mijn blik op de wereld vanaf 60 Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin. Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating. Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
02-01-2020
Melomaan
Ik ben een melomaan: ik hou van muziek. Wie mij een beetje gevolgd heeft op mijn website hier, zal dat beamen, want ik heb hier heel wat over muziek allerhande geschreven in de loop der jaren. Met het ouder worden bleek dat ik gehoorschade had opgelopen, met een aanzienlijke vermindering van mijn gehoor tot gevolg. Ik verstond nog nauwelijks wat men me zei, en ook het muziek-beluisteren werd problematisch, vooral omdat de hoge tonen voor mij niet meer hoorbaar waren. Op een gegeven ogenblik ontdekte ik dat je dat kan compenseren, althans voor muziek via luidsprekers of koptelefoon, door via een equalizer de tonen die je nog wel goed hoort, en dat zijn de midden-tonen, te dempen; daardoor blijken de hoge en de lage tonen plots veel beter hoorbaar te worden. Dat was voor mij een wonderbaarlijke ontdekking: ik kon weer de muziek horen, bijna zoals vroeger. Daarnaast draag ik ook hoorapparaten, wat de communicatie aanzienlijk heeft verbeterd.
In de loop van 2019 ‘stierf’ de versterker van mijn stereo-set, na meer dan veertig jaar uitstekende dienst. Herstelling bleek vrijwel onmogelijk, dus was het uitkijken naar een nieuw toestel. Zoals ik destijds gedaan heb, rond 1970 moet dat geweest zijn, begon ik de markt te verkennen, nu gelukkig via internet. Eerst dacht ik gewoon een nieuwe versterker te kopen en die aan te sluiten op de oude, nog uitstekende luidsprekers. Maar stilaan werd het me duidelijk dat de wereld van de opgenomen muziek en van de geluidsinstallaties grondig veranderd was. Zoals ik destijds de revolutie van de stereo en van FM had meegemaakt, en later die van de cd, was er nu een heel nieuw aanbod: muziek via internet. Dat zijn dan internetradio’s, zowel de bestaande zenders die ook via internet uitzenden, ook via de kabelmaatschappijen, als zenders die exclusief via internet uitzenden. Vervolgens kwamen er de zogenaamde streaming-diensten, waarbij je (volkomen legaal, in tegenstelling met eerdere ‘piraten’) cd’s kan beluisteren door een abonnement te nemen. Dat betekent het einde van de noodzaak om een fysieke drager aan te kopen; je kan op elk moment zowat elke cd beluisteren die ooit opgenomen is.
Niet alleen komt er zo een onvoorstelbaar groot aanbod van muziek beschikbaar, ook de kwaliteit ervan is uitstekend. Ik zal niet te ver gaan in de details, maar als we de cd als standaard nemen, dan gaat de muzikale kwaliteit wat je via internet kan beluisteren van wat minder dan een doordeweekse cd tot het beste wat je aan opgenomen muziek kan hebben.
Aangezien ik ‘nogal’ veeleisend ben, wou ik dus degelijk en hoogstaand materiaal. Na maanden opzoekingswerk, daarin uitstekend (be)geleid door mijn jongste zoon, leek de beste oplossing enerzijds een degelijke versterker met een DAC (die het digitale signaal omzet naar analoog, zodat het naar de luidsprekers kan), en anderzijds een streamer, die de muziek van het internet haalt en naar de DAC en de versterker stuurt; die streamer heeft in mijn geval een harde schijf van 2 TB om mijn eigen cd’s op te nemen.
Het beste aanbod qua streaming voor klassieke muziek is dit ogenblik Qobuz. Een abonnement voor de betere kwaliteit kost € 249 per jaar, en daarvoor kan je onbeperkt muziek beluisteren, met een keuze uit meer cd’s dan je voor mogelijk acht. Om dat alles in goede banen te leiden, heb ik ook een abonnement genomen op Roon. Dat is een soort ‘brein’ dat al je muziekbronnen (de door Qobuz aangeboden cd’s, internetradio’s, je eigen cd’s die opslaat op een harde schijf) en al je afspeelapparatuur (een of meer stereo-sets, maar ook Pc’s, tablets, smartphones, en luidsprekers met eigen versterking) draadloos met elkaar verbindt, en toelaat dat aan te sturen met een app op je PC, tablet of smartphone, inclusief equalizing. Bovendien krijg je uitvoerige bijkomende informatie over de aangeboden muziek, een ware encyclopedie. Een jaarabonnement kost $ 119, een levenslang abonnement $ 699 (waarschijnlijk evenveel in €, helaas).
Het resultaat is dat ik nu eindeloos veel muziek kan beluisteren onder de beste omstandigheden en met het grootste gebruiksgemak. Het heeft een goed half jaar zoeken gekost, en veel ergernis en frustratie, maar ik ben heel tevreden over de nieuwe toestand. Niet alleen is al mijn vertrouwde muziek nu gemakkelijk en kwalitatief werkelijk uitmuntend beschikbaar, ik ontdek ook voortdurend nieuwe muziek, zowel composities en artiesten die ik wel kende, maar die ik niet in huis had op cd, maar ook totaal onbekende muziek van allerlei aard. Ik ben een heel tevreden melomaan.
Er is ook een heel praktisch voordeel: de muziek neemt geen plaats in in ons bescheiden huis dat al uitpuilt van boeken, cd’s, dvd’s en oude vinyl platen, kunstwerken, postuurtjes, klokken… Stilaan wordt duidelijk hoe een moderne huiskamer er binnenkort vanzelfsprekend zal uitzien, zonder boeken of cd’s en dvd’s, maar met goede en gemakkelijk te bedienen apparatuur om oneindig veel te lezen en te beluisteren en te bekijken. Ik weet het, er zijn mensen die het liever op de ouwe manier doen. Maar ik heb resoluut gekozen voor de technologische aanpak, en ik heb geen heimwee naar vroeger, integendeel, ik voel me de koning te rijk. Ik hoop er nog enige tijd van te genieten.
Categorie:muziek
27-10-2019
digitale revolutie: weerstations
Zowat twintig jaar geleden moet het geweest zijn dat ik me voor het eerst een weerstation aanschafte. Het was een eenvoudig toestelletje, met een LCD, een groengrijs scherm met zwarte stencil-letters. Datum en uur waren radio-gestuurd vanaf een centrum in Duitsland. De binnen- en buitentemperatuur werden fysiek gemeten, de buitentemperatuur middels een apart toestelletje. Er was ook een symbool dat het weer aangaf: een zon of wolken, en een vooruitzicht als het zou gaan regenen, onweren of sneeuwen. Beide toestellen werkten op niet-oplaadbare batterijen die vrij lang meegaan. Ik was daar zo opgetogen over, dat ik in de loop der jaren nog twee dergelijke apparaten aanschafte, wanneer die ergens goedkoop aangeboden werden. De nieuwe toestellen bieden nog meer informatie aan, zoals de luchtdruk en de luchtvochtigheidsgraad binnen en buiten, zons- en maansopgang en ondergang, de maanfase, de voorbije minimum- en maximumtemperatuur. Die toestellen moeten ingesteld worden op de plaats waar je ze gebruikt. Er staat er nu een bij mijn leesplek voor overdag, een bij mijn leesplek voor de avond, en een op mijn schrijftafel.
Toen de eerste tablets uitkwamen, kocht ik er ook een, een Sony Android, omdat die een heel goed scherm had volgens de recensies, en die gebruik ik nog altijd elke dag, onder meer voor de buienradar, om mijn dagelijkse wandeling met Toby, onze harrier beagle, te plannen.
De voorbije nacht zijn we overgegaan naar het winteruur, misschien voor het laatst? De radio-gestuurde klokken en alle computers, tablets en smartphones in huis hebben zich automatisch aangepast aan het nieuwe uur, zij het met wat vertraging voor de oudere toestellen. Luts fitbit moest even gepord worden met de app op de smartphone. Andere elektrische klokken werden met de hand bijgesteld. En ook de analoge, mechanische klokken, door ze een uur stil te leggen. Met dat alles ben je toch al gauw een uurtje bezig.
Toen bedacht ik plots dat er waarschijnlijk wel een app moet zijn voor een weerstation, en ja hoor, even klikken en downloaden naar de tablet, en klaar. Mooi in kleur, heel duidelijk en overzichtelijk.
In feite worden mijn oude weerstations nu overbodig. Dat bespaart me toch een aantal batterijtjes. Bovendien is de informatie accurater: de luchtdruk en de luchtvochtigheid verschillen soms aanzienlijk op de drie toestellen, en ook de buitentemperatuur. De binnentemperatuur ontbreekt op de app, en dat is iets dat me al lang verbaast: waarom heeft een tablet en een smartphone geen ingebouwde thermometer? Dat kan geen geld kosten. Maar wacht even… misschien kan een smartphone dat toch? Even googelen, en inderdaad: in een smartphone zit altijd een thermometer, namelijk om de interne temperatuur in het oog te houden, vooral van de batterij, om ongelukken te voorkomen. En via die thermometer kan men ook de temperatuur in de kamer berekenen. Downloaden, en ziezo: 21,8 °, met wat onopvallende reclame erbij. Nu nog een weerstation vinden dat ook de kamertemperatuur aangeeft?
Als je erover nadenkt – wat we meestal niet doen – is er wel een verschil tussen een fysieke meting van de buitentemperatuur middels een apart, lokaal apparaat en de gegevens daarover die je via een app krijgt. Bij de app gebeurt dat op basis van algemene waarnemingen door het KMI of andere instellingen, en het is het resultaat van een berekening op basis van steekproeven. Dat is geen bezwaar: een dergelijke berekening is wellicht accurater dan het eenvoudige toestelletje dat je zelf koopt en ergens zomaar buiten installeert. Ik weet niet hoe mijn oudere weerstations de luchtdruk en luchtvochtigheid berekenen: zitten er hygrometers en barometers in, of krijgen ze die informatie met de datum en uur via radiogolven? Maar ook daarvoor ben ik geneigd veeleer de informatie van de weerdienst te vertrouwen dan de eigen apparatuur. Er is dus een fundamentele verschuiving gebeurd: we meten niet meer zelf alle gegevens; men doet dat ergens centraal, en stelt die informatie dan gratis (met reclame) beschikbaar op toestellen die een onoverzienbaar aantal mogelijkheden hebben, zoals een smartphone of tablet of smartwatch. Binnenkort heeft iedereen zo’n smartwatch die alles kan, inclusief telefoneren, via een extra scherm met toetsenbord, of helemaal spraak-gestuurd. Dat betekent het einde van alle telefoons, mechanische en elektronische klokken en uurwerken, weerstations, thermometers, hygrometers en barometers, bloeddrukmeters en hartmonitors, chronometers, wekkers, timers, draagbare radio’s en ga zo maar door. Met één toestel heb je alle informatie aan je vingertippen, of gewoon voor je ogen met een smartbril. De ontwikkelingen gaan razendsnel, omdat digitaal veel meer mogelijk is dan analoog en mechanisch. Sommige bankverrichtingen zijn nu al ogenblikkelijk: vergelijk dat eens met pakweg twintig jaar geleden? Of honderd?
Ook op het gebied van het muziek beluisteren is er een dergelijke revolutie bezig, maar dat is voor een volgende keer.
Categorie:samenleving
24-10-2019
Lof: Tantum ergo
Het lof
Ontelbaar is het aantal keren dat ik in mijn jeugd het lof heb bijgewoond. Als je uit een katholiek gezin kwam, ging je naar een katholieke school en naar een katholieke jeugdbeweging. In beide gevallen was het lof een van de rituelen die bij de verplichte praktijken hoorden. Als ik het me goed herinner was het lof, in tegenstelling met de eucharistieviering, geen dagelijks ritueel, maar voorbehouden voor de zondag en voor feestdagen, maar die waren er in overvloed. De zon- of feestdag begon met een vroegmis, waarvoor je nuchter bleef. Dan om tien uur een plechtige hoogmis, en na de middag, om drie uur dan het lof. De naam is afkomstig van de laudes, maar dat was eigenlijk het ochtendgebed, en dus was het lof de laudes vespertinae of het avondlijke lof. Het was een vrij korte dienst die hoofdzakelijk bestond in de uitstalling van een gewijde hostie in een prachtig versierde houder, de monstrans (om te ‘tonen’), een stille aanbidding door de priester, gekleed met een koorkap, en de gelovigen, gevolgd door een zegening, een weids kruisteken met de monstrans, en afgesloten met het gezamenlijk aangeheven Tantum ergo. Dat gezang spookt nu al dagen in mijn kop, en ik probeer de tekst en de melodie in mijn geheugen te reconstrueren, maar het zijn flarden. Daarom hier de Latijnse tekst.
Tantum ergo Sacramentum
Veneremur cernui,
Et antiquum documentum
Novo cedat ritui:
Præstet fides supplementum
Sensuum defectui.
Genitori, Genitoque
Laus et jubilatio,
Salus, honor, virtus quoque
Sit et benedictio:
Procedenti ab utroque
Compar sit laudatio.
Amen (Alleluia).
Het valt me nu op dat hoewel ik zes jaar Latijn kreeg op de humaniora, ik slechts een heel flauw vermoeden had van de betekenis van deze nochtans eenvoudige woorden, maar dat was geen bezwaar: de meeste mensen kenden geen Latijn, en het is in de Kerk nooit belangrijk geweest dat je verstond wat je beleed. Ik geef hier dan maar mijn prozaïsche vertaling, aangezien tijdens mijn jeugd niemand het ooit nodig gevonden heeft daarbij stil te staan.
‘Laten we daarom voorovergebogen dat zo grote sacrament aanbidden, en het Oude Testament make plaats voor een nieuwe rite: moge het geloof een steun verschaffen aan het tekortschieten van de zintuigen. Lof en gejubel, heil, eer en ook wonder, en zegen zij de Vader en de Zoon: en aan hem die voortkomt uit elk van beiden zij gelijke lof.’
De inhoud komt volmaakt overeen met het ritueel: het aanbidden van het resultaat van sacrament van de eucharistie, het nieuwe christelijke ritueel met het Lichaam van Christus in plaats van de joodse gebruiken, de verheerlijking van het bovennatuurlijke geloof en de minachting voor de zintuigelijke en redelijke kennis, de herhaling van het woord ‘lof’, en van het plechtig aanheffen van lofgezangen voor de drie personen van de Heilige Drievuldigheid.
In feite is het Tantum ergo een deel, namelijk de laatste twee strofen van een langere hymne, toegeschreven aan Thomas van Aquino (1225-1274), het Pange lingua. De aanhef herneemt die van de gelijknamige kruishymne van Venantius Fortunatus (c. 540- c. 605). Ze maakt deel uit van de liturgie van Sacramentsdag, het feest van Corpus Christi, ingesteld op instigatie van Thomas door Urbanus IV in 1264. De datum waarop Sacramentsdag gevierd wordt, is afhankelijk van de veranderlijke datum van Pasen en Pinksteren. De eerste zondag na Pinksteren is het feest van de Drievuldigheid, en de donderdag nadien, dus zestig dagen na Pasen, is het Sacramentsdag, een van de belangrijkere feesten van het kerkelijk jaar.
Dat is nu allemaal verleden tijd. Dat wil zeggen dat je wellicht al ver moet gaan zoeken om nog ergens een lof bij te wonen en het Tantum ergo mee te zingen. Het is dus verdwenen uit het dagelijkse leven. Maar door de intense gewenning gedurende onze tendres années, onze zo ontvankelijke jeugd, blijft het diep in ons geheugen gegrift, ook al hadden we toen geen idee wat we zongen, of waarom. Ook nu nog zijn er katholieke filosofen (eigenlijk theologen, dus) die voorhouden dat het geloof veeleer een gelovige praktijk is, het uitvoeren, desnoods zonder het te verstaan of te begrijpen of er zelfs maar aandacht aan te besteden, van rituele praktijken, en het belijden, eveneens zonder er een woord van te verstaan, te begrijpen of te geloven, van gewijde teksten zoals het Credo. Het is voor elke persoon met enig gezond verstand onbegrijpelijk dat dit gedurende tweeduizend jaar de regel was in het Westen, en dat diezelfde Kerk vandaag nog op dezelfde manier kan bestaan.
Categorie:God of geen god?
20-07-2019
Gnossiennes? Een etymologische bijdrage van gastauteur Paul Claes
WAT ZIJN DE ‘GNOSSIENNES’ VAN SATIE ?
Paul Claes
‘Le temps “gnossien”, c’est le temps immobile, stoppé dans l’ ostinato d’une choréographie et d’un rythme exclusifs de tout développement. La gaucherie et la raideur “gnossiennes”, apparentées en cela au primitivisme archaïsant du Sacre.’
Vladimir Jankélévitch, La musique et les heures, Paris: Seuil 1988.
De Franse componist Erik Satie schreef omstreeks 1890 een aantal korte muziekstukjes voor piano die hij de titel Gnossiennes gaf. De betekenis van de naam is omstreden. Sommige commentatoren denken dat het woord een neologisme is en verbinden het, zonder de dubbele s uit te leggen, met ‘gnosis’ (esoterische leer).
Maar de term ‘gnossien’ staat wel degelijk in Franse woordenboeken uit de negentiende eeuw (bijvoorbeeld de Dictionnaire de l’Académie française, 1845, en Bescherelle, Nouveau dictionnaire national, 1887). Het adjectief is afgeleid van het Latijn ‘Gnossius’, dat als variant van ‘Cnossius’ onder meer voorkomt in manuscripten van Catullus (Carmina, 64.172), Horatius (Oden 1.15.17) en Vergilius (Aeneis, 3. 115). De betekenis is: ‘Knossisch’ (van Knossos, de stad op Kreta) en bij uitbreiding ‘Kretenzisch’.
Buiten context kan ‘Gnossiennes’ betekenen: ‘vrouwen of meisjes van Knossos’. Maar het lijkt beter de titel in verband te brengen met Satie-titels als Gymnopédies, Sarabandes, Danses gothiques en Danse cuirrassée, die allemaal betrekking hebben op min of meer primitieve dansen. In dat geval is ‘Gnossiennes’ een afkorting van ‘Danses Gnossiennes’ (Knossische dansen).
Die hypothese wordt bevestigd door de Grand dictionnaire universeldu XIXe siècle van Pierre Larousse (1867), die onder het lemma ‘chœur’ de oorsprong van het Griekse koor situeert op Kreta. De Atheense held Theseus zou nadat hij de Minotaurus in het labyrint van Knossos had gedood een ‘danse gnossienne’ hebben uitgevonden. De Griekse veelschrijver Plutarchus beschrijft het ontstaan van deze reidans (geranos) in zijn biografie van Theseus (21).
De Knossische reidans vinden we terug in de bekende beschrijving van het schild van Achilleus in Homeros’ Ilias. Leconte de Lisle (1866) vertaalt verzen XVIII, 590-594 als volgt: ‘Puis, l’illustre Boiteux des deux pieds représenta un chœur de danses, semblable à celui que, dans la grande Gnôssos, Daidalos fit autrefois pour Ariadnè aux beaux cheveux ; et les adolescents et les belles vierges dansaient avec ardeur en se tenant par la main’. De vertaler geeft het Griekse Knossos pseudo-archaïserend weer als Gnôssos.
Ook de Griekse tragicus Sophocles spreekt in een koorlied van zijn Ajax (v. 698) over de dansen van Knossos. In een Franse schooluitgave van de tragedie (Sophocle, Ajax, expliqué et annoté par M. Benloew et traduit par Bellaguet, Paris: Hachette 1845) worden de woorden Knossi’ orchèmat’ autodaè vertaald als: ‘les danses naïves de Gnosse’. Besluit: de titel Gnossiennes connoteert bij Satie primitivisme.
Categorie:etymologie
21-06-2019
God is groter. Het testament van Spinoza.
Uitgeverij Coriarius heeft het genoegen de publicatie aan te kondigen van
God is groter
Het testament van Spinoza
Karel D’huyvetters
De filosoof Baruch of Benedictus de Spinoza (1632-1677) heeft ons geen ander testament nagelaten dan zijn filosofische geschriften, waarvan het grootste gedeelte pas na zijn dood gepubliceerd werd door zijn vrienden. Karel D’huyvetters vertaalde eerder de belangrijkste werken van Spinoza en voorzag ze van een uitvoerige toelichting. Op basis van die grondige vertrouwdheid met het gedachtegoed van deze uitzonderlijk radicale profane denker heeft hij nu een ‘testament’ van Spinoza geschreven, waarin hij zich inleeft in het laatste levensjaar van Spinoza.
In zijn fictief testament formuleert Spinoza hier terugkijkend op zijn korte leven de diepste kerngedachten van zijn bevrijdende levenswijsheid zoals hij dat zelf tijdens zijn leven nooit gedaan heeft. Voor de lezer is het een bondige, heldere samenvatting van de hoopvolle blijde boodschap die Spinoza zijn tijdgenoten voorhield, een boodschap die na meer dan drie eeuwen niets van haar scherpe klaarheid of haar indrukwekkende overtuigingskracht verloren heeft.
Spinoza was zijn tijd ver vooruit. Zijn diepdoorleefde gedachten behoren tot het onvergankelijke gemeenschappelijke erfgoed van de hele mensheid.
Karel D’huyvetters, God is groter. Het testament van Spinoza, Werchter: Uitgeverij Coriarius, 2019, isbn 9789082602197, 36 blz., paperback € 9 – voor Nederland € 10 (verzendkosten inbegrepen).
Uitgeverij Coriarius is verheugd de publicatie aan te kondigen van de gedichtenbundel van Mia Loots,
wie ik ben
Al heel jong is Mia Loots met poëzie begonnen, en haar fijngevoelige, intens doorleefde verzen rond diepmenselijke ervaringen en emoties hebben haar lezers steeds geraakt. Aangespoord door hun aanmoedigingen komt ze met deze dichtbundel voor het eerst naar buiten. Het centrale thema in haar werk is de liefde in haar talrijke facetten en vormen, met haar vervoering en pijn. Liefde voor de natuur en voor de mens, en ook liefde voor wat alles overstijgt en alles en allen in zich verenigt, voor de Ene die Liefde is. Zo wordt deze bloemlezing uit een leven lang dichten een zielenportret, geschetst met diep doorvoelde woordkunst. Maar elk schrijven is een cirkelen rond het mysterie.
In het aanvangs-gedicht klinkt al door dat geen enkel antwoord op de vraag ‘wie ben ik?’ afdoende zal zijn:
ik weet niet wat ik ben
ben ik een mistgordijn
een donkere nacht
een rampgebied?
of zou ik een leeuwerik zijn
een fluwelen vacht
een liefdeslied?
Mia Loots (°1947) heeft voor haar vorming een curriculum doorlopen dat getuigt van een grote belangstelling voor filosofie, oude talen en religie, waarbij ook het Bijbels Hebreeuws een belangrijke plaats inneemt. Na een loopbaan in het onderwijs heeft ze nu de gelegenheid om haar interesses op te volgen en actief te beleven.
Mia Loots, Wie ik ben. Gedichten, 50 blz., Uitgeverij Coriarius, Werchter, 2019.