Puccini: La Bohème In het programma Opera on 3 Live from the Met wordt zaterdag 3 januari
door BBC Radio 3 een rechtstreekse uitzending verzorgd van de Matinee
in de New Yorkse Metropolitan Opera van het muzikale melodrama La Bohème van Giacomo Puccini. Dit programma begint om 19:00 uur en zal tot ongeveer 22:15 uur duren. Meer daarover kunt u lezen in het artikel dat ik heden op de fin de siècle-website All art is quite useless van Rond1900.nl heb gepubliceerd.
Verdi: Don Carlos Twee minuten nadat de voorbereidingen tot de intense tragedie rond protagoniste Mimi in Puccini's La Bohème op
BBC Radio 3 hun loop nemen, gaan op de Nederlandse zender Radio 4 de
lijnen open naar het Italiaanse Milaan waar in het operahuis La Scala op 10 januari 1884 Verdi's tweede en definitieve versie van het geniale muziekdrama Don Carlos
in première is gegaan. Ter viering van het 125-jarig bestaan van dit
werk wordt het die avond aldaar opnieuw uitgevoerd met een
sterbezetting. Daarover kunt u eveneens een bijdrage lezen, die ik heden op de genoemde site heb afgedrukt.
Glinka: Roeslan en Ljoedmila Terwijl
de beide bovengenoemde tragedies op de verschillende radiozenders nog
hun loop nemen, start om 20:30 uur de muziekzenderMezzo met een
verfilmde versie van het muziekdrama Roeslan en Ljoedmila uit 1842 van de Russische componist Michail Glinka (1804-1857). Hoewel
een sprookje niet direct de aangewezen literaire basis vormt voor een
uiting van podiumkunst, zijn er toch diverse componisten geïnspireerd
geraakt door deze uiting van dichterlijk vermogen. Zo zijn er in de
negentiende eeuw enkele musici geweest, die Roeslan en Ljoedmila van Aleksandr Poesjkin (1799-1837) als uitgangspunt voor een compositie hebben gekozen. Reeds
in 1821 heeft de thans geheel vergeten componist Scholz een ballet op
dit thema geschreven, en heeft Nikolaj Rimski-Korsakov (1844-1908) zijn
Skazka voltooid, hetwelk eveneens is gebaseerd op de proloog van datzelde stuk. Tussen
1840 en 1842 werkte Michail Glinka (1804-1857) aan zijn vierde opera,
die eveneens is gebaseerd op Poesjkins verhaal. Hij had aanvankelijk
nog de hoop gekoesterd dat de auteur zelf het libretto zou willen
schrijven, maar dat bleek al spoedig een onmogelijkeid doordat
Aleksandr Poesjkin in 1837 aan de verwondingen overleed, die hij
tijdens een duel had opgelopen. Daarom toog Glinka zelf aan het werk,
waarbij hij maar liefst door vijf schrijvers werd ondersteund.
Eerste uitvoering De
première was op 9 december 1842, en werd een enorme mislukking, mede
als gevolg van ziekte en onderlinge ruzies tussen de solisten. Na drie
uitvoeringen werd dat echter toch anders, en zou het, mede door toedoen
van Franz Liszt (1811-1886) ― die toen in Rusland verbleef [1]―
zou het werk zelfs een ware zegetocht beschoren zijn in de rest van
Europa. De ouverture van deze opera is één der oudste voorbeelden van
romantische Russische muziek, die repertoire heeft weten te houden. In
tegenstelling tot menig ander werk van Glinka wordt deze ouverture niet
gekenmerkt door nationale of nationalistische elementen. Het is een
opvallend stuk opgewekte, levendige muziek. De ouverture Na een fortissimo-inzet
van het gehele orkest volgt het melodieuze eerste thema in violen,
alten en fluiten, waarna het geheel opgewekt verder loopt. Dan klinkt
het tweede thema: een aangename melodie in alten, celli en fagot, met
begeleiding van de overige strijkers. Na de gebruikelijke uitwerking
met herhalingen in diverse groepen van instrumenten volgt de coda. Deze
begint met het hoofdthema, eerst in de violen, dan in de lagere
stijkers en fagotten. Violen en houtblazers voeren het naar een wilde
climax, waarna de ouverture besluit met een feestelijk ritme, dat reeds
in de inzet werd voorgesteld. ____________ [1] Zie daartoe mijn artikel De andere Franz Liszt ― Pianopedagoog en orgelcomponist, verschenen op dinsdag 7 augustus 2007 op de website van Mens en melodie. ___________ Afbeeldingen 1. Henri Murger(1822-1861), de schrijver van de oorspronkelijke roman Scènes de la vie de bohème (1849). 2. François Joseph Méry (ca. 1798-1865), librettist van Don Carlos. 3. Michail Glinka, geschilderd door llja Rjèpin (1844-1930). 4. Poesjkin-standbeeld in Sint Petersburg.
|