Vier decennia Nederlandse (partij)politiek in acht tv-bijdragen op één avond
In verband met de actualiteit Wie zal het verbazen dat dezer dagen diverse aspecten van de Nederlandse politieke historie in tal van uiteenlopende programma's op de rol van het digitale televisiekanaal Geschiedenis 24 staan? In de periode tussen 18:25 uur en middernacht van zondag 6 juni komen acht thema's in dit geval tussen 1970 en 2010 aan de orde. Achtereenvolgens worden deze verschillende onderwerpen behandeld:
1.De politieke partij DS 70. Een reportage in de reeks Andere tijden. (18:25-18:56 uur.)
2. Verkiezingsuitslag 1972. Verslag in de reeks Berichten uit de samenleving over de verkiezingsavond van 1972, toen de Partij van de Arbeid een enorme winst behaalde. (18:56-19:13 uur.)
3. De premier na de Tweede Wereldoorlog. Het gaat hier om een compilatie die in 2005 door Geschiedenis 24 is gemaakt van profielen van allen die gedurende de laatst vijfenzestig jaar Minister-President van ons land zijn geweest.
4. Politieke verkenningen: Joop den Uyl (1919-1987), PvdA. Special van de KRO-televisie uit de actualiteitenrubriek Brandpunt uit 1977. (20:01-21:00 uur.)
5. Kijkswing! Eerste aflevering uit een vijfdelige serie van Jan Kelder uit 1993 over De geschiedenis van de jazz in Nederland. De aflevering behandelt de periode 1919-1939. Onwillekeurig gingen politieke aspecten een rol spelen in het muziekleven. (21:00-21-49 uur.)
6. Politieke verkenningen: Hans Wiegel, VVD. Tweede van drie Brandpunt-specials uit 1977 over de leiders van de drie grootste politieke partijen in ons land.
7. De entree van Balkenende. Reportage uit 2009 uit de serie Andere tijden over het weekeinde in 2001 toen Jan Peter Balkenende werd gekozen tot fractieleider en lijsttrekker van het CDA. (22:53-23:21 uur.)
8. De zwerftochten van Pim Fortuyn. Een reportage uit 2002 in de reeks programma's getiteld Zembla. Deze bijdrage gaat over eventuele antwoorden op de vraag wat de op 6 mei 2002 door een aanslag omgekomen politicus Pim Fortuyn (1948-2002) heeft gedreven. Over zijn 'queeste' naar macht, geluk en erkenning. (23:21-00:00 uur.)
Geschiedenis 24 TV kanaal
Info omtrent eventuele herhalingen in de nachtelijke uren en overdag zijn te vinden vooropgesteld dat er herhalingen zijn ingepland in de elektronische programmagids gids.vpro.nl ____________ Afbeeldingen 1. Joop den Uyl, een bevlogen idealist die goed kon drammen. Hij zal dat absoluut noodzakelijk hebben gevonden en met hem zijn bewonderaars. Anderen daarentegen vonden hem net iets te veel op een gereformeerde predikant lijken. (Foto overgenomen van de website van Geschiedenis 24.) 2. Het logo van het digitale televisiekanaal Geschiedenis 24 staat er gekleurd op.
Herinneringen aan Pieter Jelles Troelstra op digitaal tv-kanaal Geschiedenis 24
Korte documentaire film Het digitale televisiekanaal Geschiedenis 24 biedt op zaterdag 5 juni een half uur echte
Nederlandse historie in de vorm van herinneringen aan Pieter Jelles Troelstra (1860-1930). De man die als politicus zoveel furore heeft gemaakt, was echter niet alleen politicus. Maar dat feit domineerde zijn receptie dermate dat, ook thans nog wel eens wordt vergeten dat hij ook literaire ambities had, en als dichter en nog werk op zijn naam had staan. Echtgenote (1888-1904) Nienke van Hichtum pseudoniem van Sjoukje Maria Diderika Bokma de Boer (1860-1939) verwierf in de letteren flink wat meer faam met haar verhalen en het onvergankelijke Afke's Tiental uit 1902 dat aan het eind van de twintigste eeuw nog weer werd herdrukt. Het beeld van Pieter Jelles Troelstra dat ons wordt geboden, is samengesteld aan de hand van herinneringen van Troelstra's zoon Jelle (1891-1979), samen met die welke de arts Ben Sajet (1887-1986), die ooit een befaamde SDAP-er was. De film wordt uitgezonden tussen 21:55 uur en 22:25 uur. Voor eventuele herhalingen raadplege men de elektronische vpro-gids: gids.vpro.nl
Herinneringen te boek
In 1952 is het boek Mijn vader Pieter Jelles bij De Arbeiderspers uitgekomen, samengesteld uit enkele herinneringen van Jelle Troelstra aan zijn vader. Deze had hij eerder gepubluiceerd in Vrij Nederland. Die bijdragen in dat weekblad waren de schriftelijke neerslag van vertelde memoires voor radio Wereldomroep. Het boekje zoals Jelle Troelstra zijn verzameling teksten, afgewisseld met foto's, tekeningen en facsimilé's uit familiebezit noemt, maar dat in die eerste versie 160 pagina's telt biedt een schat aan informatie die evenzeer interessant is voor lezers zonder kennis van de inhoud van P.J. Troelstra's Gedenkschriften. Dat komt niet in de laatste plaatst doordat junior het accent legt op al hetgeen verband houdt met dee huiselijke Pieter Jelles Troelstra.
__________
Afbeelding: Grafmonument voor Pieter Jelles Troelstra, vervaardigd door Tjipke Visser, geplaatst in 1933 te Stiens.
De uitermate genante jaren tachtig van de vorige eeuw in Engeland
Vrijdag 4 juni zal BBC Two Television opnieuw een aflevering uitzenden van het programma The grumpy guide to . . . Deze keer is het thema The eighties. Daarin wordt een algemene blik geworpen op de jaren tachtig van de vorige eeuw, die onder meer worden gezien als één der meest genante decennia uit de geschiedenis van het land dat al lang niet meer het Britannia was dat zichzelf kon beschouwen als de natie met de heerschappij over de wereldzeeën: "Britannia rulesthe waves", hetgeen slechts is voorbehouden aan één dag per jaar: op het podium van de Londense Albert Hall als elke bezoeker het uit volle borst meezingt met de uitvoerenden op het podium.
Het afschuwelijke wezen dat door velen wordt beschouwd als een monster zonder waarde, en in ieder geval zonder een greintje empathie: Margaret Thatcher regeerde toen het grote eiland aan de westelijke overzijde van de Noordzee. Op niet-politiek terrein zijn er toen ook enkele punten gescoord: de New Romantics waren in die dagen dè meesters van de popmuziek, en young urban people (de yups) kregen de beschikking over een nieuw speelgoed: de filofax, een zogeheten personal organizer in portefeuille-formaat. De uitzending wordt gerealiseerd laat op de avond tussen 23:00 uur en 23:00 uur onze tijd. Het programma zal ongetwijfeld binnen niet al te lange tijd eens, in de nachtelijke uren of zo, worden herhaald.
Willem Elsschot zes maanden geëerd met expositie in Antwerpen
Tentoonstelling in Antwerpen
Vrijdag 4 juni moeten de liefhebbers van Willem Elsschot (1892-1960) [1] en of dat nou is vanwege diens geniale letteren of omdat men diens leven zo fascinerend vindt, maakt niet uit, want hij is en blijft een uitermate boeiende figuur, voor de ene categorie doordat men hem nog hoger aanslaat dan de Grote Vier [2] van de Nederlandstalige letteren, voor de andere groepering vanwege zijn persoonlijkheid en literaire inventiviteit beslist luisteren naar Neerlands Radio 5 waar het programma OBA live van de Humanistische Omroep zal worden uitgezonden van 19:02 uur tot21:02 uur.
OBA live wordt aangekondigd als geëngageerde talkshow over kunst, cultuur, en maatschappij, gepresenteerd door Theodor Holman. In die twee uur worden drie thema's behandeld, en het eerste daarvan is een gesprek met Wieneke 't Hoen, conservatrice van de expositie Dicht bij Elsschot, die tussen 30 mei en het einde van dit jaar wordt gehouden in de geboortestad van Willem Elsschot: Antwerpen.
Wieneke 't Hoen schreef het boek, behorende bij deze tentoonstelling ter gelegenheid van de vijftigste sterfdag van de auteur. Daarin is tot dusverre ongepubliceerd materiaal opgenomen.
Meer info is te vinden op: www.destadvanelsschot.be
__________
[1] Willem Elsschot is een pseudoniem van Alphonsus Josephus de Ridder.
[2] De grote Vier der Nederlandstalige letteren zijn in veler optiek: Simon Vestdijk (1898-1971), Gerard Reve (1923-2006), Hugo Claus (1929-2008) en Harry Mulisch (geboren 1927).
Begrijpelijkerwijs is er een groepering, die schrijvers als Elsschot en Jan Hendrik Frederik Grönloh (Nescio 1882-1961) nog hoger waarderen dan de Grote Vier.
Tags:Nederlandstalige literatuur, Willem Elsschot, Alphonsus Josephus de Ridder, Antwerpen, expositie, Wieneke 't Hoen, NL Radio 5, Theodor Holman, Humanistische Omroep
Ludwig van Beethovens Tweede Symfonie in een alternatieve vorm
Eigen bewerkingen
Met enige regelmaat presenteert de klassieke muziekzender Mezzo-televisie alle symfonieën van Ludwig van Beethoven (1770-1827), gespeeld door de Berliner Philharmoniker onder leiding van Claudio Abbado. Die cyclus wordt meestal opgesplitst in enkele onderdelen, waardoor de belangstellende luisteraar binnen enkele dagen dikwijls zijn dat drie etmalen, respectievelijk goed achteenveertig uur al die negen symfonieën kan consumeren.
Hedenavond, donderdag 3 juni, kunt u, in het programma Vesper dat vanaf 18:05 uur wordt voorgesteld door de regionale radiozender WDR 3 eveneens luisteren naar een uitvoering van de Tweede Symfonie in D-groot, opus 36 van deze Weense grootmeester, uit te voeren door Capella Coloniensis onder leiding van Sigiswald Kuijken.
Alternatieve versie
Dat biedt ons hier een geschikte gelegenheid u te wijzen op het bestaan van alternatieve versies van die Tweede Symfonie. Eén daarvan is door de Van Swieten Society op cd gezet, en daardoor vaker dan alleen tijdens een concert te beluisteren: een arrangement van deze symfonie voor pianotrio, door Beethoven zelf gerealiseerd, en dat is een verrassende aanwinst.
De aanleiding voor dergelijke bewerkingen, die niet alleen Beethoven, maar eveneens tal van zijn voorgangers en tijdgenoten hebben gemaakt en die later in groten getale door Franz Liszt (1811-1886) aan de wereld werden geschonken hebben een geheel eigen, tweeledige geschiedenis. Ten eerste bestond er in die tijd geen auteurswet zoals wij die kennen, en dat betekende in de praktijk dat ieder ander een bewerking kon maken van een nieuw muziekstuk, om het in dit kader te beperken tot de toonkunst. Op het moment echter dat er (een) bewerking(en) van de componist zelf bestond(en), was het voor een andere partij niet meer zo interessant. Het tweede spoor, dat eveneens een grote rol speelde, is dat in de achttiende en negentiende eeuw de vrije tijd anders werd doorgebracht dan heden ten dage het geval is, en er verhoudingsgewijs zeer veel aan huismuziek werd gedaan. Die componisten schreven hun muziek met de bedoeling de partijen te verkopen aan mensen die thuis zelf speelden om de lange avonden te doden of hun hart aan dit onderdeel van de kunst op te halen.
Altijd weer nieuw
De vraag die zich daarbij voordoet eigenlijk slechts in de marge, want iedere uitvoering is altijd weer nieuw , is: hoe spontaan kun je nog een bewerking op je laten afkomen van een muziekstuk waarmee je zoals in mijn geval in de loop van een kleine zes decennia vertrouwd bent geraakt. Je meent immers te weten wat er komt. Dat blijkt echter behoorlijk relatief te zijn, aangezien je, bij een uitvoering door een orkest niet denkt aan de omzetting naar een kleiner ensemble. Andersom en daarover gaat het hier word je nu toch weer verrast door de stemmen, die je, eventueel volkomen onbewust, hebt opgeslagen en die in wezen 'meespelen' met de uitvoering door zo'n trio. Dan dringt het besef door dat deze 'zelfde' muziek een geheel andere is, die de wens naar meer van dergelijke bewerkingen zou kunnen doen toenemen. In het geval van Ludwig van Beethoven bestaat die mogelijkheid, aangezien hij al die symfonieën heeft gearrangeerd voor deze bezetting, maar niet alleen dat: tevens voor piano solo en voor piano vierhandig. En als je dat dan ook nog eens in een zetting kunt horen, die redelijk overeenkomt met die in de tijd van toen, kom je tot de conclusie dat er nog veel onontgonnen terrein op verdere 'bewerking' en uitwerking, en vervolgens op ontdekking door de muziekliefhebber, tijdens live-uitvoeringen en later op geluidsdrager, ligt te wachten.
Blijvende (sub)dominant
Een aangename bijkomstigheid is dat je in die trioversie ook kunt horen dat Johannes Brahms (1833-1897) in diverse onderdelen van zijn niet zelden met zinderende hartstocht gepresenteerde kamermuziek, zo intens veel van de grootmeester met zijn dikke schedel en zijn titanen-wezen heeft geleerd en in praktijk gebracht.
Dat rechtvaardigt, bij herhaling, de conclusie dat Brahms en al die andere muziekmeesters, zonder Beethoven en voorgangers nooit zo hadden kunnen componeren als ze hebben gedaan.
__________
BEETHOVEN'S BEETHOVEN Van Swieten Society.
1. Symfonie nr. 2 in D, opus 36, door de componist persoonlijk gearrangeerd voor piano trio.
2. Kwintet voor piano en blazers, in een arrangement van Beethoven zelf voor pianokwartet. Igor Rukhadze en Franc Polman, viool; Bernadette Verhagen, altviool, Job ter Haar, cello; Bart van Oort, fortepiano (Walter-kopie, door Chris Moore, uit 2000).
QUINTONE-cd Q 08003; ISBN 978-90-78740-07-0.
____________
Afbeeldingen
1. De Titaan onder de grootmeesters der 18/19de eeuwse muziek: Ludwig van Beethoven. Sculptuur van Max Klinger.
2. Beethovens Fortepiano.
3. Voorzijde van de hoes en van het tekstboekje van de cd met de werken in kwestie.
Het ware gezicht van de kulkakelkletskoek verkopende gehersenspoelden
Bekerende dwazen
Geruime tijd was ik verschoond gebleven van de extremistische, uit geestesziekte ontstane kulkakelkletskoek die 'kerstenende' verdoolden huis aan huis proberen te verkopen als bewijs voor het bestaan van God. En juist deze middag nadat ik een half uur tevoren een bekende had gemeld dat ze al geruime tijd met hun waanzin mijn deur voorbij waren gegaan was ik toch weer eens aan de beurt.
Een vriendelijk ogende mevrouw stond voor de deur toen ik opendeed, met in haar gezelschap een kind van een jaar of acht dat gedrag vertoonde van iemand die alles beter wist dan degenen die decennialang wetenschappelijk onderzoek hadden verricht: een als gevolg van ongetwijfeld vele hersenspoelingen onuitstaanbaar wezentje dat zich in mijn optiek al snel kandidaat stelde voor een onderzoek door de kinderbescherming. Omdat ik maar niet in God wil(de) geloven, kwam hoe kan het ook anders weer het argument uit de steentijd: maar hoe kon er dan een boom in mijn tuin groeien, et cetera: dat moest, dat kon toch niet anders dan de ordening van God zijn. Iets origineels ontstaan uit de stoffelijke resten van Sjef van Oekel of een andere Groot-Mogol op het gebied van oorspronkelijke humor weten ze niet te verzinnen, die doorgaans dodelijk vermoeiende, want in eerste instantie uitzinnig humorloze, lieden met (elk) hun (eigen) dwaalleer.
De Waarheid achterhaald
Mevrouw zei dat ze door navorsingen de Waarheid had achterhaald en ook daar doet zich niets nieuws voor begon met De Heilige Schrift in een blauwe band te wapperen. Ik heb nog de moeite genomen mevrouw te vertellen dat het daarbij om een verzameling boeken ging die door diverse lieden waren geschreven en wees haar op talrijke vertaalfouten en op literatuur die daarover nader informeert. Vanzelfsprekend was mevrouw daarin niet geïnteresseerd. Hoeft ook niet, aan dermate ellendig affectief gepreöccupeerden is zulke informatie toch niet besteed.
Ik kreeg de indruk dat mevrouw nog meer schrok van het feit dat ik niet in de onbevlekte ontvangenis kon geloven, ook en vooral niet doordat er in de tijd van Jozef, nog een man en Maria, geen laboratoria, zoals nu, waren die 'kindertjes konden maken' zonder lijfscontact. Heel jammer vond mevrouw dat voor mij. Talrijke mensen die kerstenen, of dat nu vanaf een kansel is of direct buiten een deuropening, hebben er tot nog toe helemaal niets van begrepen.
Dwangmatigheid
Weer wees ik op de Grote Onzekerheid die hen etmaal na etmaal in de greep houdt en die ervoor zorg draagt dat ze in een uiting van dwangmatigheid uit alle macht proberen zoveel mogelijk medestanders te vinden en dat ze daarom mensen thuis lastigvallen. Het akelige kind liet weer horen dat ze nog helemaal niet kon meepraten, aangezien ze van de hele materie niets maar dan ook niets begreep: ook nog niet kon begrijpen. Het woord dwangmatigheid uit mijn mond maakte haar reactie los: "Wij worden niet gedwongen langs de huizen te gaan." Nee, werden ze dat maar. Ik heb er niets tegen dat ze langs mijn huis lopen, want ik ben een voorstander van het principe vrij gaan en staan zolang er daarvoor bestemde trottoirs zijn aangelegd. Maar het tuinpad naar mijn voordeur gelieven zij te mijden, nu en tot in het uur van hun dood. Amen.
En daarom citeerde ik maar weer eens binnenkort jubileum want vijftig jaar achtereen de Eerste Brief van Paulus aan Timotheüs: 5 vs 13 in de Statenvertaling "Omgaan bij de huizen, ijdele dingen doende, sprekende hetgeen niet betaamt."
Van al die lui die beweren of impliceren dat ze zo naarstiglijk bijbelstudie hebben bedreven die ik daarmee sedert 1963 verras, is er nog nooit één geweest die mij op de juiste context van die Paulus-tekst heeft gewezen. Het onuitstaanbare, want totaal vergiftigde, snertpeutertje sprak toen echter een onomstotelijke waarheid, aangezien ook zij niet op kon tegen iemand die bijbelteksten à bout portant kan citeren. "Paulus heeft ook andere dingen geschreven."
Ook mijn mededeling dat de Hebreeuwse tekst van de geboorte van Eva eerder wees op "uit een hard lid" dan "uit een rib", zorgde voor een houding van totaal gebrek aan erbarmen met het mannelijk lid: "Uit een rib", riep het kind vastberaden, "uit een rib". Niet omdat ze het kon weten wat God, Karl Marx en Joop den Uyl mogen hebben weten te verijdelen , maar doordat ze vakbekwaam is geïndoctrineerd. Aan die gifspuit zullen psychiaters later nog een hele kluif kunnen hebben.
Het ware gezicht
Beiden waren droef en verontwaardigd over het feit dat ik geen enkel belang had om in God te geloven, dit niet wilde en zelfs niet zou kunnen. "Alleen al het feit dat er in de tweede wereldoorlog zes miljoen Joden zijn vermoord, bewijst dat er geen God bestaat."
Toen toonde de vriendelijke mevrouw haar ware gezicht: "Als u de moeite neemt om de historie daarvan te bestuderen, dan weet u waarom het is gebeurd." Dat is ieder geval niet een goddelijke instelling maar één van (een afgezant van) het Beest uit de Afgrond.
Zo iemand hoort in een streng gesloten inrichting met als ontbijt een heel klein beschuitje met heel veel cyaankalimuisjes.
Vijf maal een kwartier in vijf achtereenvolgende nachten op BBC Radio 3 over Passie voor Opera
Vijfmaal een kwartier
Elke nacht van maandag op dinsdag tot en met vrijdag op zaterdag, althans in principe, begint het programma van BBC Radio 3 de Britse zender met heel veel muziek en daaraan gemakkelijk te koppelen overige uitingen van kunst en cultuur om 00:00 uur onze tijd met het vijftien minuten durende programma The essay. In de komende nachten van deze week, om het exact te zeggen: van dinsdag 1 juni tot en met zaterdag 5 juni is het onderwerp APassion for Opera. Binnen de cultuur van West-Europa maakt het fenomeen muziekdrama anders gezegd: opera heel veel los bij een specifieke groep liefhebbers, die overigens wel van land tot land verschillen, al bestaan er evenzeer flink wat overeenkomsten. In Nederland hebben we drie als zodanig geregistreerde instituten, verspreid over het land doch met uitzondering van het Noorden. De Nederlandse Opera in Amsterdam, de Nationale Reisopera in Enschede en Opera Zuid in Maastricht. De beide laatstgenoemde instellingen reizen binnen ons land aardig wat af, tussen Leeuwarden en Maastricht.
Verschillen en overeenkomsten Maar als je bij onze directe Oosterburen kijkt, heeft elke stad van enige omvang een eigen ensemble dat in het Stadttheater of een gelijkwaardig instituut optreedt, meestal met een vast muziekgezelschap. Een stad die vergelijkbaar is met Assen heeft in Duitsland voor zo'n instituut relatief goede voorzieningen. Het is dan ook geenszins verbazingwekkend dat er een Duits boekje over de passie voor opera is uitgegeven in de dtv-reeks Kleine Philosophie der Passionen: OPER, geschreven door Franz Binder.
Hoezeer die basisvoorzieningen in de cultuur van de ons omringende landen enigszins overeind blijft in de golf van bezuinigingen die daar sedert ongeveer twee jaar meteen vehementie zijn neergedaald op vrijwel alle openbare cultuurinstellingen van stadsbibliotheek tot en met speciale, al dan niet eenmalige, projecten is verbijsterend. Den Haag zal, na de verkiezingen, zonder enige twijfel in dat voetspoor volgen, al is ook daar reeds de sfeer voelbaar van Damocles en diens zwaard, en ligt de botte bijl gereed voor gebruik.
Onnadenkend
Er wordt binnen ons bestel ook te weinig nagedacht bij het verstrekken, respectievelijk, intrekken van subsidies. Dan vinden de hoge heren iets niet onderscheidend genoeg en trekken subsidie geheel of gedeeltelijk in, en hoe dikwijls horen we daarbij niet het argument dat er dan meer geld ter ondersteuning van amateurkunsten beschikbaar komt. Al decennia lang pogen tal van ware kenners van de situatie de betrokken overheden ervan te overtuigen dat amateurkunst slechts kan bestaan bij de gratie van professionele kunsten. Hoe meer op Kunst(en) wordt bezuinigd, des te bedreigender is dat tegelijkertijd voor het voortbestaan van amateurkunst(en). Profiteer er dus nog even van, allen die gepassioneerd zijt waar het de onvergankelijke Opera betreft.