Niet alleen avonturenverhalen De
medicus Arthur Conan Doyle (1859-1930) de tot op de dag van vandaag
op vele plekken ter wereld befaamde schepper van de super-detective die
lezers en televisiekijkers nimmer verveelt, en die dan ook uit de dood
moest worden opgewekt toen Doyle hem had laten omkomen was zeer
vaardig met de pen. Zo componeerde hij niet alleen romans en veel
kortere verhalen, ook was hij een bekwaam, veelvuldig op de voorgrond
tredend schrijver van ingezonden brieven naar kranten en tijdschriften
van de meest uiteenlopende signatuur, zowel op Engelse bodem als ver
daarbuiten. Tussen
1879 en 1930 heeft hij er een groot aantal verzonden, over tal van
onderwerpen, die de actieve interessesfeer van zelfs medici verre te
boven ging. Dat varieerde van opvattingen over situaties en wetgeving
met betrekking tot echtscheiding tot en met vragen omtrent een
eventueel voortbestaan na de dood. Doyle kon polemiseren, maar zich met
evenveel hartstocht overgeven aan de verdediging van een goede zaak:
maatschappelijke ontwikkelingen ten faveure van achtergestelden en zo
meer. Eén voorbeeld uit die vele brieven, welke de datum 2 juli droeg, zij het dan ook reeds in 1887, heb ik vandaag opgenomen in een artikel op het fin de siècle cultuurweblog All art is quite useless van
Rond1900.nl. Het thema is spiri(tualis)tische seances, waaraan Doyle
heeft deelgenomen om nader inzicht te krijgen over het bestaan van een
geestelijke entiteit buiten het (menselijk) lichaam.
|