Foto
Categorieën
  • etymologie (84)
  • ex libris (83)
  • God of geen god? (190)
  • historisch (29)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (250)
  • literatuur (42)
  • muziek (76)
  • natuur (8)
  • poëzie (96)
  • samenleving (243)
  • spreekwoorden (12)
  • tijd (13)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • Vrijdenkers
  • Uitgeverij Coriarius
  • Het betere boek
    Archief per maand
  • 11-2025
  • 10-2025
  • 09-2025
  • 08-2025
  • 07-2025
  • 06-2025
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    29-10-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In paradisum

    In paradisum

    LAZARUS EN DE RIJKE
    19Er was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feestvierde,  20terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag.  21Hij verlangde er naar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Ja, zelfs kwamen honden zijn zweren likken.  22Nu gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis.  23In de onderwereld, ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham, en Lazarus in diens schoot.  24Toen riep hij uit: Vader Abraham, ontferm u over mij en geef Lazarus opdracht de top van zijn vinger in water te dopen en mijn tong daarmee te komen verfrissen, want ik word door de vlammen hier gefolterd.  25Maar Abraham antwoordde: Mijn zoon, herinner u hoe gij tijdens uw leven uw deel van het goede hebt gekregen en op gelijke manier Lazarus het kwade; daarom ondervindt hij nu hier de vertroosting, maar wordt gij gefolterd.  26Daarenboven gaapt er tussen ons en u voorgoed een wijde kloof, zodat er geen mogelijkheid bestaat, zelfs als men het zou willen, van hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen.  27De rijke zei: Dan vraag ik u, vader, dat gij hem naar het huis van mijn vader wilt sturen,  28want ik heb nog vijf broers; laat hij hen waarschuwen, opdat zij niet eveneens in deze plaats van pijniging terecht komen.  29Maar Abraham sprak: Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren.  30Maar hij zei: Och neen, vader Abraham! Maar als er een uit de doden naar hen toegaat, zullen ze zich bekeren.  31Hij echter sprak tot hem: Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden, als er iemand uit de doden opstaat.' 

    In paradisum deducant te angeli;
    in tuo adventu suscipiant te martyres,
    et perducant te in civitatem sanctam Ierusalem.

    Chorus angelorum te suscipiat,
    et cum Lazaro, quondam paupere,
    æternam habeas requiem.

     

    Dit zijn best vreemde teksten. De eerste staat bij Lukas, 16, 19-31 — en alleen daar, dus niet in een van de drie andere evangelies. Het verhaal wordt voorgesteld als een parabel, een gelijkenis die Jezus ter lering voorhoudt aan zijn volgelingen. De verscheidene vooral mondeling overgeleverde verhalen die rond het begin van onze tijdrekening bijeengebracht zijn in een raamvertelling rond de mythische Jezus-figuur zijn echter samengesteld uit zeer divers materiaal, veelal uit de Hebreeuwse Schriften, waarin nog oudere elementen en invloeden uit vreemde culturen aanwezig waren. Het verhaal van Lazarus —een vorm van Eliëzer, de naam in Gen. 15,2 van een medewerker van Abram die zijn erfgenaam zou worden, aangezien die toen nog kinderloos was —is gebaseerd op soortgelijke Talmoedische en Egyptische verhalen, en bevat dan ook elementen die niet echt passen in het Nieuwe Testament. De rol van Abraham als een soort van hemelse vader is joods, niet christelijk. De onderwereld als een plaats van foltering en pijn voor wie slecht geleefd heeft, is geen vast thema in het Oude, en evenmin in het Nieuwe Testament. Merk op dat de rijke man geen misdaden heeft begaan, hij was rijk en genoot van het leven, in schrille tegenstelling tot Lazarus. In het hiernamaals wordt die lotsbestemming echter omgekeerd, wat veeleer een context van legenden en volksverhalen is dan een religieuze. Het idee van een definitieve en onoverbrugbare (behalve dan in dit verhaal!) scheiding tussen hemel en hel vind men nergens anders vermeld. De uitdrukking ‘de schoot van Abraham’ is joods, maar daarmee wordt geen specifieke plaats bedoeld, veeleer een algemene gedachte van naar de voorvaderen te gaan, waarbij vaak ook Jakob en Isaak vernoemd worden. Het gaat om een vaag maar vredevol voortbestaan, nox est perpetua una dormienda. De laatste zinsnede werd later vaak gezien als een verwijzing naar de opstanding van Jezus uit de doden en het feit dat de ‘hardnekkige’ Joden dat niet hebben geloofd, maar dat is een duidelijke hineininterpretierung, in het verhaal is het een logische conclusie uit de premissen.

    De tweede tekst hoorde men vroeger bij elke christelijke begrafenis — en niet-christelijke waren zeldzamer dan witte raven. De tekst en de melodie staan onuitwisbaar in ons geheugen gegrift, en het volstaat ze te horen om tranen in onze ogen te doen opwellen, bij de herinnering aan de talloze geliefde en minder geliefde mensen die we mee ten grave hebben gedragen. Dat heeft niets te maken met de inhoud van die antifonen of beurtzangen, maar met de droevige omstandigheden waarin ze traditioneel gezongen werden: het einde van de begrafenisplechtigheid in de kerk, wanneer de doodskist met het lijk weggedragen wordt om begraven te worden.

    Ten paradijze geleiden u de engelen;

    mogen de martelaren u bij uw aankomst opnemen

    en u leiden naar de hemelse stad Jeruzalem.

     

    Moge het koor der engelen u opnemen

    en moge u met Lazarus, de arme van weleer,

    voor altijd rusten in vrede.

     

    Ik heb, ondanks de vermelding van Lazarus, er nooit bij stilgestaan waar die teksten vandaan kwamen, maar na het (her)lezen van het verhaal van Lazarus is het meteen duidelijk. Lazarus wordt hier nominatim vernoemd, wat uitzonderlijk is voor een parabel, want daarin is meestal sprake van een zaaier, of een weduwe, of een tollenaar, niet een met naam genoemde persoon. Men verwarre hem niet met de Lazarus uit Joh. 11, 1-44, die door Jezus uit de doden wordt opgewekt.

    De engelen zijn zo ook terecht. De schoot, of de boezem van Abraham is hier het paradijs, de figuurlijke lusthof waarvan sprake; de hemelse stad Jeruzalem wordt vermeld bij Johannes (21, 3); het is de Holy City uit de beroemde triomfantelijke christelijke hymne (1892), die door talrijke operazangers vertolkt is, en die ook ik in mijn katholieke opvoeding vaak — en zelfs, wegens de muziek, niet de woorden, gedreven, moet ik toegeven — meegezongen heb. Het roept eveneens levendige beelden op van de Last night of the Proms, wanneer het voltallige publiek aan het einde van het programma als in vervoering de meeslepende toonzetting door Hubert Parry van het best wel vreemde gedicht van William Blake aanheft, overbekend als de hymne Jerusalem, die in Groot-Brittannië bijna het nationale volkslied werd, en nu nog te pas en vooral te onpas gezongen wordt, zoals bij de aanvang van sportwedstrijden, iets wat Blake allicht niet in gedachten had. Wij mensen zijn best wel rare snuiters als het op tradities aankomt.


    Categorie:samenleving
    25-10-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Idem dito

    Er zijn van die woorden, je leest of gebruikt ze misschien niet elke dag, maar toch duiken ze steeds weer op. Je begrijpt ze wel, maar waar komen ze vandaan? En wat betekenen ze precies?

    Dito is zo'n woord. Je vindt het vaak samen met idem: idem dito. Bedoeld is: ook zoveel, van hetzelfde, nog eens, hier ook, van hetzelfde laken een broek...

    Dito komt uit het Italiaans, zegt Van Dale, het is het verleden deelwoord van dire, zeggen. Een wantrouwige of nieuwsgierige geest als de mijne zegt dan: ah, ja? en gaat dat dan opzoeken in een Italiaans woordenboek. En nog een. En nog een ander, en wat dacht je?

    Ditto staat niet in Italiaanse woordenboeken.

    Toevallig hoorde ik op de radio de aankondiging van een Italiaans muziekstuk, sonate nummer zoveel, detta la tedesca; ik begreep dat als: bijgenaamd de Duitse. Detta is dan zoals het Franse dit, dite, genaamd, genoemd. Maar als detta (v) of detto (m) het verleden deelwoord is van dire, en de Italiaanse woordenboeken zijn daarover wel unaniem, wat is ditto dan?

    Misschien is er iets met de dubbele t. In het Nederlands is het inderdaad dito, met één t. Maar in het Italiaans is dat een vinger... Mysterie.

    Dan maar wat verder gezocht. Uiteindelijk vind ik toch ergens een verwijzing: ditto is een Toscaanse dialectvorm voor detto, we spreken over rond 1600, toen het Italiaans nog niet zo uniform was als nu. Het woordje sloop toen binnen in verscheidene Europese talen, omdat het zo kort, welluidend en handig was.

    Waarom het Nederlands er dan dito van gemaakt heeft? Allicht omdat men het met één t net zo goed uitsprak als met twee. In het Engels bleef het ditto, want dito zou 'daaitow' geworden zijn...

    Dito is ook de naam voor het teken dat we gebruiken om te zeggen dat iets moet herhaald worden, of dat hetzelfde is weggelaten: " .

     En weet je wat een dittografie is?

    Het is het antoniem (het tegenovergestelde) van een haplografie.

    Als we weten dat ditto 'hetzelfde' betekent, dan komen we bij: dubbel-schrijven, en inderdaad, een dittografie is een schrijf- of typefout, waarbij een letter, een deel van een woord of nog meer ten onrechte herhaald wordt: loppen in plaats van lopen. En een haplografie is dan het omgekeerde: maar één letter schrijven waar er twee horen: topen in plaats van toppen.

    Dergelijke fouten kwamen heel veel voor bij het met de hand overschrijven van bijbelteksten en klassieke en andere teksten in de Middeleeuwen. Even wegkijken van het origineel en je hebt het zitten! Abraham wordt dan Abrahabraham, Methusalem wordt Methusamethusalem, of Methalem. Of men springt in de originele tekst van de ene plaats die op een bepaald woord eindigt naar een andere die net zo eindigt (dat is dan een homoioteleuton), en men laat de tekst die ertussen staat weg. Ook dat noemt men soms een haplografie.

    Een bekende moderne typefout die ook ik om de haverklap bega, is de verkeerde letter twee keer typen: hhar in plaats van haar. Dat is dan eigenlijk een dittohaplografie, neem ik aan, want je schrijft ten onrechte de h dubbel en ten onrechte de a enkel.

     Maar waarom is dittografie in het Nederlands (en in het Frans, Engels, Duits...) met twee t's? Dat is een lang verhaal, maar ik zal het heel kort houden, ik krijg medelijden met mijn lezers...

    Dittografie is namelijk meer dan waarschijnlijk niet afgeleid van het Italiaanse detto/ditto, maar van het Grieks. Daar betekent het adjectief dis 'tweemaal'; het bijwoord is dissoos of dittoos.

    Van Dale is het daarmee niet eens, die houdt het bij het Italiaanse ditto, maar dat verklaart de dubbele t niet, die zou toch moeten verdwenen zijn zoals in dito zelf!?!

    Duitse, Engelse en Franse woordenboeken geven (met enige moeite, maar we zijn hardnekkig, nietwaar?) allemaal de andere, Griekse uitleg, dus we zullen maar aannemen dat die gelijk hebben en een brief schrijven naar Van Dale.

    Er is ook een (Franse) uitleg die teruggrijpt naar het Griekse diktuon, visnet, maar dat lijkt wel vergezocht.


    Categorie:etymologie
    18-10-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kwezel

    Kwezel

    Ook dit heel katholieke woord is heden ten dage in onbruik geraakt, allicht omdat dat ook voor het verschijnsel zelf geldt, en enkel een oude man zoals ik, christelijk opgebracht — maar nooit echt gelovig —zal zich er nog mee bezighouden. Een theologe zei me ooit, enigszins laatdunkend, dat alleen atheïsten zich nog vragen stellen over God en godsdienst. Dat kan best zijn: ik las recentelijk dat jonge mensen die zich voor de godsdienst interesseren er ongeveer niets van afweten, en ook niet de minste belangstelling hebben voor het dogmatische aspect ervan. Herman De Dijn zal dat begrijpen: volgens hem is godsdienst vooral iets dat je moet beoefenen, doen, veeleer dan begrijpen.

    Toen ik jong was (in de tijd dat de dieren nog spraken?), was ‘kwezel’ al een scheldwoord voor vooral, maar niet uitsluitend, vrouwen die overdreven vroom en behoudsgezind en ook onverdraagzaam waren, al dan niet getrouwd. Het woord komt voor het eerst voor in 1625 als benaming voor ‘een katholieke vrouw die gelofte van kuisheid heeft gedaan maar niet tot een orde behoort’. We vinden iets dergelijks in Nederland toen na 1581 de kloosterorden verboden werden; katholieke vrouwen konden toen geen non meer worden. Zo ontstond het kloppenleven: een klopje is wat we in Vlaanderen een kwezel zouden noemen, al waren de kloppen meer georganiseerd, en in principe maagdelijk, in die zin misschien veeleer te vergelijken met de begijnen, die in de Nederlanden ontstonden vanaf de late 11de eeuw.

    Niemand weet goed waar al die woorden vandaan komen. Kwezel wordt in verband gebracht met kwezelen, dat babbelen of fezelen zou betekend hebben. Het Franse woord is bigot(e), en ook daarvan is de oorsprong onduidelijk en betwist. In 1963 was het nog actueel genoeg om een striemende chanson van Brel op te leveren. Het Engelse bigot is ervan afgeleid, of net andersom. Voor klopje zijn er (loze) veronderstellingen, maar niets is met zekerheid geweten.

    Taal is iets wonderlijks. Waarom heet een appel ‘appel’? Zoals Adam in de Bijbel namen gaf aan alle dieren (Genesis 2, 19-20), zo hebben mensen namen gegeven aan al wat is, en blijven dat doen, soms heel rationeel, vaak ook niet. Nieuwe verschijnselen en zaken ontstaan en moeten een naam krijgen, zoals drone, dat we van het Engels overgenomen hebben, waar het eerst de benaming was voor de mannetjes-bij, bij ons de dar, en dan voor vliegtuigen zonder piloot, wellicht wegens het dreunende geluid.

    In mijn jeugd waren kwezels een realiteit. De drie zussen van mijn Vader zaliger bleven ongetrouwd samenwonen in het ouderlijk huis, samen met hun eveneens ongetrouwde broer, en die tantes waren, zij het elk op hun manier, zeker kwezels, met alle kwalijke en enkele minder schadelijke kenmerken van dat verschijnsel, en dat heeft mijn jeugd sterk gekleurd, net zoals de rest van mijn katholieke opvoeding, thuis, op school, in de jeugdbeweging, in de katholieke zuil. Het heeft me voor het leven getekend, het heeft me gemaakt wie ik ben, en daaraan kan ik niets meer veranderen; zoals de rest van mijn geschiedenis kan ik dat niet ongedaan maken, hoezeer ik dat althans voor sommige zaken echt wel zou willen.

    Gelukkig zijn de tijden, althans hier bij ons, aanzienlijk veranderd. Mijn kleinkinderen zijn anders opgevoed en leven in andere tijden, ze hebben geen weet van ‘het rijke Roomse leven’, en het gezag van de Kerk is weliswaar niet compleet verdwenen, maar het is niet meer de harde maatschappelijke en mentale dictatuur die het in mijn jeugd— en nog tot ettelijke jaren later — was, en die we nu nog altijd her en der in de wereld zien.


    Categorie:etymologie
    15-10-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leidraad

    Leidraad en bewakingscamera’s

    We weten allemaal wel wat een leidraad is, maar het is toch een ietwat bijzonder woord. Is het lei-draad, of leid-raad? Etymologisch is het het eerste, een draad die we volgen om ons op de juiste weg te houden. Maar we gebruiken het woord overdrachtelijk, we denken niet meer aan een draad, en dus aarzelen we, bijvoorbeeld als we het woord moeten splitsen aan het einde van een regel. Dat de eind-d van de stam van ‘leiden’ weggevallen is, draagt daartoe bij, al is dat een vaak voorkomend verschijnsel bij dergelijke werkwoorden, zoals glijden, rijden, snijden of wijden, en dus ook bij leiden, zoals leiband, leiboom, leidijk, leihond, leizeel. Dus ook geen leiddraad, maar leidraad, en dat is geen raad waardoor we ons laten leiden, maar een (overdrachtelijke) draad die we volgen. Dan ligt een verwijzing naar de Griekse mythologie voor de hand: de wollen draad die Ariadne aan haar bevrijder Theseus gaf toen hij zich in het labyrint van de Minotaurus op Kreta begaf; door de afgewikkelde draad terug te volgen na het doden van het monster, kon hij de weg uit de doolhof terugvinden. Dat was dus letterlijk een leid-draad, een leidraad.

    Meer algemeen, in de overdrachtelijke betekenis, is een leidraad veeleer een goede raad die we volgen om niet af te dwalen en het gestelde doel te bereiken. Het idee is dat iemand ons is voorgegaan, letterlijk of figuurlijk, en een spoor heeft achtergelaten dat we blindelings kunnen volgen. In het sprookje van Hans en Grietje laat Hans eerst een spoor van kiezelsteentjes achter om de weg uit het bos en terug naar huis te vinden wanneer ze daar achtergelaten worden, en de tweede keer zijn dat broodkruimeltjes, maar die worden door de vogels opgegeten. Karl May beschreef in De zoon van de berenjager de Llano Estacado, een verlaten hoogvlakte in het noordwesten van Texas; de weg naar de schaarse bronnen en naar de uitweg werd aangegeven door staken die op oogafstand van elkaar in de grond geslagen waren. Bergbeklimmers laten rotshaken, ook wel mephaken of pitons genoemd, achter in scheuren van de rotsen als ankers voor het klimtouw. Zo zijn er talrijke voorbeelden.

    Het kan ook zonder dergelijke materiële aanwijzingen of leidraden. Mensen en dieren hebben het vermogen ontwikkeld om zich te oriënteren in een omgeving, aan de hand van de hemellichamen en herkenningspunten. Als we een weg herhaaldelijk gebruiken, wordt die als ‘bekende weg’ opgeslagen in ons geheugen en kunnen we die ‘intuïtief’ volgen, bijna zonder nadenken dus; sommigen zijn daarin opmerkelijk beter dan anderen. Vroeger zei men: ge kent de weg en de tale; als je de weg kwijt was, kon je nog altijd de weg vragen.

    In beide gevallen betrouwen we op de ervaring, hetzij die van anderen of van onszelf. Dat is ook de hele bedoeling van opvoeding en opleiding: het ontwikkelen van onze mentale vermogens om ons de waardevolle kennis eigen te maken die onze voorouders verworven hebben door hun ervaringen en inzichten, om zo zelf beter te overleven. Wij zijn inderdaad dwergen die op de schouders van reuzen staan en zo in staat zijn om verder te kijken, alweer letterlijk en figuurlijk; zie het magistrale werk van Robert K. Merton, On the Shoulders of Giants (1965).

    Onze beschaving bestaat grotendeels uit het gedachtegoed dat gewone en heel bijzondere mensen ontwikkeld en bewaard hebben. Velen hebben geprobeerd om de menselijke kennis op te tekenen en samen te vatten, als leidraad voor het nageslacht. Vaak nam dat de vorm aan van wijze raad, of leefregels die opgelegd werden, als een moraal die voorgehouden werd. Ook vandaag nog zijn dergelijke geschriften vrij populair, al zijn ze zelden zo waardevol en betrouwbaar als ze zich voordoen. Ikzelf ben veeleer geneigd om terug te grijpen naar de reuzen naar wie Robert K. Merton verwijst. Dat is ook wat men vroeger deed in de opvoeding en de opleiding, verwijzen naar de klassieke meesters, naar de groten van onze beschaving. Helaas verwerd dat allengs tot encyclopedische kennis, soms zelfs een soort telefoonboek van het verleden, met de namen van allerlei figuren, met hun geboorte- en sterfdata. Hun teksten werden en worden nog hooguit in korte fragmenten of citaten in bloemlezingen opgenomen, en zelden in de oorspronkelijke taal of in hun geheel gelezen. Dat is heel erg jammer, want zo gaat de essentie verloren. Daarom ga ik graag op zoek naar wie de echte reuzen waren, en probeer ik hun gedachten te lezen, zo mogelijk door me aan de bron zelf te laven, aan hun eigen woorden, als het enigszins kan in hun eigen taal. Zo las ik al heel vroeg, eigenlijk veel te vroeg, nog op de middelbare school, heel Plato — grotendeels in de goede Nederlandse vertaling van Xaveer De Win, die mijn Moeder zaliger liefdevol voor mij aangeschaft had, hoewel ze zelf alleen lager onderwijs genoten had. Later zocht ik her en der, zelden tot mijn algehele tevredenheid, tot ik laat, veel te laat in mijn leven, na mijn zestigste, Spinoza ontdekte: sero te amavi, om het met de veel minder interessante Augustinus te zeggen. Ik heb alles van hem — Spinoza, niet Augustinus! Van hem las ik enkel de Confessiones — gelezen en het meeste van hem vertaald uit het Latijn. Recentelijk heb ik een bakkersdozijn vroege atheïstische teksten vertaald, Feuerbach en Thomas Paine, en ook d’Holbach, en de anonieme Theophrastus Redivivus die nog in geen enkele taal vertaald is. Dezer dagen lees ik vooral d’Holbach in zijn zeer leesbare Frans, en probeer ik elke dag een van Seneca’s brieven aan Lucilius te lezen in het Latijn.

    Gisteren las ik Seneca’s tiende brief, en vond daar deze leidraad voor het leven: Vide ergo, ne hoc praecipi salubriter possit: sic vive cum hominibus, tamquam deus videat; sic loquere cum deo, tamquam homines audiant.

    In de vlotte vertaling van Cor Verhoeven is dat: ‘Bedenk dus eens of niet tot ons welzijn dit voorschrift zou kunnen gelden: leef zo met de mensen alsof de god het ziet; spreek zo met de god alsof de mensen het horen.‘

    Hoewel het ook zonder de context, die ik eenieder graag aanraad, begrijpelijk is, toch deze toelichting. Seneca (-4 tot 65) was geen christen, maar een stoïcijn. Wat hij onder deus of de god verstaat, is zeker niet wat het christendom ervan gemaakt heeft: een persoonlijke God. Het is veeleer het geordende universum, of zoals Spinoza het ook zegt, de Natuur, die we moeten bekijken sub specie aeternitatis, ‘vanuit het oogpunt van de eeuwigheid.’ We zouden ons dus moeten laten leiden door de algemene leefregel dat we ons moeten gedragen alsof we voor het alziende kritische oog van de eeuwigheid staan, dat onze daden beoordeelt vanuit de universele normen en natuurwetten. We mogen dus niet stiekem misdaden bedrijven, of tekortschieten in onze plichten omdat toch niemand het ziet. We zijn voor alles verantwoording verschuldigd.

    Seneca schrijft graag in tweevoud, in alternatieven, of chiastische formuleringen. Ook hier: leef met de mensen alsof de god het ziet, spreek met de god alsof de mensen het horen. Het tweede lid, met de god spreken alsof de mensen het horen, legt hij eerder in de brief uit: mensen hebben de gewoonte om, vooral in hun noden, zich tot God of de goden te wenden en allerlei zaken af te smeken voor zichzelf of hun geliefden. Seneca zegt dat we aan de goden niets mogen vragen dat de andere mensen niet mogen horen. Dat betekent dat we geen onmogelijke zaken mogen vragen, en geen onbetamelijke, en geen zaken die uitsluitend in ons voordeel zijn, en/of in het nadeel van de anderen. Uiteindelijk zal blijken dat er maar heel weinig is dat we zinvol kunnen zeggen tegen een god die, zelfs als hij er zou zijn, toch niet geneigd is te luisteren, en al zeker niet naar onwaardige voorstellen of vragen.

    Het eerste lid, met de mensen omgaan alsof de god het ziet, wijst op de menselijke nood aan een leidraad, een norm voor ons gedrag, een gebod dat algemeen geldend is en ons eigenbelang overschrijdt. Dat zegt ook het christendom, waar God in zijn openbaring allerlei absolute geboden en verboden uitvaardigt. In feite zijn het evenwel mensen die andere mensen hun wil opdringen, in het beste geval om hun bestwil, maar in de praktijk voor eigen macht en rijkdom. Een almachtige God volstaat evenwel niet als absolute wetgever, er moet een reden zijn voor goed en kwaad. Die redenen kunnen we enkel in het universum vinden, in de Natuur, en in de plaats die de mens daarin inneemt, als individu maar onafscheidelijk verbonden met de andere mensen, met alle levende wezens en al wat is.

    Ook Kant zocht naar algemeen geldende leefregels, en een daarvan lijkt op wat Seneca hier zegt: handel steeds volgens gedragsregels waarvan je kan willen dat die universele wetten worden voor iedereen.

    Maar wat met het handhaven van dergelijke voorschriften? Het christendom wist daarmee wel raad: als je de geboden niet onderhoudt en de verboden niet naleeft, word je daarvoor onvermijdelijk en onverbiddelijk gestraft, hetzij hier en nu, hetzij wanneer je schuld bekent tegenover God, meer bepaald zijn vertegenwoordigers op aarde, hetzij in het hiernamaals. Dat is een strak uitgewerkt systeem van bestraffing en beloning, waarvan echter gebleken is dat het geenszins werkt, omdat het immers compleet ongeloofwaardig is, aangezien het klaarblijkelijk verzonnen is en langs geen kanten klopt. Seneca is voorzichtiger: hij suggereert dat we in overweging nemen of een dergelijke leidraad misschien heilzaam (salubriter) zou kunnen zijn in de praktijk, en dus als het ware vanzelf navolging zou vinden.

    Leven alsof een god ons ziet, veronderstelt inderdaad handhaving van de wetten, normen, geboden en verboden. Een god die lijdzaam toeziet, is nutteloos als afschrikking. Veronderstellen dat de mensen zich moreel zullen gedragen zonder beteugeling van overtredingen, is niet erg realistisch. Als alle mensen uit zichzelf altijd en overal voorbeeldig zouden handelen, zouden er geen wetten nodig zijn, en geen toezicht. In de praktijk hebben we blijkbaar zowel toezicht als bestraffing nodig van overtredingen. De bewakings- en verkeerscamera’s en trajectcontroles zijn daarvan een goed voorbeeld. Er zijn regels die vastgelegd worden door de staat, in het beste geval voor ons eigen welzijn, zoals snelheidsbeperkingen om ongevallen te vermijden, en er wordt op toegezien dat die regels nageleefd worden. Zelfs een niet-werkende camera —en zo waren de meeste —heeft gunstige gevolgen op het rijgedrag. Dat wijst erop dat Seneca’s aanbeveling om te handelen alsof de god, of een toezichthoudende instantie, ons altijd ziet, ten minste enigszins efficiënt is. Maar niet-werkende camera’s zijn slechts efficiënt als ze kunnen werken, als het mogelijk is dat ze werken. Vaak werkten ze niet om technische of administratieve redenen, vaak ook omdat men gewoonweg niet alle vastgestelde overtredingen kon verwerken en de voorziene boetes uitschrijven en innen. Dat laatste probleem wordt nu met AI opgelost: je wordt automatisch herkend en je krijgt de boete even automatisch thuis toegestuurd door Big Brother. Een duidelijke vooruitgang, althans voor deze aangelegenheid, op verkeersborden en burgerzin, maar ook op de alziende christelijke God en Seneca’s deus, al moeten we vaststellen dat zelfs die uiterst efficiënte handhaving nog altijd niet sluitend is: het aantal verkeersovertredingen is nog altijd enorm. Om geen verkeersovertredingen meer te hebben, zou iedereen ook zonder vrees voor bestraffing altijd en overal uit zichzelf spontaan alle regels moeten naleven. Veel mensen doen dat, maar verre van iedereen. Misschien komt het ooit zover, steeds met het oog op het uiteindelijk uitschakelen van alle verkeersongevallen, dat we vervoersmiddelen gebruiken die geen verkeersovertredingen kunnen begaan en ook anderszins volledig veilig zijn. Tot zo lang zijn we echter aangewezen op individuele of collectieve burgerzin en moreel inzicht, of in geloof in verzonnen alziende goden, maar vooral op zeer reële alziende camera’s en fikse boetes om de materiële en vooral de menselijke schade nog enigszins te beperken.


    Categorie:etymologie
    08-10-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vermogensbelasting, een weeldetaks?

    Weeldetaks

    Als zodanig bestaan weeldetaksen, des lois somptuaires, heden ten dage niet meer. Vroeger waren dat belastingen die geheven werden op de aankoop van luxegoederen, enerzijds om die voor te behouden voor de hogere klasse, anderzijds om de staatskas te spijzen. We vinden het principe evenwel terug in ons huidige progressieve belastingstelsel. Hogere inkomens worden hoger belast: onder de € 15.000 is het tarief 25%, tot 27.000 is het 40%, tot 46.000 45% en daarboven 50%. De aankoop van goederen wordt eveneens proportioneel belast: het standaardtarief is 21%, het tussentarief 12% en het verlaagde tarief 6%. Het laagste btw-tarief geldt voor zogenaamd noodzakelijke goederen en diensten (voeding, kranten, tijdschriften, boeken, geneesmiddelen, doodskisten &c.). Het tussentarief geldt bijvoorbeeld voor restaurant- en cateringdiensten. Luxegoederen en -diensten worden dus nog steeds het zwaarst belast. Men zou kunnen stellen dat het laagste btw-tarief van 6% het standaardtarief is, en de andere een vorm van weeldetaks.

    Belasting op aankopen wordt voor iedereen gelijkelijk belast, dus onafhankelijk van het inkomen. De hoogste inkomens betalen dus niet meer voor elk specifiek product, maar omdat ze meer kopen en meer in de hoogste btw-tarieven, betalen ze individueel toch meer btw.

    In België is er wel een belasting op de inkomsten uit vermogens en financiële transacties, de roerende inkomsten, maar geen belasting op het vermogen zelf. Dat laatste wordt nu wel overwogen, als een middel om het enorme begrotingstekort en de immense staatschuld te verminderen. Men zegt dan dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Het lijkt inderdaad uitdagend dat de rijkste burgers, zeg maar de miljonairs, niets van hun overtollige rijkdom zouden moeten afstaan, terwijl de gewone werkende burger zwaar belast wordt, en ook nog langer moet werken voor die op pensioen kan gaan, en er nog altijd mensen zijn die in armoede leven. Een miljonair die 0,3 % zou betalen op een vermogen van bijvoorbeeld 2 miljoen, dus € 6.000, zou dat niet eens merken, redeneert men dan, terwijl het gezamenlijk wel tot een miljard zou kunnen opbrengen voor de staat. Het is een redenering die men meer en meer hoort, en in sommige landen bestaat er al vermogensbelasting, zoals in Frankrijk, Nederland, Noorwegen, Spanje, Zwitserland.

    De voorstanders van vermogensbelasting vinden dat de rijken niet genoeg bijdragen aan de kosten van de staat. Maar is dat wel zo? Door het proportionele stelsel van de inkomensbelasting vallen ze onder het hoogste tarief; ze betalen het meest btw, en hun roerende en onroerende goederen worden aan de bron belast. Individueel genomen betalen ze wellicht veel meer belastingen dan de laagste inkomens. Ik beschik niet over gegevens over de belastingopbrengst op basis van het inkomen, maar toch dit. Er zijn allicht slechts weinig zeer rijken, zeg maar 10 % van de bevolking; die hebben 30% van het nationale inkomen, en na belasting houden ze nog altijd 20% over. De overige 90% heeft dus na herverdeling 80% van het inkomen. De laagste 60% krijgt door de herverdeling geld bij, de hoogste 40% betaalt daarvoor, in stijgende lijn. Het ziet er dus niet naar uit dat de rijksten niet de zwaarste lasten dragen, ze blijken veeleer als enigen van hun primair inkomen af te staan voor de overige 60%.

    Het gaat in de discussie, vooral gevoerd door de socialisten, de communisten en de groenen, maar ook gesteund door de christelijke partijen, dus niet zozeer om de cijfers, maar om de perceptie. De redenering is niet dat de rijken minder belasting betalen dan de loontrekkers, noch individueel, noch collectief, want dat is niet zo, maar dat ze rijk zijn, en dus nog meer kunnen bijdragen. Hun hoge primaire inkomen zou dus nog verder belast worden, zodat ze nog minder overhouden, om zo aan de laagste 60% nog meer inkomen uit herverdeling te geven, of om de staatschuld en het begrotingstekort te verminderen.

    Onze samenleving is een gemengd systeem, precies door die grote herverdeling door de staat. Enerzijds kan men hier geld verdienen door te werken en te ondernemen, anderzijds worden de inkomsten zwaar belast, zwaarder dan in andere landen, om diegenen die minder verdienen bij te staan, ook of zelfs vooral door gemeenschappelijker voorzieningen. Tot nog toe werkt dat min of meer, omdat de grootverdieners nog altijd genoeg overhouden, en de anderen er allesbehalve slecht aan toe zijn, al willen ze allebei het laken wel wat meer naar zich toetrekken. Het systeem is echter ontspoord omdat men te veel en te dure gemeenschappelijke voorzieningen heeft, die men niet meer kan betalen met de belastingen, en waarvoor men dus moet gaan lenen. Geld lenen om het te laten renderen is een goed idee, maar geld lenen à fond perdu, zonder het te investeren, is waanzin.

    Uiteindelijk komt het erop neer of het gezamenlijk inkomen volstaat voor de gezamenlijke uitgaven. Dat is op verre na niet het geval. Een bescheiden deficit is verdedigbaar, maar een schromelijk overdreven begrotingstekort en een onoverzienbare gecumuleerde staatsschuld is dat niet. Meer belastingen is een oplossing, maar het draagvlak daarvoor is evident gering, en alle belastingbetalers wijzen naar de anderen als mogelijke nieuwe slachtoffers. Minder staatsuitgaven is het alternatief, maar al de personen en instellingen die daarvan genieten zien dat als een onrechtmatige inhouding van inkomsten waarop ze recht menen te hebben.

    Het nu door sommigen voorgestelde alternatief, de vermogensbelasting, zal het probleem niet fundamenteel oplossen, het gaat om een relatief kleine ingreep, het gros van de hervorming zal van elders moeten komen, nieuwe belastingen of het verminderen van de uitgaven. De vermogensbelasting is vooral een kwalijke oplossing omdat het een aanslag is op wat in elke rechtsstaat als heilig beschouwd wordt, namelijk het bezit, het eigendom. Als men daaraan gaat raken, lijkt er een belangrijke grens overschreden te worden. Nu is het voorstel 0,3% en nog wat meer voor de nog rijkere enkelingen, maar waar eindigt het? Als belastingen op inkomsten en op aankopen, en ook op erfenissen al algemeen beschouwd worden als overdreven en als een min of meer noodzakelijk kwaad, wat dan te denken van het afnemen van een deel van het bezit? Wat kan daarvoor een aanvaardbare uitleg zijn? Kan men bestraft worden, gewoon omdat men meer bezit dan anderen, ook als men dat bezit rechtmatig verworven heeft, en er alle belastingen al op betaald heeft? Dat lijkt veeleer een uiting van platte afgunst van de armen tegenover de rijken. De politici die dat voorstellen en verdedigen doen dat omdat ze weten dat ze zich daardoor meer gesteund weten door de talrijkere kiezers van de laagste klassen, die er alles bij te winnen hebben, terwijl de rijken, die er uitsluitend het slachtoffer van zijn, veel minder talrijk zijn, en dus minder gewicht in de schaal werpen bij verkiezingen. In die zin is een vermogensbelasting een heel populistisch voorstel. Populisme is een strategie waardoor men zich verzekert van succes bij de verkiezingen door het volk het aards paradijs te beloven, zonder het te kunnen of te willen waarmaken.

    Overigens zou men het best eerst eens narekenen wat de eventuele ‘perverse gevolgen’ zijn van een vermogensbelasting. Als men het onaantrekkelijker gaat maken om (veel) geld te verdienen, is kapitaalvlucht niet denkbeeldig, en wordt het ondernemen zelf ook nog iets minder evident. Verre van mij van te beweren dat het in de VS of in China zoveel beter gaat, maar toch vind ik de aanwezigheid van grootverdieners en zelfs multimiljonairs in ons landje niet bepaald aanstootgevend of ergerlijk.

    Al bij al lijkt het me gevaarlijk om die grens van het beslag op eigendom zelf te overschrijden, nu er zeker nog veel mogelijkheden zijn om misbruiken tegen te gaan, zowel in de sociale zekerheid als in de belasting van de rijken, om nog te zwijgen van de ontelbare subsidies en voordelen; steeds met de bedoeling om ons land en zijn welvaart te redden van de dreigende financiële ondergang.


    Categorie:samenleving


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Vrijdenkers: De bedienaars van de erediensten (baron d'Holbach)
  • Ite, missa est
  • Thomas Paine, Het tijdperk van de rede
  • Les mots d'amour -- De woorden van liefde
  • Ooh...
  • In paradisum
  • Idem dito
  • Kwezel
  • leidraad
  • Vermogensbelasting, een weeldetaks?
  • Schreien en schreeuwen
  • Spelen
  • Heilig
  • De vijgenboom, of de wortels van het antisemitisme.
  • Bidden
  • wereldverbeteraars
  • Galilei
  • 900 jaar Abdij van Vlierbeek
  • Bewapeningswedloop
  • Frans spreken gelijk een koe Latijn
  • De oorsprong van de godsgedachte en de godsdienst.
  • Theocratie en democratie
  • Israël: zij en wij
  • God de Vader
  • Vreemde vogels
  • Vrijdenkers: recente bijdragen
  • Tweeling, tweelingen
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • De behendige Van Bendegem
  • De Verlichting en haar belagers
  • Corsica
  • Breendonk, de gruwel, de feiten
  • Levend verleden
  • Spectaculair
  • Verrijzenis
  • Goede Vrijdag 2025
  • Palmzondag
  • Gij zult niet doden
  • Vrijdenkers
  • Koekoek!
  • Vrede
  • Christelijke moraal, atheïstische ethiek
  • Al te vroeg gestorven
  • La perfection n'est pas de ce monde.
  • Openbaring
  • Elke mens is uniek
  • Me dunkt...
  • Hybride
  • Sint-Catharina. Brief aan een christen vriend.
  • Het geboortejaar van Jezus Christus
  • Etsi Deus non daretur: zelfs als er geen God zou zijn.
  • Godsvrucht
  • Eerlijkheid
  • Verlossing: I know that my Redeemer liveth.
  • Gezag
  • Als de vos de passie preekt...
  • De hondse filosofen
  • Anselmus van Canterbury
  • Op mijn eentje
  • Inquisitie in de Middeleeuwen
  • Heksen
  • Gerede twijfel
  • Kristien Hemmerechts' late bekering en mystieke ervaringen
  • De Blijde Boodschap, andermaal
  • Verwondering
  • Wees volmaakt zoals uw hemelse vader
  • Paul Claes Odyssee 2.0
  • Griekse tragedies: Sofokles
  • Thomas a Kempis, de Navolging van Christus
  • De Griekse bronnen van de Verlichting
  • Islam en christendom
  • Darwin, creationisme, intelligent design
  • Satan
  • Humanisme
  • Godsdienstvrijheid
  • Ethiek en humanisme
  • De vos en de egel
  • Perfide
  • Godsdienst na de dood van God?
  • Sceptisch
  • incest
  • Catechismus
  • Filosofen te koop
  • Democratie
  • De uitzondering en de regel
  • Etiketten
  • Extreemrechts
  • Waarheid en verzinsel
  • Over geloof en psychologie (recensie)
  • De misdadige geschiedenis van de Kerk
  • Judith Butler, Wie is er bang voor Gender? (recensie)
  • Erwten en kikkers
  • David Hume
  • Denken en geloven in de oudheid (recensie)
  • Kinderspel?
  • Over grenzen, Mark Elchardus
  • Robot
  • Vooruitgangsgeloof
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!