Foto
Categorieën
  • etymologie (81)
  • ex libris (83)
  • God of geen god? (188)
  • historisch (29)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (250)
  • literatuur (42)
  • muziek (76)
  • natuur (8)
  • poëzie (95)
  • samenleving (241)
  • spreekwoorden (12)
  • tijd (13)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • Vrijdenkers
  • Uitgeverij Coriarius
  • Het betere boek
    Archief per maand
  • 10-2025
  • 09-2025
  • 08-2025
  • 07-2025
  • 06-2025
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    29-09-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schreien en schreeuwen

    Schreien en schreeuwen

    Als je veel leest, en in verscheidene talen, vallen er allengs allerlei eigenaardigheden op, gelijkenissen en verschillen, overeenkomsten en afwijkingen. Al een hele tijd ben ik geïntrigeerd door een verwante groep werkwoorden die een gemeenschappelijke stam lijkt te hebben, zoiets als skr of schr, wat eigenlijk hetzelfde is, of cr en kr.

    Laten we beginnen met het Engelse cry. Als werkwoord, to cry heeft het twee specifieke betekenissen, namelijk roepen en wenen. Het is afgeleid, zoals veel Engelse woorden na 1066, van het Franse crier, dat enkel de oorspronkelijke betekenis van roepen heeft, niet die van wenen; die is er in het Engels gekomen vanaf de 13de eeuw, en was er algemeen vanaf de 16de eeuw. Het is opvallend dat eenzelfde evolutie zich niet heeft voorgedaan in het Frans.

    Hetzelfde verschijnsel als in het Engels zien we wel in het Duits: schreien betekent zowel schreeuwen als wenen of huilen. In het Nederlands hebben we echter schreien voor wenen, en schreeuwen voor roepen. Maar er is ook ‘schremen’ voor wenen, althans in het Vlaams, vanaf de 16de eeuw, een variant van schreeuwen; vergelijkbaar met het Engelse to scream, dat echter enkel de betekenis heeft van roepen. Huilen heeft wel dezelfde twee betekenissen van luid roepen en wenen, maar is etymologisch niet verwant. Schreeuwen is dan weer een afleiding van schreien, maar opvallend zonder de betekenis van wenen. Ook krijten en krijsen (allicht zoals het Franse crier en het afgeleide Engelse cry) zijn verwant, gezien hun betekenis van gillen, schreeuwen, en zelfs huilen, van kinderen dan.

    Wenen, althans het hoorbare aspect ervan, en roepen zijn vaak niet van elkaar te onderscheiden als uitingen van hevige emoties, bijvoorbeeld bij fysiek of psychisch leed. Vandaar dat sommige woorden beide betekenissen hebben in sommige talen, maar andere slechts één van beide specifieke betekenissen, hoewel ze taalkundig verwant zijn.

    Taal is heel menselijk. Onze talen, zowel de Romaanse als de Germaanse, zijn elk intern sterk met elkaar verwant, en door volksverhuizingen en nabuurschappen zijn ook de Romaanse en Germaanse door elkaar beïnvloed. Maar onze talen zijn ook een autonoom leven gaan leiden, zeker wanneer er voor het onderricht regels opgesteld werden en de taal (min of meer) vastgelegd werd. Van al die bewegingen zien we sporen in ons taalgebruik. Ik althans vind het ongemeen boeiend om me daarin te verdiepen. Ik zou niet zo ver gaan als in een citaat dat aan Goethe toegeschreven wordt, namelijk dat zoveel talen iemand spreekt, zoveel malen die mens is, maar voldoende vertrouwd zijn met andere talen om er waardevolle teksten in te lezen, zij het met behulp van woordenboeken en online vertaaltechnieken, ervaar ik zeker als een persoonlijke verrijking.


    Categorie:literatuur
    24-09-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spelen

    Spelen

    Van alle menselijke bezigheden is spelen mij wel het vreemdst, al weet ik niet goed waarom. Als kind speelde ik een korte tijd met pluchen poppen van dieren, maar daarna kan ik me niet herinneren dat ik door een of ander spel geboeid werd. We hadden thuis een paardjesspel, maar dat vond ik maar niets: of je het einddoel als eerste bereikt, hangt niet af van enige tactische vaardigheid of inzicht, maar van het toeval, bepaald door een teerlingworp. Ik was de jongste thuis, en onze Raf, vier jaar ouder, versloeg me telkens bij het damspel, en dat vond ik natuurlijk niet echt leuk. Maar ook het spel zelf trok me niet aan, en kaartspelen en Monopoly evenmin. Ik hield toen al niet van spelen. Ik zag het nut ervan niet in. Spelen gaat om het spel zelf, niet om een of andere inzet; en als het om een inzet gaat, is het geen spel meer, maar gokken, en gokken om een inzet is verkeerd, want niet rationeel. Waarom het risico lopen om een bezit te verliezen, enkel in de hoop om bij toevallige hoge uitzondering grote winst te maken?

    Maar laten we het houden bij spelen zonder inzet. Men zou echter kunnen zeggen dat er altijd een inzet is, namelijk het winnen van het spel. Dat heb ik nooit echt goed aangevoeld. Sommige spelen beoefende ik wel degelijk op bepaalde momenten van mijn leven, zoals tafeltennis en tennis, en ik probeerde daarin ook goed te zijn, maar het competitieve aspect trok me helemaal niet aan, integendeel. Het enige plezier dat ik eraan had, was het spelen zelf, de fysieke inspanning en de verscheidenheid van de ontelbare mogelijkheden en combinaties. Maar ik was er zelf niet bepaald op uit om te spelen, ik liet me alleen soms verleiden door iemand die een partner zocht.

    Toen de eerste personal computers opkwamen, heb ik voor mijn kinderen meteen de nodige apparatuur gekocht, en daarop speelden ze dan vaak spelletjes, soms urenlang, maar mij interesseerde dat geen bal, ook niet ingewikkelder zaken zoals flight simulator. Ik probeerde mijn zonen naar andere toepassingen te sturen, en naar programmeren, en dat lukte wel, maar ze bleven wel spelen.

    Ik heb altijd willen biljarten, maar het is er nooit van gekomen om dat vaak te doen, hooguit enkele keren in mijn hele leven, en straks ben ik tachtig.

    Er is een tijd geweest dat de pluskinderen gezelschapspelen wensten te doen op familiebijeenkomsten, maar ik was en blijf daarvan absoluut geen voorstander, wel integendeel. Als ik er goed over nadenk, was en is dat omdat ik het heel akelig vind dat altijd iemand de verliezer is, de laatste, ook en zeker als ik dat niet zelf ben. Dat iemand wint, tot daar. Maar publiekelijk iemand als de schlemiel in het gezelschap aanwijzen, lijkt me heel onheus, ik vind niet dat we dat horen te doen als we spelen, we doen het immers ook niet, of horen het niet te doen, in het werkelijke leven.

    Spelen is geen nuttige bezigheid, er is niets mee te verdienen, de wereld gaat er niet op vooruit, de inspanning levert geen echt resultaat op. Misschien voelt de winnaar zich eventjes goed, maar niemand is altijd winnaar, er is altijd wel iemand die nog beter is, of toch af en toe. Spelen is een nutteloze bezigheid, een tijdverdrijf, een manier om je niet te vervelen, maar zonder echt te werken voor een resultaat. En dat is precies waarmee ik het blijkbaar zo moeilijk heb.

    Ik heb geen nutteloos tijdverdrijf vandoen, ik heb nauwelijks tijd genoeg om te doen wat moet gedaan worden, en om te doen wat ik wel graag doe, en dat is hoofdzakelijk nadenken en kennis vergaren door te lezen en opzoekingswerk te verrichten, en de resultaten daarvan te formuleren voor mezelf en eventueel voor anderen. Dat is precies wat ik hier gedaan heb.

    Het leven is geen spel, daarvoor ‘staat er te veel op het spel’. We horen niet met elkaar om te gaan als winnaars en verliezers, als tegenstanders, als rivalen. We hebben elkaar nodig om samen, verschillend maar als gelijken, individueel en collectief op de best mogelijke manier te leven en te overleven. Dat is althans in mijn aanvoelen een voltijdse bezigheid, onze tijd is te beperkt om die te verliezen in louter tijdverdrijf.

    Ik besef ten volle dat anderen daarover anders denken, en dat is hun goed recht. Ik heb alleen voor mezelf proberen uitmaken waarom ikzelf spontaan en oprecht echt niet van spelen houd.


    Categorie:levensbeschouwing
    19-09-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilig

    Is er dan niets meer heilig?

    Salman Rushdie schreef er, naar aanleiding van de zware commotie rond zijn Duivelsverzen, een essay over (Granta, 1990). Voor hem schreef Schiller al:

    Nichts heiliges ist mehr, es lösen
    Sich alle Bande frommer Scheu,
    Der Gute räumt den Platz dem Bösen,
    Und alle Laster walten frey.

    Misschien is het omdat vroeger zowat alles heilig was, dat er nu nog zo weinig heilig is. Men heeft het woord en het begrip verkwanseld door overmatig gebruik en misbruik. Want wat is heilig?

    Etymologisch heeft het te maken met ‘heel’, in de zin van volkomen, volmaakt. Wat volmaakt is, is bewonderenswaardig, boezemt ontzag en eerbied in. De Kerk heeft zich het woord aanmatigend toegeëigend, en zichzelf en al het hare heilig verklaard: haar God, het Heilig Geloof, onze Moeder de Heilige Kerk, de Heilige Vader, het Heilig Kruis, het Heilig Sacrament, de Heilige Geest, de Heilige Schrift, de heiligen &c. Door iets als heilig te bestempelen verleent men het een dwingend onaantastbaar karakter. Maar als men te veel heilig verklaart, verwatert allengs de unieke eigenschap van heiligheid, en weet op den duur niemand meer wat heilig betekent.

    Het christendom gebruikte de profane Latijnse vorm sanctus, met dezelfde betekenis als in het klassiek Latijn: geheiligd, gewijd (een altaar, een bron, een plek); heilig, onschendbaar, onverbrekelijk, onaantastbaar; eerbiedwaardig, verheven; onschuldig, onberispelijk, gewetensvol; vroom. Het adjectief is het verleden deelwoord van het werkwoord sancio, met dezelfde betekenis: heiligen, wijden, onschendbaar maken, bekrachtigen; maar ook sanctioneren, straffen, op straffe verbieden.

    Wat oorspronkelijk een louter profane betekenis had, namelijk iets omwille van zijn eigenschappen als ontzagwekkend en eerbiedwaardig erkennen, werd in de godsdienst een systeem om door iets heilig te noemen, het — ook ritueel — te wijden, louter en alleen daardoor ontzag en eerbied af te dwingen voor iets dat uit zichzelf niet algemeen als dusdanig beschouwd wordt, terwijl voor de Joden enkel God heilig was (qadowos, Jes. 6:3, geciteerd in het Sanctus van de mis-tekst). De Kerk (let op de hoofdletter) was in feite niet meer dan een organisatie van mensen; door zichzelf heilig te noemen, verplichtte zij iedereen om haar met eerbied te benaderen en te behandelen, als was ze goddelijk. Alles wat met de godsdienst en haar rituelen te maken had, werd gewijd, en dus heilig voor alle gelovigen. En niet alleen voor hen, maar voor iedereen: als on- of andersgelovigen zich vergrepen aan een van de heilige symbolen, laat staan aan de Kerk zelf, was dat evengoed of nog meer heiligschennis, en moest dat gesanctioneerd worden, heel zwaar bestraft, totterdood. Zo werd een stukje brood door zijn wijding of consecratie heilig, onaantastbaar voor gewone gelovigen. Wie een hostie ontwijdde, maakte zich schuldig aan heiligschennis, het zwaarst mogelijke misdrijf. Dat werd herhaaldelijk en volkomen onterecht toegeschreven aan de joden, als een onderdeel van hun blijvende discreditering en vervolging.

    Wanneer men zich als ongelovige afvraagt wat in het christendom bedoeld wordt met ‘heilig’, blijft er ten langen leste niets anders over dan: wat door de Kerk als zodanig gekenmerkt wordt. Het woord heeft geen specifieke godsdienstige betekenis naast de algemene, die van ‘eerbiedwaardig’. Maar door er de zwaarste sancties aan te verbinden, krijgt het woord ‘heilig’ een plaats in de christelijke moraal van goed en kwaad, van verdienste en bestraffing. Heilig betekent dan weer sanctus, iets waaraan zware straffen verbonden zijn bij schending, en dat is de overheersende betekenis in het christendom, waar overigens de beteugeling altijd belangrijker is dan de bevrijding. Heilig is dan niet meer zozeer wat uit zichzelf ontzagwekkend is, maar wat met de term ‘heilig’ en de bijhorende sanctionering beschermd wordt tegen mogelijke schending, inzonderheid de Kerk zelf.

    Is er dan niets meer heilig? Dat is de retorische vraag die men soms nog hoort als er weer eens een heilig huisje gesloopt wordt, als er weer eens een norm vervaagt, een gevestigde macht sneuvelt, een waarde waardeloos wordt. Letterlijk genomen moeten we concluderen dat inderdaad niets meer heilig is, omdat niets ooit heilig was, althans niet in de kerkelijke betekenis. Niets is immers zo verheven dat het onaantastbaar, heilig is, behalve de mens zelf, en zelfs die enkel in principe, want in de praktijk is niets zo kwetsbaar als de mens, als individu of in groep, of in het algemeen, als mensheid. Seneca (Brieven aan Lucilius 95, 33) schreef, verontwaardigd over de toenmalige danig populaire ‘spelen’ van de gladiatoren: ‘Een mens, een wezen dat voor een ander mens iets heiligs moet zijn, wordt al bij wijze van spel en voor de grap gedood.’ Ook vandaag is overal ter wereld een mensenleven niet meer heilig. In La personne et le sacré schreef Simonne Weil kort voor haar dood: ‘Diep in het hart van ieder mens is er, van de wieg tot het graf, iets dat onomstotelijk verwacht dat men elke mens goed zal behandelen en geen kwaad zal doen. Dit is wat bovenal heilig is in de mens.’

    Wij bepalen zelf wat wij als heilig beschouwen, en dat is almaar minder en minder. Mensen zijn geen heiligen, zegt men nu, want de volmaaktheid is niet van deze wereld; een andere wereld dan deze is er evenwel niet. Dus is niets nog heilig, en zo hoort het. Niets is absoluut ‘heilig’, omdat wij zelf bepalen wat wij als min of meer heilig beschouwen, of zouden willen dat het heilig was, ook als het dat (nog) niet is.

    Zoals tal van andere woorden uit de christelijke godsdienst, zoals God, ziel, zonde, boete en vergeving, verlossing, genade, verrijzenis, hiernamaals, laatste oordeel, hemel, hel en vagevuur, is ook het woord en het begrip ‘heilig’ zo goed als verdwenen uit onze leefwereld, zonder veel erg, blijkbaar. Wat tweeduizend jaar lang heilig was, is het niet meer. Zo gaat het uiteindelijk met lege begrippen en ijdele woorden, als met kledij die men niet meer draagt: die gaan in de lappenmand. Nu er geen kerkelijk machtsapparaat meer is om heiligschennis zwaar te sanctioneren, blijkt het begrip ‘heilig’ zelf weg te eroderen, te atrofiëren. Dat bewijst dat het geen intrinsieke betekenis had, maar slechts een handige, of smerige truc was om al wat kerkelijk was te beschermen tegen alle belagers, door het een vermeende goddelijke status te verlenen. Nu ook die verzonnen God niet meer kan standhouden tegenover het gezond verstand en de rede, worden met de vele lege kerken ook de laatste heilige huisjes gesloten en gesloopt, of krijgen ze, na ontwijd te zijn, een profane in plaats van een ‘sacrale’ functie.

    We kunnen het betreuren dat in onze taal veel van wat ooit verheven, belangrijk, goed en schoon was onherroepelijk verdwijnt. Niets verplicht ons echter om als we de oude gewaden afgelegd hebben in ons blootje te staan, niets weerhoudt ons ervan om de oude woorden gepast te blijven gebruiken. Spinoza gebruikte spontaan het woord ‘God’ meer dan 350 keer in zijn Ethica en weigerde consequent om atheïst genoemd te worden; Einstein geloofde in Spinoza’s God, die niets anders is dan het universum, dat we zonder enige schroom gerust heilig mogen noemen. We kunnen nog steeds spreken van het heilig vuur, van een heilige plicht, of heilige verontwaardiging, zelfs van het doel dat de middelen heiligt, of dat iets ons heilig is. Zolang we weten wat we zeggen, en woorden niet ijdel gebruiken, of te kwader trouw, zijn we geloofwaardig. Terwijl niets meer heilig is, wordt alles dat voor de mens werkelijk van waarde is, en ook weerloos (Lucebert), werkelijk heilig voor wie het goed voorheeft met zichzelf en met de anderen.

     

     

     


    Categorie:God of geen god?
    13-09-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vijgenboom, of de wortels van het antisemitisme.

    De vijgenboom.

    Het is weer die tijd van het jaar: de vijgenbomen dragen vruchten. Bij mijn buren staat een vijgenboom aan de straat, ik heb die zien opgroeien van een onooglijk plantje tot de metershoge boom die hij nu is. Sinds enkele jaren krijg ik van die lieve buren af en toe wat vijgen, wat ik ten zeerste apprecieer, we eten ze graag bij ons ontbijt van vers fruit en ontbijtgranen. In mijn jeugd kenden we alleen de gekonfijte vijgen, ik had geen idee hoe een verse vijg eruitzag. Die buren zijn nu op vakantie, en ze hebben me verzekerd dat ik zelf vijgen mag plukken, wat ik deze namiddag nog gedaan heb.

    Er komt ook een vijgenboom voor in het Nieuwe Testament, bij Marcus 11, 12-14 en 20-24:

    12 Toen zij de volgende dag Betanië verlaten hadden, kreeg Hij honger.  13 Hij zag in de verte een vijgenboom in blad staan en ging kijken of Hij er misschien iets aan kon vinden; maar bij de boom gekomen vond Hij niets dan blaren; het was trouwens niet de tijd van de vijgen.  14 Daarom richtte Hij zich tot de boom en zei: “Niemand zal in eeuwigheid nog vruchten van je eten!” Zijn leerlingen hoorden dat. 

    20 ‘s Morgens kwamen zij langs de vijgenboom en zagen dat hij tot op de wortel verdord was.  21 Petrus dacht weer terug aan het gebeurde en zei: “Meester, kijk!” De vijgenboom die Gij vervloekt hebt, is verdord.”  22 Jezus antwoordde hun: “Hebt geloof in God.  23 Voorwaar, Ik zeg u: Als iemand tot deze berg zegt: Hef u op en stort u in de zee, en als hij in zijn hart niet twijfelt, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, voor hem zal het werkelijkheid worden.  24 Daarom zeg Ik u: Alles wat ge in het gebed vraagt, gelooft dat ge het al verkregen hebt, en ge zult het verkrijgen. 

    en Mattheüs 21, 18-22:

    18 ‘s Morgens vroeg, op de terugweg naar de stad, kreeg Hij honger.  19 Hij zag een vijgenboom langs de weg staan en ging ernaar toe, maar vond er niets dan bladeren aan. Daarop sprak Hij tot de boom: “In eeuwigheid zult gij geen vrucht meer dragen.” En op slag verdorde de vijgenboom.  20 Bij het zien daarvan vroegen de leerlingen verbaasd: “Hoe is die vijgenboom zo ineens verdord.”  21 Jezus gaf hun ten antwoord: “Voorwaar, Ik zeg u: Als gij maar geloof hebt en niet twijfelt, zult gij niet alleen doen wat Ik met die vijgenboom gedaan heb, maar zelfs als ge tot deze berg zegt: Heft u op en stort u in zee, dan zal het gebeuren.  22 En al wat gij in vertrouwvol gebed zult vragen, zult gij verkrijgen.”

    Er is hier sprake van een mirakel: de vijgenboom sterft af, in het ene geval in de loop van de nacht, in het andere ogenblikkelijk, op het woord van Jezus. Dat is wat we volop te lezen krijgen in de Evangelies, en dergelijke mirakels worden als een overtuigend bewijs beschouwd van de almacht van Jezus, de Zoon van God en zelf ook God. Dat een boom afsterft is geen wonder, misschien zelfs niet dat die op vrij korte termijn verdort, maar van de ene dag op de andere, en tot in de wortel, of ogenblikkelijk, omdat Jezus het zegt? Dat is onmogelijk, en als het toch gebeurt is het een wonder, een mirakel dat Jezus verricht.

    We zien Jezus hier niet van zijn meest gunstige kant. De episode speelt zich af in de tijd van het Joodse Paasfeest, Pesach, de herdenking van de bevrijding uit de Egyptische slavernij, in de tweede helft van maart tot de eerste helft van april, in de joodse eerste maand van het jaar, nisan, die begint met de nieuwe maan, en Pesach komt 14 dagen later, bij volle maan. Rond die tijd zijn er nog geen vijgen. Dat had Jezus even goed moeten weten als elke andere Jood. Hij had zich dan ook de moeite kunnen besparen om te zoeken naar vijgen tussen het loof om zijn honger te stillen. En hij had evenmin redenen om de boom ter dood te veroordelen omdat hij geen vijgen droeg op dat ogenblik.

    Jezus legt zijn agressief gedrag uit aan de leerlingen: als je werkelijk in iets gelooft, is niets onmogelijk, ook niet voor zijn leerlingen. Vandaar de Bijbelse uitdrukking: geloof verzet bergen, die wij veeleer symbolisch interpreteren: wie werkelijk bevlogen is, kan veel bereiken, zelfs wat voor onmogelijk geacht wordt — zij het niet wat werkelijk onmogelijk is, zoals een boom doen afsterven met een gebod, of bergen verzetten.

    Het christendom heeft die korte passage, die niet voorkomt bij Lucas of Johannes, aangegrepen als een gelijkenis, een parabel, niet alleen als een illustratie van de goddelijke almacht van Jezus, en voor de kracht van het smeekgebed (waarover ik hier onlangs nog schreef), maar als een beeldspraak voor Israël, het Joodse volk, dat hier vergeleken wordt met de vijgenboom die wel fraaie bladeren vertoont, maar geen vruchten draagt voor Jezus, en door hem daarom vernietigd wordt. Zo ook wordt het Joodse volk door God vernietigd omdat het Jezus niet alleen niet aanvaard heeft, maar hem bovendien vermoord heeft. De val van Jeruzalem in het jaar 70 en de nederlaag van de Joden in hun verzet tegen Rome, en de diaspora, de verjaging van de Joden uit hun land werd algemeen gezien als een straf van God. Die interpretatie was al aanwezig in de eerste eeuwen van het christendom, en werd algemeen verkondigd tot ver in de twintigste eeuw, en is ook vandaag nog aanwezig bij gelovigen en priesters. Ze is kenmerkend voor het christelijke antisemitisme, dat door een auteur en historicus als Jules Isaac (1877-1963) in verscheidene indrukwekkende publicaties aangewezen en aangeklaagd werd. In L’enseignement du mépris (1962) wijdt hij een kort maar indrukwekkend hoofdstuk aan die passus en zijn nawerking. In zijn andere werken toont hij overtuigend aan dat er geen sprake is van een algemeen antisemitisme vóór het christendom, en dat het christendom zich wel degelijk van meet af aan bewust schuldig gemaakt heeft aan een rabiaat antisemitisme, ook al zijn er daarvoor geen Bijbelse of dogmatische gronden.

    In die zin moet het christendom, gezien zijn zo wijdverbreide en diepgaande invloed op onze beschaving, rechtstreeks verantwoordelijk geacht worden voor de talrijke vormen en gevallen van discriminatie en vervolging van de Joden, en voor het nog steeds bewust of onbewust aanwezige antisemitisme in de Westerse mentaliteit. Men mag zonder enige overdrijving stellen dat er zonder de katholieke Kerk geen antisemitisme zou geweest zijn zoals onze geschiedenis dat gekend heeft. Dat de Kerk daarvan lang na de holocaust eindelijk stilaan afstand is gaan nemen, althans in enkele officiële verklaringen, vooral mede door toedoen van personen zoals Jules Isaac, veeleer dan uit eigen berouwvol inzicht, is allicht op zich een verheugende vaststelling, maar het is onvoldoende om de afschuwelijke resultaten van een infame eeuwenlange officiële indoctrinatie ongedaan te maken, als dat ooit al mogelijk zal zijn. Het christelijke antisemitisme is wellicht niet de meest algemeen bekende misdaad van het christendom, en inzonderheid van de katholieke Kerk, maar door zijn historische omvang en onbegrijpelijke uitzonderlijke wreedheid is het als broeder- en oudermoord misschien wel de meest onchristelijke, en daardoor een van de meest onvergeeflijke.


    Categorie:samenleving
    01-09-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bidden

    Desine fata deum flecti sperare precando (Vergilius, Aeneis VI, 376)

    In de Brieven aan Lucilius heeft Seneca (-4 — 65) het in brief 77 over zelfdoding, en hij citeert bovenstaand — overigens uit de context gerukt — citaat van Vergilius: ‘Laat de hoop varen dat je door bidden de beschikkingen van de goden kunt veranderen.’ (vertaling Cornelis Verhoeven)

    Smeekbeden zijn misschien wel heel menselijk, maar volkomen inefficiënt om het verhoopte afgesmeekte doel te bereiken. Men heeft ooit de moeite gedaan, in Amerika vanzelfsprekend, om double blind te onderzoeken of bidden voor zieken helpt voor hun genezing, en de resultaten waren, niet verwonderlijk, overduidelijk: mensen voor wie gebeden werd, vertoonden geen andere verschijnselen dan mensen voor wie niet gebeden werd. Het is nog altijd mogelijk dat de mensen die baden voor de genezing van anderen daar zelf beter van werden, en daarnaast zo in hun omgang met de betrokken zieken een of andere gunstige invloed uitoefenden, maar dat is niet wat onderzocht werd, het ging om de rechtstreekse invloed van op afstand bidden van mensen op de gezondheid van andere mensen, en die is er dus niet. Bij uitbreiding kan hetzelfde gezegd worden van gebeden die zieken voor zichzelf doen.

    Hoe zou dat ook kunnen? Er is immers geen fysisch contact tussen de betrokkenen. En in het geval van gebeden voor het eigen welzijn is er geen aanwijsbaar verband tussen het bidden en het beoogde resultaat. Men moet er dus van uitgaan dat het op een of andere manier mogelijk is om het verloop van een ziekte te wijzigen door te bidden, dat wil zeggen woorden uit te spreken, stil te lezen, of gedachten te formuleren. Het gaat evenwel niet om bezweringen, waarbij die woorden zelf, al dan niet gehoord door de patiënt, een helend effect zouden hebben, maar om smeekbeden, gericht tot een hogere instantie, inzonderheid in het christendom tot God of Jezus zelf, of Maria of een van de vele heiligen als bemiddelaar. Wat men vraagt is niet meer of niet minder dan een mirakel, een goddelijke tussenkomst in het natuurlijke verloop, in het toeval, of zelfs in de natuurwetten.

    Vergilius (-70 — -19) stelt het in het citaat hierboven duidelijk: de goden laten zich niet vermurwen. Dat is vooral een manier van spreken. Het gaat er niet zozeer om dat er goden zijn die al dan niet willekeurig ingrijpen in het leven van de mensen en in de wereld in het algemeen, maar dat het geen zin heeft om daaraan iets te willen veranderen door het afsmeken van gunsten. Ofwel zijn de goden capricieus en dus onvoorspelbaar, ofwel volgen ze hun eigen noodzakelijke en onveranderlijke natuurwetten, maar in beide gevallen zijn ze letterlijk onverbiddelijk: smeekgebeden baten niet, al schaden ze (althans voor de beoogde begunstigden) niet.

    Dat heeft mensen nooit weerhouden om dat toch maar te doen. Het is heel menselijk om op onheil te reageren door te wensen dat het er niet was. Zelfs een verzuchting, het uitspreken van een al dan niet gegronde hoop, een al dan niet vervulbare wens kan al enig soelaas bieden. Maar het is niet redelijk om tegen alle beter weten in te verwachten dat het formuleren van een wens of een smeekbede gericht tot een bovennatuurlijk wezen enig praktisch resultaat zou hebben, enige invloed op de gebeurtenissen. Dat veronderstelt een godsbeeld dat vooral het christendom voorstaat, namelijk het bestaan van een volmaakt bovennatuurlijk wezen dat met de mens een wederzijdse persoonlijke relatie heeft. Een dergelijke veronderstelling wordt door de Kerk nuttig, ja zelfs noodzakelijk geacht voor het welzijn van de mens hier op aarde, maar vooral voor het immens veel belangrijkere eeuwige leven na de dood.

    In beide gevallen moet men evenwel vaststellen dat het niet alleen niet baat, maar bovendien zelfs schaadt. Door zich afhankelijk te maken van een bovennatuurlijk wezen, maar in feite van andere mensen, de kerkelijke hiërarchie en de gemeenschap van de gelovigen, geeft men de eigen autonomie en redelijkheid op, die ten minste een even goede en zelfs een betere garantie bieden op een menswaardig bestaan voor de hele mensheid. Het idee van een leven na de dood is een waanidee waarvoor geen enkel bewijs bestaat, en in de theologische vorm waarin het voorgesteld en opgelegd wordt, is het klaarblijkelijk noch een emotionele troost, noch een haalbaar of zelfs maar aannemelijk recept voor het individuele of het gezamenlijke leven van de mens. De heilseconomie van het christendom, met de erfzonde, de menswording en de verlossing, het doopsel en de andere sacramenten, de zonden en de vergeving daarvan, het vagevuur, de hel en de hemel, zijn zo abstruus en onaannemelijk dat geen redelijk mens die ernstig kan nemen als leefregel.

    Hoewel godsdienst nog steeds aanwezig is in onze samenleving, leven de meeste mensen nu veeleer in het besef dat de wereld noch chaotisch verloopt, noch willekeurig geleid door onvoorspelbare mythologische goden, noch door een volmaakte persoonlijke God, maar volgens universele natuurwetten, waarvan we de werking steeds beter begrijpen en tot ons eigen profijt proberen toe te passen. Zowel het individuele leven als de samenleving met nu al meer dan acht miljard mensen is anderzijds zo complex dat het grotendeels onvoorspelbaar blijft, en gelukkig maar.

    Hoe dan ook is het beter alle hoop te laten varen dat men door bidden de beschikking van de goden kan veranderen, Q.E.D.

     

     


    Categorie:God of geen god?


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • leidraad
  • Vermogensbelasting, een weeldetaks?
  • Schreien en schreeuwen
  • Spelen
  • Heilig
  • De vijgenboom, of de wortels van het antisemitisme.
  • Bidden
  • wereldverbeteraars
  • Galilei
  • 900 jaar Abdij van Vlierbeek
  • Bewapeningswedloop
  • Frans spreken gelijk een koe Latijn
  • De oorsprong van de godsgedachte en de godsdienst.
  • Theocratie en democratie
  • Israël: zij en wij
  • God de Vader
  • Vreemde vogels
  • Vrijdenkers: recente bijdragen
  • Tweeling, tweelingen
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • De behendige Van Bendegem
  • De Verlichting en haar belagers
  • Corsica
  • Breendonk, de gruwel, de feiten
  • Levend verleden
  • Spectaculair
  • Verrijzenis
  • Goede Vrijdag 2025
  • Palmzondag
  • Gij zult niet doden
  • Vrijdenkers
  • Koekoek!
  • Vrede
  • Christelijke moraal, atheïstische ethiek
  • Al te vroeg gestorven
  • La perfection n'est pas de ce monde.
  • Openbaring
  • Elke mens is uniek
  • Me dunkt...
  • Hybride
  • Sint-Catharina. Brief aan een christen vriend.
  • Het geboortejaar van Jezus Christus
  • Etsi Deus non daretur: zelfs als er geen God zou zijn.
  • Godsvrucht
  • Eerlijkheid
  • Verlossing: I know that my Redeemer liveth.
  • Gezag
  • Als de vos de passie preekt...
  • De hondse filosofen
  • Anselmus van Canterbury
  • Op mijn eentje
  • Inquisitie in de Middeleeuwen
  • Heksen
  • Gerede twijfel
  • Kristien Hemmerechts' late bekering en mystieke ervaringen
  • De Blijde Boodschap, andermaal
  • Verwondering
  • Wees volmaakt zoals uw hemelse vader
  • Paul Claes Odyssee 2.0
  • Griekse tragedies: Sofokles
  • Thomas a Kempis, de Navolging van Christus
  • De Griekse bronnen van de Verlichting
  • Islam en christendom
  • Darwin, creationisme, intelligent design
  • Satan
  • Humanisme
  • Godsdienstvrijheid
  • Ethiek en humanisme
  • De vos en de egel
  • Perfide
  • Godsdienst na de dood van God?
  • Sceptisch
  • incest
  • Catechismus
  • Filosofen te koop
  • Democratie
  • De uitzondering en de regel
  • Etiketten
  • Extreemrechts
  • Waarheid en verzinsel
  • Over geloof en psychologie (recensie)
  • De misdadige geschiedenis van de Kerk
  • Judith Butler, Wie is er bang voor Gender? (recensie)
  • Erwten en kikkers
  • David Hume
  • Denken en geloven in de oudheid (recensie)
  • Kinderspel?
  • Over grenzen, Mark Elchardus
  • Robot
  • Vooruitgangsgeloof
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!