Nederlands reizend muziektheatergezelschap Opera Zuid in Maastricht gaat met Cendrillon uit 1899, van Jules Massenet, op toernee tot en met Groningen
Voorbereidingen In
de tijd dat de medewerkers van de Nationale Reisopera het land door
toerden, en dat tot en met komende dinsdagavond laat ook nog zullen
doen, met het nieuwe stuk muziektheater van Micha Hamel Snow White
, waren bij de collega's van Opera Zuid in Maastricht de repetities en
andere voorbereidingen voor de première, op vrijdag 15 februari te
Maastricht, voor een andere sprookjesopera uit 1899, Cendrillon oftewel Assepoester van de Franse componist Jules Massenet (1842-1912), druk gaande.
Sprookjes populair Dat
sprookjes op het moment goed 'in de markt' liggen, blijkt niet alleen
uit het feit dat de twee Nederlandse reizende
muziektheatergezelschappen direct na elkaar met een opera komen, die is
gebaseerd op een sprookje. In het Groninger Museum
wordt reeds enige maanden tot 6 april aanstaande een
tentoonstelling gehouden van Russische sprookjes in de schilderkunst
van die contreien, en het in Groningen gevestigde Noord-Nederlands
orkest heeft de afgelopen tien dagen zes keer het sprookjesachtige
symfonisch gedicht Kikimora uit
1909 van de Rus Anatol Ljadov gespeeld, die uit een niet voltooide
opera in hetzelfde jaar ook nog een tweede symfonisch gedicht heeft
gedestilleerd: Het Betoverde Meer.
En ook al wordt er steeds minder aan kinderen voorgelezen, sprookjes
blijven bij de jongsten onder ons populair, en ik mag toch zeer hopen
dat dit tot en met de alleroudsten eveneens het geval zal zijn.
Moeder de Gans Assepoester is een meer dan drie eeuwen bestaand sprookje uit de verzameling Ma mère l'Oye van Charles Perrault (1628-1703), die daarmee in 1683 de grondlegger van het nieuwe literaire genre was: le conte de fées het sprookje. Voordat de librettist van Jules Massenet zich met de tekst van Cendrillon zondanig had beziggehouden dat er voor een componist een werkbare basis zou ontstaan, had Giacchino Rossini (1792-1868) zijn La Cenerentola
in 1817 al op de planken gebracht. Omstreeks de tijd van Massenet waren
er ook anderen, die op dezelfde grondslag een stuk voor de bühne hebben
gerealiseerd, zoals de Duitse Italiaan Ermanno Wolf-Ferrari (1876-1948)
in 1900, en Leo Blech (1871-1958) in 1905. Het libretto dat Henri Cain (1857-1931) [1] uiteindelijk heeft afgeleverd, is een omzetting van het oorspronkelijke verhaal Cendrillon ou la petite pantoufle de vair uit de bovengenoemde Perrault-verzameling. Aangezien Assepoester
een zo bekend verhaal vanaf de jongste jaren van zoveel kinderen in de
westerse wereld was, zien we maar af van de uitleg omtrent de handeling
van het gebeuren op de planken. Daarbij mag echter niet onvermeld
blijven dat de librettist op één punt van het origineel is afgeweken,
door de toevoeging van één scène: de ontmoeting van Assepoester met de
prins in het bos.
Omissie in veel handboeken De
meeste geraadpleegde handboeken, gidsen en andere naslagwerken met
betrekking tot het fenomeen opera laten eensgezind verstek gaan als het
om Massenets Cendrillon gaat. De componist wordt in elk van die
boeken genoemd, sommige van zijn werken worden summier of uitvoerig
beschreven, en het grootste aantal werken die hij voor het
muziektheater heeft geschreven en in de ogen van de samenstellers van
dergelijke werken genade hebben kunnen vinden, was negen van de in
totaal veertig opera's, inclusief onvoltooide, die Jules Massenet op
zijn naam heeft gebracht , de, en dan nog slechts als opsomming. In de
meeste gevallen moet men er ook van tevoren van uitgaan dat niet elk
werk altijd en overal zal zijn gedocumenteerd, maar een Operabijbel,
die zichzelf als Complete apostrofeert zoals Kobbe van de Eearl of
Herford mag deze omissie niet vertonen. Uitzondering op dit bijna consequente negeren vormt de al eerder postief opgevallen paperback-editie van de Dictionnaire chronologique (de 1597 à nos jours), verschenen in de reeks Livre de Poche, als een vertaling uit het Italiaans. De auteur van het artikel over Cendrillon
in dat werk is echter geenszins onverdeeld positief over het gebodene.
Zwaartepunt van de kritiek is gericht tegen de nadrukkelijke poging van
de componist om de sfeer van de zeer succesvolle Duitse opera Hänsel und Gretel uit 1893 van Engelbert Humperdinck (1854-1921) op te roepen.
Tournee door Opera Zuid In totaal zal Opera Zuid tien keer Cenerentola opvoeren.
Twee keer in de vestigingsplaats Maastricht, éénmaal te Heerlen, dan in
drie steden van Noord-Braband, en daarnaast nog in Den Haag, Rotterdam,
Utrecht en Groningen. Een overzicht van alle medewerkenden en de speeldata kunt u vinden door hier
te klikken. Het zal niemand verbazen dat het gros van de voorstellingen
in de twee meest zuidelijke provincies van ons land zullen worden
gegeven. Nomen est omen zullen we hier maar huldigen. Dat echter de
meest noordelijke, grotere schouwburg ook in de tournee is opgenomen,
betekent alleen maar een aanwinst voor het gebied benoorden Utrecht. __________ [1]
De Franse tekstdichter Henri Cain was opgegroeid in een
beeldhouwersgezin; hij werkte aanvankelijk als schilder en tekenaar,
maar hij hanteerde eveneens de letterpen. Voor Jules Massenet schreef
hij nog drie andere operalibretti: voor La Navarraise, Sapho en voor Don Quichotte. ____________ Afbeeldingen 1. Poster van Opera Zuid voor Cendrillon. 2. Sprookje in beeld. Michail Vroebel: De Zwanenprinses, 1900. Olieverf op doek, 142,5 x 93,5 cm. Tretjakovskaja Galereja, Moskou. Tot 6 april te zien in het Groninger Museum. 3. Voorplat van de Cendrillon-boekversie uit 1957, samen met enkele andere sprookjes uit de verzameling Ma mère l'Oye, verschenen in de reeks Bibliothèque précieuse van Librairie Gründ te Parijs. 4. Kostuumtekening van Opera Zuid voor de uitvoering van Cendrillon. 5. Componist Jules Massenet, getekend door Jules-Clément Chaplain (1839-1909). 6. Buitenaanzicht van de in 2008 125 jaar bestaande Stadsschouwburg te Groningen.