Foto
Categorieën
  • etymologie (80)
  • ex libris (83)
  • God of geen god? (186)
  • historisch (29)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (249)
  • literatuur (41)
  • muziek (76)
  • natuur (8)
  • poëzie (95)
  • samenleving (239)
  • spreekwoorden (12)
  • tijd (13)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • Vrijdenkers
  • Uitgeverij Coriarius
  • Het betere boek
    Archief per maand
  • 08-2025
  • 07-2025
  • 06-2025
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    10-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spreeuwen





    Als kleine jongen maakte ik kennis met spreeuwen als een lekkernij. Als ik me goed herinner leverde een bevriende vogelvanger in de herfst de porties netjes gepluimde en gereinigde vogels af, per dozijn. Die zagen eruit als geslachte kippen, maar dan zonder vel, het vlees was donkerrood gekleurd en ze waren natuurlijk veel kleiner dan kippen. Moeder bakte ze aan en liet ze dan even zachtjes stoven, met wat peper en zout, misschien een beetje muskaatnoot. Het was best lekker, aan de borst zat stevig wat vlees, de pootjes en de andere frêle beentjes afkluiven was leuk. De smaak kan je vergelijken met die van kwartels, maar iets minder zoet, meer een wildsmaak. De vangst van spreeuwen voor consumptie is streng verboden sinds 1972.

    Spreeuwen in de natuur kende ik toen amper. Wij woonden in een provinciestadje en daar zag je geen spreeuwen, of misschien heb ik ze toen niet opgemerkt, want de buiten was vlakbij en als kind speelden we graag in de velden, ze moeten er zeker wel geweest zijn.

    Enkele jaren na mijn eerste huwelijk verhuisden we naar Heverlee. Vlakbij was een vrij groot domein van de waterwinningsmaatschappij, ik denk dat men daar water oppompte voor huishoudelijk gebruik, maar zeker heb ik het nooit geweten. Er stonden veel hoge bomen, dicht bij elkaar, canada’s, een soort populieren. In de herfst verzamelden de spreeuwen daar massaal in de vooravond. Ze vlogen in enorme dichte zwermen rond in vloeiende, wentelende bewegingen en doken dan als op een gegeven teken luid kwetterend de bomen in. Even later vlogen ze weer op en herhaalde zich het merkwaardig schouwspel, tot ze eindelijk een rustplaats hadden gevonden voor de nacht.

    Later verhuisden we naar Holsbeek, in ons eigen huis, op een stuk grond van ongeveer dertig are. De tuin bestond uit gras met daarin allerlei inheemse bomen: berk, eik, den; enkele fruitbomen uit een vroeger leven, wellicht overblijfsels van de Tweede Wereldoorlog. En een viertal canada’s die iemand daar ooit had geplant. Daar zagen we vaak spreeuwen, soms alleen, soms in een kleine groep, die naarstig het grasveld afschuimden, voortdurend haastig pikkend naar allerlei insecten en zaden, vermoed ik. Ze vielen op door hun systematische aanpak, hun onophoudelijke vraatzucht, maar ook door hun kleur. In het voorjaar hebben de volwassen vogels een broedkleed, met een iriserende (van iris, Grieks voor regenboog) zweem van geel- en blauwgroen op de donkere pluimen die scherp contrasteren met de stevige, puntige citroengele snavel. In de herfst, na het ruien, vertonen de punten van de veren opvallende witte vlekken. De snavel is dan bruin en blijft zo tot in de broedtijd.

    Vanuit mijn leeszetel zie ik de laatste tijd de spreeuwen weer zwermen, aanvankelijk een kleine groep, niet meer dan tien, maar stilaan zijn er meer bijgekomen, nu is het al een heuse vlucht, of een kooi, zoals we in Eeklo zegden, ‘uh keuë’. ‘Kooi’ heeft inderdaad die betekenis, zegt Van Dale. Maar of dat ook afgeleid is van cavea, Latijn voor (dieren)kooi, dat betwijfel ik. Ik zie meer in het Franse queue, staart en dus ook een lange wachtrij en zo een troep.

    Het is mooi om zien hoe de spreeuwen zo ogenschijnlijk speels rondvliegen, nu eens allemaal samen in strakke formatie, dan weer valt de vlucht uiteen, maar even later zijn ze weer bijeen, altijd in de buurt van enkele hoge berken bij de buren. Ik ken geen andere vogelsoort die dat zo doet. Je vraagt je af waarom… Mijn ‘Complete Vogelgids’ vermeldt dat spreeuwen gezelligheidsdieren zijn. Dat is onzin natuurlijk, dieren zijn geen mensen, we mogen onze menselijke gewoonten en emoties niet overdragen op de dieren, dat klinkt misschien wel leuk maar het heeft niets te maken met de reden waarom ze iets doen.




    De vorm van vogelzwermen wordt bepaald door enkele zeer eenvoudige regels, die te maken hebben met de fysiologie, de natuurlijke verschijning, de bouw van de vogel. Als gelijksoortige individuen zijn ze perfect geschikt om gelijke bewegingen uit te voeren, zonder een centrale leiding. Dat verklaart wel hoe ze het doen, maar niet waarom. Bij trekvogels is het zwermen een voorbereiding op het gezamenlijk vertrek, denk aan de zwaluwen. Maar spreeuwen zijn grotendeels standvogels. Het valt me op dat de spreeuwen pas in de late namiddag beginnen te zwermen. Naarmate de duisternis nadert, duiken ze steeds vaker de bomen in. Hun gedrag heeft dus meer dan waarschijnlijk te maken met het gezamenlijk overnachten in de bomen. Ze troepen samen omdat ze samen gaan overnachten, dat is veiliger dan elk afzonderlijk: als er een bedreiging is, zal het alarm van één vogel de hele kolonie opschrikken. Het avondlijk rondzwermen is dus een voorbereiding van de nachtrust, waarbij de groep gevormd wordt door het uitnodigend rondvliegen en de roest, de nachtelijke verblijfplaats wordt verkend en uitgeprobeerd voor ze definitief neerstrijken.

    Hebben jullie ook spreeuwen in de buurt?

     


    Categorie:natuur
    Tags:natuur
    09-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.40 stemmen

    De menselijke stem, zo zegt men wel eens, is het mooiste muziekinstrument. Wellicht was het ook het eerste: om te zingen heb je niets anders nodig dan je stem. De zangstem vermag ook iets dat geen enkel ander instrument kan: samen met de melodie, het ritme en het tempo brengt ze ook betekenis over, door het gebruik van de taal. Soms doet een componist afstand van die bijkomende mogelijkheid en gebruikt hij of zij de stem als een geluidsbron, zonder woorden. Dat noemt men een vocalise; bekende voorbeelden zijn die van Rachmaninov en Villa-Lobos voor sopraan. Ravel, Debussy, Vaughan Williams zetten af en toe in hun symfonisch werk een koor in dat vocaliseert. De begeleiding kan eenvoudig zijn, met piano bijvoorbeeld, of ook groot orkest. Ik vond een website met een zeer uitvoerig overzicht van dergelijke liederen zonder woorden.

    We zijn meer vertrouwd met gezongen teksten, al dan niet begeleid. Het is een typisch menselijke bezigheid, hoewel ook dieren ‘zingen’, denk maar aan de vogels en de walvissen. Mensen hebben leren praten en combineren dat sinds mensenheugenis met muziek, overal ter wereld. Er zijn heel eenvoudige liederen, zoals de wiegeliedjes die moeders zingen voor hun kinderen. Dat is een voorbeeld van monodie of eenstemmig gezang. Je kan dat ook met meer personen zingen: een duet, trio, kwartet enzovoort, tot een kamerkoor of een massazang. Maar vanaf het ogenblik dat er verscheidene zangers of zangeressen zijn, ontdekken we nieuwe mogelijkheden. Waarom met zijn tweeën monodisch zingen, dus allebei hetzelfde? Waarom niet een canon, waarbij de twee stemmen wel dezelfde melodie zingen, maar met een verschuiving: de tweede begint pas wanneer de eerste de eerste ‘zin’ af heeft en aan de tweede begint. Of de tweede stem kan dezelfde melodie zingen, maar dan een beetje hoger of lager, meestal een terts, dat klinkt goed samen. We hoeven ons daartoe niet te beperken, de tweede stem kan een heel andere melodie zingen, die goed klinkt bij die van de eerste stem. Het is daarbij niet nodig dat de tweede melodie dezelfde woorden heeft als de eerste, noch dat de noten van de beide stemmen telkens op hetzelfde moment beginnen en eindigen. En om het helemaal mooi te maken kunnen we een beroep doen op verscheidene stemtypes: knapen, meisjes; sopranen en alten bij de vrouwen; altus, tenor, bariton, bas bij de mannen.

    Met al dat materiaal kunnen we muzikaal alle kanten uit, heel bescheiden in een beperkte groep zoals in een strijkkwartet, of heel uitvoerig zoals met een groot symfonisch orkest. Componisten hebben omzeggens evenveel mogelijkheden met alleen maar zangers en zangeressen als met instrumenten.

    Al heel vroeg heeft men die mogelijkheden ontdekt en verkend. Het was in onze streken, meer bepaald in wat nu Frans-Vlaanderen is maar ooit gewoon Vlaanderen, dat in de kerken, kloosters, paleizen en burgerlijke gebouwen de polyfone zangkunst een hoogtepunt bereikte in de vijftiende en zestiende eeuw (1400-1600). Sinds het midden van de twintigste eeuw heeft men die muziek als het ware herontdekt en is men die weer gaan uitvoeren, zoveel als mogelijk zoals ze destijds, dus vijfhonderd jaar tevoren, (vermoedelijk) werd gebracht. Dat is specialistenwerk: eerst moet men de oude manuscripten en gedrukte bronnen vinden, dan ze ontcijferen en vervolgens ze uitvoeren. Bij ons is de bekendste specialist Paul Van Nevel met zijn Huelgas Ensemble, over wie ik hier al eerder lovend schreef.

    Ik ontleende van dat Ensemble in de Leuvense stedelijke bibliotheek Tweebronnen een cd met de intrigerende titel ‘40 voci/voices/voix/stimmen’ (Harmonia Mundi, 2006, SACD). Het is vocale muziek voor meerstemmig koor, of beter gezegd, voor meerstemmige koren. In een koor kan je heel veel ‘stemmen’ hebben. Er zijn niet alleen de klassieke mannen- en vrouwenstemmen, je kan die telkens ook verdubbelen of verdrievoudigen binnen één koor, of je kan twee of meer meerstemmige koren naast elkaar zetten, of op afzonderlijke plaatsen in de ruimte. De koren zingen dan elk hun versie van de melodie, samen met de andere, waarbij alle mogelijkheden van het samenklinken worden verkend, alle ritmische combinaties en patronen, alle tempi samen of in contrast… Je kan het zo ingewikkeld niet bedenken of het is ooit wel eens uitgeprobeerd. Deze cd is gewijd aan enkele van de meest gewaagde en beroemde combinaties. Het is koormuziek a capella, dus zonder begeleiding, voor 12, 13, 16, 24, 35 en zelfs 40 stemmen, sopranen, alten, tenoren, baritons en bassen. Voor de compositie met veertig stemmen zijn er (ten minste) veertig zangers nodig, die op sommige momenten dus elk iets anders zingen, maar wel samen.

    Het resultaat is, wat dacht je, verbluffend. De muziek dateert van rond 1450 tot rond 1650, met één uitschieter naar 2006, een zeer geslaagd gelegenheidsstukje voor 35 stemmen van een van de koorleden, op de naam H-U-E-L-G-A-S, dat helemaal in de stijl van de Vlaamse Polyfonie is geschreven.

    Elk van deze composities is zonder meer overweldigend, maar het beroemde Spem in alium voor veertig stemmen van Thomas Tallis (ca 15015-1585) spant wel de kroon. Wanneer de laatste weergalm van de slotakkoorden is uitgestorven blijf je als luisteraar ademloos achter, verstomd door zoveel complexe klankschoonheid. Dit is een schitterend staaltje van tot wat de mens in staat is, als componist, als koorleider en musicoloog en als een homogene groep van individueel uitzonderlijk begaafde uitvoerend kunstenaars met als enig instrument de eigen stem.



    Je vindt deze cd wellicht in je plaatselijke bibliotheek. Je kan hem ook kopen, officiële prijs ongeveer € 20, bij Amazon voor ongeveer € 16, verzendingskosten inbegrepen. Het is een cd die je ongetwijfeld vaak zal opzetten, niet zomaar als achtergrondmuziek, maar om er echt naar te luisteren, alleen of met een geliefde, op een begenadigd moment, helemaal geconcentreerd opgaand in de overweldigende luister van deze heerlijke muzikale rijkdom, dankbaar dat je dit mag meemaken.


    Categorie:muziek
    Tags:muziek
    07-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rik Wouters terug in Mechelen

    Gisteren zijn we op stap gegaan, dat gebeurt ons niet vaak. Enkele weken geleden was er op Canvas een uitstekende documentaire over leven en werk van kunstschilder en beeldhouwer Rik Wouters (Mechelen 1882- Amsterdam 1916). Toen ik onlangs na het tv-nieuws vernam dat er een tentoonstelling was in Mechelen, was mijn aandacht meteen gewekt. Even de details nakijken op de website van de stad, afspreken met een bevriend kunstenaarsechtpaar en dan was het zover.

    Het weer viel aanvankelijk tegen, regen en wind, de michielszomer van vorige week is helaas nadrukkelijk voorbij. We nemen de bus in Tremelo, als 65+ reizen we gratis. Pol kent Mechelen goed. Hij loodst ons van de bushalte via een verrassend wandelpad dat als een lange brug over een dode arme van de Dijle ligt en ons langs indrukwekkende lofts voert; het is misschien wel crisis, maar niet iedereen heeft er evenveel last van. Zo komen we rond de middag bij de Vismarkt en vinden een leuk restaurantje met een aantrekkelijke kaart, niet te duur maar goed verzorgd. Koffietje na en dan op stap naar het Schepenhuis, waar de tentoonstelling plaats vindt. Bij het verlaten van het restaurant merken we dat onze paraplu gestolen is, of geruild voor een verhakkeld exemplaar, al dan niet met opzet. Tja… er zijn blijkbaar soorten van mensen.



    Het Schepenhuis is vlakbij, een historisch gebouw dat prachtig gerestaureerd is een binnenin voorzien van een moderne stalen trappenconstructie. De ruimten zijn optimaal ingericht voor deze tentoonstelling en de presentatie is eveneens uiterst professioneel, opvallend onopvallend, alles is gericht op het rustig genot van de kunstwerken, de aandacht wordt nergens afgeleid door onvolkomenheden, storende of opdringerige details. Het onthaal is verrassend warm, vriendelijk en meer dan zomaar bekwaam. Onze leeftijd is goed voor een reductie van de toegangsprijs tot vijf euro. Er is een voorbeeldige gratis bezoekersgids met alle afbeeldingen en summier maar deskundig commentaar.

    We gaan elk op ons ritme de tentoonstelling verkennen, die verspreid is over de drie verdiepingen: de heerlijke bronzen beelden en bustes, de (zelf)portretten, de naakten, de beelden uit het dagelijks leven, bos en platteland, de stillevens… Ik herken veel van de werken, ook door de tv-documentaire, ze behoren tot ons artistiek erfgoed, maar nu zie ik ze voor het eerst in het echt en dat is toch een indrukwekkende en ontroerende ervaring. Overal zijn er stijlvolle én comfortabele zitbanken en de schaarse bezoekers maken daarvan dankbaar gebruik, niet om uit te rusten, want zo groot is het Schepenhuis nu ook weer niet, maar om rustig te zitten kijken en peinzen bij een doek of een beeld dat je bijzonder treft. Dit is genieten. Alles draagt bij tot een zeldzaam volmaakte unieke artistieke en menselijke ervaring.



    Bij het buitengaan kopen we nog enkele kunstkaarten en een bladwijzer, één euro per stuk, met afbeeldingen van de werken, souvenirs van ons bezoek, een poging om het contact met de kunstenaar en zijn vrouw nog even vast te houden, voor we weer de aangename drukte van het aantrekkelijke historisch stadcentrum induiken. We hebben nog even tijd voor een koffie en een pannenkoek, dan wandelen we naar de bushalte, waar we ons wat onwennig mengen tussen het jong geweld van de schoolgaande jeugd. Als we weer op het Damiaanplein staan klept het vijf uur. We nemen afscheid van onze gezellen en maken de korte rit naar Werchter in stilte, elk verzonken in de eigen gedachten, de vele indrukken verwerkend, nagenietend, maar dan stilaan weer aanknopend met het leven van elke dag.

    Kunst verrukt, rukt je inderdaad even weg uit je vertrouwde omgeving, weg van je eigen gedachten en vooroordelen en drukt je met je neus op de wereld zoals iemand anders die gezien heeft en gevat in kunstwerken die tot het beste behoren van wat een mens vermag. Rik Wouters heeft ons in zijn korte leven een schat aan heerlijke werken nagelaten, waarvan wij met bewondering, ontroering en dankbaarheid hebben mogen genieten.




    Lieve lezer, aarzel niet om ons voorbeeld te volgen, er wacht je een ervaring die je niet gauw zult vergeten.


    Categorie:kunst
    Tags:kunst
    04-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dexia, o Dexia!

    Lang geleden, toen de mensen nog praatten en geen e-mails of blogs schreven, zette ik samen met mijn eerste echtgenote de eerste stappen in onze kapitalistische maatschappij. We werkten allebei en hadden dus elke maand wat overschot. Dat ging op een spaarrekening, maar welke? We gingen even informeren bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, die we allebei nog kenden van in de lagere school, toen we met bedrukte meetlatjes en rode spaarpotjes maar nog meer door de school zelf aangespoord werden om te sparen, op een heus spaarboekje, waarop de minuscule bedragen van één frank zorgvuldig werden ingeschreven, samen met de nog veel minusculere interesten. Het onthaal in het kantoor was onvriendelijk, de voorwaarden oninteressant. Blijkbaar was de hele actie erop gericht om goedkoop geld te (laten) verzamelen en dat zo goed en zo lang mogelijk bij te houden zonder ervoor te betalen en er zo zelf de winsten van op te strijken.

    We vonden dan als vanzelf de weg naar BAC, de bank van de Belgische christelijke arbeidersbeweging. Het was een bescheiden instelling, helemaal in de stijl van de andere poten van de christelijke zuil, meer een coöperatieve, een volksspaarbank dan een ‘echte’ bank, zoals de Generale Bank. Dat wekte vertrouwen en dat is nooit beschaamd in de vele jaren dat we daar klant geweest zijn. Je kon er terecht voor alle courante transacties en je kreeg er goed advies. Zo hoorden we daar het eerst dat er een interessante verkaveling was in Holsbeek. We hebben bij BAC geleend voor de grond, daarna voor de bouw van het huis. We namen er een levensverzekering, we deden er aan pensioensparen, de kinderen hadden er een spaarrekening die bij allerlei gelegenheden aangevet werd. We kochten er onze eerste spaarbons en onze eerste obligaties. Als we vreemde valuta nodig hadden voor onze buitenlandse vakanties, dan vonden we daar de beste wisselkoers. De bedienden aan het loket kenden ons en wij hen, het waren mensen zoals wij. De directeur woonde in een verkaveling bij ons in de buurt.

    Na mijn echtscheiding nam ik een eigen bankrekening bij Kredietbank, die hadden een kantoor in de buurt van mijn werk, dat was handig. Ik zal hier niet ingaan op mijn ervaringen met die bank, dat is een ander verhaal.

    Toen ik op pensioen ging, wou ik mijn geldzaken in orde brengen. Ik had mijn groepsverzekering gekregen en er was het pensioensparen en hier en daar nog wat op spaarrekeningen. Waarom dat niet consolideren en zien of we niet wat betere voorwaarden konden krijgen? Mijn eerste bezoek ging naar BAC, dat intussen BACOB en daarna Dexia geworden was. Het kantoor was nog op de oude plaats, maar was nu onherkenbaar veranderd, helemaal verbouwd, erg luxueus, glas, metaal en marmer, koel en indrukwekkend. Om de directeur te zien moest je een afspraak maken. Ik werd door hem ontvangen met alle egards, kopje koffie in zijn prachtig modern kantoor, een aantrekkelijke man, een dertiger, chique pak, wit hemd met manchetten en gouden manchetknopen, dure das, dure schoenen, opzichtig duur polshorloge, dure vulpen, dure bril, zonnebankbruin, net van bij de kapper. Een lange en ingewikkelde uitleg met veel geleerde woorden, maar gebracht met een grote zelfzekerheid. Natuurlijk zou men mijn geld goed beheren, voor klanten met een zeker vermogen (dat klonk goed, voor mijn bescheiden spaarpot) deed men iets speciaals, een vorm van private banking: gepersonaliseerd beheer van mijn kapitaal(tje), met vooruitzicht op aanzienlijke winsten en een verwaarloosbaar risico. En ook wat extraatjes: we kregen meteen gratis kaarten voor een toneelvoorstelling.

    Het was zeer aanlokkelijk en overtuigend. Er kon niets verkeerd gaan. En toch, toen ik thuiskwam en nog even nadacht over mijn ervaring bij het nieuwe Dexia, zei mijn hart me: nee, Karel, niet doen. En ik heb het niet gedaan. Ik heb mijn bescheiden spaarcenten verspreid over enkele kleine banken met een kantoor hier in het dorp, op spaarboekjes met een kleine interest en zonder enig risico.

    Dexia heeft sindsdien vele ups en downs gekend. Ze gingen bijna op de klippen met de bankencrisis, enkele jaren geleden. Vandaag is het weer zover. Het aandeel leed nog maar eens een verlies van maar liefst dertig procent op één dag en de dag is nog niet voorbij… Jongens wat ben ik blij dat ik toen niet op hun voorstel ben ingegaan! Mijn appeltje voor de dorst, mijn zekerheid voor mijn oude dag zou verschrompeld zijn, om nog te zwijgen van het hartzeer en de ongerustheid bij al het slechte nieuws, jaar na jaar.

    Waarom heb ik toen nee gezegd? Ik heb het me dikwijls afgevraagd. Ik ben geen financieel genie, ik heb me nooit veel met bankzaken beziggehouden. Het was dus geen weloverwogen beslissing met kennis van zaken, helemaal niet. Maar ik voelde me niet op mijn plaats in dat koele, onpersoonlijke moderne gebouw, ik vertrouwde de yuppie mooiprater niet, ik verstond niets van zijn verhaal over afgeleide producten en ik schrok van risico’s die hij minimaliseerde. Dit was niet meer de volksbank die ik had gekend, dit was big business. Wie betaalde het gloednieuwe pompeuze kantoor, wie de ongetwijfeld aantrekkelijke wedde en de bonussen van de directeur, de extraatjes en de persoonlijke service? Ik natuurlijk. Dat was het dat me toen deed afknappen en dat doet het nog steeds.

    Wat is er met de grootbanken aan de hand? Ik weet het niet, ik weet nog altijd niets over de financiële markten of de economie, ik begrijp daar echt niets van. Maar ik zie wel dat die banken overal in onze steden en dorpen luxueuze kantoren hebben, dat ze in de grote steden en de hoofdstad monumentale gebouwen hebben neergepoot, dat de CEO’s wedden hebben die ik me zelfs niet meer kan voorstellen, dat ze bonussen krijgen die ik niet anders kan omschrijven dan als obsceen. Dat ze verschrikkelijk veel kosten moeten hebben met al die gebouwen, al dat personeel, al die geleasede wagens, al die reclame. Dat ze hun bedrijf runnen met slechts één doel: winst maken, snel en veel. Dat ze risico’s nemen, enorme risico’s. Met het geld van hun klanten.

    Maar gelukkig niet met het mijne. Ik zal niet rijk worden van mijn spaarpotje, maar ik ben er zeker van dat het er morgen nog is en wat er overschiet als ik doodga, dat is voor mijn kinderen en kleinkinderen.

    Ik dacht dus dat ik veilig zat en dat ik het, achteraf bekeken, niet zo kwaad had gedaan voor een absolute leek. Maar nu blijkt dat niet echt het geval te zijn. De grootbanken dreigen failliet te gaan, ze bezwijken onder hun eigen gewicht, hun kostenstructuur en hun onverantwoorde risico’s. De nationale overheden kunnen dat niet laten gebeuren, zegt men, wij, dat wil zeggen de belastingbetalers moeten de banken redden. Ik word dus toch gerold, al ben ik geen klant van de banken die blijkbaar moeten gered worden.

    Die redding overigens moet niet één keer, maar telkens weer. Kijk, dat begrijp ik niet. Je zou denken dat als de staat een bank redt, die ook een serieuze bolwassing krijgt, dat er koppen rollen, dat men de misbruiken, de goede sier, de arrogantie en de onverantwoorde risico’s aan banden zou leggen, dat we terug zouden gaan naar de bescheiden maar efficiënte volksbanken, waar mensen met een overschotje hun centen konden deponeren en mensen die een huis bouwen een lening krijgen, een transactie waar iedereen wel bij vaart, zonder er rijk of arm van te worden.




    Ik althans heb geen verandering gezien. De banken zijn nog steeds gehuisvest in paleizen en de best gerestaureerde huizen in elk dorp en elke stad. Ze overspoelen ons dagelijks met reclame voor ingewikkelde producten zonder ons de kleine lettertjes uit te leggen. Ze sponsoren nog altijd kunst en cultuur en sport. Ze leven nog altijd op even grote voet. De bonussen zijn nog altijd obsceen, de wedden en de ontslagvergoedingen van de topbankiers eveneens. Dexia beweert om het uur op de VRT-radio dat ze mijn topbank zijn, terwijl het aandeel keldert en de Belgische on-regering zich buigt over een rampscenario.

    Ik weet niets van financies af. Maar ik denk dat ik wel weet waarom Dexia vandaag weer eens aan de rand van de afgrond staat. Ik weet immers waarom ik mijn spaarcenten destijds niet aan hen heb toevertrouwd.

     


    Categorie:samenleving
    Tags:maatschappij
    02-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cultuur

    Enkele dagen geleden drukte ik hier mijn verwondering uit over het feit dat het biologisch leven op aarde erin slaagt om al de verworven genetische informatie op te slaan in elk van zijn cellen en die zo door te geven bij de voortplanting. Als je dat vergelijkt met wat er gebeurt eens een mensenkind geboren is, dan valt pas op hoe merkwaardig dat is. Een pasgeboren kind is totaal hulpeloos en sterft na zeer korte tijd indien men het aan zijn lot overlaat, het heeft op zichzelf geen enkele overlevingskans. Het duurt zo ongeveer twintig jaar voor een mens geschikt is om zelfstandig een plaats in te nemen in de maatschappij.

    Je ziet het spectaculaire verschil: in een zaadcel en een eicel zit alle informatie om een mens te maken. Die ‘kennis’ wordt automatisch overgedragen, gewoon door het fysisch proces. Het gaat daarbij niet om zomaar enkele algemene instructies, maar om een enorme hoeveelheid kennis, die uiterst complex en ongelooflijk gedetailleerd is en een grote mate van betrouwbaarheid heeft. Als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld de informatie die opgeslagen zit in de computers die de robotten in een autoassemblagebedrijf aansturen, dan zit in elke cel wellicht veel meer informatie dan in alle bedrijfscomputers ter wereld samen. Bovendien is de genetische informatie zelfsturend: er is geen enkele invloed van buitenaf nodig om het proces in gang te zetten, te controleren en bij te sturen. Voeding alleen en een geschikt milieu is voldoende. Met al de computers ter wereld zijn we nog lang niet in staat om iets te produceren dat zo complex is als de mens; we komen zelfs nog niet in de buurt. De natuur is ver vooruit op de mens.

    Bij elke mens die geboren wordt, wordt het volledig menselijk genoom mee overgedragen. Elke mens begint waar de vorige was, op hetzelfde evolutionair niveau. Al de verworvenheden van miljarden jaren leven op aarde blijven moeiteloos behouden. De ogen die in de mens ontwikkeld zijn, de handen, de hersenen, alles: met een beetje geluk is elke nieuwe mens een zo goed als perfect exemplaar, klaar voor gebruik. Je hoeft een baby niet te leren om zijn ogen te gebruiken of zijn handen of zijn hersenen, of zijn spijsverteringsstelsel. Enkele details wel: het duurt enige tijd voor we onze blaas en onze stoelgang kunnen controleren, voor we kunnen praten. Maar niet lang!

    Vergelijk dat nu allemaal eens met alles wat we niet genetisch hebben meegekregen. Praten is een goed voorbeeld: hoewel we van bij de geboorte alles in huis hebben om te kunnen praten, duurt het enkele jaren voor er iets verstandigs uit komt. Lezen duurt nog langer: zeven jaar eer we ermee beginnen en pas na enkele jaren gaat het vlot. Schrijven is nog moeilijker. De letters vormen gaat aanvankelijk erg moeizaam en stuntelig, het duurt enkele jaren voor we ons handschrift gevonden hebben. Maar wat we schrijven is meestal onbelangrijk en weinig origineel. Voor de meeste mensen komt daarin nooit enige verandering: ze kunnen wel schrijven maar ze doen het niet of node. Een heel kleine minderheid schrijft vaak en veel en min of meer origineel. Een nog kleiner aantal mensen schrijft zo goed dat men ze leest. En slechts enkelen bereiken een grote bekendheid en erkenning. Daaraan zie je hoe moeilijk dat proces is.

    Als cultuur, want daar gaat het om, in de ruimste betekenis van het woord, zo efficiënt zou overgedragen worden als ons genetisch materiaal, dan zou Einstein op de eerste dag na zijn geboorte al zijn relativiteitstheorie gedebiteerd hebben. Proust zou meteen begonnen zijn aan zijn Recherche, Picasso aan Guernica, Spinoza aan de Ethica, Sjostakovitsj aan zijn symfonieën en Haydn aan zijn strijkkwartetten…

    Je ziet wat ik bedoel. Cultuur is een andere dimensie van de mens, een die niet erfelijk is, die niet genetisch overgedragen wordt. Als je een Chinees kind na de geboorte vrijwel onmiddellijk zou overbrengen naar de Inuit op Groenland, zou het geen Chinees spreken maar Inuit. Onze twee Indische adoptiekinderen zijn net zo Vlaams als onze biologische kinderen.

    In de ongeveer twee miljoen jaar dat onze soort aan cultuur doet, vanaf de eerste primitieve instrumenten, hebben we ontdekt hoe we kennis kunnen overdragen op een niet-erfelijke manier: door de verworven kennis door te geven, door anderen te leren wat wij kennen of kunnen. In die lange periode is er aanvankelijk een belangrijke gelijklopende evolutie geweest: enerzijds ontwikkelde de mens nog vrij aanzienlijk op genetisch gebied, de echte homo sapiens duikt pas 200.000 jaar geleden op, de moderne mens is maar 50.000 jaar oud. De cultuur hield min of meer gelijke pas met de fysische kenmerken en mogelijkheden van de mens. Hoe groter en sterker de hersenen werden, hoe meer ze gebruikt werden. De echte beschavingsexplosie begon pas toen de mens zijn volledige fysische ontwikkeling had doorgemaakt. Het is ook dan dat het aantal mensen spectaculair toeneemt: de mens is fysisch aangepast aan vele omgevingen en beschikt ook over het verstand om te overleven en zich te verspreiden en verbreiden.

    Beschaving, cultuur is veel moeilijker over te dragen dan de genetische kenmerken. Het is een precair gebeuren, er kan zoveel fout gaan, er kan zoveel kennis verloren gaan doordat één bepaalde persoon sterft zonder dat die de specifieke kennis waarover hij of zij beschikt, heeft kunnen doorgeven. Sommige beschavingsgegevens worden ooit een keer ergens ontdekt en verspreiden zich dan razendsnel omdat ze zo succesvol zijn, zoals het wiel. Maar sommige beschavingen in Midden- en Zuid-Amerika hebben nooit zelf het wiel ontdekt, hoewel ze natuurlijk wel de ronde vorm kenden en zelfs met de bal speelden. Andere zijn zeer lokaal en worden angstvallig bewaakt, zoals het vervaardigen van zijde of porselein. Hoe minder mensen een bepaalde kennis hebben, hoe groter het risico dat ze verloren gaat.

    Cultuur is voor de moderne mens even belangrijk als zijn genetische informatie. Wij kunnen ons niet voorstellen wat er van een kind zou geworden indien het na de geboorte volledig verstoken zou zijn van alle, werkelijk alle beschavingsgegevens. Er zijn omzeggens geen voorbeelden van dergelijke ‘wilde kinderen’, precies omdat ze zo weinig overlevingskansen hebben. Het is vrijwel onmogelijk voor een mens om op te groeien buiten alle beschaving, hoewel de concrete beschavingsgraad zeer verschillend kan zijn en ook vele vormen kan aannemen. Een kindsoldaat in het oosten van Kongo heeft een andere cultuur dan de dochter van de eerste minister van een Europees land. Wij leven in een beschaafde wereld, in een cultuur. Ik bedoel daarmee niet dat die beschaving, die cultuur volmaakt is, verre van. Beschaving is een relatief begrip, het is veeleer beschrijvend dan normatief. De beschaving is alles wat de mens kenmerkt, maar dat niet genetisch overgedragen wordt. Dat kan, bijvoorbeeld in het oosten van Kongo, een zeer beperkte, zeer agressieve en wrede en in onze ogen weinig verheven ‘cultuur’ zijn, maar het is een vorm van beschaving.

    Genetisch materiaal wordt meestal bijna ongewijzigd doorgegeven, omdat het op een zeer eenvoudige manier gebeurt, gewoon door de celdeling. Cultuuroverdracht daarentegen is veel bewerkelijker, we moeten er veel meer moeite voor doen. Het kan ook alle vormen aannemen en het kan alle kanten uit, er is geen vaste norm, er is niet een bepaalde cultuur die vastligt voor iedereen, zoals in het menselijk genoom, dat maar geringe afwijkingen toelaat, bijvoorbeeld de huidskleur en enkele andere niet-essentiële lichaamskenmerken. Niemand weet precies wat er belangrijk is in cultuur en wat niet. Het is iets dat we voortdurend uitproberen, een tijdje gebruiken en dan weer verwerpen. Er lijkt een vooruitgang te zijn, zeker op technisch en technologisch gebied, maar er zijn ook elementen die behouden blijven. De piramiden van Gizeh wekken nog steeds onze bewondering, maar de bloedige religieuze gebruiken bij het afsterven van de farao’s zijn nu ondenkbaar. Cultuur ligt niet vast. Er zijn vandaag drie tot zesduizend talen, maar slechts enkele wereldtalen. Er zijn geen twee mensen die dezelfde cultuur hebben, of dezelfde opvatting over beschaving. Een van de meest geliefkoosde bezigheden van cultuurexperts is het discussiëren over de vraag wat cultuur is.

    Maar het lijdt geen twijfel dat de moderne mens een beschaafde mens is, een cultuurmens, iemand die leeft in een beschaving, in een cultuur. Dat bepaalt ons net zo goed en net zo sterk als ons genetisch materiaal. Wij moeten relatief weinig moeite doen om ons genetisch materiaal veilig te stellen. We leren snel dat bepaalde stralen schadelijk zijn voor ons erfelijk materiaal, maar voor de rest zijn er weinig concrete bedreigingen, de natuur heeft zich in die miljarden jaren goed beveiligd tegen het verlies of de beschadiging van de genetische informatie. Helemaal anders is het met onze beschaving. Als een mens geboren wordt, beschikt hij voor de volle honderd procent over al de genetische informatie, maar nul procent van de beschavingsgegevens. Elke mens moet helemaal van nul vertrekken. Wij beschikken bij onze geboorte wel over al de kenmerken en al de middelen, maar cultuur moet elk van ons opnieuw verwerven. Elk doet dat binnen de perken van de eigen mogelijkheden en binnen de eigen culturele context.

    Wij leven niet lang. Kinderen die vandaag geboren worden, hebben een levensverwachting van ongeveer tachtig jaar. Slechts ongeveer dertig tot veertig jaar daarvan zijn echt nuttige jaren. Eerst is er een lange leertijd, tot bijna dertig jaar in veel gevallen. En na de op alle vlakken meest vruchtbare periode volgt (hopelijk) een vrij lange rustperiode. We hebben dus weinig tijd om cultuur te verwerven en om er iets mee te doen. De meesten onder ons zijn in dat proces niet zeer actief. We nemen deel aan het culturele leven, maar op een vrij passieve manier: er zijn meer lezers dan schrijvers, meer kunstliefhebbers dan kunstenaars, meer melomanen dan muzikanten, meer mensen die een huis bouwen of kopen dan architecten, meer zieken dan artsen, meer stemgerechtigde burgers dan politici enzovoort. Er zijn heel weinig filosofen en nog minder moralisten of ethici. Het aantal mensen dat op een grensverleggende, bepalende of invloedrijke manier in het beschavingsproces betrokken is, is erg gering. De rol van enkelingen kan dus ongemeen belangrijk zijn, ten goede of ten kwade. Stalin, Hitler, Pol Pot, Sadam Hoessein. Mohammed, Luther, Spinoza, Diderot, Gandhi (het lijkt gemakkelijker om het ene lijstje te maken of aan te vullen dan het andere…).

    Als de beschavingsoverdracht niet goed geregeld is, dan loopt het verkeerd af. In Vlaanderen was de negentiende eeuw er een van armoede, zowel lijfelijk als intellectueel. De scholingsgraad was uiterst laag, de deelname aan de ‘hogere’ (Franstalige) cultuur zo goed als afwezig, de invloed van geloof en bijgeloof overal sterk aanwezig. In Duitsland nam het Nazisme de hele cultuur over en bepaalde hoe alles moest gebeuren, op basis van een verderfelijke ideologie. Hetzelfde gebeurde in de communistische wereld. In de Derde Wereld, zoals in de Vierde, ontbreekt het vaak aan de meest elementaire beschavingselementen: voldoende en verscheiden voedsel, drinkwater, hygiëne, gezondheidszorg, schoolse opvoeding, hoger onderwijs, eerbare werkomstandigheden en werkgelegenheid. Armoede of de concentratie van de macht en de middelen bij enkelen zijn de doodsteek voor beschaving. Democratie vormt altijd en overal het beste milieu.

    Cultuur begint bij het individu, maar straalt af op de samenleving. Als we de opvoeding van het individu verwaarlozen of mensen uitsluiten, of de opbouw en de werking van de samenleving niet zo regelen dat iedereen kansen krijgt, dan kan het ergste gebeuren, dat hebben we meegemaakt in de twintigste eeuw, dat maken we ook vandaag mee.

    We weten dus wat ons te doen staat. En hoe het niet moet. Dat is al iets.


    Categorie:samenleving
    Tags:maatschappij
    01-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oktober 1626

    Het is nu oktober en de hoge wind ontdoet de bomen van hun bladeren, terwijl de everzwijnen in de bossen aanvetten door de afgevallen eikels. De vroegrijpe herten beginnen aan hun bronst en de damhinde zonder jong zit goed in het vlees. De mandenmakers vergaren nu hun biezen en de vissers leggen hun fuiken diep in het water. De zwaarbeladen paarden stappen gestaag naar de molen en de molenaar ontbreekt het zelden aan klanten. De haas op de heuvel geeft de hazewind het nakijken en de vos in de bossen ontlokt aan de hondenmeute haar volle roep. Het talrijke publiek doet de prijzen van de waren stijgen en een radde tong verkoopt goed. De zeilers zetten er nu goede vaart achter, maar de kooplui brengen hun dagen door vol vrees voor het weer. In de stad komen de grote feesten eraan, maar de armen moeten het bedelen laten uit vrees om opgepakt te worden. Een haardvuur en een spel kaarten houden de gasten in de gaarkeuken en tabak houdt men voor een goede remedie tegen verkoudheden. De koetsen beginnen nu te ratelen in de straten, maar het geroep van de armen klinkt onplezierig voor de rijken. Moffen en kappen zijn nu gegeerd en het pluimbalspel is leuk om binnenshuis te spelen; tennis en balspel zijn dure sporten en het snelle heen en weer zijn het kenmerk van de goede speler. Dansen en schermen komen nu goed van pas en goede vrienden en trouwe minnaars kruipen dicht tegen elkaar aan om de kou te verdrijven. De meesjes schuilen nu in de holle bomen en de merels verbergen zich dicht bij de grond in de haag. Kortom, ik vind er maar weinig plezier in en besluit aldus: ik houd het voor een boodschapper van slecht nieuws en een tweede bediening van een koude maaltijd.

    Nicholas Breton, London, 1626



    Categorie:tijd
    Tags:kalender


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • wereldverbeteraars
  • Galilei
  • 900 jaar Abdij van Vlierbeek
  • Bewapeningswedloop
  • Frans spreken gelijk een koe Latijn
  • De oorsprong van de godsgedachte en de godsdienst.
  • Theocratie en democratie
  • Israël: zij en wij
  • God de Vader
  • Vreemde vogels
  • Vrijdenkers: recente bijdragen
  • Tweeling, tweelingen
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • De behendige Van Bendegem
  • De Verlichting en haar belagers
  • Corsica
  • Breendonk, de gruwel, de feiten
  • Levend verleden
  • Spectaculair
  • Verrijzenis
  • Goede Vrijdag 2025
  • Palmzondag
  • Gij zult niet doden
  • Vrijdenkers
  • Koekoek!
  • Vrede
  • Christelijke moraal, atheïstische ethiek
  • Al te vroeg gestorven
  • La perfection n'est pas de ce monde.
  • Openbaring
  • Elke mens is uniek
  • Me dunkt...
  • Hybride
  • Sint-Catharina. Brief aan een christen vriend.
  • Het geboortejaar van Jezus Christus
  • Etsi Deus non daretur: zelfs als er geen God zou zijn.
  • Godsvrucht
  • Eerlijkheid
  • Verlossing: I know that my Redeemer liveth.
  • Gezag
  • Als de vos de passie preekt...
  • De hondse filosofen
  • Anselmus van Canterbury
  • Op mijn eentje
  • Inquisitie in de Middeleeuwen
  • Heksen
  • Gerede twijfel
  • Kristien Hemmerechts' late bekering en mystieke ervaringen
  • De Blijde Boodschap, andermaal
  • Verwondering
  • Wees volmaakt zoals uw hemelse vader
  • Paul Claes Odyssee 2.0
  • Griekse tragedies: Sofokles
  • Thomas a Kempis, de Navolging van Christus
  • De Griekse bronnen van de Verlichting
  • Islam en christendom
  • Darwin, creationisme, intelligent design
  • Satan
  • Humanisme
  • Godsdienstvrijheid
  • Ethiek en humanisme
  • De vos en de egel
  • Perfide
  • Godsdienst na de dood van God?
  • Sceptisch
  • incest
  • Catechismus
  • Filosofen te koop
  • Democratie
  • De uitzondering en de regel
  • Etiketten
  • Extreemrechts
  • Waarheid en verzinsel
  • Over geloof en psychologie (recensie)
  • De misdadige geschiedenis van de Kerk
  • Judith Butler, Wie is er bang voor Gender? (recensie)
  • Erwten en kikkers
  • David Hume
  • Denken en geloven in de oudheid (recensie)
  • Kinderspel?
  • Over grenzen, Mark Elchardus
  • Robot
  • Vooruitgangsgeloof
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!