Beverse Weetjes in een andere taal lezen klik hier.
Dropbox
Druk op onderstaande knop om een foto en bijhorende tekst te versturen.
E-mail Beverse Weetjes
Uw vereniging organiseert een activiteit, u hebt iets te vieren, u hebt een nieuwtje te melden... Druk op onderstaande knop en stuur uw activiteit...., door.
E.H. Luc Suys was de laatste pastoor in Beveren-Leie. Van 1990 tot eervol ontslag in 2011. Eind april 2014 ging hij zich in zijn geboortedorp, Lauwe vestigen. Overleden op 12 december 2016.
Schijn bedriegt...
Schijn bedriegt soms zozeer dat je zou willen dat mensen, net als levensmiddelen, voorzien waren van een etiket met de ingrediënten.
Bron: Blog Valerieke's Ditjes en Datjes
Plaatselijke info
Onderwijs
Beverse verenigingen
Leonard Lodewijk De Bo Beveren-Leie 27-09-1826 Poperinge 25-08-1885 Klik hier om het Westvlaamsch Idioticon te lezen
ACW Beveren-Leie en Desselgem vieren samen Rerum Novarum
Anders kan ook! Een project rond duurzame ontwikkeling
Rerum Novarum is hét feest van de Christelijke Arbeidersbeweging. De pauselijke encycliek uit 1891 betekende immers de start van het ACW.
ACW Beveren-Leie en Desselgem vierden dit feest gezamenlijk. De dag begon met een eucharistieviering in de Sint-Jan de Doperkerk. Deze werd voorgegaan door E.H. Luc Suys en opgeluisterd door de Sint-Gregoriuszanggilde. Na de viering kregen alle aanwezigen een zakje zonnebloemzaad aangeboden.
Na de viering ging het naar OC De Kernelle voor de receptie aangeboden door de beide afdelingen. Na de toespraak van Wim Verlinde, ACW stafmedewerker Midden en Zuid West-Vlaanderen gingen tal van aanwezigen er achter De Kernelle zonnebloemen zaaien. Zonnebloemen staan immers symbool voor duurzaamheid. Voor zuinig omspringen met wat de natuur schenkt. Ze geven er veel voor in de plaats en elk deel kan na het uitbloeien hergebruikt worden.
In de namiddag ging de Beverse ACW afdeling door met het 7de petanquetornooi. De winnaars die op het schavotje mochten plaatsnemen waren, Christian Dewilde, als tweede Robert Iacopucci en Monique Verhulst haalde de titel binnen.
Bijna onveranderlijk duwde Mentie Lambrecht, onze buur, de deur open terwijl we nog aan tafel zaten. Hij stak zijn ruige kop om de lijst en wenste ieder veel geluks en een goed zalig nieuwjaar. Zo deed hij iedere nieuwjaarmorgen het hele gebuurte. We wensten hem ook zoveel of ook zulk ne slag en grootmoeder kwam aandragen met de jeneverfles. Als Mentie zijn druppel vasthad protesteerde hij wel dat het hem daar niet om te doen was, maar ze zei dat een nieuwjaar nu eenmaal wil begoten worden.
Nadat Mentie vertrokken was, begon de ceremonie van de nieuwjaarbrieven. Tja, die nieuwjaarbrieven! Wat ze al niet uitvinden om de schooljeugd te pesten. Ik zie ons nog zitten op de houten banken van de Gemeenteschool. Op het bord had de meester een brief vol suikeren wensen en vrome beloften geschreven en die moesten we op de kunstigst mogelijke manier trachten achter te schrijven.
Voor de gelegenheid hadden we elk een nieuwe pen gekregen. Een van die koperkleurige stalen pennen met een balonnetje op. Je moest er eerst aan likken als ze nieuw was, omdat de inkt er anders niet wilde opblijven. Die inkt was eigenlijk voor geen haar te vertrouwen. Hij kwam altijd terecht waar hij geen zaken had en in de tijd van de nieuwjaarbrieven scheen hij helemaal de duivel in te hebben. Er werden in die dagen meer kalders gemaakt dan in de rest van het jaar samen. En de meesters wilden maar niet begrijpen dat ook wij niet om die vlekken op onze nieuwjaarbrieven gevraagd hadden. Nu, een rammeling krijgen van de meester was nog niet zo erg in die tijd. Dat hoorde nu eenmaal bij de stiel en we waren allesbehalve breekbaar.
Ook het lezen van een nieuwjaarbrief was een ernstige aangelegenheid. Je moest buigen, een beetje hoesten om je keel te schrapen en dan onbeschroomd van wal steken. Niet te vlug en ook niet te traag. Moeilijk om te passen dus. Als ik aan de zegeningen en beloften toe was, hadden moeder en grootmoeder altijd last met het water dat in hun ogen opdrong. Vader niet. Die zat me met een olijke glimlach te bekijken en dacht er blijkbaar het zijne van. Grootvader Vandenbroucke trok zich van de plechtigheid niets aan. Hij was tamelijk doof en verstond toch niet veel van wat gezegd werd over vlijtig leren en deugdzaam wezen en de schone hemel later. In een gewoontegebaar trommelde hij met zijn vingers op de stoofbuis en staarde een beetje triest voor zich uit.
Die zegeningen en beloften werden ieder jaar beloond met twee stukken van vijf frank. Een van grootvader en een van grootmoeder. Niet veel? Ze moesten leven van een klein pensioentje en wat konijnenkweek. Ze hadden dus hard moeten sparen om toch iets te kunnen geven aan elk van hun talrijke kleinkinderen.
Grootmoeder Vandenbroucke is acht jaar na grootvader gestorven. In een van haar dozen met oude papieren vonden we alle nieuwjaarbrieven die ze ooit ontvangen had. Ik heb toen de mijne terug in handen gekregen zo komt het dat ik nu een paar authentieke uittreksels kan geven. In 1932, we zaten in het derde jaar, heeft meester Berton ons het volgende laten schrijven: Ik ben nog klein en kan nog niet goed schrijven. Maar heden moet ik U toch een zalig en gelukkig nieuwjaar wenschen, met veel geluk en zegen voor U, teerbeminde Meter. Ik bid ook dagelijks den goeden God voor U. Uw doopkind ...
Vijf jaar later, in de hoogste klas bij oppermeester Algoet, werd het volgende op papier gezet: Het is op dezen dag bijzonderlijk, beste Meter, dat ik verlang de wenschen en gebeden te vernieuwen voor Uw meerder geluk en welvaren. Zij komen uit een hart U gansch toegewijd, uit een hart dat brandt van liefde en dankbaarheid voor U, die niet ophoudt mij met weldaden te overladen. In mijn H. Doopsel hebt gij mij onder Uwe bescherming genomen, dat vergeet ik niet, goede Meter. Uit innigen dank en uit ware genegenheid bid ik voor U en vraag aan het H. Hart van Jezus, dat het U spare van ziekten en tegenspoed, en dat het U nog vele jaren behoude in een bloeiende gezondheid en later voor al Uw deugden de hemelsche vreugde late genieten. Wat mij betreft, beste Meter, ik zal mijn best doen om door mijn gedrag en leerzaamheid U aangenaam te zijn. Uw toegenegen doopzoon, Beveren-Leie, den 1 januari 1937.
Ziezo, het staat er! Is het dan te verwonderen dat moeder en grootmoeder bij zoveel vroomheid en brandende kinderliefde moeilijk hun tranen konden weerhouden? Weldra meer
Jean-Pierre Degloire, Beveren-Leie, Santiago de Compostela
Van Bermkouter Beveren-Leie naar Kuurne, van Kuurne naar Rijsel en van Rijsel naar Irun.
Dat is wat de nu bijna 57 jarige Jean-Pierre Degloire op dinsdag 25 mei te wachten staat.
Samen met André Schietgat en Jean-Pierre Victor uit Kuurne vertrekt hij die dag voor een voettocht naar Santiago de Compostela. De route die ze zullen volgen is 'Camino del Norte' die 850 km telt.
Voorbereiding Niet alleen de tocht zal een ware verrijking worden, maar ook bij de voorbereiding kwam het een en ander kijken. Dagelijks sjouwen de 3 pelgrims hun hele hebben en houwen mee. Nog nooit hebben we zo op een grammetje gekeken bij de aanschaf van kledij. Een fleece trui die als hoofdkussen dienst kan doen, ondergoed dat in een half uurtje droog is, want ook de was en de plas moeten ze zelf doen, enz., enz., legt Mia de vrouw van Jean-Pierre D uit. Mijn rugzak weegt nu om en bij de 13 kg en daar moet nog de dagelijkse voorraad bijkomen voor onderweg, zegt Jean-Pierre D.
Hoe kwam Jean-Pierre er eigenlijk toe om deze tocht te ondernemen André ken ik van bij de firma Bekaert in Zwevegem waar ik 2 jaar geleden met brugpensioen ging, begint Jean-Pierre. Op 22 mei, zijn 57ste verjaardag, stap ik voor de 22ste maal te voet mee naar Halle vanuit Kuurne. Dat doe ik al jaren samen met de twee Kuurnse bedevaarders. Twee jaar geleden trokken André en Jean-Pierre V ook al naar Santiago de Compostela. Tijdens de daarop volgende Hallebedevaart werd er natuurlijk over gesproken, vertelt Jean-Pierre D. Ik stelde mij de vraag of dat ook iets voor mij zou zijn en André antwoordde prompt: waarom niet? Na er eerst met Mia over gesproken te hebben, die mij vrij liet in mijn keuze, besloot ik om het erop te wagen.
Telkens vroeg vertrekken Enkel de stopplaatsen liggen vast, gaat de Beverse pelgrims verder. We plannen dan ook om iedere morgen rond 07.30 uur te kunnen vertrekken en dat heeft zijn redenen. Eén, om de grootste hitte te ontlopen. Twee, om tijdig in onze overnachtingplaats te arriveren. Zo maken we meest kans om nog een camino (slaapplaats voor pelgrims) te vinden, hebben we tijd om onze was en plas te doen, te eten en onze voorraad voor de volgende dag op te slaan.
Graag wandelen Dagelijks is de Bevernaar enkele uren op pad, want wandelen doet hij graag. Dat is echter geen garantie om een Hallebedevaart of de voettocht naar Compostela tot een goed einde te kunnen brengen. Maar we zien wel, eerst de Hallebedevaart en dan Compostela, voegt hij er toch slot aan toe. Stilaan begint hij toch wel iets nerveuzer te worden, besluit Mia.
Op dinsdag 25 mei zal het trio vanuit Kuurne naar Rijsel gebracht worden. Daar nemen ze de TGV naar de startplaats in Irun (Fr) waar ze de eerste nacht zullen doorbrengen. De dag erop, op 26 mei, beginnen ze aan de eerste van de 30 voorziene stapdagen, om als alles naar wens verloopt op 24 juni in Santiago de Compostela aan te komen. Op 25 juni vatten de drie de terugreis aan en vliegen ze via Madrid naar Charleroi waar ze de trein naar Kortrijk zullen nemen.
Als de mogelijkheid zich voordoet zullen ze het thuisfront op de hoogte houden via het blog dat André aanmaakte. Ook Beverse Weetjes zal het volgen en telkens er iets nieuws te melden valt, zal er een briefing meegeven worden.
Hierbij alvast het profiel van hun eerste stapdag. In bijlage (zie onderaan dit artikel) is het volledig profiel en het dagschema te volgen.
Dat de fuif 'Move For Haïti' een succes was hoeft geen betoog meer. Van bij het begin was het voor de negen vrouwen een must om ook de opbrengst kenbaar te maken. En ze hielden woord.
Op maandagavond 10 mei was het zover en konden ze tot op een cent na het bedrag onthullen. Veronique Vanderhasselt, Marleen Deman, Chantal Dejagere, Marijke Dejaegere, Linda Vervaeke, Claudine Denoulet, Eveline Mailliard, Gudrun Debrabandere en Nathalie Vandenberghe willen iedereen, die op welke manier dan ook zijn of haar steentje bijdroeg tot het welslagen van dit initiatief, van harte bedanken!
Een paar weken terug waren Claudine, Marleen, Veronique en Eveline te gast bij de zusters Paridaens uit Leuven. Ze kregen er te horen dat er 3 scholen heropgebouwd zullen worden waarvan een normaalschool. De bouw daarvan krijgt alle prioriteit om zo vlug mogelijk terug te beschikken over nieuwe leerkrachten, die daar zullen opgeleid worden.
Waar in Port-au-Prince de scholen zullen herrijzen staat nog niet vast. Wel staat vast dat het antiseismische constructies zullen worden, dus gebouwen die bestand zijn tegen aardbevingen. Dat doet de kostprijs natuurlijk de hoogte ingaan. Daarmee hopen de zusters echter wel het gevaar voor een nieuwe instorting tot een minimum te kunnen herleiden. Nu zijn ze alles kwijt, het weinige dat overbleef werd geplunderd.
Naast het verlies van de zusters die er werkzaam waren verloor de orde ook alle betrouwbare personen die ervoor zorgden dat de hulpgoederen veilig ter plaatse kwamen. Een netwerk dat eveneens volledig moet heropgebouwd worden. Ondertussen is alles er opgeruimd, herkenningspunten zijn er niet meer, en in de weinige betonnen gebouwen die nog overeind bleven durven de Haïtianen nog steeds niet slapen. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel om de Haïtianen een waardig bestaan te kunnen geven.
Bij hun afscheid wensten Claudine, Marleen, Veronique en Eveline de zusters heel veel moed toe. Hun reactie daarop was: Het zijn mensen zoals jullie die er ons de moed doen inhouden. Afgesproken werd ook dat er verder contact zal gehouden worden.
Benieuwd wat het initiatief van Negen vrouwen in beweging voor Haïti opbracht? Bekijk dan vlug het videofragment.
Beverse Weetjes wenst hen in ieder geval van harte proficiat!!!
Daguitstap vormselcatechese Sint-Jan de Doper te Beveren-Leie
Samen onderweg Zaterdag 15 mei wordt een hoogdag voor de vormelingen van de parochie Sint-Jan de Doper in Beveren-Leie. Een dag met zang, dans, ontspanning, bezinning, animatie, die van start gaat om 9:00 u aan de Kernelle, Kerkdreef te Beveren-Leie
Slotmoment De ouders, vormselmeter of peter, zussen, broers, directeurs, leerkrachten van het zesde leerjaar en de catechisten van de Vrije Basisscholen worden verwacht omstreeks 16:45u in de Kernelle, om het slotmoment bij te wonen. Na het slotmoment zijn de aanwezigen welkom in de Kernelle waar hen een drankje aangeboden zal worden.
De pastoor en de catechisten zullen de vormelingen van harte verwelkomen op deze creatieve dag en gaan graag mee samen op weg naar de dag van het vormsel. Mocht je om een of andere redenen niet aanwezig kunnen zijn, gelieve dan zeker te verwittigen.
Wie nog even wenst terug te blikken op vorig jaar klik hier.
Net zoals de vorige jaren verwende KWB Beveren-Leie de moeders met een culinair diner. Onder het toeziend oog en de kundige uitleg van Mieke Callewaert, Christa Meersman en Francine Alberts, die zelf een cursus culinair koken volgen, probeerden de heren hun menu op dinsdagavond 4 mei uit. Op zaterdag 8 mei omstreeks 13.00 uur gingen de heren dan alleen aan de slag met de bereiding. Op de feestelijk aangeklede tafels ook de menus waar volgende hapjes en gerechten op vermeld waren: * Kwarteleitjes met hammousse, spiesje mozzarella, glaasje forelmousse, pasteitje met appeltjesgelei en uienconfit, knolseldersoepje met scampi. *Timbaaltje van gerookte zalm met groene asperges en garnaaltjes. *Perensorbet. *Lamsstukje met rode wijnsaus, pommes pont-neuf en wokgroentjes. *Soepje van rode vruchten en vanille-ijs. Het werd een gesmaakt diner waar de 36 aanwezigen met volle teugen van genoten.
De jaarwende Bij ons thuis was Oudejaarsavond een avond zoals alle andere. En toch weer niet. Er zweefde iets in de lucht. Een zekere triestigheid. Iets wat te maken had met afscheid. Afscheid van dagen die mooi geweest waren, of triestig, of enkel maar doodgewoon.
Ik zie ons nog zitten bij de buizestoof. Vader, moeder, mijn twee broers en ikzelf. Onze voeten stonden op de trommel geschoord en soms moesten we onze benen afschermen met een handdoek, als de stoofpot roodgloeiend stond. We zeiden niet veel. Bij ons werd nooit erg veel gepraat. We zaten te dromen, of te peinzen, of te lezen. Gezelligheid wordt nooit geboren uit een woordenstroom. Stilte kan een zegen zijn waarvoor men elkaar dankbaar is.
Vader rookte zijn pijp. Waarschijnlijk omdat het nieuw avondwas. Anders rolde hij de ene sigaret na de andere. Nu en dan dronk hij een zwelg van zijn bier. Bruin tonnebier van Vondels. Hij had er altijd een vat van in de kelder liggen. Dan zat hij weer stil voor zich uit te kijken. Ongetwijfeld dacht hij aan de tegenslagen van het voorbije jaar en aan de kleine vreugden die hij gekend had. Jaja, moeder, zei hij dan traag, zo zijn we weer een jaartje ouder geworden! Er moet een zee van gevoelens en gedachten verborgen gelegen hebben in die paar woorden. Maar ik was te jong om ze te onderkennen. Wat betekende een jaar toen voor ons, kinderen?
Als het ongeveer acht uur was, moesten we naar bed. Dat was dan een uur later dan op andere avonden. Ik weet dat ik nog getracht heb wakker te blijven tot twaalf uur, om door het raam van ons voutekamertje naar buiten te kunnen kijken. Ik had graag eens de verandering gezien die daar plaatsgreep. Of het geheimzinnig teken dat ergens tussen de sterren de geboorte van het nieuwe jaar aankondigde. Het is me nooit gelukt evenwel. Steeds was het Klaas Vaak die me in zijn warme armen van Oud naar Nieuw bracht.
Op nieuwjaarsmorgen zelf waren we altijd tamelijk vroeg op. Moeder had de stoof reeds aan en vader rolde zijn eerste sigaret, als we de drie treden van het voutekamertje afstommelden. We wensten vrolijk Zalig Nieuwjaar, maar een zoen hoorde er niet bij. Dat lag niet in onze aard. Bij geen enkele van de toenmalige arbeidsgezinnen vermoed ik. We waren veel te mijde voor zulke uitingen van intimiteit. We trokken onze tabbaard uit, kleedden ons aan en gingen dan samen de straat over naar grootvader en grootmoeder Vandenbroucke.
De koffie geurde reeds pittig als we het huisje binnentraden. Koffie zetten was een specialiteit van grootmoeder. Niemand die dat beter kon en ze vertrouwde het ook niemand toe. Boterhammen snijden kon ze echter niet meer. Jaren vroeger had ze een arm verloren bij een stom ongeval. Het was moeder die de grote plakken goudgeel koekebrood moest snijden en beboteren. Een stapel met rozijnen en een stapel zonder. Elk zijn meug. Ik herinner me niet dat grootvader ooit bij ons aan de koffietafel gezeten heeft. Zijn hoekje bij de buizestoof was hem liever dan wat ook. Hij zette zijn kopje koffie op de opengeslagen ovendeur en als hij meer brood nodig had, vroeg hij moeder of ze hem, lijk een brave, een boterham wilde geven. Weldra meer
Schepen Pietro Iacopucci trad op 21 maart 2008 in het huwelijk met Ilse Dupont. Sinds woensdag 5 mei zijn zij de gelukkige ouders van een flinke zoon Marius. Marius werd geboren in het AZ Groeninge, meet 53 cm en weegt 4,09 kgr. Van harte proficat! Wie wenst terug te blikken op hun huwelijk klik hier.
Kutskapel Beveren-Leie aan stad Waregem geschonken
Toen het Kutskapeletje, in de meimaand van 2005, aan stad Waregem werd geschonken werd onderstaand persbericht verspreid. Met dank aan Paul en Kristien De Smet-Vandorpe om dit hier te mogen publiceren. Okergeel "De reden waarom we het Kutskapelletje aan stad schonken is heel eenvoudig", vertellen Paul en Kristien. "Wij wilden er zeker van zijn dat de kapel zou blijven bestaan. Veronderstel", leggen ze uit, "dat onze woonst ooit verkocht wordt, dan moest de nieuwe eigenaar geen slopingsvergunnig hebben om het kapelletje met de grond gelijk te maken en dat wilden wij vermijden.
Indertijd was het Kutskapelletje geschilderd in het okergeel. Sinds kort is er sprake om het kapelletje in de originele kleur te herschilderen", wisten Paul en Kristien nog te vertellen. (06/05/2010)
Persbericht Het "KutskapelIetje" langs de Hoonakkerdreef stond vroeger langs de Grote Heerweg, op het voorerf van Hilaire en Pallia Decavel-Callewaert. Aan deze kapel hangt een oude legende vast: in onheuglijke tijden voer een schipper met zijn schuit op de Leie. Zowat ter hoogte van de vroegere hofstede "De Potterie" geraakte hij in moeilijkheden en zijn boot dreigde te vergaan. Toen riep hij de Moeder Gods aan. Hij beloofde dat hij daar ter harer ere aan de Leieboorden een kapel zou bouwen. Maria kwam ter hulp en de schipper en zijn vaartuig bleven ongedeerd. De man vergat zijn belofte niet..
In werkelijkheid diende het Kutskapelletje als een soort grenspaal voor de eigendommen van de SintPietersheerlijkheid in de streek. Over het mogelijke bouwjaar van de kapel tasten we in het duister. De bouwstijlleek 17de eeuws en werd inderdaad in 1684 voor het eerst vermeld in een geschreven bron: In een van de registers van de Sint-Pietersschepenbank staat de moord beschreven op Gregorius Fremault, baljuw van deze heerlijkheid. Zijn doot lichaem werd op 30 juni 1684 gevonden bij de onse Lieve Vrauwe Capelle die stond tussen Desselgem en Beveren, langs de Grote Heerweg. Hij had een fusijck ofte pistool scheute dwers deur sijne hals gekregen.
De naam Kutskapelletje wijst op koorts (in het dialect kuts). Moeders uit Beveren en Desselgem kwamen er met hun kroost bidden voor intenties allerhande.
In 1968 werd de Grote Heerweg verbreed en het kapelletje stond in de weg. Etienne Ducatteeuw van de Beverse Heemkundige Kring had alles nog net kunnen fotograferen en opmeten. Al vlug werd in Beveren gesproken over een mogelijke heropbouw van het kapelletje. Er werd naar een geschikte locatie gezocht. Paul en Kristien De Smet-Vandorpe boden spontaan aan om de Kutskapel te herbouwen op een hoekje grond voor hun nieuwe woning in de Hoonakkerdreef. Enkele Beverse vrijwillige ambachtslui begonnen onder het toeziend oog van de Beverse Heemkring, met Etienne Ducatteeuw als architect, aan de heropbouw. Op 23 oktober 1971 werd de eerste spade in de grond gestoken. Op zondag 22 oktober 1972 werd de nieuwe kapel uiteindelijk ingewijd door pastoor Arthur De Pourcq.
In 2005 namen de weldoeners van weleer het initiatief om het Kutskapelletje aan de stad te schenken. Paul en Kristien De Smet-Vandorpe willen op deze manier verzekeren dat de kapel blijft bestaan. Bron: 30ste Jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring "De Gaverstreke: "van veldkapellen en andere kleine landschapselementen in Beveren-Leie", M Debrouwere en E. Ducatteeuw, pp. 3755.
Al voor de 28ste maal vertrok op vrijdag 30 april de Hallebedevaart vanuit Beveren-Leie, een tocht van 83 km. Zoals steeds startte de deze omstreeks 17.30 uur aan de Drieskapel na een gebed.
Onderweg smelten ze dan samen met de bedevaarders van Deerlijk, Vichte, Anzegem en Heestert. In Leupegem, de eerste halte na 27 km, was de groep compleet en 86 bedevaarders zetten de tocht gezamenlijk verder om op zaterdag 1 mei om 15.15 uur aan de basiliek in Halle aan te komen.
Prestatiezucht? Nee, het Mariale wordt hoog in het vaandel gedragen. Zo wordt er onderweg niet alleen voor eigen, maar ook voor de meegegeven intenties gebeden. Ondanks het weer dit jaar een echte meevaller was, blijft het voor de bedevaarders en organisatoren een zware onderneming. Ze weten zich echter gesteund door familie en sympathisanten die met de ingelegde bus of met eigen wagen de bedevaart achterna reizen.
De acht bedevaarders uit Beveren-Leie konden hun tocht tot een goed einde brengen. Samen met hun medebedevaarders, organisatoren, familie en sympathisanten sloten ze hun voettocht af met een eucharistieviering in de basiliek van Halle.
Dankviering op 8 mei
Op zaterdag 8 mei kwamen bedevaarders en organisatoren samen in de Sint-Jan de Doperkerk voor de dankviering. Na de viering stonden de tafels in het Sint-Janszaaltje netjes gedekt. De aanwezigen konden er genieten van de verse koffie met koekeboterhammen en nog even rustig napraten over de afgelopen Hallebedevaart.
In bijlage kunt u de voorbereidende tekst voor de gemeenteraad van 4 mei 2010 vinden. Deze vangt aan om 19.00 uur en gaat door in het stadhuis te Waregem.
Diefstal van aanhangwagens en caravans in Politiezone MIRA
WAARSCHUWING BEVOLKING Let op voor diefstal van aanhangwagens en caravans
Tijdens de laatse twee weken werd er binnen de zone MIRA reeds drie maal een diefstal van een aanhangwagen vastgesteld. Steeds stond de aanhangwagen voor of naast de woning geparkeerd. Enige jaren terug waren het eerder caravans die werden gestolen.
Hier enkele tips: *Leg uw aanhangwagen eventueel met een groot kettingslot vast rond een paal, een afsluiting,... *Plaats een speciaal daarvoor ontworpen kap met slot over de dissel zodat het vasthaken over een trekhaak niet kan. *Plaats een wielklem over één der wielen. Heb je geen klem en blijft de aanhangwagen of caravan langere tijd ongebruikt, verwijder dan desnoods één van de wielen en plaats daaronder blokken. *Vergeet dan echter niet om ook het eventueel aanwezige reservewiel weg te nemen! *Laat de aanhangwagen of caravan niet achter op een aan het zicht onttrokken plaats. *In uw caravan kan u ook een een luid alarm aanbrengen dat werkt op trillingen. Dit is niet al te duur en gaat af bij het bewegen van de caravan. (Bron website zone MIRA)
Op zondag 2 mei haalde KAV Beveren-Leie het stalen ros van stal voor de jaarlijkse gezinsfietstocht. De 39 dulle sportievelingen werden verwelkomd bij Peter en Peggy in de Kleine Heerweg. Daar stond de deelnemers heerlijke Sara koffie met croissants te wachten.
Om 10.00 werd het startschot gegeven en zette het peloton zich in beweging voor een tocht langs rustige wegen in de omgeving van Beveren-Leie. Het middagmaal, een breugelbuffet, werd gebruikt in Kuurne. Na het middagmaal maakten enkele grootouders rechtsomkeer om het schoolfeest in de Vrije Basisschool bij te wonen.
Een paar deelnemers sloten zich in de namiddag nog aan om de rest van de route mee af te haspelen. In Ingelmunster wachtte nog een traktaat en de dag werd afgesloten na 57 km met een croque op Bevers grondgebied. De Dulle Nina route werd genoemd naar Jeanine Vanderbrugghen die samen met Rosane Desmet na vele jaren aan hun laatste organisatie toe waren. Iedereen was tevreden over de uitgestippelde 'Dulle Nina route' en....ook het slechte weer bleef uit. Waar hebben we nog gehoord dat je het weer hebt dat je verdiend?
Het gebeurde natuurlijk ook wel eens dat de overledene met een lijkwagen naar de kerk gevoerd werd. De familie moest dan echter al in heel goede doen verkeren. Dat kon je ten andere goed merken aan de ijver waarmee de pastoor zijn afgestorven schaap een eindweegs tegemoet kwam. Op zulke keren stonden pastoor, onderpastoor, koster en misdienaars geposteerd aan Stafke Goussaerts (nvdr aan t Leckerke: kruispunt van huidige Sint-Jansstraat met Grote Heerweg) als de lijkstoet in aantocht was. Zingend van Miserere mei ging het dan kerkewaarts.
Kwestie kerkdienst, waren er natuurlijk heel wat mogelijkheden. Die waren afgestemd op de draagkracht van ieders beurs. De familie kon haar dode laten begraven met een zinking, met een gewoon misje, met een drieles, een zesles, een negenles, of met een plechtige koordienst. Alles was dus behoorlijk geregeld naar rang en stand. De vraag is alleen maar of die dierbare afgestorvenen er veel van merkten. De portier van de hemel is immers ooit een berooide visser geweest en hij moet zijn arriverende klanten gaan aankondigen bij de Man die, geen steen bezat om zijn hoofd op te ruste te leggen! Nu, God is barmhartig, tenslotte is dat ons enig houvast.
Iets heel aparts waren de kinderbegrafenissen. En die waren er vrij veel toentertijde. De kindersterfte lag nog hoog. Als het een boreling gold, werd het kistje wel eens 's morgens in de kerk gebracht bij een der twee missen. Het werd daarna bijgezet op het hoekje voor de kinderen, aan de noordwestelijke kant van het kerkhof. Al wat oudere kinderen werden begraven met een lof of met een engelenmis. Wij, schoolkinderen, stapten dan op in de stoet, achter het kleine houten kruisje en het zielige kistje, die gedragen werden door kinderen uit de buurt. We kregen een blauwomrand doodsprentje bij de offerande en na de dienst, mochten we een boterkoek gaan afhalen in de herberg van Pol Callewaert.
Bij begrafenissen van volwassenen lagen de kaarten anders. Van het kerkhof ging het naar Het Gemeentehuis bij Ludolf en Suzanne Vandermeiren. Daar stonden de tafels opgesteld op de ruime zolder. De koster, die mee aan de maaltijd genodigd was, bad het kruisgebed voor tot zielelafenis van de afgestorvene en daarna werden de spijzen opgediend. Dat konden boterhammen zijn met kaas en pittige koffie, of gestoofde aardappelen met bouilli als de familie wat meer kon betalen.
Na het eten, en ook daarvoor al, kwam nogal dikwijls de jeneverkruik te berde. Jenever is de echte begrafenisdrank. Ervaring van eeuwen heeft dat geleerd. Een paar flinke borrels kikkeren een mens op, al komt hij dan nog zo kouwelijk van ons altijd tochtige kerkhof terug. De begrafenissen waren niet alle gelijk ten andere. Toen evenmin als nu. Je had van die echt dramatische gevallen.
Een jongen of een meisje bijvoorbeeld, die gestorven waren in de bloei van hun jaren. Of een vader of moeder die ontrukt waren aan het gezin waar ze toch nog zo broodnodig waren. Het hele dorp leefde dan mee. Anderzijds waren er ook de begrafenissen van mensen die een werkelijk hoge top geschoren hadden en die op hun laatste tocht begeleid werden door kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen vaak, en door neven en nichten van heinde en verre. Dergelijke uitvaarten hadden meer weg van een familiebijeenkomst.
Zij die niet aan tafel moesten, zagen daarin veelal geen reden om stante pede een andere broek aan te trekken en weer aan het werk te gaan. De arbeid gaat een mens niet zo best meer af, als hij de pastoor in het witte gezien heeft. Zo gebeurde het wel eens dat begrafenisgangers in een of andere herberg bleven hukken en er een mesdag (nvdr: Mesdag: misdag. Een dag waarop mis gehoord moest worden. Toentertijde werd bedoeld een van de talrijke heiligdagen van vroeger, die door het Concordaar van Napoleon afgeschaft waren.) van maakten.
Ondertussen had de grafmaker zijn werk op het kerkhof. Hij gooide het graf toe en bouwde de overblijvende aarde op tot een mooi langwerpig terpje. Als die aarde na verloop van dagen wat gezakt was, werd wat palm op het graf geplant en kwam er een kruis op. Toen was het nog geen gewoonte de gewone mensen onder bergen steen te begraven. Een houten, ijzeren of eenvoudig arduinen kruis was al voldoende.
In al zijn eenvoud zag ons kerkhof er heel wat vriendelijker uit toen. Meer in overeenstemming in alle geval met de rijkdom van zij die er in vrede de jongste dag lagen af te wachten. Geen van allen immers had ook maar een rooie duit kunnen meenemen op zijn laatste reis. Weldra meer
Vermoedelijke start van de werken: woensdag 5 mei 2010
Aannemer Stadsbader-Flamand start in opdracht van het Agentschap Wegen en Verkeer met structurele onderhoudswerken in de Kortrijkseweg. Er wordt een nieuwe rijwegfundering en verharding aangebracht tussen de bestaande fietspaden.
Verkeershinder Er is geen doorgaand verkeer mogelijk ter hoogte van de werf. Voor het doorgaande verkeer wordt er een omleiding voorzien via de N36, E17 en N382. Omleiding bekijken klik hier.
Timing Onder ideale werkomstandigheden is de volgende planning voorzien:
Fase 1: Vanaf de grens Waregem-Harelbeke richting Harelbeke.
Fase 2:Tussen de Spijkerlaan (kruispunt niet inbegrepen) en de Leenakkerstraat (kruispunt inbegrepen) Beveren-Leie
Fase 3: Tussen de Leenakkerstraat (kruispunt niet inbegrepen) en de Schoolstraat (kruispunt inbegrepen)Beveren-Leie
De aannemer plant om fase 1 en 3 uit te voeren voor het groot verlof. Afhankelijk van de vordering van de werken en de weersomstandigheden zal fase 2 juist voor en juist na het groot verlof uitgevoerd worden.
De Stedelijke Basisschool klinkt op Claudine Nolf, de poetsvrouw met de langste staat van dienst.
32 jaar stond ze in voor het onderhoud van de school, opdienen in de refter, koffie in de leraarskamer Noem me maar meid voor alle werk, zegt ze lachend. Claudine die op 21 april 60 werd, werd door de leerlingen op 3 maart, haar laatste werkdag, al in de bloemetjes gezet waarna ze haar nog resterende verlofdagen opnam. Op 30 april, de officiële dag van haar in pensioenstelling, werd er samen met al het personeel van de Stedelijke Basisschool Beveren-Leie op die jarenlange samenwerking geklonken. Tijdens haar loopbaan kende ze Lucien Vancraeynest, René Lecluyse, Gentiel Callewaert, Jan Meersman en nu Stefaan Dewaele er als directeur.
Groot gezin Afkomstig uit een gezin van twaalf kinderen - zes jongens en zes meisjes - wist ze al vroeg wat werken was. Ik kwam hier terecht in opvolging van mijn zus Leona, vertelt ze. Aanvankelijk werkte ik als textielarbeidster bij de firma Vanmarcke waar ook mijn vader en enkele familieleden werkten. Toen mijn zus hier in 1978 stopte draaide de textielsector niet goed en nam ik de kans te baat om hier aan de slag te gaan. Dat was dan nog in de 'oude' jongensschool. Er waren slechts zeven klassen en het waren allemaal meesters, ik moest dus mijn mannetje staan, gaat Claudine verder.
Nog geen OC 't Klokhuis In 1980 ben ik mee verhuisd naar de nieuwe school. Toen maakten verenigingen vaak gebruik van de grote overdekte ruimte van de school waarin tal van feestelijkheden plaatsvonden, van wijkfeesten tot filmvoorstellingen. OC 't Klokhuis bestond toen immers nog niet. Dat bracht veel werk met zich mee en vaak op momenten buiten de gewone diensturen, 's avonds en tijdens het weekend. Maar Claudine klaagde niet.
Kleuterklassen Toen het kleuteronderwijs er 12 jaar geleden bijkwam kreeg ik er ook collegas bij en zowel met hen als met het onderwijzend personeel was het steeds fijn samenwerken en ik jeunde me bij de kinderen. Het doet wel iets na al die jaren, maar ik ben ook blij dat het zover is. Ik sukkel met mijn schouder en het kwam een beetje te zwaar. Mijn vrije tijd zal ik wel weten op te vullen met mijn 2 kleinkinderen Jesse en Seppe, die hier trouwens schoollopen. Mijn man en ik maken ook graag een fietstocht, en ., voegt Claudine er als slot nog gekscherend aan toe, voor een gastronomisch weekendje ben ik ook wel te vinden. Tekst en foto's Rita Sabbe.
Beeld je eens in ... een lelijk plekje in jouw buurt ondergaat van vandaag op morgen een metamorfose en wordt een uniek, uitnodigend stekje in jouw gemeente. Dat is precies wat het lelijke plekjes-project wil doen: een minder fraai pleintje, hoekje, straatje, een stukje landschap enz. transformeren tot een unieke plek in de gemeente.
Jouw mening telt! Een jury zal in samenwerking met de gemeente, op basis van de ingestuurde voorstellen twee lelijke plekjes selecteren en koppelen aan creatieve studenten uit verschillende disciplines (landschapsontwerp, architectuur, kunst, etc.). Zij zullen hun ontwerpkunsten loslaten op de lelijke plekjes, en op die manier een pak inspiratie bieden aan de gemeentebesturen. .
Ken je een lelijk plekje in jouw buurt?
Aarzel niet en post je voorstel op lelijke plekjes tussen 1 mei en 30 juni.klik hier.
Wil je een overzicht zien van welke plekjes reeds werden doorgegeven klik hier.
Een initiatief van Leiedal Het "lelijke plekjes"-project is een initiatief van de intercommunale Leiedal en de gemeenten van de regio Kortrijk. Meer info: www.lelijkeplekjes.be klik hier.
Voor Elie Liefooghe lag Beveren-Leie hem nauw aan het hart
Beverse Weetjes krijgt af en toe een oude foto of een krantenknipsel in de hand gestopt om te publiceren. Dit artikel is er een van, het verscheen in Het Nieuwsblad op 18 november 1970. De foto komt uit het archief van KAV Beveren-Leie.
E.H. Liefooghe overleed op 10 augustus 1979 en ligt begraven op de begraafplaats te Beveren-Leie.
"Beveren Leie ligt me zeer nauw aan het hart"
zegt de toen 87-jarige medepastoor Elie Liefooghe.
E.H. Liefooghe in Dikkebus met KAV
In de St-Jansstraat te Beveren-Leie staat een huis, nr. 100, ietwat van de straat verwijderd. Een hof en een groen geschilderd ijzeren hek bevinden zich een meter hoger dan de straat. Vandaar moet je een paar treden vinden om op de deurbel van medepastoor Liefooghe te kunnen drukken. Deze Beverense rustende medepastoor is 87, maar daarom nog niet altijd thuis. Indien zijn fietsmotortje voor het hek staat maak je de meeste kans, staat het er niet dan zijn de kansen gering dat je medepastoor Liefooghe kan spreken.
In de herfst van zijn leven houdt medepastoor Elie Liefooghe niet zoveel meer aan bezoek. «Dat is oud worden», zegt de geestelijke glimlachend terwijl hij zijn pijp zoekt, de schijf van een houten tabakspot afneemt en met zijn hand in de pot een propje tabak graait waarmede hij zijn pijp met de traditionele uil stopt. Hij wrijft een vlammetje vuur en het vuurrode pijpevlees gaat aan het laaien. Maar zijn gezegde meent hij niet.
Het gebrilde parochievadertje voelt zich steeds jong en levenslustig. Hij ziet nog altijd graag naar TV en laat dan de keuze vallen op La Piste aux Etoiles, Jumping en de heren van Zichem. Hij heeft 2 bandopnemers en versterker. 's Zomers hoort men zelfs in·de Grote Heerweg de marsmuziek waarvan de gewezen medepastoor zo intens geniet. Hij tekent graag en in zijn vroegere eetplaats hangen zelfs de tekeningen van de opvoerders van de heren van Zichem en Schipper naast Mathilde.
Brommerke
't Oud onderpastoorke rijdt nog dagelijks met zijn brommerke, maar van reizen naar de stad Kortrijk begint hij af te zien. Gevaarlijk meent de geboren Poperingenaar. Medepastoor Liefooghe is altijd een aktief mens geweest. Niet alleen in christelijke organisaties maar hij deed dagelijks huisbezoekjes, blauwde zelfs tijdens de oorlog om de mensen te helpen - zijn zwart zakje achteraan zijn fiets was voor Beveren van grote betekenis -, en vond daarbuiten nog de tijd om - als zoon van een timmerman - eigenhands zijn kasten, zijn bureau en bed, eveneens zijn luchter te maken.
Medepastoor Liefooghe is een vernuftig mens. Hij heeft de elektrische leiding in zijn woning zelf gelegd, en is fier zijn eigenaardige wekker te tonen. Naast de deur naar zijn slaapkamer staat een grote Westminster. Ik kocht deze voor 2000 fr te Deerlijk, nu heeft men me er reeds 14.000 voor geboden. Doch deze mag niet weg want deze fungeert als wekker van de Eerwaarde, die steeds planmatig zijn tijd indeelt. Opdat deze omstreeks 7 u. met zijn dagelijkse mis in het klooster zou kunnen beginnen moet zijn Westminster om kwart voor 7 aan het rinkelen gaan. Dat gaat met een gelegde koperverbinding die ergens voor het cijfer zeven verschijnt en die in contact met de kleine uurwerkwijzer bij de rondreis van deze over de cirkelschijf het gewenste geluid voor' gevolg heeft. Ge moet het maar weten en wat van elektriciteit kennen.
Naam
Dat zijn naam geen leugen is daar is men te Beveren-Leie van overtuigd. Daartoe was E.H. Liefooghe ook sociaal een indrukwekkend mens en ging bij de rijken om de armen te dienen. Om dit aan te tonen Iijkt het geraadzaam even vluchtig zijn levensloop te overlopen, Geboren te Poperinge op 2 september 1884 vermoedde zijn vader een opvolger-timmerman in zijn enige zoon te hebben gevonden. Doch Elie verkoos het kollege en voelde zich geroepen tot het priesterschap. In 1912 werd hij priester gewijd en begon zijn ambt als leraar te Diksmuide tot de oorlog 1914 -18 uitbrak. Hij moest vluchten. Hij trok zelfs met zwakzinnige Ieperlingen naar Frankrijk. Vier dagen trein en dan eenmaal op de gewenste plaats aangekomen wist men niets van hun bezoek af. Dan maar verder reizen en in Dordogne konden ze in een schuur op stro slapen totdat ze zelf voor bedden hadden gezorgd.
Medepastoor Liefooghe heeft nog een brief bijgehouden van iemand die jaren na de oorlog hem bedankingen toestuurde. We lezen: «Reeds enige tijd was ik vast besloten U eens te schrijven Zonder U te kennen en niet wetende waar U verbleef, vertelde mijn moeder zo dikwijls, alsook mijn oudste zuster over U die goede priester die zoveel voor haar en haar kinderen deed. Hoe dikwijls zij ons dat verhaal vertelde kan ik niet zeggen. Onlangs las ik in de gazet: Z.E.H. Liefooghe 35 jaar priester te Beveren-Leie. Zo schrijf ik U.» Later is hij aalmoezenier van de vluchtelingen geworden.
Liefooghe weet ook te vertellen over het bombardement van zn kerk. Ze zeiden mij dat de brug van Ooigem gebombardeerd was. 'k Pakte mijnen fiets en 'k ging gaan kijken. Als ik weerkeerde langs den Groten Heerweg zeiden de mensen: «Meneer den onderpastoor waar gaat ge naartoe?» «Naar mijn huis.» «Maar Meneer den onderpastoor hebt ge dan niet gehoord dat de Duitsers langs daar zijn gepasseerd?» Maar reed ik toch verder met mijne velo. Aan mijn huis gekomen zag ik dat de deuren openstonden. Ik dacht k ga maar eerst veranderen van kostuum en mijne paraplu meepakken en dan vluchten. Maar terwijl ik bezig was met me om te kleden hoorde ik ne slag lijk nen donder die valt. Ik kijk aan de voordeur en 'k zie niets. Ik kom naar buiten en zie heel wat mensen naderen. k Vraag wat er scheelt en ze zeggen: «kijk ne keer daar meneer den onderpastoor! De kerk lag plat!» Ik heb feitelijk geluk gehad, zo vertelt ons onderpastoorke Liefooghe pittig, want ik dacht eerst van mijnen kelk uit de kerk te halen. Maar ik heb toch nog veel van onder de puinen kunnen halen. Ik ben daarna in Dordogne geland.
Na Dordogne gaf ik les in Frans te Moeskroen totdat, de Monseigneur mij voorstelde medepastoor te worden te Beveren-Leie in opvolging van de heer Quaegebeur. De Monseigneur had er zelfs bijgezegd: «Beveren-Leie 't is een van mijn beste parochies.» En ik heb het me werkelijk nooit beklaagd, 't Is feitelijk daarom dat ik nooit pastoor ben willen worden omdat ik een verplaatsing van Beveren-Leie vreesde. Nu ik in 1957 op rust ging vroeg mijn zuster, inmiddels overleden, of ik niet naar Poperinge zou teruggaan, maar van Beveren wil ik niet weg, ik wil er mijn laatste dagen doormaken.
E. Liefooghe heeft reeds zijn grafkelder in de nabijheid van zijn gewezen kerk in de St. Jansstraat waar het oude kerkhof gelegen is. Zijn grafsteen steekt in zijn kast naast zijn bed en is gemaakt uit zwarte arduin. AlIes staat er in gebeiteld. Behalve natuurlijk zijn overlijdensdatum. «En die moet nog niet zo rap gekend zijn», voegt het levendig pastoorke er vlug aan toe. Ik ben weliswaar eens zo goed als dood geweest voor Beveren-Leie. Mensen waren reeds naar het gemeentehuis geweest om over mijn overlijden na te vragen maar zover was het nog niet. Ik werd voorzien van het Iaatste sacrament zegde men mij nadien, maar 14 dagen later was ik opnieuw op de weg met mijn velomoteurke. Ik kan er slechts 25 km/u. uithalen en sommigen beweren nog dat ik te.rap rijd.
Geen familie
Medepastoor Liefooghe heeft geen familie meer. Zijn meid Aline Coudron uit Heestert die 40 jaar zijn huisgenote was verblijft nu reeds 4 maanden in het rustoord te Deerlijk. Het was haar Iaatste wens. Liefooghe zal zolang hij kan voor haar blijven zorgen. Dat zal hij ook voor de missies. AI datgene wat hij nog bezit wil hij wegschenken nu hij nog leeft en dat is heel wat. Zijn self-made kuriositeiten zijn veel waard. Merkwaardig onder deze is de omlijsting van het gekende Lams Gods, in verkleind model dat hij in hout heeft uitgewerkt. Hij heeft echter twee panelen weggelaten die in een priesterlijke woning minder passen: deze van Adam en Eva.
Tienmaal ging hij naar Lourdes en telkens bracht hij een beeldje van een nar mee. Ze zijn alle uitgesteld op een plankje tegen de schouwmuur. Daarnaast is zijn schouw met beeldjes die hij aan een Tsjechische Tjoep gekocht heeft versierd. Ze hebben allen een betekenis die doet denken aan de parabel van de Farizeeër en de tollenaar. Maar wat bij E.H. Liefooghe een grote indruk heeft gemaakt is pijp die hij te Lourdes kreeg van de uitbater van de instelling waar hij overnachtte. Hij spreekt erover op zijn Poperings zodat we een pop vermoeden. En als we vroegen wat hij met die pop ging aanvangen verduidelijkte 't onderpastoorke: «Een puppe waaruit kan gesmoord worden.»
Het is benijdenswaardig als je ziet hoe E.H. Liefooghe als mens van 87 jaar in zijn woning met eigen kreaties nog steeds van de dag geniet. k heb veel liefhebberijen herhaalde hij en t zijn deze die me doen leven. «Ik heb het eens tegen de burgemeester gezegd dat ze met het geven van een zetel bij een jubileum de mensen een slechte dienst bewijzen. Ze gaan teveel in hun zetel zitten en zijn te weinig op de been.»
« Het was hetzelfde toen we afgestudeerd waren, zegt Liefooghske, vele van mijn vrienden moesten ook van die schone boeken hebben, om in een schone kast te zetten. De mensen hebben teveel waar ze geen gebruik van maken.
Hiernaast heb ik een ateliertje, daar heb ik van alles en nog wat om me bezig te houden. Ik weet altijd waarmee mijn tijd te vullen. Eens ga ik aan het tekenen, dan eens wat muziek opnemen en beluisteren of loop eens met de hamer rond, en op een andere keer ga ik mijn kennissen bezoeken.»
Op de laatste vraag aan de 87-jarige wat hij morgen zal doen antwoordde hij: «In mijn kot hiernaast regent het in, ik zal het dak met plastiek beleggen.» (V.L.M.)
Ook nog ergens zoiets liggen om op Beverse Weetjes te publiceren. Laat het dan gerust weten, na het inscannen krijgt u het origineel onmiddellijk terug
Uitbreiding sporthal Den Averul voor Lenig & Vlug is een feit
Plannen uitbreiding sporthal Den Averul waarvoor Lenig & Vlug ijverde zijn een feit.
Het interview, juli 2009, met Philippe Decavel omtrent de uitbreiding van Den Averul nog eens raadplegen klik hier.
Chantal Debacker, Sophie Vandeplassche, voorzitter Freddy Vandeplassche en secretaris Philippe Decavel op de plaats waar de uitbreiding zal komen
Uitbreiding sporthal Den Averul
Sporthal Den Averul in Beveren-Leie wordt naast tal van andere sportclubs sinds 1995 ook gebruikt door trampolineclub Lenig en Vlug. Maar negen professionele trampolines nemen nogal wat plaats in. Hierdoor is Lenig en Vlug tot op vandaag verplicht om hun toestellen dagelijks op te bouwen en terug af te breken.
Daarom ligt het plan op tafel om sporthal Den Averul uit te breiden met een specifieke trampolinezaal. Een project dat niet alleen de trampolineclub, maar ook andere sportclubs ten goede zal komen.
Subsidie
Voor de financiering van dit project werd er een aanvraag ingediend bij de provincie West-Vlaanderen. De provincie heeft immers een reglement voor infrastructuursubsidiëring van sportief-recreatieve projecten. Eind januari diende het stadsbestuur een gefundeerd dossier in bij de provincie. Vorige week kreeg stad Waregem de bevestiging dat de provincie 250 000 euro voorziet om dit project te voltooien en dit bovenop de 250 00 euro die stad Waregem zal investeren
Het optrekken van een trampolinezaal, met een oppervlakte van 20 op 20 meter en een Olympische hoogte van 10 meter, is een noodzaak om de werking van de club (186 leden) te optimaliseren. Hierdoor zou Lenig en Vlug doorgedreven trainingen kunnen voorzien, zowel voor hun competitiespringers, als voor de recreatieve leden. Daarenboven biedt het ook extra kansen: o.a. de mogelijkheid om grotere (internationale) springtornooien te organiseren.
De vrijgekomen plaats in de hoofdsportzaal zal ook een welgekomen geschenk zijn voor andere sportclubs. Zo kunnen nog meer clubs gebruik maken van de infrastructuur in Beveren-Leie. Ook de trampolinezaal zelf kan openstaan voor andere clubs of scholen die een initiatie trampoline kunnen geven.
Door de provinciale subsidie kan Waregem niet alleen zijn ambities als sportstad verder waarmaken, dit biedt ook sportclubs nog meer kwalitatieve mogelijkheden om hun sport te beoefenen.
Het ontwerp van de uitbreiding van de sporthal is in handen van Hugo Snoeck. De uitvoering van de bouwwerken is voorzien in de loop van 2011.
In bijlage de toelichting door Mevrouw Marleen Titeca-Decraene, gedeputeerde voor sport.
Kunstenares Nathalie Pontegnies uit Beveren-Leie pakt uit met 'FLASH'
Het atelier Monumentale Kunst, academie Harelbeke pakt uit met FLASH
Kunstenares Nathalie Pontegnies uit Beveren-Leie pakt samen met haar klas 'Monumentale kunst' uit met een groots opgezet project.
Het wordt een rondrijzende tentoonstelling met als belangrijkste data 30 april en 1 en 2 mei in de Kameleonschool in Harelbeke.
Daarna volgt een eindejaartentoonstelling in het Spoor te Harelbeke van 19 tot 22 juni.
Van 20 tot 31 augustus is FLASH te bewonderen in de bib te Harelbeke
Onder leiding van Nathalie Pontegnies bouwden de leerlingen samen een monumentaal, sfeervol huis waarin ieder een bepaalde ruimte ter beschikking kreeg om zijn creativiteit te uiten. Zo ontstond een kijkhuis uit hout en karton met 20 kamers. Het werd FLASH.
Elke leerling kon een reisherinnering, een Flash, die voor hem iets speciaals betekende omzetten in een eigen werk. 20 zeer uiteenlopende kunstwerken werden vertaald in diverse technieken: glassculpturen, schilderijen, gebakken klei, hedendaagse gemengde technieken en frescos.
Zin om iets bijzonders te zien? Alvast van harte welkom in de nieuwe locatie: Kameleonschool turnzaal-, Tientjesstraat 2 te Harelbeke .
Opening 30 april om 20.00 uur; Verder open op 1 en 2 mei van 14u30 tot 18u30