In een vorige bijdrage onder de titel ‘Niemand kan twee heren dienen’ had ik het over de rijkdom van de kerken en hun economische organisatie. Ik zou echter diezelfde titel nu willen gebruiken in een andere betekenis dan de evangelische. Het is namelijk ook onmogelijk om zowel religieus te redeneren als rationeel.
Ik verklaar mij nader. Rationeel denken sluit uit dat men iets aanneemt op andere gronden dan rationele, bijvoorbeeld op grond van een openbaring. Dat er een God is zoals het christendom die vereert, is nog door iemand bewezen met redelijke argumenten. Men moet steeds een sprong in het onbekende wagen en aannemen, of geloven, dat die God bestaat. Er gaapt dus een onoverbrugbare kloof tussen geloof en rede. Dat is vooral een moeilijkheid wanneer men mensen wil doen geloven die gewoon zijn om hun verstand te gebruiken. Wanneer men in het dagelijkse leven en bij het nemen van beslissingen, ook de meest belangrijke, uitsluitend gebruik maakt van het gezond verstand, en niet van een of andere geloofsovertuiging, wordt het erg moeilijk om op andere momenten andere maatstaven aan te nemen en bijvoorbeeld te aanvaarden dat homoseksualiteit verkeerd is omdat God dat niet wil.
Die tweespalt tussen de rede en de godsdienst blijkt overduidelijk in het onderwijs. In Vlaanderen is het onderwijs grotendeels in handen van de katholieke kerk en dat is in allerlei wetten ook zo vastgelegd. Het onderwijs dat daar geboden wordt, is doorgaans van goede kwaliteit en volgens velen zelfs beter dan in het gemeenschapsonderwijs, dat onafhankelijk en seculier is. Men bereidt er jonge mensen voor op het leven door hen te laten kennismaken met de belangrijkste elementen uit de wetenschap en door hen behoorlijk en zelfstandig te leren denken. Daar komt niets religieus bij te pas: wiskunde, natuurkunde, taal, economie enzovoort wordt onderwezen op een objectieve manier, met eindtermen die voor alle scholen eender zijn, en met geen andere principes dan die van de wetenschap zelf, dus op een rationele manier. Er is daarbij geen sprake van God of religie.
Maar het katholiek onderwijs is ook katholiek. Het heeft een eigen opvoedingsproject dat elementen bevat die uitstijgen boven het louter rationele. Men wil de jongeren ook opvoeden tot een gelovige houding. Dat is trouwens de reden waarom de katholieke kerk sinds mensenheugenis onderwijs aanbiedt op alle niveaus en in alle richtingen. Indien het onderwijs enkel wetenschappelijk was, zou er geen enkele reden zijn waarom een kerk geïnteresseerd zou zijn in het aanbieden van onderwijs. Men maakt dus gebruik van het algemeen vormend onderwijs om een religieuze inhoud over te dragen. Zoals men jonge mensen tot aan de volwassenheid allerlei kennis en vaardigheden bijbrengt over niet-religieuze onderwerpen, doet men hetzelfde voor de godsdienst.
Die verweving is lange tijd uiterst succesvol geweest. Jonge en dus zeer beïnvloedbare mensen werden eeuwenlang geïndoctrineerd terwijl ze opgeleid werden, en wel door dezelfde mensen en in dezelfde scholen. De onderwijzer die hen leerde lezen en schrijven, leerde hen ook bidden en biechten. De leidinggevende en tuchtfuncties waren voorbehouden voor priesters. Deelname aan religieuze activiteiten was frequent en verplicht, verzet was ondenkbaar.
Dat veranderde grondig in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, toen onze hele westerse wereld een ware revolutie doormaakte. Het volstaat een fotoboek of een krant of tijdschrift uit 1950 te vergelijken met een van nu. Ook in het katholiek onderwijs is er veel veranderd. Priesters en religieuzen zijn er bijna niet meer. De leken die in hun plaats gekomen zijn, zijn veel minder religieus. De religieuze activiteiten zijn sterk gereduceerd. In de lessen wordt nog nauwelijks verwezen naar de godsdienst, ook niet impliciet. Zelfs de verplichte godsdienstlessen zijn veel minder religieus geworden.
Die evolutie was onvermijdelijk. Als men jonge mensen opvoedt tot zelfstandig rationeel denken, bouwt men de kritiek op de godsdienst in in het systeem. Men kan geen twee heren dienen, de rede en het geloof, want die zijn fundamenteel aan elkaar tegengesteld. Er zijn geen twee waarheden, de ene rationeel en de andere religieus. Het is werkelijk het een of het ander. Men kan onmogelijk tegelijk zeggen dat er geen God is en dat er wel een is, tenzij die God niets meer is.
Blijkbaar heeft, althans hier in het Westen, de rede het gehaald in die tweestrijd. De godsdienst is gemarginaliseerd en zelfs de weinige mensen die zich er nog toe bekennen, zijn nog nauwelijks religieus te noemen als men hen vergelijkt met vroeger. En dat is niet verbazingwekkend. De mens is een redelijk wezen. Wij kunnen zelf over de dingen nadenken op een behoorlijke manier. Wij hoeven van niemand wetten en regels te aanvaarden als we dat niet willen. De kerk als gezagsinstrument is dood en vergeten. Het religieus denken heeft afgedaan, niemand denkt nog ernstig in die termen zoals vroeger. En zelfs als er nog iets overblijft, is dat totaal anders dan vroeger, behalve bij enkele jammerlijk gestoorden. Het is werkelijk onmogelijk om twee heren te dienen, en niet alleen maar niet wenselijk of moeilijk. Wie voortgaat op het gezond verstand en op de redelijkheid, kan onmogelijk ook religieus denken over dezelfde dingen. Ofwel heeft God de wereld ooit geschapen, ofwel deed hij dat niet. Ofwel heeft hij zich geopenbaard aan de mens en blijft hij dat doen, ofwel niet. Ofwel is hij er, ofwel niet. En als hij er niet is, waarom dan nog doen alsof?
Men kan zich afvragen of men God zomaar overboord kan gooien. Gaan er geen belangrijke aspecten mee verloren? Dat is een belangrijke vraag, waarop het antwoord niet voor de hand ligt. De georganiseerde vrijzinnigheid heeft bepaalde taken op zich genomen die vroeger het exclusieve domein waren van de godsdienst, zoals levensrituelen, morele bijstand enzovoort. Andere vrijzinnigen staan zeer huiverig tegenover dergelijke initiatieven: die vrijzinnigheid lijkt verdacht veel op een kerk en is al even weinig democratisch. Ik meen dat het nog te vroeg is om daarover tot een definitief besluit te komen. Allerlei initiatieven worden uitgeprobeerd en het is aan de mensen om daarop te reageren. Wat aanslaat, zal bloeien en de rest zal verdwijnen. Als er geen behoefte is aan iets, moet men het ook niet opdringen. Veel van wat vroeger verplicht was, schuwen we nu als de pest. We weten verdomd goed hoe het niet moet uit onze ervaring, terwijl die ons niet meteen de weg wijst naar hoe het dan wel moet. Veel zal verdwijnen, is al verdwenen zonder dat iemand erom treurt. Onze kleinkinderen kunnen zich zelfs niet meer inbeelden hoe het vroeger was. De rede heeft grote vooruitgang gemaakt, de religie heeft een omgekeerde evolutie doorgemaakt.
Het past niet om voorspellingen te maken, maar het ziet ernaar uit dat we te maken hebben met onomkeerbare veranderingen. De trend is duidelijk naar beter en meer onderwijs en dat is de beste garantie voor meer redelijkheid en meer zelfstandig denken. Zo wordt de mogelijkheid tot indoctrinatie en het verspreiden van verzinsels in de grond beperkt, ook al doet men geen enkele moeite om tegen de godsdienst in te gaan. Daarnaast lijkt ook de democratie het stilaan te halen op allerlei vormen van dictatuur en ook dat is een positieve trend die ertoe bijdraagt dat mensen zelfstandig en vrij denken en niet gedwongen worden om te denken wat machthebbers willen dat men denkt.
Ik ben realistisch genoeg om niet al te optimistisch te zijn. Neem nu Groot-Brittannië. De rechtse regering spant zich daar om onverklaarbare redenen in om de staatsgodsdienst te bevorderen. Men kan die politici er nauwelijks van verdenken dat ze dat doen omdat ze echt overtuigd zijn van die vorm van het christendom. Er moeten dus andere redenen zijn. Wil men op die manier misschien een dam opwerpen tegen de andere godsdiensten die daar ook in opmars zijn onder immigranten, inzonderheid de islam? Of is het, zoals in Rusland, het oude monsterverbond tussen kerk en staat dat men opnieuw op de been tracht te brengen? We weten het niet, maar het lijkt ons weinig waarschijnlijk dat men de mensen zo terug naar de kerk krijgt, of dat men zo stemmen wint.
Ook in andere landen is de godsdienst nog steeds machtig en zelfs oppermachtig, zoals in Iran. Ik ben er echter van overtuigd dat de bevolking in die landen, mede door een degelijk onderwijs, vroeg of laat zal inzien dat de machthebbers daar de islam gebruiken zoals destijds hier bij ons de vorsten het katholicisme gebruikten om hun eigen macht veilig te stellen. Wanneer dat het geval is, zal ook daar een onweerstaanbare drang ontstaan naar meer vrijheid van denken en handelen, en dat is het einde van elke godsdienst.
Categorie:God of geen god?
Tags:maatschappij
|