René Willemsen, Het onvoltooide leven van Thomas, Groningen: Uitgeverij Nobelman, 2017, 163 blz., soft cover 14 x 21 cm, ISBN 978 9491737251, € 19,50
Spinoza duikt soms op waar je hem niet meteen verwacht, zoals in deze roman, de eersteling van Dr. René Willemsen. Spinoza-romans zijn er wel meer geweest, denken we maar aan recentere werken als Spinoza, un roman juif van Alain Minc (1999), Het raadsel Spinoza van Irvin D. Yalom (2012), The Spinoza Quartet van Bernard Susser (2013), Spinoza in Love van Martin Skogsbeck (2014), Het web van Spinoza van Goce Smilevski (2014). Ook Hoffmans honger van Leon de Winter (1990) verdient hier vermelding. Het genre is al veel ouder: Otto Hauser schreef zijn Spinoza-roman in 1907, die van E.G. Kolbenheyer, Amor Dei verscheen in 1908, die van Berthold Auerbachal in 1837. Het is nuttig daarbij een onderscheid te maken tussen geromanceerde biografiën en alternatieve geschiedenissen van Spinoza enerzijds, en anderzijds romans waarin niet de figuur maar het gedachtegoed van Spinoza aan bod komt.
Het is in deze laatste groep dat we de roman, of de lange novelle van Dr. Willemsen moeten situeren. De auteur (°1953) is economist en werkte jarenlang in de financiële wereld. Dat is ook het milieu waarin het verhaal zich afspeelt. Het is het verhaal van de naoorlogse generatie, de kinderen die opgegroeid zijn zonder directe herinnering aan de gruwel en de ontbering van de Tweede Wereldoorlog, die de spectaculaire opleving van de economie en de verbetering van de levensstandaard meegemaakt hebben en de grondige veranderingen in het leven en het denken vanaf de jaren 1960. Niet het minst door de onderwijshervormingen, de langere schoolplicht en de democratisering van het hoger onderwijs is er een meer kritische jeugd ontstaan die zich, mede in reactie tegen het onheil van de eerste helft van de twintigste eeuw, afkeerde van de opgelegde zekerheden van Kerk en Staat. Dat resulteerde vaak in een vrij nihilistisch hedonisme en een vlucht in het bedenkelijk genot van verdovende en zogenaamd geestverruimende middelen, maar anderzijds niet zelden ook in nogal fundamentalistische maatschappijkritische gedweep. Veel van die jongeren werden echter later door de maatschappij gerecupereerd en groeiden uit tot typische babyboomers (Pim Fortuin, 1998).
De auteur plaatst in zijn verhaal twee dergelijke generatiegenoten naast en tegenover elkaar. Ze hebben allebei mei '68 meegemaakt, maar zijn na een degelijke opleiding in de wereld van de hogere financiën terechtgekomen en hebben daar carrière gemaakt. Thomas, de eponieme hoofdfiguur, komt uit katholieke middens en blijft een leven lang worstelen met de traditionele waarden van zijn opvoeding en zijn milieu. Henri, de verteller, is al vroeg van zijn geloof vervreemd en heeft resoluut gekozen voor het ethische atheïsme dat hij vond in het gedachtegoed van Spinoza. Het verhaal speelt zich af in het begin van de 21ste eeuw maar volgt deze beide figuren tijdens hun hele leven aan de hand van flashbacks en beschrijvingen van pertinente en dramatische gebeurtenissen. Voor Thomas zijn dat evenveel onoplosbare problemen, botsingen tussen een moderne wereld en een aftandse en onmenselijke religieuze doctrine die zijn fragiele gemoedrust grondig verstoren. Voor de nuchtere Henri zijn het gelegenheden om tijdens lange natuurtochten zijn vriend te overtuigen van de zinloosheid van zijn gekweld geloof.
Deze eerste roman van Dr. René Willemsen mag zeker geslaagd genoemd worden. De taal is verzorgd, stijlvol en levendig, het verhaal geloofwaardig en meeslepend, de figuren zijn accuraat en overtuigend geschetst in hun uiterlijke verschijning, hun leefwereld, hun gemoedstoestand en hun karakterontwikkeling. De Spinozistische overtuiging van de verteller komt niet kunstmatig over, maar veeleer als een verantwoorde en verwerkte volwassen levenshouding. Er zijn geen lange citaten of parafrases van het werk van Spinoza, maar de grondgedachten van zijn filosofie zijn op een degelijke manier verwerkt in een aantrekkelijke en doorleefde hedendaagse levensvisie. Voor de onbevooroordeelde hedendaagse lezer is het een herkenbaar relaas van de weg die elke bewust levende persoon gegaan is vanuit de ruïnes van de eigen jeugd en die met vallen en opstaan geleid heeft tot een realistische levensfilosofie die zowel intellectueel als ethisch verantwoord is. Dat voor velen Spinoza daarbij de ideale reisgids geweest is, mag ons niet verbazen. Er is een eeuwenlange traditie van dilettanti die zonder enige specifiek filosofische opleiding toch hun heil gevonden hebben in de betrouwbare eenvoud van Spinoza's uitzonderlijk rijke gedachtegoed. Dat dit ook in onze 21ste eeuw nog steeds het geval is, bewijst dit aantrekkelijke werk van Dr. René Willemsen op overtuigende wijze. Warm aanbevolen.
Categorie:literatuur
|