Duitse literatuurpaus Marcel Reich-Ranicki weigert de Deutsche Fernsehpreis
Schandaal De
beslist niet altijd even redelijk optredende Marcel Reich-Ranicki één
van de meest vooraanstande literatuurcritici in het hele Duitse
taalgebied en veelal gezien als de literatuurpaus
bij uitstek in het kader van de literatuur in het algemeen en de
Duitstalige in het bijzonder heeft dit weekeinde voor veel ophef
gezorgd door de Deutsche Fernsehpreis te weigeren wegens gebrek aan niveau in het bewuste medium. Je
kunt in diverse kaders best één en ander tegen Reich-Ranicki in
stelling brengen, je kunt van harte met hem van mening verschillen over
bepaalde boeken, zoals Günther Grass' roman Ein weites Feld,
waartegen Reich-Ranicki een privé-oorlog heeft gevoerd, puur op basis
van vooringenomenheid en totale insensitiviteit bij het lezen van dat
boek. Maar deze faux pas
kan men niet als maatstaf nemen voor zijn algehele functioneren, en het
gaat evenmin aan om hem te verwijten dat hij voor een schandaal zorgt
als hij op basis van zijn, weliswaar veelal extravert emotioneel
geuite, oprechte bezwaren iets ten rechte aan de kaak stelt. De man
heeft in deze context het gelijk volkomen aan zijn zijde. Presentator
van de avond waarop al die Fernsehpreise zouden worden uitgereikt
Thomas Gottschalk waarmee onmiddellijk het bezwaar van de al te grote
oppervlakkigheid jegens het medium televisie in de Duitstalige gebieden
niet beter kon worden onderstreept heeft hem daarop voorgesteld een
discussie te organiseren tussen de directe hoofdverantwoordelijken voor
het verzamelmedium televisie in die contreien enerzijds en aan de
andere kant Marcel Reich-Ranicki. "Ich akzeptiere das. Mal sehen was daraus wird," luidde de reactie van de inmddels 88-jarige.[1] Dat
hoeft geen zinloze aangelegenheid worden, zeker niet als men voor een
rechtstreekse uitzending zorgt, waarin niet (meer) kan worden geknipt.
Wel moet die Gottschalk als 'moderator' daar verre van blijven,
aangezien de totale zinloosheid anders van tevoren vaststaat.
[1] Zo luidde een mededeling binnen de melding van de Tagesschau van het eerste Duitse televisienet ARD/Das Erste. Het dagblad Frankfurter Rundschau daarentegen meldt dat het aanbod een uitzeding van een uur inhield, die Reich-Ranicki naar eigen inzicht gestalte zou mogen geven.
Herfstwee in de beleving van de Vlaamse dichter René de Clercq
Een dwarse dichter De
Vlaamse dichter René de Clercq heeft welzeker een veelbewogen leven
geleid, niet in de laatste plaats als gevolg van de politieke en
maatschappelijke keuzes die hij op tal van fronten heeft gemaakt. Ooit
heeft hij gepleit voor opheffing van de Belgische staat een wens die
we aan het begin van onze huidige, eenentwintigste eeuw ook niet zelden
uit datzelfde land hebben horen klinken, een goede eeuw nadat De Clercq
dat een optie leek, maar De Clercq kwam het op een beroepsverbod te
staan, door de koning persoonlijk ondertekend René de Clercq werd in 1877 geboren te Deerlijk hetgeen in dit geval een exogeen Nomen est omen verdient en hij is in 1932 te Maartensdijk overleden.
HERFSTWEE.
In reke. langs de beke, en lijk bijeengevlucht, ]vol schamelheid en schaamte, geraamte bijgeraamte, de boomen in de schemerlucht. hoog riujzen ze in hun rildheid, die reuzen, bronzig bruin, en steken vol gestildheid, lijk stommen, kruinbij kruin. Hun breede voeten duiken ze in het boordevolle bed der beweeggaande wateren, die met een lagen zang hun hooge smert verzoeten. Grauw omendomme ligt de wee die 's zomers groenegroeiend deinde, en zong gelijk een zachte zee, geluidloos in een weedom zonder einde. Geen kalfjes rond een luie koe die hippewippend huppelen. Geen koeien kerft een wilgeroe tot wisschen en tot knuppelen. Alleenig ligt het gras nu, moe en tenden tot besterves toe, vol dikke, matte druppelen. En lijze, onhoorbaar haast, doch zichtbaar aan den drijf der avonddoomen blaast een doodenadem nog een loverke uit de boomen, rolt het, glazig-nat en nersch, alover 't streuvelende gers, tot in de biezen die de beek omzoomen; en laat het dan, gevallen, van het laagste lisch, heel langzaam boven 't water stroomen.
Uit: Land, opgenomen in de verzamelbundel Gedichten
Op de titelpagina van het fraai vormgegeven boek ziet u dat mijn exemplaar er een is uit de tweede, Vermeerderde druk
en dat de boekversieringen zijn gerealiseerd door J.B. Heukelom
(1875-1965). De eerste druk van het dus verminderde boek was
uitgekomen in1896. De uitgave bij Van Looy uit 1911 is verschenen in de Roo' Rozen Serie.
Opvallend is de prijs die het in die dagen moet hebben gekost: een
geïllustreerd en gebonden boek van 260 bladzijden met opdikkend
papier. De bewuste bundel neemt drie nummers van de reeks in beslag;
dat betekent dat het boek ingenaaid voor 50 cents per nummer één
gulden vijftig dus verkijgbaar was. Indien men een gekartoneerde
versie wenste, kostte dat 30 cents per nummer extra, in de gebonden
editie 50 cents per deel extra. Het luxe geheel heeft bijna een eeuw
geleden slechts drie gulden gekost. Wat een glorieuze boekentijd was dat.
Pol de Mont, dichter in Vlaanderen, over een avond in Oktober
Een ware, klassieke bard De Vlaamse meester-dichter Pol de Mont (1857-1931) was degene, die ervoor heeft gezorgd dat Hélène Swarth
een Tachtiger werd en niet in het Frans bleef schrijven en publiceren.
Hij had de ware dichteres in haar herkend. De titel van zijn bundel Zomervlammen,
op 1 september 1922 weliswaar gedrukt te Antwerpen, maar in Leiden
uitgegeven door A.W. Sijthoff 's Uitgeversmaatschappij, is in zoverre
vanuit de lezer gedacht misleidend, aangezien deze in principe niet
verwacht dat ook daarin eveneens herfstgedichten te vinden zullen zijn.
Doch aangezien nergens wordt gepretendeerd dat er alleen zomerse
toestanden in dat boek te vinden zullen zijn, is het een goede zaak om
eerst eens de inhoudsopgave te bekijken, dan zal men zien dat ook de
maanden april en mei erin voorkomen, en ook die zijn, van oudsher
althans niet doorspekt met zomervlammen althans, tot dusver niet,
want je weet immers niet exact wat er door die klimatologische
veranderingen op onze planeet over achttien of over tachtig jaar zal
zijn gebeurd. Zomervlammen
telt 200 bladzijden met in totaal 122 gedichten. Het exemplaar dat ik,
nu vijf jaar geleden, heb gekregen, is één van de honderd genummerde
exemplaren: 97 staat erin met een numeroteur. Deze spciale exemplaren
werden gedrukt op oud-Engels papier en door de dichter 'getekend'.
OKTOBERAVOND
Een uitspansel van lood... Heel hoog, inktzwarte traag heendrijvende wolken; lager, bij de oneffen horizon, die van het Zuiden onmerkbaar glooiend naar het Noorden loopt, pikdonkre strepen op groenachtige grond, en lager nog, de kimme rakend schier, een dunne, rode, helverlichte strook... Daaronder strekt, beeld van verlatenheid en arme, zich een onfzienbare vlakte: steenachtig land, waarop slechts hier en daar wat pover onkruid wegteert, wijl, heel ver, een enkle boom, verwrongen door de storm,
wat schaduw spreidt. Krijtachtig loopt, gelijk een lange slang, een smalle wegel dwars door 't eenzaam veld, en pikzwart, slechts van binnen geelrood verlicht, verrijst uit twintig schouwen een dikke smoor uitpaffend, de fabriek, zwoegend uit hese longen in de stilte van vallende avond door het eenzaam veld, zuchtend, als wilde de onbezielde stof te zamen vatten in één enkle zucht al 't menslik lijden, dat die muren bergen...
Uit: Natuur (1890-1922) als onderdeel van de bundel Zomervlammen (1922)