegd heb in de meer dan 1300 bijdragen die op deze website verschenen zijn. Als ik er soms eens eentje herlees, ben ik best wel trots op wat er staat, het is het herlezen waard, probeer het zelf maar eens met een willekeurige tekst, lang of kort, recent of al wat meer belegen.
    Sommige lezers zijn teleurgesteld dat ze niet meer zowat elke dag een nieuwe tekst voorgeschoteld krijgen. Ik begrijp dat, maar ik ben tijdens de laatste tien jaar, dus sinds ik op pensioen gegaan ben, geëvolueerd. Ik heb spontaan een manier gezocht om zinvol bezig te zijn, meer nog: om me tijdens het laatste deel van mijn leven vooral of nog uitsluitend bezig te houden met zaken die echt belangrijk zijn. De eerste jaren was dat een zoektocht naar wat dat kon zijn, en dat leidde onder meer tot het inzicht dat ik een atheïst ben in het diepst van mijn gedachten. Veel bijdragen op deze website getuigen daarvan. Maar dat a-theïsme is geen loutere lege ontkenning van het bestaan van God, het is een positieve bevestiging en verheerlijking van een zinvol leven zonder God. Zo ben ik bij Spinoza terechtgekomen. Bij hem ben ik thuisgekomen, ik heb er gevonden wat ik al mijn hele leven zoek: lucide verklaringen voor al wat is, antwoorden op de uiteindelijke vragen die we ons als mens kunnen stellen.
    Maar Spinoza biedt geen kant en klare antwoorden. Zelfs heel verstandige mensen hebben hun tanden stukgebeten op zijn geschriften en dat is voor mij niet anders. Je moet hem leren kennen en appreciëren en dat vraagt veel tijd en energie. Je moet in zijn manier van denken treden voor je hem kan begrijpen. Zijn antwoorden zijn maar relevant als je de juiste vragen weet te stellen. Maar wanneer je ooit zover bent, zijn die antwoorden werkelijk subliem en absoluut verhelderend. Niemand kan dat werk voor jou doen, je moet die ontdekkingstocht zelf ondernemen. Spinoza zegt daarover zelf het volgende aan het einde van zijn hoofdwerk, de Ethica: ‘Indien nu de weg waarvan ik heb aangetoond dat die daartoe leidt uiterst lastig lijkt, kan men die nochtans toch vinden. En wat zo moeilijk te vinden is, moet ook wel heel lastig zijn. Als het heil immers voor het oprapen lag en zonder grote inspanning gevonden kon worden, hoe zou het dan kunnen dat omzeggens iedereen het over het hoofd ziet? Maar al wat uitmuntend is, is zo moeilijk als het zeldzaam is.’
    Dank je wel, lieve lezers, om mij te volgen terwijl ik die lastige weg ga.


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:Spinoza


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • wereldverbeteraars
  • Galilei
  • 900 jaar Abdij van Vlierbeek
  • Bewapeningswedloop
  • Frans spreken gelijk een koe Latijn
  • De oorsprong van de godsgedachte en de godsdienst.
  • Theocratie en democratie
  • Israël: zij en wij
  • God de Vader
  • Vreemde vogels
  • Vrijdenkers: recente bijdragen
  • Tweeling, tweelingen
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • De behendige Van Bendegem
  • De Verlichting en haar belagers
  • Corsica
  • Breendonk, de gruwel, de feiten
  • Levend verleden
  • Spectaculair
  • Verrijzenis
  • Goede Vrijdag 2025
  • Palmzondag
  • Gij zult niet doden
  • Vrijdenkers
  • Koekoek!
  • Vrede
  • Christelijke moraal, atheïstische ethiek
  • Al te vroeg gestorven
  • La perfection n'est pas de ce monde.
  • Openbaring
  • Elke mens is uniek
  • Me dunkt...
  • Hybride
  • Sint-Catharina. Brief aan een christen vriend.
  • Het geboortejaar van Jezus Christus
  • Etsi Deus non daretur: zelfs als er geen God zou zijn.
  • Godsvrucht
  • Eerlijkheid
  • Verlossing: I know that my Redeemer liveth.
  • Gezag
  • Als de vos de passie preekt...
  • De hondse filosofen
  • Anselmus van Canterbury
  • Op mijn eentje
  • Inquisitie in de Middeleeuwen
  • Heksen
  • Gerede twijfel
  • Kristien Hemmerechts' late bekering en mystieke ervaringen
  • De Blijde Boodschap, andermaal
  • Verwondering
  • Wees volmaakt zoals uw hemelse vader
  • Paul Claes Odyssee 2.0
  • Griekse tragedies: Sofokles
  • Thomas a Kempis, de Navolging van Christus
  • De Griekse bronnen van de Verlichting
  • Islam en christendom
  • Darwin, creationisme, intelligent design
  • Satan
  • Humanisme
  • Godsdienstvrijheid
  • Ethiek en humanisme
  • De vos en de egel
  • Perfide
  • Godsdienst na de dood van God?
  • Sceptisch
  • incest
  • Catechismus
  • Filosofen te koop
  • Democratie
  • De uitzondering en de regel
  • Etiketten
  • Extreemrechts
  • Waarheid en verzinsel
  • Over geloof en psychologie (recensie)
  • De misdadige geschiedenis van de Kerk
  • Judith Butler, Wie is er bang voor Gender? (recensie)
  • Erwten en kikkers
  • David Hume
  • Denken en geloven in de oudheid (recensie)
  • Kinderspel?
  • Over grenzen, Mark Elchardus
  • Robot
  • Vooruitgangsgeloof
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!