Richard Strauss en Robert Schumann beheersen het concert van zaterdag 14 juni door het NDR-Sinfonieorchester, op de zender NDR Kultur
NDR-Symfonieorkest Op
zaterdag 14 juni zal de Duitse radiozender NDR Kultur een concert
presenteren te geven door het NDR Sinfonieorchester onder leiding van
Christoph von Dohnanyi, de vaste dirigent van dit ensemble. Geopend
wordt het muzikale gebeuren, dat tussen 20:00 uur en 22:00 uur via de
ether zal klinken met twee werken van Richard Strauss (1864-1949).
Allereerst Don Juan, gevolgd door Till Eulenspieges lustige Streiche, opus 28, gecomponeerd in de jaren 1894/95. Het concert wordt besloten met de Tweede Symfonie in C groot, opus 61 van Robert Schumann. Een uitgebreid artikel met toelichting is te vinden op de Nederlandse site Tempel der Toonkunst, gepubliceerd op zaterdag 31 mei jongstleden.
Richard Strauss Till Eulenspiegels lustige Streiche, opus 28 (1894/95) symfonisch gedicht Instrumentatie:
3 fluiten met piccolo, 3 hobo's met Engelse hoorn, 3 klarinetten met
basklarinet, 3 fagotten met contrafagot, 4 hoorns in F, 4 hoorns in D
(deze laatste ad libitum), 3 trompetten in F, 3 trompetten in D (ook
deze laatste ad libitum), 3 trombones, tuba, pauken, triangel, grote
trom, kleine trom, grote ratel, strijkkwintet (in principe ruim 60).
Tijl
Uilenspiegel was één van de lievelingshelden van Richard Strauss, die
voor het eerst met hem schijnt te hebben kennisgemaakt via de muzikale
komedie van Cyrill Kistler (1848-1907), welke in 1889 in Würzburg in
première was gegaan. Het thema liet Strauss niet met rust en hij liep
dan enige tijd rond met het plan een volksopera over Tijl te
componeren. In zijn nalatenschap bevond zich wel een ontwerp-tekst maar
daarbij behorende muzikale schetsen ontbraken. De opera vertoont echter
inhoudelijk geen verwantschap met het symfonisch gedicht. Hiervoor
maakte Strauss gebruik van het oude grollenboek Dil Ulenspiegel, waarvan de oudste bewaard gebleven druk uit 1511 (Straatsburg) dateert en in 1885 te Halle opnieuw was uitgegeven.
Aanstootgevend Toen
dirigent Franz Wüllner (1832-1902) tijdens zijn voorbereidingen voor de
première die op 5 november 1895 in Keulen zou plaatshebben Strauss
om nadere uitleg vroeg, schreef deze dat het hem niet mogelijk was een
programma op te stellen omdat datgene wat hem bij de diverse onderdelen
voor ogen had gestaan, wellicht aanstoot zou geven. "Laten wij derhalve
ditmaal de toehoorders zelf de noten laten kraken, die de guit hun
biedt." Wel wilde Strauss de beide Uilenspiegel-thema's aangeven, die
in het gehele stuk in de meest verscheidene 'vermommingen' voorkomen
tot de uiteindelijke catastrofe, wanneer Tijl wordt opgehangen. De
thema's welke Strauss in de brief aan Franz Wüllner bedoelde, zijn alle
twee blazersmotieven. Het ene is een trieste hoornmelodie, welke direct
na de korte proloog opdoemt, het andere een vrolijke achtste-figuur in
de klarinet, die de indruk van een spottende buiging maakt. Later
heeft Richard Strauss echter alsnog een gedetailleerd programma aan de
uitleg omtrent de beide blazersthema's toegevoegd. In totaal zijn er 26
capriolen en snaakse streken aan te wijzen, die de componist ons in de
aloude 'rondeau'-vorm hier biedt via de klankkleuren van instrumenten
afzonderlijk of in groepen. Een grappige, korte epiloog op het eerste
thema besluit het stuk. Tijl mag dan dood wezen, de herinnering aan hem
blijft zeker voortleven. ____________ Afbeeldingen 1. Dirigent Christoph von Dohnanyi. Foto van Terry O'Neill (Decca). 2. Componist Richard Strauss. Tekening van Jarko Aikens, Groningen 1984. (Archief Heinz Wallisch.) 3. Dirigent Franz Wüllner leidde de première van Till Eulenspiegel op 5 november 1895.