
Met zijn volstrekt eigenzinnige manier van denken over muziek ─ en ten gevolge daarvan zijn wijze(n) van componeren ─ heeft John Cage (1912-1992) de wereld van de klassieke muziek radicaal veranderd. Zo heeft hij in 1952 het fascinerende opus 4'33'' gecomponeerd, een werk dat bestaat uit vier minuten en drieëndertig seconden stilte. Degenen die daarnaar hebben geluisterd ─ want, ja, stilte kun je horen, maar dat vergt bereid(willig)heid en concentratie ─, zijn zich vooral bewust geworden van de enorme duur van goed vier en een halve minuut. Dat was nog eens heel wat anders dan het Pianoconcert uit de jaren 1957-1958 van dezelfde componist, dat in de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw enige malen op het programma stond van het (toenmalige) Noordelijk Filharmonisch Orkest onder leiding van Charles de Wolff. Het werd door dat ensemble tijdens concerten met alleen maar hypermoderne muziek gespeeld in De Doelen te Rotterdam en in 1969 tijdens de Biennale te Zagreb. Toch waren die versies ─ Rotterdam enerzijds en aan de andere kant Zagreb ─ totaal verschillend. Speelden alle musici in het ensemble een andere partij ─ en dat gold eveneens voor de dirigent, die een eigen partij moest realiseren ─ en werden er flink wat grappen uitgehaald die overigens niet door iedereen evenveel waardering oogstten [1] ─, werd daarna in overleg met de componist besloten die ietwat provocerend overkomende manier van presenteren achterwege te laten. De Duitse regionale radiozender NDR Kultur presenteert op woensdag 21 september in het programma Neue Musik, tussen 21:05 uur en 22:00 uur, de aflevering 'Das neue werk' feiert John Cage.
__________
[1] Alex van Amerongen repte na dat concert in een dagbladrecensie van "de ontluistering van het dirigeren"; uit het stuk met die titel bleek dat hij geen enkel gevoel voor dergelijke uitingen van eigentijdse muziek had, en dat had hij voordien reeds op tal van manieren duidelijk gemaakt. Het is dan ook niet ieders "pakkie an" om te zien hoe een hoboïst zijn instrument in delen de zaal in gooit, dat de bassist met een plechtig gebaar zijn strijstok op de rand van het podium legt en een stukje slagwerk ten beste geeft of een koperblazers aan de contrabas van een collega gaat plukken.
|