mijn blik op de wereld vanaf 60 Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin. Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating. Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
27-10-2019
digitale revolutie: weerstations
Zowat twintig jaar geleden moet het geweest zijn dat ik me voor het eerst een weerstation aanschafte. Het was een eenvoudig toestelletje, met een LCD, een groengrijs scherm met zwarte stencil-letters. Datum en uur waren radio-gestuurd vanaf een centrum in Duitsland. De binnen- en buitentemperatuur werden fysiek gemeten, de buitentemperatuur middels een apart toestelletje. Er was ook een symbool dat het weer aangaf: een zon of wolken, en een vooruitzicht als het zou gaan regenen, onweren of sneeuwen. Beide toestellen werkten op niet-oplaadbare batterijen die vrij lang meegaan. Ik was daar zo opgetogen over, dat ik in de loop der jaren nog twee dergelijke apparaten aanschafte, wanneer die ergens goedkoop aangeboden werden. De nieuwe toestellen bieden nog meer informatie aan, zoals de luchtdruk en de luchtvochtigheidsgraad binnen en buiten, zons- en maansopgang en ondergang, de maanfase, de voorbije minimum- en maximumtemperatuur. Die toestellen moeten ingesteld worden op de plaats waar je ze gebruikt. Er staat er nu een bij mijn leesplek voor overdag, een bij mijn leesplek voor de avond, en een op mijn schrijftafel.
Toen de eerste tablets uitkwamen, kocht ik er ook een, een Sony Android, omdat die een heel goed scherm had volgens de recensies, en die gebruik ik nog altijd elke dag, onder meer voor de buienradar, om mijn dagelijkse wandeling met Toby, onze harrier beagle, te plannen.
De voorbije nacht zijn we overgegaan naar het winteruur, misschien voor het laatst? De radio-gestuurde klokken en alle computers, tablets en smartphones in huis hebben zich automatisch aangepast aan het nieuwe uur, zij het met wat vertraging voor de oudere toestellen. Luts fitbit moest even gepord worden met de app op de smartphone. Andere elektrische klokken werden met de hand bijgesteld. En ook de analoge, mechanische klokken, door ze een uur stil te leggen. Met dat alles ben je toch al gauw een uurtje bezig.
Toen bedacht ik plots dat er waarschijnlijk wel een app moet zijn voor een weerstation, en ja hoor, even klikken en downloaden naar de tablet, en klaar. Mooi in kleur, heel duidelijk en overzichtelijk.
In feite worden mijn oude weerstations nu overbodig. Dat bespaart me toch een aantal batterijtjes. Bovendien is de informatie accurater: de luchtdruk en de luchtvochtigheid verschillen soms aanzienlijk op de drie toestellen, en ook de buitentemperatuur. De binnentemperatuur ontbreekt op de app, en dat is iets dat me al lang verbaast: waarom heeft een tablet en een smartphone geen ingebouwde thermometer? Dat kan geen geld kosten. Maar wacht even… misschien kan een smartphone dat toch? Even googelen, en inderdaad: in een smartphone zit altijd een thermometer, namelijk om de interne temperatuur in het oog te houden, vooral van de batterij, om ongelukken te voorkomen. En via die thermometer kan men ook de temperatuur in de kamer berekenen. Downloaden, en ziezo: 21,8 °, met wat onopvallende reclame erbij. Nu nog een weerstation vinden dat ook de kamertemperatuur aangeeft?
Als je erover nadenkt – wat we meestal niet doen – is er wel een verschil tussen een fysieke meting van de buitentemperatuur middels een apart, lokaal apparaat en de gegevens daarover die je via een app krijgt. Bij de app gebeurt dat op basis van algemene waarnemingen door het KMI of andere instellingen, en het is het resultaat van een berekening op basis van steekproeven. Dat is geen bezwaar: een dergelijke berekening is wellicht accurater dan het eenvoudige toestelletje dat je zelf koopt en ergens zomaar buiten installeert. Ik weet niet hoe mijn oudere weerstations de luchtdruk en luchtvochtigheid berekenen: zitten er hygrometers en barometers in, of krijgen ze die informatie met de datum en uur via radiogolven? Maar ook daarvoor ben ik geneigd veeleer de informatie van de weerdienst te vertrouwen dan de eigen apparatuur. Er is dus een fundamentele verschuiving gebeurd: we meten niet meer zelf alle gegevens; men doet dat ergens centraal, en stelt die informatie dan gratis (met reclame) beschikbaar op toestellen die een onoverzienbaar aantal mogelijkheden hebben, zoals een smartphone of tablet of smartwatch. Binnenkort heeft iedereen zo’n smartwatch die alles kan, inclusief telefoneren, via een extra scherm met toetsenbord, of helemaal spraak-gestuurd. Dat betekent het einde van alle telefoons, mechanische en elektronische klokken en uurwerken, weerstations, thermometers, hygrometers en barometers, bloeddrukmeters en hartmonitors, chronometers, wekkers, timers, draagbare radio’s en ga zo maar door. Met één toestel heb je alle informatie aan je vingertippen, of gewoon voor je ogen met een smartbril. De ontwikkelingen gaan razendsnel, omdat digitaal veel meer mogelijk is dan analoog en mechanisch. Sommige bankverrichtingen zijn nu al ogenblikkelijk: vergelijk dat eens met pakweg twintig jaar geleden? Of honderd?
Ook op het gebied van het muziek beluisteren is er een dergelijke revolutie bezig, maar dat is voor een volgende keer.
Categorie:samenleving
24-10-2019
Lof: Tantum ergo
Het lof
Ontelbaar is het aantal keren dat ik in mijn jeugd het lof heb bijgewoond. Als je uit een katholiek gezin kwam, ging je naar een katholieke school en naar een katholieke jeugdbeweging. In beide gevallen was het lof een van de rituelen die bij de verplichte praktijken hoorden. Als ik het me goed herinner was het lof, in tegenstelling met de eucharistieviering, geen dagelijks ritueel, maar voorbehouden voor de zondag en voor feestdagen, maar die waren er in overvloed. De zon- of feestdag begon met een vroegmis, waarvoor je nuchter bleef. Dan om tien uur een plechtige hoogmis, en na de middag, om drie uur dan het lof. De naam is afkomstig van de laudes, maar dat was eigenlijk het ochtendgebed, en dus was het lof de laudes vespertinae of het avondlijke lof. Het was een vrij korte dienst die hoofdzakelijk bestond in de uitstalling van een gewijde hostie in een prachtig versierde houder, de monstrans (om te ‘tonen’), een stille aanbidding door de priester, gekleed met een koorkap, en de gelovigen, gevolgd door een zegening, een weids kruisteken met de monstrans, en afgesloten met het gezamenlijk aangeheven Tantum ergo. Dat gezang spookt nu al dagen in mijn kop, en ik probeer de tekst en de melodie in mijn geheugen te reconstrueren, maar het zijn flarden. Daarom hier de Latijnse tekst.
Tantum ergo Sacramentum
Veneremur cernui,
Et antiquum documentum
Novo cedat ritui:
Præstet fides supplementum
Sensuum defectui.
Genitori, Genitoque
Laus et jubilatio,
Salus, honor, virtus quoque
Sit et benedictio:
Procedenti ab utroque
Compar sit laudatio.
Amen (Alleluia).
Het valt me nu op dat hoewel ik zes jaar Latijn kreeg op de humaniora, ik slechts een heel flauw vermoeden had van de betekenis van deze nochtans eenvoudige woorden, maar dat was geen bezwaar: de meeste mensen kenden geen Latijn, en het is in de Kerk nooit belangrijk geweest dat je verstond wat je beleed. Ik geef hier dan maar mijn prozaïsche vertaling, aangezien tijdens mijn jeugd niemand het ooit nodig gevonden heeft daarbij stil te staan.
‘Laten we daarom voorovergebogen dat zo grote sacrament aanbidden, en het Oude Testament make plaats voor een nieuwe rite: moge het geloof een steun verschaffen aan het tekortschieten van de zintuigen. Lof en gejubel, heil, eer en ook wonder, en zegen zij de Vader en de Zoon: en aan hem die voortkomt uit elk van beiden zij gelijke lof.’
De inhoud komt volmaakt overeen met het ritueel: het aanbidden van het resultaat van sacrament van de eucharistie, het nieuwe christelijke ritueel met het Lichaam van Christus in plaats van de joodse gebruiken, de verheerlijking van het bovennatuurlijke geloof en de minachting voor de zintuigelijke en redelijke kennis, de herhaling van het woord ‘lof’, en van het plechtig aanheffen van lofgezangen voor de drie personen van de Heilige Drievuldigheid.
In feite is het Tantum ergo een deel, namelijk de laatste twee strofen van een langere hymne, toegeschreven aan Thomas van Aquino (1225-1274), het Pange lingua. De aanhef herneemt die van de gelijknamige kruishymne van Venantius Fortunatus (c. 540- c. 605). Ze maakt deel uit van de liturgie van Sacramentsdag, het feest van Corpus Christi, ingesteld op instigatie van Thomas door Urbanus IV in 1264. De datum waarop Sacramentsdag gevierd wordt, is afhankelijk van de veranderlijke datum van Pasen en Pinksteren. De eerste zondag na Pinksteren is het feest van de Drievuldigheid, en de donderdag nadien, dus zestig dagen na Pasen, is het Sacramentsdag, een van de belangrijkere feesten van het kerkelijk jaar.
Dat is nu allemaal verleden tijd. Dat wil zeggen dat je wellicht al ver moet gaan zoeken om nog ergens een lof bij te wonen en het Tantum ergo mee te zingen. Het is dus verdwenen uit het dagelijkse leven. Maar door de intense gewenning gedurende onze tendres années, onze zo ontvankelijke jeugd, blijft het diep in ons geheugen gegrift, ook al hadden we toen geen idee wat we zongen, of waarom. Ook nu nog zijn er katholieke filosofen (eigenlijk theologen, dus) die voorhouden dat het geloof veeleer een gelovige praktijk is, het uitvoeren, desnoods zonder het te verstaan of te begrijpen of er zelfs maar aandacht aan te besteden, van rituele praktijken, en het belijden, eveneens zonder er een woord van te verstaan, te begrijpen of te geloven, van gewijde teksten zoals het Credo. Het is voor elke persoon met enig gezond verstand onbegrijpelijk dat dit gedurende tweeduizend jaar de regel was in het Westen, en dat diezelfde Kerk vandaag nog op dezelfde manier kan bestaan.