Foto
Categorieën
  • etymologie (74)
  • ex libris (57)
  • God of geen god? (169)
  • historisch (27)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (239)
  • literatuur (40)
  • muziek (75)
  • natuur (7)
  • poëzie (93)
  • samenleving (225)
  • spreekwoorden (11)
  • tijd (12)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • de blog van Lut
  • Uitgeverij Coriarius
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    26-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Olympische spelen

    Over enkele dagen beginnen de Olympische spelen. We zullen dan weer een schitterende demonstratie krijgen van wat de mens met zijn lichaam kan verwezenlijken: citius, altius, fortius. Sneller, hoger, sterker. Deelnemen is belangrijker dan winnen, zal men beweren, maar om deel te nemen moet je wel al een en ander gewonnen hebben, je komt er niet zomaar in, er moeten Olympische minima gehaald worden in de verschillende sporttakken. Een gewichtheffer maakt dan geen kans bij de honderd meter vlak, een renner niet bij het discuswerpen, een schermer niet bij de marathon enzovoort.



    Het is dus een kwestie van specialisatie. We zijn allemaal mensen en we lijken meer op elkaar dan dat we van elkaar verschillen. Zelfs in extreme gevallen, qua lengte, gewicht, proporties, spiermassa, huidskleur of wat dan ook, bestaat er geen twijfel over dat we allemaal mensen zijn. Er mag al eens één geval zijn op vele tienduizenden waarbij het niet zo heel duidelijk is of het om een man gaat of een vrouw, maar niet of het een mens is of… ja, wat? Nee: we herkennen een mens blindelings.

    De lichamelijke kenmerken zijn inderdaad enorm verschillend, maar niet altijd gemakkelijk te zien. Een sprinter als Bolt is een prachtige atleet, als je niet zou weten wat zijn specialisme is, zou je het niet kunnen afleiden uit zijn lichaamsbouw. Zelfs sommige gewichtheffers zien er heel normaal uit, in de laagste gewichtscategorieën zelfs iets minder dan indrukwekkend. Langeafstandslopers zien er helemaal niet uit alsof ze de voorgeschreven afstand zullen halen. We kunnen ons lichaam dus trainen om bepaalde dingen te doen en dat is zowel een mentale kwestie als een puur lichamelijke.

    Men spreekt wel van een sporthart: dat klopt veel trager en kan bepaalde inspanningen beter verwerken. Men zegt dat niet van de lever, of de nieren, de maag of de darmen enzovoort. Ons lichaam bestaat uit verschillende onderdelen, die allemaal min of meer goed moeten functioneren en met elkaar samenwerken om tot een bepaald resultaat te komen. Als één ervan het laat afweten, dan zijn de gevolgen vaak aanzienlijk. Het aantal sportblessures op het hoogste niveau is spectaculair, in alle sporttakken.

    We zien dus dat ons lichaam een complex geheel is, met duidelijk onderscheiden onderdelen, die elk voor een bepaalde functie instaan en die er samen voor zorgen dat wij in leven blijven en in staat zijn tot zelfs uitzonderlijke sportieve prestaties. Training is daarbij van groot belang. We zien ook in dat onze mentale vermogens daarbij een belangrijke rol spelen.

    Maar niet iedereen is tot alles in staat. Hoe goed ons lichaam ook gebouwd is, hoe hard we ook trainen, hoezeer we het ook willen, sommige dingen, of zelfs de meeste lukken ons niet. Er zijn maar enkele atleten die de wereldtop bereiken in elke discipline. Wij, de gewone mensen, kunnen er allen naar kijken en ervan dromen. Sommige mensen zijn in staat tot zeer uitzonderlijke prestaties, die voor anderen zonder meer uitgesloten zijn.

    Ik heb tot hiertoe niets nieuws of verrassends verteld. Het zijn dingen waarover we het eens zijn. Maar laten we nu eens denken aan onze geestelijke vermogens?

    Een eerste verschil is dat we onze hersenen niet kunnen zien. Een Nobelprijswinnaar herken je niet op straat. Ons lichaam verraadt onze mentale capaciteiten niet. Stephen Hawking is een van de knapste geleerden die er ooit geweest zijn, maar zijn lichaam is… waardeloos. Slechts met grote moeite slaagt hij erin om zijn mentale processen in gang te houden en zonder hulp van anderen kan hij zo goed als niets.






    Wij gaan ervan uit dat iedereen ongeveer dezelfde hersenen heeft en dat is grotendeels ook zo, maar alleen zoals wij ook allemaal ongeveer hetzelfde lichaam hebben, hetzelfde hart, lever, nieren, maag… Bovendien zijn onze hersenen geen homogeen orgaan zoals de andere. Wat wij met een verzamelterm ‘hersenen’ noemen, is een bonte verzameling van zeer verschillende onderdelen, die er ook verschillend uitzien en die totaal verschillende functies waarnemen, die samen leiden tot het algemeen resultaat. Je kan onze hersenen eigenlijk vergelijken met het geheel van ons lichaam: een eenheid in complexiteit, waarbij de verschillende onderdelen samenwerken om een bepaald resultaat te bereiken.

    Zoals alle mensen een lichaam hebben dat in de details grondig verschilt van dat van alle andere mensen, zo is dat ook voor onze hersenen. Elk onderdeel ervan kan groter of kleiner zijn, beter of slechter werken, minder of meer mogelijkheden hebben om zich te ontwikkelen door oefening en met wilskracht enzovoort. En zoals bij ons lichaam zijn de prestaties waartoe wij met onze hersenen in staat zijn, verschillend van persoon tot persoon. Misschien is ook dat een evidentie, maar dan een waarbij we niet stilstaan en waarmee we niet altijd voldoende rekening houden.

    Wij nemen zomaar aan dat iedereen over verstand beschikt, geestelijke vermogen, een bewustzijn, een ziel of hoe men het ook wil noemen. Zeker als we het over de ziel hebben, zijn we geneigd om nogal uniform te denken. Iedereen heeft een ziel en wat we ons daarbij moeten voorstellen weten we niet goed, maar we gaan uit van de veronderstelling dat iedereen dezelfde ziel heeft, of men die nu van God gekregen heeft of niet. Ook als we over onze ‘geest’ spreken, zoals in het duo lichaam-geest, denken we minder aan mogelijke verschillen dan aan identieke exemplaren. De mens is een geestelijk wezen, in tegenstelling met andere, en dat verschil is universeel, het geldt evengoed voor alle mensen. Het geeft ook zonder meer recht op een menswaardige behandeling, gegarandeerd door de Universele verklaring van de rechten van de mens. Alle mensen zijn vanuit dat oogpunt volkomen gelijk, het is een kwaliteit die ze allen in dezelfde mate bezitten, zonder onderscheid des persoons op welk secundair punt dan ook: ras, geslacht, leeftijd, huidskleur, godsdienstige of ideologische overtuiging, seksuele geaardheid enzovoort.

    Als we er even over nadenken, dan weten we dat wij mensen net zo verschillend zijn op mentaal als op lichamelijk gebied. Onze hersenen zijn onderling zo verschillend als onze lichamen, niet alleen in hun fysiologische verschijning, zoals gewicht en relatieve grootte van de verschillende onderdelen, maar ook, zoals bij ons lichaam, in wat wij ermee kunnen doen, zomaar en met training, oefening en wilskracht. Sommige mensen zijn ook op mentaal gebied Olympisch kampioen, er zijn bijvoorbeeld wiskundeolympiades, spellingwedstrijden, quizzen, schaaktornooien enzovoort.

    Als we dus spreken over ‘de’ mens en zijn of haar geestelijke vermogens, dan moeten we goed beseffen dat we over een ‘denkmachine’ praten die in elk individu enorme verschillen vertoont die nog veel aanzienlijker zijn dan die van onze lichamelijke kenmerken.

    Een mens is echter geen geest-in-een-lichaam, maar een eenheid van lichaam en geest. Onze hersenen zijn een orgaan zoals onze andere organen, ze kunnen niet functioneren los van de rest van het lichaam, zoals het lichaam niet zonder dat essentiële onderdeel kan werken. Onze lichamen verschillen dus van elkaar op twee manieren: enerzijds lichamelijk, inclusief onze hersenen, maar ook in wat wij met ons lichaam kunnen doen, zowel op puur lichamelijk gebied als op mentaal, waarbij die twee voortdurend samenwerken en elkaar bepalen. Twee mensen met een vergelijkbaar lichaam zijn tot zeer verschillende prestaties in staat. Onze fysieke verschijning geeft ons mogelijkheden en ook grenzen en die zijn voor iedereen anders, vooral omdat wij met onze mentale vermogens onze mogelijkheden enorm kunnen uitbreiden en onze grenzen quasi eindeloos verleggen, of juist niet.

    De individuele verschillen in onze lichamelijke opmaak zijn dus in zekere mate bepalend voor wie we zijn en wat we aankunnen, maar dat wordt gewijzigd, in min of meer belangrijke mate, door wat we met onze mogelijkheden aanvangen. De verscheidenheid is dan ook zo groot, dat we gerust kunnen stellen dat er geen twee mensen eender zijn in wat ze zijn en tot wat ze in staat zijn.

    Dat heeft een aantal uiterst belangrijke gevolgen, die vooral in extreme en specifieke gevallen tot uiting komen, maar die we eigenlijk nooit uit het oog mogen verliezen.

    Zo zijn er mensen die defecte hersenen hebben, we spreken van mentaal gehandicapten of mensen met een mentale beperking. Die kan ook lichamelijk zichtbaar zijn, of niet. Ze kan onschuldig zijn, of niet. Er is een groep van mensen die men psychopaten noemt of sociopaten en dat is een mentale afwijking (van de statistische algemene norm) die men uiterlijk kan vaststellen op basis van het gedrag, niet op basis van uiterlijke lichamelijke kenmerken, maar die wel degelijk fysiologisch waarneembaar is in de hersenen: de hersenen van psychopaten zien er anders uit dan die van niet-psychopaten. Het is dus niet zo dat hun hersenen alleen maar anders werken, nee: hun (defecte) werking wordt veroorzaakt door het feit dat ze anders zijn, (ten minste!) zo anders als bij iemand die met één arm of een been of blind of doof geboren wordt.

    Dat stelt ons voor grote uitdagingen. Kan men een psychopaat verantwoordelijk stellen voor zijn daden, die evident bepaald worden door de hersenen die hij of zij heeft?

    Men heeft kunnen vaststellen dat alle mensen die typisch psychopathisch gedrag vertonen (bijvoorbeeld seriemoordenaars), ook die typische hersenstructuur vertonen. Maar anderzijds heeft men ook vastgesteld dat een aantal mensen, inzonderheid de verwanten van die psychopaten, (min of meer) dezelfde structuur vertonen, zonder dat dit aanleiding geeft tot psychopathisch gedrag. We kunnen dus niet zomaar iedereen onder de scanner leggen en op basis van de hersenstructuur opsluiten, voor het geval dat zij ooit seriemoordenaar zouden worden. Zie je het probleem? Alle seriemoordenaars hebben een specifieke hersenafwijking, maar niet iedereen met die afwijking is of wordt een seriemoordenaar. Er zijn dus bijkomende elementen die maken dat iemand met dergelijke mensen ook begint te moorden. We weten nu dat de levensomstandigheden daarbij een grote rol spelen, zoals armoede, lichamelijke en geestelijke verwaarlozing en het ondergaan van misbruik en geweld. Maar ook voor die omstandigheden is het individu zelf niet (alleen) verantwoordelijk.






    Minder spectaculair maar misschien nog belangrijker vanuit een bepaald oogpunt, is de kwestie van het onderwijs en de opvoeding. Traditioneel proberen we onze kinderen op te voeden tot een bepaalde algemene norm. Voortdurend leggen we termen vast waaraan ze moeten voldoen: leesvaardigheid, maar ook rekenen, onthouden, algemene kennis enzovoort. Heel het onderwijs is daarop gebouwd: de kinderen zover brengen dat ze bepaalde minimale normen halen. We vergeten daarbij al te vaak dat alle kinderen verschillend zijn, zeer verschillend, zowel fysiek als mentaal, zoals we hebben gezien. En niet alleen dat: ook de manier waarop ze die twee elementen integreren is verschillend, en hun omstandigheden zijn verschillend, zeer verschillend. En toch willen we dat ze allemaal hetzelfde kunnen. Het is een vrijwel onmogelijke opgave.

    Wat mij daarbij vaak tegen de borst stuit, is dat het onderwijs die (negatieve) verschillen toewijst aan de luiheid, onwil, domheid, tegendraadsheid of wat dan ook van de leerlingen en al te weinig rekening houdt met een aantal mogelijke oorzaken, fysieke, mentale en omgevingsfactoren die een grote invloed kunnen hebben op de mogelijkheden en de prestaties van een kind.

    Meer in het algemeen zien we dat in onze samenleving de mensen zeer verschillend leven. Men kan wel bepaalde patronen en gewoonten aanwijzen en zelfs gedragingen voorspellen. Zo weten we dat het druk zal zijn op de wegen naar de kust als de zon schijnt en dat je op vrijdag- en zaterdagavond moeilijk een vrije tafel in een restaurant zal vinden. Maar kijk eens om je heen naar je buren en je stelt meteen vast dat er binnen de algemene mogelijkheden die er zijn, heel wat variatie mogelijk is.

    Bedenk dan altijd dat heel wat van die verschillen, en vooral die aspecten die jou het meest verwonderen of irriteren, niet zonder meer te wijten zijn aan de onwil, de domheid of de boosaardigheid van de betrokkenen, maar wellicht het resultaat zijn van hun genetische samenstelling en van hun persoonlijke geschiedenis en dat zij voor geen van beide persoonlijk verantwoordelijk kunnen of mogen geacht of gesteld worden.

    Wij zijn verschillend, zeer verschillend en niet alleen hoe we eruit zien. Ook onze hersenen zijn verschillend, zeer, zeer verschillend en dat heeft gevolgen, kleine en grote. Wij zijn zoals we zijn en niet altijd zoals we verondersteld worden te zijn. Laten we elkaar dus wat vaker welwillend benaderen zoals we zijn. En als we daar in een aantal gevallen al dan niet terecht moeite mee hebben, laten we dan niet al te lichtvaardig oordelen, maar gewoon rustig die mensen vermijden waar we het nu eenmaal moeilijk mee hebben, zonder hen te veroordelen, in het besef dat er ook mensen zijn die het niet zo op ons begrepen hebben. Er is genoeg volk op aarde en de aarde is groot genoeg opdat we niet gedwongen zouden zijn om voortdurend samen te leven met onmogelijke anderen.


     

     


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:maatschappij
    24-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de kogel is door de kerk, of net niet?

    We lazen het in de vorige aflevering bij Cicero: het is veel gemakkelijker om in te zien dat iets niet juist is, dan om uit te leggen hoe het dan wel is. Kritiek is de eerste stap naar inzicht, maar de tweede stap moet ook gezet worden, anders blijft het een steriele bezigheid.

    De godsdienstlessen die ik in mijn jeugd heb gekregen, staken schril af tegenover al de andere vakken. Er was altijd wel iets dat niet klopte, dat je niet letterlijk mocht nemen, of dat helemaal onwaarschijnlijk was. Wat je geleerd had over rekenen, taal, biologie enzovoort, kon je niet toepassen in de godsdienstles. En dus was mijn spontane reactie steeds: dat klopt niet! En zo is het gebleven. Uiteindelijk schoot er van de godsdienst, in mijn geval het katholicisme, niets meer over dat ook maar enigszins weerstand kon bieden aan grondige, eerlijke kritiek.

    Maar daar zit je dan: je bent tot de overtuiging gekomen dat godsdienst waardeloos, ja zelfs nefast is, gevaarlijk. Maar hoe moet het dan wel? Moeten we de godsdiensten nu uitroeien? En hoe? Hoe moeten wij onze samenleving ordenen? Hoe is de wereld ontstaan? Wat is goed en wat is slecht? Als er geen hiernamaals is, wat voor gevolgen heeft dat voor ons leven? Hoe ziet een maatschappij zonder godsdienst eruit? Hebben we geen nood aan profane rituelen, bijvoorbeeld voor de belangrijke momenten in ons leven: geboorte, de overgang naar adolescentie, huwelijk, pensionering, dood? Is het niet zinvol om regelmatig samen te komen met de mensen met wie je samenleeft? En wie zal dat allemaal organiseren? Op welke basis? Het zijn vragen die wij ons meer en meer moeten stellen, nu de godsdienst zo goed als volledig uit ons leven is verdwenen.

    Met deze overwegingen wil ik ook proberen de indruk te ontkrachten die de aandachtige of toevallige lezer van mijn teksten zou kunnen opdoen, namelijk dat ik alles weet, alles al bedacht heb, voor elke vraag een antwoord klaar heb. Lieve lezers, dat is niet zo! Hoe meer je nadenkt, hoe complexer de dingen worden.

    Ook dat vinden we bij Cicero in zijn tekst over De Goden: ‘Vraag je me naar de ware natuur en de hoedanigheid van de godheid, dan verwijs ik naar het voorbeeld van Simonides. Toen deze dezelfde vraag kreeg van de tiran Hiëro, bedong hij een dag om erover na te denken. De dag daarop werd hem hetzelfde gevraagd en vroeg hij om twee dagen. En zo ging dat verder, waarbij hij steeds het aantal dagen verdubbelde. Toen Hiëro verbaasd vroeg waarom hij dat deed, zei hij: “Omdat hoe langer ik erover denk, des te minder hoop ik eruit te komen.” Nu staat Simonides niet alleen bekend als een zoetgevooisd dichter, maar ook als anderszins geleerd en wijs. Ik kan me dus indenken dat hem een hoop scherpzinnige en subtiele argumenten voor de geest kwamen, maar dat hij niet kon uitmaken welke het meest waar was, en zo ging wanhopen aan het bereiken van de waarheid.’


     





    Of ik als dichter even zoetgevooisd ben al Simonides (ca. 556 – 468 voor onze tijdrekening), weet ik niet, er is van hem maar heel weinig bewaard; het meest bekende fragment is een grafschrift voor de Spartanen die vielen bij de Thermopylen: ‘Jij die hier voorbijkomt, meld aan de Spartanen dat wij gevallen zijn, getrouw aan hun bevel.’ Heinrich Böll, nu zeer ten onrechte bijna helemaal vergeten, gebruikte dat epigram als titel voor een aangrijpende oorlogsnovelle in een verhalenbundel met dezelfde titel: Wanderer, kommst du nach Spa…
    Men zal mij voor mijn dood ook niet wijs en geleerd noemen. Maar ik voel me net als hij: hoe meer ik te weten kom en hoe langer ik nadenk, hoe minder ik blijk te weten. Elk nieuw stukje informatie roept immers nieuwe vragen op en opent nieuwe vergezichten en eindeloze horizonten, elke weg die je inslaat leidt je langs nieuwe paden. Alles weten is onmogelijk, ik kan niet eens alles onthouden wat ik ooit geweten heb, mijn kop lijkt wel de emmer met een gat erin uit het bekende volksliedje: er loopt (ten minste!) zoveel uit weg als je erin giet. Etsi multa scio, plura ignoro, stond er in de Grammatica van pater Geerebaert, s.j.: hoewel ik heel wat weet, is er nog meer dat ik niet weet.

    Dat maakt dat ik blijf zoeken, altijd maar verder, altijd maar dieper en ook altijd opnieuw. Ik heb op mijn zoektocht veel meer vragen gevonden dan antwoorden, lieve lezer. En veel vragen zullen onbeantwoord blijven.

    Neem nu de uitdrukking: de kogel is door de kerk. Wij gebruiken die wel eens, je hoort ze af en toe in de media en iedereen weet wat ermee bedoeld is. Maar vraag je naar de oorsprong van dat gezegde, dan blijven we het antwoord schuldig. Een kogel door de kerk, tja… Wat voor kogel mag dat wel wezen en wat doet die in een kerk? Waarom is het feit dat de kogel eindelijk door de kerk is zo belangrijk dat wij er een gezegde van gemaakt hebben? We weten het niet, of niet meer. We vertellen dus onzin, op de keper beschouwd, en toch begrijpen we elkaar perfect.

    Vreemde wezens, toch, mensen!

     


    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:etymologie
    22-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De goden. Cicero, De natura deorum

    Sinds jaren stond De natura deorum of ‘De goden’ van Cicero op mijn verlanglijstje. Er is een goede Nederlandse vertaling van Vincent Hunink, maar die is al jaren uitverkocht. De auteur is zo vriendelijk geweest om de tekst integraal en gratis op het web aan te bieden, samen met nog een hele reeks andere vertalingen van zijn hand, een ware goudmijn voor de liefhebber.

    Maar een langere tekst op scherm lezen vraagt enige inspanning, zeker in pdf-formaat. Met het Kindle-formaat op pc heb ik minder moeite. Toen ik dus op een keer bij de Slegte of zo een tweedehands exemplaar van ‘De goden’ vond, heb ik het me meteen aangeschaft. Maar ook dat was nu al weer een hele tijd geleden. Gisteren heb ik me er dan in vastgebeten.

    Het was een heel bijzondere ervaring. Het eerste boek lees je in één ruk uit. Het is zo modern als Dawkins! Het tweede boek viel wat tegen, het derde is dan weer veel interessanter. De zeer uiteenlopende benaderingen van het fenomeen godsdienst in één boek roepen ernstige vragen op over de authenticiteit van de klassieke werken en van dit werk van Cicero in het bijzonder. In zijn inleiding wijst de vertaler daar ook zelf op, zonder daar echter consequenties aan te verbinden. Mij komt het voor dat er hier ten minste twee verschillende auteurs aan het werk geweest zijn: een zeer modern aandoende kritische, ja atheïstische filosoof enerzijds en voor het meest uitvoerige tweede deel anderzijds een simplistische verdediger van de traditionele Grieks-Romeinse godsdienst en mythologie. Het derde deel is kritisch, niet zozeer filosofisch maar geconcentreerd op de interne tegenspraken en de frivoliteit van de folkloristische mythologie en het bijgeloof. Door belangrijke lacunes in de manuscripten hebben wij een onvolledig en zeer vertekend beeld van hoe de oorspronkelijke tekst er moet uitgezien hebben.

    Om een idee te hebben van de uitzonderlijke kwaliteit van dit werk van Cicero neem ik u graag mee op een tochtje door het eerste boek. De citaten zijn genomen uit de Hunink-vertaling, met dank aan de auteur.

    De vraag waar alles om draait, is of ze niets doen, niet handelen en geheel vrij zijn van de zorg en het bestuur van de wereld, of dat alles juist vanaf het begin door hen is gemaakt en ingericht en tot in de eeuwigheid geleid en bewogen wordt. Vooral hierover bestaat grote onenigheid. Maar als dit niet wordt uitgemaakt, zullen de mensen onvermijdelijk in grote onzekerheid verkeren en onwetend blijven van de allerbelangrijkste zaken.

     

    Beter kan men het niet formuleren. Daarover gaat het inderdaad, ook vandaag nog. Wat heeft het voor zin om het bestaan van een God aan te nemen, indien men over die God niets kan zeggen? Een God die niet ingrijpt in de wereld, die geen enkele concrete rol speelt in het leven van de gelovige, kan er net zo goed niet zijn. Dat is ook mijn ervaring met mensen die beweren gelovig te zijn: als ik enkele minuten met hen praat, blijkt dat ze hooguit geloven dat er ‘toch ergens iets is’, maar daar blijft het bij. Meteen stelt Cicero hier het probleem van wat wij vandaag ‘intelligent Design’ noemen: de wereld is geen chaos, er is een ordening; waar komt die vandaan? Hebben we ‘goden’ of een God nodig om die te verklaren?

    (#3) Er zijn (en waren) filosofen die verkondigen dat de goden zich absoluut niet bekommeren om het menselijk reilen en zeilen. Maar als hun opvatting juist is, hoe zou er dan nog vroomheid kunnen bestaan, of godsvrucht of godsdienst? Want al die dingen kunnen alleen eerlijk en oprecht bewezen worden aan de goddelijke machten als die ze ook opmerken, en als de onsterfelijke goden ook diensten bewijzen aan de mensheid. Als de goden ons echter niet kunnen en willen helpen, zich helemaal niet om ons bekommeren en niet eens opmerken wat wij doen, en als zij geen enkele invloed kunnen hebben op het leven van de mensen, waarom zouden we de onsterfelijke goden dan nog vereren, verheerlijken of aanbidden? In uiterlijke vorm en valse schijn kan vroomheid niet bestaan, net zomin als de andere deugden. En met vroomheid verdwijnen ook godsvrucht en godsdienst, en op hun verdwijning volgt ontwrichting en grote chaos in het leven. (#4) Ik ben zelfs bang dat als vroomheid jegens de goden verdwenen is, ook trouw, broederschap van mensen en de voortreffelijkste van alle deugden, rechtvaardigheid, zullen verdwijnen.

     

    Hier wordt de agnosticus voor de keuze geplaatst. Wie gelooft in een God, maar hem reduceert tot een vaag ‘iets’, dat geen enkele invloed heeft op het ontstaan en de geschiedenis van de wereld, heeft geen enkele reden om godsdienstig te zijn. Dat is de grote reden voor de secularisering van onze maatschappij. Als alleen overtuigde atheïsten zouden wegblijven uit de kerken, dan zaten die nog zo vol als zestig jaar geleden. De realiteit is dat men niet meer gelooft aan een God die de wereld heeft geschapen, maar de wetenschappelijke verklaringen volgt; dat men niet meer gelooft dat die God ingrijpt of zelfs kan ingrijpen in deze wereld en dat het dus geen zin heeft om tot hem te bidden om hem te paaien of gunstig te stemmen; dat men ook niet gelooft dat er een hiernamaals is waarin God de goeden zal belonen en de slechten straffen en dat er dus geen enkele reden is om te luisteren naar godsdienstige leiders en priesters die het tegendeel beweren. Wie derhalve in de praktijk doet alsof er geen God is, is geen agnosticus, maar een atheïst, ook als hij of zij weigert om dat in te zien of te aanvaarden.

    De grote ontwrichting van de maatschappij waarop Cicero, of zijn personage, alludeert aan het einde van deze paragraaf, is er, ondanks eeuwenlange dreigende voorspellingen en donderpreken door de priesterkaste, slaafse theologen en christelijke ‘filosofen’, niet gekomen, in tegendeel. Onze maatschappij is op alle punten beschaafder, minder gewelddadig, rechtvaardiger, menslievender en vooral ook rijker geworden, ook zonder God, godsdienst en priesters.

    Maar er zijn ook andere filosofen, en wel grote en vooraanstaande, die verkondigen dat heel de wereld wordt bestuurd en geleid door een goddelijke geest en rede. En dat niet alleen: diezelfde goden zouden ook zorg dragen en voorzienig zijn voor het menselijk leven. Want graan en andere veldvruchten, maar ook het klimaat, de seizoenen en het weer, waardoor alles wat de aarde voortbrengt op de juiste tijd rijp wordt, zijn volgens hen aan de mensheid geschonken door de onsterfelijke goden.

    Deze filosofen hebben veel dingen geïnventariseerd (verderop in dit boek meer hierover) die door de onsterfelijke goden bijna ontworpen lijken voor menselijk gebruik.

     

    Dit is de andere opvatting, die veel aandacht krijgt in het tweede boek: alles lijkt zo op mensenmaat gemaakt, dat het niet anders kan dan dat ‘iemand’ dat zo georganiseerd heeft. Zo zal de spreker in het tweede boek stellen dat er geen andere reden is voor de wol van een schaap dan dat ze kan gebruikt worden om er wol van te maken voor de mens. Ook ten tijde van Cicero en zelfs eeuwen daarvoor beseften verstandige mensen hoe belachelijk dit wel niet is. Het is de wereld op zijn kop zetten, natuurlijk. De mens is geëvolueerd tot wat hij is in een voortdurende aanpassing aan zijn omgeving en van zijn omgeving aan zijn eigen noden. Stellen dat God de zon om de aarde doet draaien opdat wij overdag voldoende licht en warmte zouden hebben om te leven en ’s nachts niet zouden gestoord worden door het licht in onze slaap, zodat we kunnen uitrusten en niet de hele tijd moeten wakker blijven en werken, is een idee die slechts bij de meest primitieve fundamentalistische sekten nog hier en daar opduikt. Wie de natuur bekijkt en bestudeert, komt onvermijdelijk tot de conclusie dat de natuur eigen wetten heeft en dat die niet specifiek gericht zijn op het welzijn van de mens, noch op zijn ondergang. Er is geen God of kracht die voor de mens zorgt, individueel of collectief.

    (#5) Er is geen onderwerp waarover zowel ongeschoolden als geschoolden zozeer van mening verschillen. De opvattingen zijn zo talrijk en onderling zo verschillend dat het goed mogelijk is dat er geen enkele van waar is, en tegelijk onmogelijk dat er meer dan één van waar is.

     

    Ook dit is nog steeds een argument tegen de bestaande godsdiensten en de ontelbare sekten, ook binnen het christendom: ze spreken elkaar tegen op de essentiële punten, zoals het belonen van wie goed doet en het bestraffen van het kwaad, het hiernamaals en het eeuwig leven, en niet zomaar op louter liturgische punten, zoals op welke dag de rustdag moet vallen, of en wanneer men moet vasten, en of vrouwen een hoofddoek moeten dragen of besneden worden. Een (humane!) oppervlakkige verscheidenheid zou nog aanvaard kunnen worden, hoewel dat vandaag ook al voor heel wat heibel zorgt en dikwijls de enige bron van ergernis en conflicten is. Maar dat de grote godsdiensten zowel als de kleine sekten elkaar op de grondslagen van hun geloof tegenspreken kan allen tot de conclusie leiden: ze kunnen niet allemaal gelijk hebben.

    Zij zelf zijn daar ook van overtuigd, nu en vroeger. Dat betekent dat elke godsdienst en elke godsdienstwaanzinnige denkt dat hij de enige is die gelijk heeft en dat al de andere moeten bekeerd en/of uitgeroeid worden. De geschiedenis van de godsdiensten levert ons een schrijnend beeld van een mensheid die verscheurd is door moorddadige bekeringsdrang. Er zijn meer mensen gedood in godsdiensttwisten dan in welk ander conflict dan ook.

    (#9) Een tweede stimulans om me hiermee bezig te houden was mijn psychische toestand. Door een groot en ingrijpend verlies had ik een zware klap gekregen.* Als ik hiervoor een sterkere verlichting had kunnen vinden, had ik niet hiertoe mijn toevlucht genomen. En ik kon er geen groter voordeel uit putten dan wanneer ik me niet alleen zou wijden aan het lezen van boeken maar ook aan het integraal behandelen van de filosofie. Al haar aspecten en al haar onderdelen leert men juist dan het gemakkelijkst kennen wanneer complete vraagstukken schrijvenderwijze worden uitgezocht. Er is namelijk een wonderlijke koppeling en aaneenschakeling tussen alle thema’s: het een hangt samen met het ander, en alles blijkt met alles verbonden en verstrengeld.

     

    Cicero’s dochter Tullia was gestorven in -45 en haar dood had hem sterk aangegrepen. Heel wat mensen, toen en nu, stellen zich vragen over leven en dood en de zin van het leven, over God en over wat men ons vroeger geleerd heeft, wanneer er zich ingrijpende gebeurtenissen voordoen in ons leven. Dat was ook voor mij zo. Zoals bij talloze anderen kwam er rond mijn vijftigste een totaal onverwachte en drastische wijziging in mijn professioneel leven; daarop volgde een echtscheiding en een nieuwe relatie; dan kreeg het nieuw samengesteld gezin de zelfdoding te verwerken van de zoon van mijn partner. Vervolgens ging mijn partner op pensioen en enkele jaren later ook ik. Dan ga je wel nadenken. En net zoals Cicero ben ik ook gaan lezen, veel meer dan vroeger en geen romans of ontspanningsliteratuur, maar ernstige werken. Ik wou eindelijk eens weten wat godsdienst is en of er een God is; hoe de wereld ontstaan is en hoe de mens er gekomen is; wat de beste manier is om samen te leven; of er zoiets als liefde is; waarom we leven… De antwoorden vind je niet door naar je navel te staren of in te treden in een contemplatieve orde. Als er ergens antwoorden te vinden zijn, dan bij de grote denkers die de mensheid heeft gekend en die met dezelfde problemen geconfronteerd, geprobeerd hebben om voor zichzelf en voor anderen antwoorden te bedenken.

    En ja, het hangt allemaal aan elkaar. Een godsdienst die onverenigbaar is met de wetenschap is onvolmaakt en wellicht vals. Een levensleer die niet steunt op maatschappelijke inzichten en op betrouwbare psychologische ideeën, draagt grote risico’s in zich. Een wetenschap die haaks staat op het gezond verstand is waardeloos. We moeten het beste uit alles integreren in een leefbaar geheel.

    (#10) Wie echter wil weten wat ik zelf over elk afzonderlijk onderwerp denk, is overdreven nieuwsgierig. Men moet bij discussies immers niet zozeer afgaan op iemands persoonlijk gezag als op het gewicht van argumenten. Vaak vormt het gezag van leraren zelfs een hinderpaal voor mensen die iets van hen willen leren. Die gebruiken dan namelijk niet meer hun eigen oordeel, maar nemen dat voor waar aan wat duidelijk de goedkeuring wegdraagt van degene in wie ze hun vertrouwen stellen. Ik kan daarom ook niet goedkeuren wat altijd verteld wordt over de volgelingen van Pythagoras. Als zij in een discussie iets beweerden en daarop de vraag kregen waarom dat dan zo was, antwoordden zij (zo wil de traditie) ‘hij heeft het zelf gezegd,’ waarbij ‘hij’ dan Pythagoras was. Zoveel vermocht zijn a priori vaststaand oordeel dat zijn gezag ook zonder argumenten gold.

     

    Een wijze levensles. Geloof niet alles wat men je vertelt of wat je leest, al klinkt het nog zo verleidelijk. Toets het een aan het ander, vergelijk, verifieer, zoek bevestiging, laat ook de tegenpartij aan het woord en vooral: sapere aude, durf zelf na te denken. Dat is niet gemakkelijk. Ondanks mijn tegenstribbelen ben ik in mijn jeugd zoals velen van mijn leeftijd zwaar geïndoctrineerd, thuis, op school, in de jeugdweging, in de kerk, de mutualiteit, de media enzovoort. Het is niet simpel om altijd opnieuw de vraag te stellen: maar is dat wel zo? Waarom? En dan het onaanvaardbare domme antwoord te krijgen: ja, het is zo, omdat ik het zeg! Indoctrinatie is een sluipend gif, waarvan men zich niet eens bewust is, noch wanneer men het ondergaat, noch wanneer men het doet.

    Ik ben er zeker van dat ik nooit meer alles kan afleren dat me is wijsgemaakt. Ik kan mijn leven niet opnieuw beginnen, ik moet leven met mijn verleden. Van de meeste invloeden weet ik niet eens dat ze er zijn, tenzij ik geconfronteerd wordt met uitdagingen die vragen doen oprijzen over opvattingen die ik blijkbaar heb, zonder te weten waarom. Jezelf eindeloos in vraag stellen is een ongezonde bezigheid. En toch begint de weg naar wijsheid met de verwondering.

    Daarna volgt een lange opsomming van filosofen uit de oudheid, met telkens een korte omschrijving van het opvattingen. Daarop komt van een van de deelnemers aan de dialoog deze opmerking:

    (#57) Toen zei Cotta, vriendelijk als altijd: ‘Nu Velleius, als jij niets had gezegd, had je van mij in elk geval niets te horen gekregen. Gewoonlijk kom ik er namelijk niet zo makkelijk op waarom iets waar is, als waarom iets onwaar is. Dat gebeurt me vaak, en zo ook daarnet weer toen ik naar jou luisterde. Vraag je me naar mijn opinie over het wezen der Goden, dan heb ik daarop misschien geen antwoord; maar vraag je me of ik denk dat de Goden zo zijn als jij hebt uiteengezet, dan zeg ik dat niets mij minder waar lijkt. Maar voordat ik nader inga op de punten uit je betoog, wil ik graag zeggen hoe ik over jou persoonlijk denk.

     

    Dat is inderdaad zo. Mijn eerste reacties op de onbeholpen godsdienstlessen die in de lagere school kreeg van slecht opgeleide onderwijzers en zelfingenomen priesters was: dat kan toch niet! Wat al onzin! Dat klopt niet! Ze spreken zichzelf tegen! Wat zitten wij hier te doen, op onze knieën? En vooral: ze doen zelf niet wat ze zeggen en ons opleggen… Ons gezond verstand wijst ons vaak feilloos op dwaasheid en leugens. Het komt er alleen op aan om daaruit dan ook de conclusies te trekken die zich opdringen. Als wat men ons vertelt niet waar is, waarom zegt men het dan? Wat zit erachter? Wie heeft er baat bij? Wat is dan de ware toedracht?

    De eerste vraag in een onderzoek naar het wezen der Goden is of ze al dan niet bestaan. "Dat is moeilijk te ontkennen." Ja, als de vraag in een openbare vergadering zou worden gesteld, maar in een gesprek en gezelschap als dit is het heel gemakkelijk! Welnu, zelf ben ik hogepriester en vind ik dat de openbare erediensten en godsdienstige plechtigheden met het grootste respect gehandhaafd dienen te worden. Toch zou ik ook het liefste willen dat het eerste punt, het bestaan van de Goden, voor mij niet slechts een kwestie van persoonlijke overtuiging was, maar dat het ook op waarheid berustte. Helaas is er veel dat een mens op dit punt in verwarring brengt, zodat het soms lijkt of er helemaal geen Goden bestaan.

     

    Ook vandaag vinden we nog mensen die geboren en getogen zijn in een godsdienst en die daar lijdzaam mee doorgaan zonder zich veel vragen te stellen over de grond van de zaak. Voor mij is dat niet voldoende. Ik wil aan rituelen wel deelnemen, maar enkel indien er een goede grond voor is en indien ze niet strijdig zijn met het gezond verstand. Ik erger me mateloos aan de onzin die je in de kerk te horen krijgt bij begrafenissen, ik kan het niet aanhoren! Het is niet waar wat men zegt. En door het ene te zeggen, verzwijgt men het andere. Wat men debiteert, biedt geen troost en verhindert meteen dat men woorden zou spreken die wel degelijk kunnen troosten, omdat ze aansluiten bij onze levenservaring, en niet resulteren uit mensonwaardige verzinsels.

    Het feit dat mensen van alle volkeren en typen geloven aan Goden, was volgens jou voldoende reden om hun bestaan te erkennen. Maar dat is op zichzelf nogal gauw geconcludeerd en bovendien onwaar. Ten eerste, hoe zijn jou de opvattingen van alle mensen ter wereld bekend? Volgens mij zijn veel volkeren zo woest en barbaars dat ze geen flauw besef van Goden hebben. (#63) En hebben Diagoras, bijgenaamd de Goddeloze, en later Theodorus niet openlijk het bestaan van Goden bestreden? En dan was er Protagoras van Abdera, van wie je daarnet gewag maakte. Deze man, destijds de grootste sofist, had in het begin van zijn boek geschreven: ‘Over de Goden kan ik niet zeggen hoe ze bestaan of niet bestaan.’ Daarom werd hij op bevel van de Atheners uit de stad en het land verbannen, en werden zijn boeken in het openbaar verbrand. Ik neem aan dat de meeste mensen hierdoor niet meer zo gauw deze mening zullen uiten, want zelfs twijfel aan de Goden bleek zijn straf niet te kunnen ontlopen.

     

    Hier vinden we een duidelijk bewijs dat er tweeduizend jaar geleden ook al mensen waren die twijfelden aan het bestaan van een god of goden en zelfs gewoon stelden dat die er niet waren. Het argument dat men eeuwenlang heeft aangehaald: men gelooft altijd en overal in God, het zijn slechts boosaardige en verdorven enkelingen die er niet in geloven, houdt geen steek. Als we het op de keper beschouwen, gelooft bijna niemand in God en zij die erin geloven, geloven allemaal iets anders. En toch is het ook vandaag nog zo dat iemand die openlijk atheïst is, uit de gemeenschap verbannen wordt en ja, er worden ook vandaag nog boeken verbrand.

    (#71) Hetzelfde doet hij dus bij de vraag naar het wezen der Goden. Het idee van een samenbinding van ondeelbare materiedeeltjes wil hij hier vermijden, om te voorkomen dat er ondergang en uiteenvallen uit volgt. Dus zegt hij dat de Goden geen lichaam hebben maar iets lichaamachtigs, en geen bloed maar iets bloedachtigs. Het is misschien al vreemd als twee waarzeggers elkaar in de ogen kunnen zien zonder in lachen uit te barsten, maar het is nog vreemder dat jullie je lachen kunnen houden wanneer je onder elkaar bent. "Het is geen lichaam maar iets lichaamachtigs." Dat zou ik me nog kunnen voorstellen bij afbeeldingen in was of klei, maar wat bij een God iets lichaamachtigs of bloedachtigs is, gaat mijn begrip te boven. Ook jouw begrip, Velleius, alleen wil je dat niet toegeven.

     

    Dat we ons God niet als mens mogen voorstellen, daarvan zijn zelfs de meeste christenen overtuigd. Zogezegd, want als je met hen praat, blijkt hun God gewoon een mens te zijn, met menselijke gedachten, emoties, verlangens enzovoort. Het blijkt onmogelijk om een godsbeeld te hebben dat niet menselijk is, want hoe verder men gaat in de abstractie, hoe minder er overschiet van God, tot men het heeft over de gans andere, de onkenbare. En hoe men daarover moet spreken, dat is een mysterie. Een God die is, maar over wie we verder niets kunnen zeggen, is zo goed als een God die er niet is.

    Lieve lezers, ik houd het hierbij. Ik hoop dat ik jullie hiermee een goed idee heb gegeven van de verfrissende aanpak van Cicero in zijn discussie over de goden, of God. Misschien dat dit jullie aanzet om de hele tekst te lezen. Bedenk dan echter dat er ook heel wat bladzijden in staan die gewijd zijn aan aspecten van rituelen, bijgeloof, mythologie en folklore die wij nu niet meer kunnen smaken. Je kan die geamuseerd lezen, en bedenken dat we nu gelukkig toch dat stadium voorbij zijn; of je kan ze overslaan.

    Ik althans vond dit een boeiende ervaring. Wanneer ik deze ideeën terugvind bij een verstandig man als Cicero, nog voor het ontstaan van het christendom, dan voel ik me gesterkt in mijn opvattingen. Alleen vraag ik me wel af waarom wij op school van Cicero zoveel oninteressant pompeus geleuter hebben gelezen en niet deze heerlijke passages!


    Categorie:God of geen god?
    Tags:godsdienst, atheïsme
    15-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voltaire, Satires, Les Systèmes

    Systemen

     

    Toen de machtige, grote en Ene rechtgeaarde

    In zes dagen zijn werk had gedaan hier op aarde

    En al de hemellichamen op hun plaats had gerangeerd

    Heeft hij de mechanieken van zijn grootse machine gemaskeerd

    En over de natuur een ondoordringbare sluier gedrapeerd.

     

    Bij een rabbijn heb ik gelezen dat dit onzegbare Wezen

    Op een dag de geleerden bijeenriep voor zijn troon

    De trotse kinderen van het sofisme, de eindeloze criticasters

    De goede Thomas van Aquino, Scotus en Bonaventuur

    Uit de Provence zelfs een leerling van Epicuur

    En meester René die men vandaag vergeten is gewoon

    De grote gek, vervolgd door nog grotere gekken dan hij was en

    Al die knappe koppen die met hun geleerde fratsen

    Het wereldbouwwerk optrokken van het ingebeelde leven.

     

    Welaan, vrienden, zei God, ontraadsel mijn geheim:

    Zeg me wie ik ben, en hoe ik gemaakt moet zijn

    En als supplement daarbij, zeg me wie jullie zijn

    Welke kracht de kometen doet tollen als zot

    En waarom er op deze aardkloot door het fatale lot

    Voor elk pond goeds honderd centenaars kwaad moet zijn.

    Ik weet dat dank zij de goede zorgen van nobele genieën

    Prijzen worden uitgeschreven door de academiën

    Ik loof er ook een uit. Wie het doel het dichtst benadert

    Krijgt veel geld en verwerft ook het heil, maar dan later.

     

    Zo sprak hij. Thomas stond op voor een august vertoog,

    Thomas de dominicaan, de engel van de scholastiek

    Die wel honderd redetwisters diende van repliek

    Die op alles een antwoord wist en nooit zichzelf bedroog.

    Gij zijt, zo sprak hij tot hem, de existentie en de essentie,

    Eén met attributen, zuivere act en ook substantie

    Einde, begin en midden, binnen en buiten alle tijden,

    Altijd overal aanwezig zonder ooit ergens te verbeiden.

    De Eeuwige nam na die woorden bewonderd door een lorejas

    Het woord met een glimlach en sprak: Goede moed, Thomas!

    Descartes nam diens plaats in en stommelde wat rond

    Op zoek naar een werveling die hij maar niet vond

    En met zijn voorhoofd bepoederd met subtiele materie

    Zonder ooit iets gelezen te hebben, zelfs niet het Evangelie,

     

    Heer, zo sprak hij tot God, deze brave man Thomas

    Loopt al te zeer met de dromerige Aristoteles in de pas.

    Dit is mijn argument en ik vind dat het onweerlegbaar is

    Om te zijn volstaat het dat het zijn mogelijk is.

    Wat uw universum aangaat, het is erg imposant

    Maar ik kan dat net zo goed, ik sta ervoor garant

    Uit materie alles maken is iets wat ook ik vermag

    De elementen, dieren, wervelingen en het licht

    Als ik over de wetten van de mechanica goed ben ingelicht.

    God schonk ook hem een meewarige glimlach.

     

    Gassendi, een priester uit Digne, vroom maar onzeker

    Verachtte die ongelooflijk brutale Bretoense grootspreker

    En begon tegen God over zijn kromme atomen te brallen

    Hoewel die uit de mode waren en helaas al lang vervallen

    Het suprême zijn was voor hem echter de spelbreker.

     

    Toen kwam er een joodje met een lange neus, bleek gelaat
    Arm maar tevreden, bedachtzaam, desolaat
    Subtiel van geest, op het ijle af, meer geroemd dan gelezen
    Verstopt onder de mantel van Descartes, zijn meester
    En stapte met gemeten schreden naar het grote Wezen.
    Excuseer zei hij met nauwelijks hoorbaar gefluister
    Maar ik denk, onder ons gezegd, dat u niet bestaat...

    Ik heb dat meen ik bewezen met mijn mathematiek.

    Ik heb ordinaire leerlingen en ook wat slechte kritiek;

    Oordeel nu over ons. Bij die woorden begon de aardbol te daveren

    En uit afschuw en vrees begon de Heilige Thomas achteruit te laveren

    Maar de goede en clemente God beval slechts dat men

    De ongelovige beklaagde de hersenen zou purgeren.

    Nu hij zelf niet meer om de prijs kon concurreren

    Vertrok hij, vergezeld door enkele knappe koppen.

     

    Onze geleerden merkten hoe God in zijn grootmoedigheid

    Toegaf aan al die verregaande stoutmoedigheid.

    Ze etaleerden al gauw wel honderd diepe inventies

    En nobele staaltjes van hun puntige pretenties.

    Ze praatten, ze disputeerden en schreeuwden allen zonodig

    Zo gaat het ook als een gastheer op het feestmaal nodigt

    Vijftien of twintig raisonneurs, acteurs, commentatoren

    Rijmelaars, compilatoren, chansonniers, traductoren,

    Het huis weergalmt van hun geroep en hun geblaat

    Voorbijgangers blijven verbouwereerd staan op straat.

     

    Heel gedecideerd verzekerde Malebranche dat men zich bovenal

    Tot Het Woord moet richten en dat het antwoorden zal

     

    God in zijn opperste goedheid zo sprak Arnaud zonder verbloemen

    Heeft speciaal het mensenras geschapen om ons te kunnen verdoemen.

     

    Leibniz waarschuwde Turken en Christenen vastberaden

    Dat het grondig verkeerd was zijn harmonie te versmaden

    Dat God, de wereld en wij niets zijn zonder zijn monaden.

     

    In de Koerier van Lapland was er een hansworst die aanvoerde

    Dat we naar de straat moeten waar Magellaan ons voerde

    Alsof het verstand verlicht wie een dissectie op een reus uitvoerde.

    Benoît de Maillet, consul maar niet zoals die in Rome

    Weet perfect hoe hier de eerste mens tot stand kon komen.

    Eerst was hij een vis. De zeer wisselvallige bakermat

    Van dat arme beest was zelfs in het fijnste kristal gevat.

    En wij verbazen ons nog steeds dat de Chinese Zeeën

    Door hun stromingen vorm gaven aan de Pyreneeën.

    Elk creëert zijn systeem en al hun geleerde dromen

    Lijken wel regelrecht uit het gekkenhuis te komen.

     

    God werd echter niet boos: hij is de allerbeste vader

    En wil ons niet beklemmen met al te strakke banden

    Hij wil liever dat zijn kinderen als kleine libertijntjes

    Zich amuseren en genieten van het werk zijner handen

    Hij stelde de prijs dan maar uit tot een jaartje later

    Maar nog dezelfde dag zond hij terstond en fijntjes

    Zijn Engel Gabriël, als ambassadeur met vrede beladen

    Vervuld van indulgenties en brenger van weldaden.

     

    De gevederde zendeling overvloog wel twintig provinciën

    Bezocht heiligen, pauzen en ook prinsen

    Kranige kardinalen en ook inquisiteurs zeer ervaren

    Die in vorige eeuwen toegewijde vervolgers waren.

    Mijne heren, zo zei hij hen, de goede God ordonneert

    Dat gij zonder iemand anders te genaken u goed amuseert.

    Hij weet dat men op de wereld geleerden aantreft

    Wiens domheid die van jullie ruim overtreft

    Die de bedoeling noch de macht hebben om kwaad te doen

    Moeten we hen dan omdat ze dwalen in de brandende olie doen?

    Het gevaar van een boek, geloof me vrij, is niet baarlijk

    Een handtekening van jullie echter is levensgevaarlijk.

    In de Sorbonne, bij het geuzenkerkhof, is men één van gedacht:

    Doe als de goede God, die er alleen maar om lacht.

     

    Voltaire, Satires, Les Systèmes

    Vertaald door Karel D’huyvetters, ©2012

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie
    09-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza in Vlaanderen



     






    Spinoza staat in de belangstelling, of toch enigszins. Ook in Vlaanderen zijn er mensen bezig met Spinoza, of willen meer weten over deze fascinerende figuur en zijn gedachtegoed. Er is echter in Vlaanderen bij mijn weten geen vereniging die zich daarvoor inzet. Men moet uitwijken naar de overigens uitstekende buitenlandse websites.

    Samen met enkele anderen heb ik het initiatief genomen om een contactpunt te maken voor Spinoza in Vlaanderen, onder de vorm van een website met die naam. Het is onze bedoeling om daar allerlei nieuws te brengen over Spinoza in de Vlaamse context.

    Sympathisanten met dit initiatief worden hierbij vriendelijk opgeroepen om zich aan te melden op die website. Door de vermelding van hun naam scharen ze zich achter de algemene doelstelling: Spinoza bekend maken in Vlaanderen.

    Het is niet onze bedoeling om een vereniging op te richten. Dit initiatief is kosteloos en vrijblijvend.

    We beginnen bescheiden. Samen kunnen we dan zien hoe het verder moet. Mag ik op jouw steun rekenen? Dank en van harte welkom!

    http://blog.seniorennet.be/spinoza_in_vlaanderen




    Categorie:levensbeschouwing
    Tags:filosofie
    06-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ode aan Spinoza

    Homini igitur nihil homine utilius

    Spinoza

     










     

    in bescheidenheid

    hult zich de meester

    zonder ergernis

    over anathema

     

    leven voor vaal voetlicht

    geruild voor verlichting

    chaos geweld na-ijver

    voor klaar onderscheiden gedachten

     

    rijker worden kan

    door ontvreemden

    verwerven

    of nood beperken

     

    onvoorzichtig

    doorn in het oog

    vermaledijde

    steen des aanstoots

     

    mens

    gezegend

    mensen

    te nutte

     

    gedachten gepolijst

    tot briljante lenzen

    een en al onthullen

    op ware grootte

     

    ongenadig

    ontoereikend

    ontwaren

    ontluisteren

     

    kundig meten

    onweerlegbaar

    scherprechter

    helder weten

     

    die verder zag

    ongehinderd dacht

    ruimteloze einders

    de tijd te buiten

     

    waar gij tradt

    staan mijlpalen geslagen

    geen weg terug

    geen excuus

     

    denken

    voelen

    weten

    doen

     

    Karel D’huyvetters 2012

     

     

     

     

     

     

     

     

     


    Categorie:poëzie
    Tags:poëzie


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1
  • De waanzin van het kwaad
  • Het einde
  • God, of Christus?
  • Een onsterfelijke ziel?
  • Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving
  • Godsdienst en wapengeweld
  • Aloud atheïsme
  • de grond van de zaak: de neutraliteit van de staat?
  • Paul Claes, Het pelsken van Rubens
  • De persoon en de functie.
  • Chaos en orde
  • Godsdienst of cultuur?
  • Recensie: Hans Plets, Verdwaald in de werkelijkheid.
  • vrijheid van mening genuanceerd?
  • Het placebo-effect
  • De Maagdenburgse halve bollen
  • Godsdienst en secularisme
  • Overweging bij de moord op een Franse leraar: antiklerikalisme
  • Het Gele gevaar
  • Studentendoop, of moord.
  • orendul
  • orendul
  • Vergif uitademen
  • Si dolce e'l tormento
  • Pasen?
  • Melomaan, nogmaals
  • Socialisme, toen en nu
  • Le prisonnier de la tour
  • Nachtwandeling
  • 'Rassengelijkheid' en intelligentie
  • verantwoordelijkheid
  • al te vroeg gestorven
  • Melomaan
  • digitale revolutie: weerstations
  • Lof: Tantum ergo
  • Gnossiennes? Een etymologische bijdrage van gastauteur Paul Claes
  • God is groter. Het testament van Spinoza.
  • Dichtbundel Mia Loots: wie ik ben
  • Peter Venmans, Discretie (recensie)
  • Het geloof van de kolenbrander
  • Openbaring
  • pas verschenen
  • Luts verjaardag 2018
  • Beestenboek
  • Adam en Eva in het aards paradijs
  • Waarom? Daarom!
  • appartementisering
  • Gedichten-dag 2018
  • René Willemsen, Het onvoltooide leven van Thomas (recensie)
  • Thomas van Aquino, Over het zijnde en het wezen (recensie)
  • What's in a name?
  • Spinoza: Ethica
  • Patrick Lateur (vert.), Goden. 150 epigrammen uit de Anthologia Graeca
  • Ter inleiding bij de tentoonstelling van Lut in De schuur van A, 9 september 2017
  • Paul Claes, SIC, mijn citatenboek
  • Facebook
  • De heilsstaat is niet voor morgen.
  • Paul Claes: Catullus, Lesbia (recensie)
  • het boerkini-verbod en de filosoof
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • Exit buxus
  • Terugblik
  • Een poging tot samenvatting
  • Leonard Cohen
  • De wraak van Jan met de pet
  • Foucaults slinger: naschrift ter correctie
  • En toch beweegt ze! Foucaults slinger.
  • Tentoonstelling
  • De rode draad
  • Avondlied
  • Afscheid van kerstmis
  • Spinoza: De Brieven over God
  • Spinoza: de Brieven over God
  • Keren Mock, Hébreu, du sacré au maternel, 2016 (recensie)
  • Geen visum voor vluchtelingen?
  • Rudolf Agricola (recensie)
  • Jan Verplaetse, Bloedroes (recensie, niet voor zachtmoedigen)
  • De verlichting uit evenwicht? (recensie)
  • Godsdienst: macht of inspiratie?
  • 'En bewaar het geheim.' Intieme blikken van vrijmetselaars (recensie)
  • Lamettrie, Het Geluk (recensie)
  • El cant dels Aucells
  • Peter Venmans, Amor Mundi (recensie)


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!