Hoog op 's werelds ranglijst Op
de tweede pinksteravond voorziet de Duits-Franse cultuurzender
Arte-televisie, meer nog dan andere dagen, al haar toeschouwers en
luisteraars met nog meer zuiver culturele onderwerpen dan andere dagen
het geval is. Niet alleen filosofen, dichters, diplomaten, een op
feiten gebaseerde thriller van Claude Chabrol, een documentaire over de
toekomst van de wereld en de rechtstreekse uitzending van een nieuwe
versie van Webers opera Der Freischütz staan deze dag op het programma, er zal tevens middels een briljante film van de Russische documentairemaker Iossif Pasternak en detail worden ingegaan op het ontstaan van de laatste symfonie, de Zesde, van Pjotr Iljitsj Tsajajkovksi: de Pathétique,
in b-kleine terts, opus 74, die werd afgerond in 1893. Deze symfonie
wordt over de hele wereld veelvuldig gespeeld, en volgens de
informatie van Arte behoort deze zelfs tot de drie meest uitgevoerde
werken in die discipline [1], naast de Franse Symphonie Fantastique uit 1830 van Hector Berlioz (1803-1869) en de Negende Symfonie, Aus der Neuen Welt, gecomponeerd in 1894 door Antonín Dvořák (1841-1904). Aan
de hand van fragmenten uit de dagboeken van de componist, en door
interviews met mensen die meer weten van het uiteindelijk binnen
twaalf dagen geconcipieerde werk, zoals de Israëlisch-Franse violist
Ivry Gitlis en Polina Vaidman, curator van het Tsjajkovski-Museum in
Klin krijgt de kijker vrij snel een beeld van alles wat ook maar
enigszins van invloed is geweest op het ontstaan van deze mijlpaal in
de geschiedenis van de symfonische muziek, niet alleen binnen Rusland. Deze documentaire van Iossif Pasternak een Franse productie uit 2006 wordt eenmalig door Arte-televisie uitgezonden op maandag 1 juni, tussen 22:10 uur en 23:05 uur. __________
[1]
De Vijfde Symfonie van diezelfde componist had je, gezien velerlei
informatie, eigenlijk in plaats van de Zesde op die scala van
populariteit verwacht. __________ Afbeelding:
Foto genomen na de overhandiging, aan Tsjajkovski, van de documenten
behorende bij het eredoctoraat van de Universiteit van Cambridge in
1893.
|