De Amerikaanse verkiezingen uitgelegd Met de voorverkiezingen ―
die uiteindelijk, na vele tussenstappen, zullen moeten leiden tot de
installatie van een nieuwe president van de Verenigde Staten ―
momenteel in het dagelijkse vizier van de diverse publiciteitsmedia
wordt weer eens duidelijk dat het belang ervan heel wat verder strekt
dan alleen het werelddeel waar zich dat gebeuren afspeelt. Zo meldt Het Parool
van heden dat Bill Richardson, de vierde op de ranglijst van de
Democratische presidentskandidaten, vandaag bekend zal maken dat hij
zich zal terugtrekken. De meeste Nederlanders zullen nog nooit van de
man hebben gehoord, maar voor het geval ze meer over hem en zijn status
willen weten, is het een goede zaak om het pas verschenen ABC van de Amerikaanse verkiezingen,
door Frans Verhagen aan te schaffen. Die heeft alles wat ook maar op
enigerlei wijze met dit thema te maken heeft op een relatief lange, in
overzichtelijke hoofdstukken verdeelde, rij gezet, waarin hij een
antwoord biedt op heel veel eventuele vragen, die mogelijk
geïnteresseerden in onze contreien zouden kunnen stellen, behalve
uiteraard die éne vraag, welke het meest brandend is: Wie wordt die
volgende president?
Diverse serieuze kandidaten Een
adequaat antwoord kan daarop, althans in dit stadium niet worden
gegeven, aangezien er nog zoveel kan gebeuren dat (opnieuw) voor een
onverwachte wending kan zorgen, en waardoor elke redelijke analyse
buitenspel wordt gezet. Immers, nog maar een paar dagen geleden zag het
er relatief slecht uit voor Hillary Clinton, maar inmiddels heeft ze,
na New Hampshire, felicitaties van haar hardste Democratische
mededinger, Barack Obama, in ontvangst kunnen nemen. Dat laatste viel
ook te lezen in de (werk)dagelijkse mail van Lenthe Kriq,
waarin een bijzonder woord, of onalledaagse uitdrukking, extra aandacht
krijgt en wordt verklaard met de etymologische oorsprong. Het begrip caucus
was op donderdag 10 januari aan de orde en werd summier verklaard. Wie
daarover echter meer wil weten, kan er twee hele paginas over lezen in
Verhagens nieuwe boek. Onmisbare gids Dat
250 paginas tellende boek is overzichtelijk en vooral aangenaam
leesbaar; het weet steeds de aandacht te boeien en wordt nergens saai,
droog of oninteressant, ondanks de talrijke, in het kader
van het thema onvermijdelijke, opsommingen. Die status is te danken aan
de nuchterheid van de schrijver, die nu voor de tiende keer de
Amerikaanse (voor)verkiezingen van nabij volgt, en dus aardig door de
wol gekleurd mag worden verondersteld. En daarbij komt dat deze
verkiezingsronde in Amerika de achtste is die hij als journalist
verslaat. Hij moet dus zeer wel in staat zijn hoofd- en bijzaken te
scheiden. Op het achterdeel van het boek wordt Frans Verhagen zelfs een
politiek junkie genoemd, waarmee degenen die zijn boeken en artikelen
lezen hopelijk hun voordeel kunnen doen. Zestig procent van zijn
nieuwste boek wordt ingenomen door het letterlijke ABC ― van Abortus
tot Zipper problem ― waarin we alle begrippen, welke een directe link
naar deze verkiezingen hebben, verklaard en wel, kunnen vinden met
verwijzingen en nuttige associaties, die het soms bizarre verleden van
onder meer tweeënveertig aan Bush jr. voorafgaande presidenten niet uit
de weg gaan, en waarin en passent ook nog een paar honderd jaar
VS-geschiedenis die in deze context van belang zou kunnen zijn, uit de
doeken wordt gedaan. De kunst van het relativeren Voorafgaande aan het omvangrijke ABC vinden we, na een kort inleidend woord, een verhelderend essay, getiteld De beste wint nooit, maar het systeem is zo gek nog niet, waaruit de titel voor het gehele boek is gelicht.
Sterk relativerend met de vereiste journalistieke afstand, zou je ook
kunnen zeggen weet Frans Verhagen de vinger op diverse wonde plekken
te leggen zonder daarbij alle eventuele interessante kindertjes met
veel badwater in een oceaan van pijnlijke vooroordelen te laten
ondergaan. Ook begrijpt deze Nederlander dat velen bij ons het maar een
dwaze vertoning vinden, al die circusoptredens en dito gedragingen,
welke toch maar door meerderjarigen de wereld in worden gezonden. Dat
het daarbij niet altijd even volwassen toegaat, zal Frans Verhagen in
een ruimere context hebben meegemaakt dan de momentopnamen, waarmee
allen, die zo ver van de plaats der delicten verwijderd zijn, het
moeten doen. Hij is immers degene, die er met de neus bovenop heeft
gezeten iets waarom menigeen hem zal benijden. Tegelijkertijd zullen
er voldoende anderen zijn die een dergelijke beker vol Yanken-dwaasheid
graag aan zich voorbij zullen laten gaan. In het hoofdstuk De klas van 2008: een sterkte-zwakte analyse
worden alle kandidaten kort en krachtig voorgesteld en hun zwakke
plekken naar voren gehaald, evenals hun sterke punten. Overlappingen in
die beide categorieën zijn daarbij geen zeldzaamheid. Eventuele struikelblokken Heel kort gaat Frans Verhagen in op het tijdschema van de thans lopende voorverkiezingen, en hij duidt die aan met het begrip hindernisbaan.
In het kader van de uitzinnig vermoeiende hordenloop die zulke
voorverkiezing zijn, valt een beter begrip dat tegelijkertijd de relativering binnen het gebeuren hoog houdt, nauweljks te bedenken. Dat het desondanks tevens een uitputtingsslag voor alle kandidaten zal worden, mag als voor de hand liggend, en daarom bekend, worden verondersteld. Vervolgens
laat Verhagen nog even alle 43 presidenten tot nu toe de revue
passeren, met saillante, en soms wie zal het verbazen, die inmiddels
weet dat het zipper problem bij tijd en wijle 'zelfs' in de politiek een niet geringe rol speelt pikante details. Het
laatste hoofdstuk van het nog tien maanden heel actief te koesteren
boek, dat ook daarna nog steeds opnieuw als naslagwerk kan dienen een
betere aanbeveling kan ik even niet verzinnen , somt alle
presidentsverkiezingen vanaf 1788 op, noemt de partij in kwestie, het
aantal kiesmannen en, als het van toepassing is, eveneens het aantal en
het percentage van de behaalde stemmen. De beste wint nooit
is een aangenaam boek dat het gemakkelijk kan opnemen tegen zo menig
politieke thriller die in een dikke duim is ontstaan, hetgeen maar weer
eens bewijst dat de meeste verzinsels het moeten afleggen tegen de
dagelijkse realiteit. Op een paar orthografische kleinigheden na pijl
in plaats van peil, alsmede inconsequent gespelde woorden valt er op
deze grote prestatie van Frans Verhagen niets aan te merken. Ook al kun
je met hem verschillen van ening met betrekking tot de inhoud van zijn
laatste zin, die gaat over de historische plek voor Bush junior. ___________
Frans Verhagen: De beste wint nooit Het ABC van de Amerikaanse verkiezingen. 256 pag., paperback; Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam, 2007. ISBN 978 90 468 0260 1. Prijs 12,95. ____________ Afbeeldingen 1. Voorplat van het actuele boek van Frans Verhagen. 2. Hillary Rodham Clinton (officieel portret): serieuze kandidate voor het presidentschap van de VS. 3. Barack Obama, Clintons meest nadrukkelijke uitdager binnen het eigen, Democratische kamp. 4. Rudolph Giuliani, voormalige (107de) burgemeester van New York, thans een serieuze Republikeins presidentskandidaat. 5. John McCain (officieel portret): de grootste uitdager van Hillary Clinton binnen het Republikeinse kamp. 6. Frans Verhagen, auteur van het actuele ABC. (Foto: Herman Wouters.)
10-01-2008 om 18:46
geschreven door Heinz Wallisch
|