Beverse Weetjes in een andere taal lezen klik hier.
Dropbox
Druk op onderstaande knop om een foto en bijhorende tekst te versturen.
E-mail Beverse Weetjes
Uw vereniging organiseert een activiteit, u hebt iets te vieren, u hebt een nieuwtje te melden... Druk op onderstaande knop en stuur uw activiteit...., door.
E.H. Luc Suys was de laatste pastoor in Beveren-Leie. Van 1990 tot eervol ontslag in 2011. Eind april 2014 ging hij zich in zijn geboortedorp, Lauwe vestigen. Overleden op 12 december 2016.
Schijn bedriegt...
Schijn bedriegt soms zozeer dat je zou willen dat mensen, net als levensmiddelen, voorzien waren van een etiket met de ingrediënten.
Bron: Blog Valerieke's Ditjes en Datjes
Plaatselijke info
Onderwijs
Beverse verenigingen
Leonard Lodewijk De Bo Beveren-Leie 27-09-1826 Poperinge 25-08-1885 Klik hier om het Westvlaamsch Idioticon te lezen
Zomers strand op Zuiderpromenade Eind juni organiseert een vereniging Waregem Beach (beachvolley, beachvoetbal…) op de Zuiderpromenade. Dat houdt onder andere ook een tijdelijk zandstrand in. Het stadsbestuur behoudt dit zandstrand nog tot 4 augustus, zodat iedereen er kan van genieten tijdens de eerste maand van de zomervakantie. De stad voorziet er voor die weken ook enkele ligzetels om het zomerse gevoel nog te vergroten. Verder komen er ook afsluitingen, enkele toiletten en is er regelmatig toezicht op de site.
Restaurant ’t Leckerke in Beveren-Leie opent opnieuw de deuren Op 15 augustus 2018 sloten Peter en Linda Vercruysse-Delodder de deuren van hun restaurant ’t Leckerke voor een grondige renovatie. Ondertussen zijn er bergen werk verzet en wordt de laatste hand gelegd om het eerste weekend van april terug te openen.
Peter en Linda kwamen begin jaren '80 in ’t Leckerke terecht. Toen nog café waar men ook een kleinigheid, zoals een boterham, kon eten. Ondertussen volgde Peter een cursus om een restaurant te mogen uitbaten. In 1986 was het zover en zijn ze met hun alom gekende restaurant van start gegaan. Vorig jaar gingen de deuren dan voor enkele maanden dicht voor de renovatie en beginnen ze nu met een nieuw concept. Dat zullen ze doen in het prachtig en gezellig gerestaureerde restaurant waar de ziel van het vroeger Leckerke behouden bleef. Zie alvast onderstaande foto's genomen op 21/03/2019.
Elk eerste weekend van de maand zoals vroeger “Ik heb het contact met de klanten wel gemist. Anderzijds ben ik heel tevreden met het nieuwe concept dat we uitgewerkt hebben. We krijgen nu wat meer vrije tijd en zullen het contact met de klanten blijven behouden”, zegt Linda. “Het Lekercke zal vanaf het eerste weekend van april op vrijdagavond, de zaterdag doorlopend en op zondag tot in de late namiddag terug open zijn en dat zal ook ieder eerste weekend van de maand zo zijn. Ook aan de spijskaart zal niks veranderen”, zeggen Peter en Linda. Verhuur 't Breughelke en 't Leckerke bij Valentine en Arjen “Nieuw is dat we nu over twee feestzaaltjes met bijhorende keuken beschikken. Die zullen voor allerlei gelegenheden te huur zijn. Het zaaltje dat zich rechts van de inkom bevind is ‘t Breughelke geworden en kan 25 à 30 personen huisvesten. De rest van de benedenverdieping, inclusief de bovenverdieping kreeg de originele naam ’t Leckerke mee en is geschikt voor ongeveer 80 personen. Reserveren voor één van de eerste weekends van de maand kan nog steeds bij ons. De verhuur van de feestzalen laten we aan onze dochter Valentine en haar echtgenoot Arjen Saelens over. Zij runnen ook Verhuur Feestmateriaal Remmerie”, leggen Peter en Linda uit. Meer informatie en of reserveren kan via de nieuwe website van 't Leckerke klik hier. In de rechter marge is eveneens een permanente link naar de website te vinden.
Plantdag 'groenproject' in vrije basisschool Op zaterdag 16 maart werd in de vrije basisschool terug een plantdag georganiseerd. Het werd een heel vruchtbare dag. Naast een aantal leerkrachten kwamen ook heel wat ouders, die op vrijwillige basis de handen uit de mouwen staken, om de volgende stap van het groenproject mee vorm te geven. Dit groenproject werd trouwens met brons beloond door de adviesraad ‘Waregem wordt gezonder’.
Deze keer werd er aan de voorkant van de school een wilgenhut gemaakt die voorzien is van zitjes en werden verschillende aanplantingen gedaan. Op de speelplaats van het lager werd de stille hoek verder afgewerkt. Er werd een buitenkeukentje gemaakt en geplaatst. De moestuintjes werden omgeven met een afsluiting en kregen er fruitbomen bij. Op het grasveld dat aanleunt bij de kleuterspeelplaats werden de moestuintjes lente klaargemaakt, bessenstruiken geplant en tal van andere planten bijgepoot. Tenslotte kreeg de wadi er een treurwilg bij en paaltjes en touw zorgen er nu voor dat de kinderen een houvast hebben om zich op de stapstenen in de wadi te begeven.
Opendeurdag op 23 maart Op zaterdag 23 maart is er een opendeurdag van 10.00 uur tot 12.00 uur. Nieuwe peuters, kleuters, kinderen en hun ouders zijn van harte welkom voor een rondleiding in de school, gelegen aan de Koning Albertstraat 31, Beveren-Leie.
Hierbij ook nog enkele sfeerbeelden van tijdens en na de plantdag.
De auteur-fotograaf is in beginsel als enige gerechtigde foto's / filmpjes te reproduceren en op enigerlei wijze publiek te verspreiden. Indien u bepaalde foto's / filmpjes wil gebruiken, zal u dus eerst dienen na te gaan wie de auteur of rechthebbende is Vervolgens dient u die auteur of rechthebbende te benaderen en van hem of haar de specifieke toelating te bekomen om de foto te gebruiken voor de door u vooropgestelde doeleinden. Belangrijk daarbij is duidelijk overeen te komen (1) over welke foto het gaat, (2) welk – al dan niet commercieel – gebruik u van de foto wil maken (bijvoorbeeld gebruik ter illustratie bij een advertentie), (3) via welk “medium” u dat wil doen (bijvoorbeeld offline in een tijdschrift of online op een website, Facebook), Delen is toegestaan via de url van Beverse Weetjes. Meer infoklik hier.
Beverse Weetjes is jarig Op 21 maart 2006 ging Beverse Weetjes online. We trekken dus een streep onder het dertiende jaar. Dankjewel aan iedereen die de afgelopen jaren een beroep deed op Beverse Weetjes, zelf iets instuurde, iets liet weten, toestemming gaf om iets te mogen publiceren, een toffe reactie neerpende, een persoonlijk mailtje stuurde en natuurlijk ook aan alle bezoekers...
Mensen, activiteiten,… op een positieve manier in de kijker zetten is steeds de opzet geweest van dit blog. Daarnaast is het fijn om te horen dat iemand uit Brakel zijn Beverse legermaat terugvond die hij meer dan 50 jaar geleden uit het oog verloren was, dat een Congolese zuster terug in contact kwam met iemand waarmee ze samen in Rome was, dat iemand uit Beveren-Leie terug in contact kwam met een klasgenote die naar Frankrijk uitgeweken was, dat een school een oud-leerling terugvond, dat iemand informatie over een heel ver familielid vond en Beveren-Leie zal komen bezoeken, uitgeweken Bevernaars die de gebeurtenissen in hun geboortedorp nog steeds volgen,… en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Over al deze zaken krijgen we dan heel leuke verhalen toegestuurd. Zijn er dan geen minder leuke ervaringen zult u zich misschien afvragen? Och jawel hoor, maar deze wegen niet op tegen de leuke en laten we dan ook links liggen. We beginnen dus met een nieuw jaar. Zullen we het volmaken? Dat is koffiedik kijken en zien we gaandeweg wel.
Isomasters gelegen aan de Pontstraat te Beveren-Leie mag grootste slachthuis van Afrika helpen bouwen.
Isomasters uit Beveren-Leie heeft een referentiecontract op zak om u tegen te zeggen. Dat kon Made in West-Vlaanderen vernemen. Vanuit Soedan kwam de vraag om er het grootste slachthuis van het land én van het Afrikaanse continent te helpen bouwen, op zich goed voor een tegenwaarde van ruim 5 miljoen euro. Het contract wordt integraal opgevolgd en verwerkt vanuit de thuisbasis in West-Vlaanderen. Isomasters is gespecialiseerd in modulaire koelcellen en geïsoleerde deuren en ontstond begin 2018 na de fusie tussen Isocab en Isobar......... Meer weten kan via Made in West-Vlaanderen klik hier.
Groei en bloei van het Beverse St. Gregoriuskoor (deel 11) Pallieter wordt bezadigder. Hebben we vroeger niet reeds gezegd dat de aanvankelijke uitbundigheid van de jaarlijkse teerfeesten stilaan wegdeemsterde ? Och, een wonder was het eigenlijk niet. Uitbundigheid is een van die zaken die nog het snelst afslijten. Je moet nu echter niet gaan denken dat onze teerfeesten tot een onbenulligheid in elkaar schrompelden. Helemaal niet! De klemtoon werd enkel verlegd. Ze werden een ietsje fijner, een ietsje kunstzinniger misschien. Eigenlijk meer in overeenstemming met een vereniging als de onze. Een man die we bij die nieuwe soort feesten niet kunnen wegdenken is zeker Roland Decaluwé. Een van de fijnzinnigste humoristen die ooit in Beveren rondgelopen hebben. Met een sober handgebaar en een paar schijnbaar verlegen gemompelde woorden, kan hij een hele zaal aan het gieren brengen. Roland en Marcel Desmet, zijn neef en onafscheidelijke boezemvriend, hebben ons veel prettige momenten bezorgd bij de teerfeesten. Niet zodra was het laatste stukje taart verorberd en het laatste restje koffie uitgedronken, of ze namen resoluut de mikro ter hand en de poppen gingen aan het dansen. Uren lang. Tot de horlogewijzers reeds een heel eind voorbij de kleinste cijfers gekropen waren. Samen met de beide Germain Vandorpe's, hebben die twee eens een Perry Como-show gebracht die ons nog lang zal blijven heugen. Liedjes en guitige gezegden buitelden , door elkaar in een verbijsterend tempo. We zaten er genietend bij en schudden bij tijd en wijle het hoofd. Waar blijven ze het toch halen, waar blijven ze het toch halen! Een andere knaap die indruk gemaakt heeft op ons in die tijd, is Roland Vandendriessche. Roland-met-de-gitaar. Een kerel met goud in zijn keel. Dat zal ieder toegeven die hem ooit horen zingen heeft. Ook hij heeft het nogal vroeg bij het koor laten afweten. Gehuwd en elders gaan wonen. Jammer, maar niets aan te doen. Veel jong bloed is zo voor de zanggilde verloren gegaan.
Begin 1963 werden André Nolf en Arthur Kerkhove eens speciaal in de bloemetjes gezet op zo een feest. De koster oefende toen reeds ruim vijf en dertig jaar zijn ambt uit en Tuur was meer dan veertig jaar kerkzanger. Het was een intiem feestje. Zonder eretekens en zonder vertoon naar buiten uit. Voor de twee feestelingen was het echter een komplete verrassing en ze genoten er zichtbaar van. We hadden een paar liederen gemaakt voor de gelegenheid en misschien komt één daarvan “ Het Bloemkoollied" , nog eens te berde bij de viering van dit jaar. Het zou een goede herinnering wezen.
En steeds maar huwelijken. Een pienter lezer, daarenboven iet of wat beslagen in finantiezaken, zal zich misschien reeds verbaasd hebben afgevraagd waar al ons geld naartoe ging. Duizenden franks overschot bij sommige bonte avonden. Persoonlijke maandelijkse bijdrage. Nu en dan een gift of een mis waarvoor we speciaal betaald werden. Nou nou die zangers gingen er toch maar met de grove borstel door, zou je zo zeggen. Ogenblikje! Al ooit zo een vereniging finantieel beheerd? Voorzichtig dan! Er komt heel wat meer om de hoek kijken dan je zo op het eerste zicht zou denken.
Over de dure muziekdruksels hebben we reeds gesproken. We lieten ook reeds doorschemeren dat we ieder jaar een etentje kregen dat door de kas bekostigd werd. Heel demokratisch dit eten-tje hoor! Soep, een flinke schotel vlees met groenten en aardappelen, en daarna nog een stuk taart met een kop koffie. Daardoor zal wel geen enkele kas lek geslagen worden. Maar hebben we je ook reeds verteld dat ieder zanger die trouwde een geschenk kreeg? Een behoorlijk geschenk en een bloemstuk daarbij? En de vereniging was nog jong toen, zie je. Heel wat zangers zijn in het bootje gestapt in die jaren. Gaat je nu een licht op ? Een groot deel van onze duiten diende dus om onze gezellen wat moed in te pompen bij de grootste stap van hun leven.
Gentiel Callewaert, onze dirigent, huwde in het jaar I957. In I959 was het de beurt aan Joris Uyttenhove, Roger Ostijn en Paul Vercruysse. In I96I waagde Hubert Ameye de sprong, in I962 Eric Sabbe, in I964 Roland Decaluwé, in I965 Germain Vandorpe uit de Grote Heerweg en Marcel Desmet, en in I966 tenslotte onze tweede Germain Vandorpe en Renaat Velghe. Meer dan één trouwfeest per jaar, als je het zo uitrekent. Er zijn zalige herinneringen verbonden aan die huwelijksfeesten. Alhoewel we grif toegeven dat ook daarbij allengerhand een evolutie intrad. Vroeger kon je op zo een feest nog met koorgezang en allerhande attrakties voor de dag komen. Thans is dat uitgesloten. Het orkest of de juke-box jankt de hele zaal nu stokdoof en wil van geen wijken weten.
Op het bruiloftsfeest van Gentiel Callewaert en Marie-Thérèse Deleersnyder in de Britannia te Harelbeke, was het podium nog voor ons. De muzikanten waren blij als ze even konden uitblazen. Ook in Lendelede, waar Hubert Ameye trouwde, hadden we het nog voor het zeggen en het zingen tot laat in de nacht, evengoed als bij het feest van Roland Decaluwé en Ann Sercu in het Beverse Fonteintje. Maar daarna gingen we een andere koers varen. We voelden ons een beetje verloren op dergelijke huwelijksfeesten. Nog even dapper gingen we de trouwmis zingen en een paar glazen drinken op de receptie, maar voor de rest van de dag schaarden we ons dan omheen de kaarttafel. Jaja, ook zangers worden oud. Als we eerlijk willen zijn, moeten we toegeven dat de oorzaak niet alleen bij de snerpende orkestmuziek ligt.
Och, wanneer we het zo achteraf bekijken, zien we dat het alles in elkaar past als de stukjes van een legpuzzel. De steeds groter wordende afwezigheid bij de herhalingen. Het onvermogen om nog een aantrekkelijke avond-met-eigen-krachten op te bouwen. De heimelijke afkeer voor moderne trouwfeesten. Het luwend geweld van onze jaarlijkse teerfeesten. Het viel niet te ontkennen: het koor was aan het verouderen. Als er niet spoedig ingegrepen zou worden, zou het een zielige dood sterven.
Gilbert Deketele uit Beveren-Leie te gast in 't Veerhuis
't Veerhuis nodigt Gilbert Deketele uit Beveren-Leie uit
"Kansen creëren door de ander te leren ontdekken" 't Veerhuis, een plek waar mensen mensen beluisteren, nodigt Gilbert Deketele uit Beveren-Leie uit op zaterdag 23 maart 2019 om 16.00. Hij is nu verpleegkundige-zingevingswerker (op rust) en spreekt over hoe wij anderen kunnen benaderen in hun anders-zijn. Gilbert Deketele werkte zijn hele loopbaan in het ziekenhuis... Eerst als verpleegkundige, en nadien in de dienst zingeving en spiritualiteit waar hij zowel gewone ziekenhuispatiënten, palliatieve en psychiatrische patiënten begeleidde.
"Iedereen van ons leeft voor een stuk in een eigen wereld", stelt hij, "en is op zoek naar veiligheid." Daarin past de ander geregeld niet goed, of alvast niet altijd: "Wij zien de ander soms even als een hulp, maar heel vaak als een bedreiging. Maar misschien is dat beeld van die andere vertekend en beoordelen we hem of haar te veel met onze eigen subjectieve middelen." Gilbert Deketele pleit voor een andere, warmere en meer realistische kijk op die andere...
Zijn laatste opdracht heeft hem zo geboeid dat hij ook nu nog, na zijn loopbaan, in het kader van het Veerhuis, wekelijks mensen ontmoet in het Baggaertshof, iedere donderdag van 16 tot 18 uur.
't Veerhuis heet u welkom op zaterdag 23 maart vanaf 15.30 uur in het Damiaancentrum (Aalbeeksesteenweg 13), 8500 Kortrijk. De voordracht begint om 16.00 uur en eindigt rond 17.30 uur. Nadien en vooraf is er ruimte voor contact. Toegang gratis, maar graag een seintje als u komt: jan.glorieux@skynet.be. Meer weten over 't Veerhuis klik hier.
Waregem groeit Groot-Waregem telde op 1-1-2018 (*38.104) inwoners, 239 meer dan in 2017. Het afgelopen jaar is er terug een groei van 157 personen en komt het aantal inwoners in groot Waregem op 1-1-2019 op 38.261. Waregem telt (*23.711) nu 23.759 inwoners. Beveren-Leie (*5.300) nu (5.322), Sint-Eloois-Vijve (*3.851) nu 3950, Desselgem (*5.242) nu 5.230. *= Aantal inwoners op 1-1-2018
Groei en bloei van het Beverse St. Gregoriuskoor (deel 10) De periode 1957 - I967 Het leven gaat verder. We hadden meester Stevens verloren, maar het leven moest verder gaan. Nooit blijft de wereld stilstaan, hoe groot de schokken ook zijn die opgevangen moeten worden. Gentiel Callewaert was dus definitief onze dirigent geworden. Een jonge kerel toen nog die Gentiel. De jongste ongeveer van het ganse koor. Gemakkelijk zal hij het wel niet gehad hebben toen. Voor bijna allen was Jozef Stevens de "meester" geweest. Gentiel Callewaert daarentegen was de "kameraad" . Gewoon soldaat, uit de rangen naar voor getreden. We vermoeden dat die kameraadschap hem heeft gesteund in zijn beginperiode.
Al spoedig bleek dat hij inzake werkkracht en inzicht voor zijn oude onderwijzer niet moest onderdoen. Op verbluffend korte tijd had hij de knepen van het vak onder de knie. Zijn jongensachtige verlegenheid week dan ook algauw voor mannelijk zelfvertrouwen.
Op het koor zelf werkte zijn persoonlijke ontplooiing in als een opkikker. We hadden ons onzeker gevoeld. Zo jong nog! Nauwelijks de studentenbroek ontwassen. Zal hij het halen? Toen hij het haalde met glans, werden we geestdriftig. Zie je wel! Ze krijgen er ons niet onder. Vooruit mannen! Er werd hard gewerkt in die jaren. Zeer hard. Niet enkel bij het mannenkoor. Meester Callewaert had Jozef Stevens' voorliefde voor kinderstemmen overgeërfd. Hij wilde die sopraantjes echter liefst niet bij de uitvoering van meerstemmige missen betrekken. Die vogels gingen nu te vroeg vliegen naar de middelbare school. Voor het koor waren ze dan zo goed als verloren. Anders maakte hij echter ruim gebruik van kinderstemmen. Kerstliederen, gregoriaanse voorzang, en zo meer.
Op het einde van de vijftiger jaren kregen we ook in Beveren een middernachtmis op Kerstdag. Eindelijk. Het had nogal wat voeten in de aarde gehad. Bij pastoor De Visscher moesten we met dit voorstel helemaal niet komen aandraven en ook pastoor Deltour was er aanvankelijk niet al te happig naar. De karig bezette stoelen in de vroegmis op Kerstdag deden het tenslotte. Is dat geen zonde, mijnheer Pastoor? Wij doen ons best om een kerstprogramma te brengen dat er wezen mag en zie eens! Hoeveel mensen heb je nog in de vroegmis? Die gaan elders, mijnheer Pastoor. Die gaan naar een middernachtmis. Pastoor Deltour gaf zich gewonnen. Beveren zou voortaan ook zijn middernachtmis hebben. Hier voor ons ligt het kerstprogramma van het jaar I959. Een gestencild blaadje. Niet veel sieraad aan. Maar het is een kostbare getuige. Zo zouden we er meer moeten hebben. Het was de driestemmige “Missa in honorem Sancti Adalberti" van Elbert Franssen die toen werd uitgevoerd. Een van de moeilijkste missen die we ooit hebben aangeleerd. Maar mooi als een sprookje. Beierend als klokkenspel. Als Gentiel Callewaert in één mis bewezen heeft dat hij een bekwaam dirigent geworden was, het wel in deze geweest. Het onophoudelijk aanzwellen en sterven, het in- en uitvallen der verschillende stemmen, moet het uiterste van zijn aandacht gevergd hebben. Op Kerstdag I960 pakten we uit met onze zogezegde "Franse mis" Een driestemmig stuk, gekomponeerd door een zekere Dirickx. Pas¬toor Deltour had een met de hand geschreven eksemplaar ervan gevonden in de nagelaten paperassen van zijn voorganger en koster Nolf had toen met engelengeduld het handschrift ontcijferd en op stencil gezet. Een mooie mis. Gracieus en vleiend van melodie. Niet vreemd dus dat ze bij ons de "Franse mis" geheten werd. Op Kerstmis I96I werd teruggegrepen naar de tweestemmige "Missa Quarta" van Alfons Hoortgat en in I962 was het weer de beurt aan de "Missa in honorem Sancti Adalberti". Ondertussen echter hadden koster Nolf en dirigent Callewaert er iets nieuws op gevonden om de feestelijkheid omheen de middernachtmis nog verder op te voeren. Beroep werd gedaan op een paar koper- en strijkinstrunenten. Het "Gloria schalt gans het Eden" klonk door de kerk als een bazuinstoot. De bazuinstoot die de opening van een glansrijke plechtigheid aankondigt. Op het kerstprogramma van het jaar I961 zijn enkele namen van sopraans aangetekend. Waarom ze niet even vermelden hier. Patrick Mauws zong toen het "Adeste Fideles". Hij had een prachtige stem die Patrick. Verders werden ook nog solonummers gezongen door Willy Kindts, Patrick Lateur, Carlos Meersman, Herman Mestdagh, Johan Pieters, Christ Coussement, Roland Lavens en Johnny Vanderheeren.
Och, we wilden maar dat we hier de namen van al de sopraans konden optekenen die ooit in het Beverse koor gezongen hebben. Maar dit is onbegonnen werk. Het zijn er tientallen en tientallen geweest en volledig zouden we toch nooit kunnen zijn. Beter dan maar er niet aan te beginnen. Wie ze ook zijn echter, we groeten ze met warme genegenheid. Ook zij maken deel uit van onze grote zangersfamilie. Ondertussen kunnen we ook nog eens kijken hoe het mannenkoor ervoor stond in I961. Er is een ledenlijst uit die tijd bewaard. Zie maar: Hubert Ameye, Gentiel Callewaert, Roland Decaluwe, Michel Debrouwere, Marcel Desmet, Marcel Himpe, Arthur Kerkhove, Jaak Meersman, André Ostijn, André Nolf, Arseen Roobroeck, Eric Sabbe, Willy Stevens, Lucien Vancraeynest, André Vandermeiren, Germain Vandorpe (Gentstraat), Godfried Vandevoorde, Paul Vercruysse, Lucien Vereecke, Hubert Velghe, Robert Meersman, Lucien Meersman. Weerom waren dus enkele nieuwe namen opgedoken. En dat was broodnodig. Heel wat oude vrienden immers konden er niet langer meer bij zijn. Wie oplettend toekijkt, ziet dat er in het koor altijd een druk komen en gaan geweest is omheen een kern die vast aaneengesnoerd bleef.
Och, dat gedurig veranderen is heel natuurlijk tenslotte. Weet een mens ooit waar hij in zijn leven zal belanden? De ene verhuist. De andere krijgt nieuwe levensvoorwaarden voor de voeten geschoven. En zo gaat het verder. Er zijn duizend en één zaken die een mens van zijn liefhebberij kunnen aftrekken. Haar, hoe het ook zij, als je ergens een oud-zanger ontmoet dan spreekt hij altijd met weemoed over de goede dagen van weleer. Tot zover hebben we enkel gesproken over uitvoeringen op Kerstmis. Het is echter duidelijk dat ons koor ook bij andere kerkelijke feesten naar buiten kwam. Evengoed als vroeger trouwens. Pasen, Pinksteren, de Ommegang, de Kermis, Allerheiligen, het waren allemaal dagen waarop de Bevernaars vragend zouden opgekeken hebben als we niet met iets speciaals uitpakten. Met die kerkelijke feesten was de kous nog niet afgebreid. De mensen gingen meer en meer beroep doen op ons. Ze hielden van hun koor en pakten er graag mee uit tegenover vrienden en kennissen. Sommigen hadden er wel een paar duiten voor over om ons bij bijzondere gelegenheden te laten optreden in de kerk. Zo hebben we in het jaar I963 gezongen bij het gouden huwelijksjubileum van Achiel en Euphrasie Vancraeynest.
Dat eigenste jaar ook hebben we voor het eerst de Sint-Jozefsmis opgeluisterd voor de Interlin. Ook voor huwelijksmissen werden we gevraagd. In I965 zongen we bij het huwelijk van Lieva Rigolle. De eerste van een reeks die ondertussen reeds behoorlijk lang geworden is. Het bracht allemaal zaad in het bakje. En is er nu iets wat een kas broodnodiger heeft? Natuurlijk dat we niet altijd met onze rekening klaar stonden. Je kan toch geen geld vragen voor het zingen van een eremis bijvoorbeeld. Neenee, we weten nog wel iet of wat hoe het in de wereld hoort. Ook bij een zanger die huwt moet je niet pogen de duiten uit zijn zak te persen. Maar bierbonnetjes hebben we nooit afgeslagen. Nogal duidelijk. Je moet toch niet katolieker willen wezen dan de paus zelf.
In het jaar I963 zijn we ook eens de hoogmis gaan zingen in de Pius X kerk te Kortrijk. We hebben er een beste indruk van bewaard. Een sobere kerk, niet te groot, en met een akoestiek als in een koncertzaal. Het waren hoofdzakelijk latijnse motetten die we daar brachten. 0 salutaris hostia, Panis angelicus, en dergelijke meer. Om het eigene der mis hoefden we ons niet te bekommeren. De pastoor daar vond dat niet onontbeerlijk. Op de terugweg zijn we daarna nog een serenade gaan brengen aan Paul Decavel en Lieve Vandorpe. Twee jonge Bevernaars, verwant aan de helft van het koor, die toen in Kuurne woonden. Steeds hebben die twee met ogen groot van heimwee naar hun geboortedorp teruggeblikt. Ze beleefden deugd aan ons optreden. Dat zagen we genoeg. Hun middagdutje hebben ze er echter bij ingeschoten toen. Je kan zangers in je huis halen als je daar lust toe hebt. Wanneer je ze echter kwijtraakt, is een andere zaak.
De wereld verandert. Sinds de laatste Wereldoorlog is onze samenleving op een stroom gaan lijken die al sneller en sneller aan het vlieten is. We zitten er midden in en we worden meegesleurd. Je kan tegenwor-stelen. Natuurlijk. Je kan zelfs trachten tegen stroom in te zwemmen. Maar dan spat het schuim je om de oren en slaan de golven je in het gezicht. Je raakt vermoeid en uitgeput en meedrijven doe je toch. Zo is dat nu geworden. Een stroomversnelling. Niemand weet waar die ophouden zal. Ook de Kerk kwam in die vloed terecht. De "rots in de branding" deed het niet meer. Een aftands beeld dat niet langer door werkelijkheid werd gedekt. Het bleek immers dat het godsvolk niet veilig op een enorm steenblok zit, maar dat het op tocht is naar onbekende verten, God tegemoet. In de Kerk werd de klemtoon verlegd van de hierarchie naar dat pelgrimerende volk. Het werd zelfs duidelijk dat dit volk de werkelijke Kerk is. Datgene waar het eigenlijk om begonnen is. Dat alles had zijn gevolgen. Ook in Beveren. Gedaan dus met de latijnse gebeden waar enkel de pastoor en de dokter en de apoteker iets van begrepen. Gedaan ook met de missen waarin de priester het volk zijn rug toekeerde en angstvallig het altaar afschutte. Kristus kwam weer terug onder het volk. De belemmeringen tussen Hem en de zijnen werden opgeheven. Begin I965 werd ons altaar naar de kerkgaande menigte toegedraaid. Daarmee werd volledig duidelijk dat ook wij aan de Tafel genodigd waren. De gebeden en lezingen werden in het nederlands gehouden. Het waren afschuwelijke vertalingen nog wel, maar we begrepen er toch reeds iets van.
Ook de zangers werden een pelgrimerend volk in dat jaar I965. Onze tocht was echter niet zo bijster groot. Hij begon op het dokzaal achterin de kerk en eindigde vlak voor het altaar van Sint-Jan. Ons harmonium voerden we mee zoals eertijds de Israelieten hun Arke des Verbonds. Voor dat altaar was onze plaats voortaan. Het volk zong nu immers mee en wij waren voorzangers geworden. En betaamt het dat een voorzanger achteraan zit? Er moet orde zijn in de zaken. Aanvankelijk werden zo nog gregoriaanse missen gezongen, terwijl nederlandse psalmen stilaan hun intrede deden. Allengerhand echter verdrong de moedertaal het laatste restje latijn. Ook de gregoriaanse missen gingen tot de folklore behoren. Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus, Agnus Dei, we hoorden het allemaal slechts sporadisch meer. Je kan het jammer vinden. Schatten door eeuwen en eeuwen op elkaar gestapeld, werden zo met zorgeloze hand opzij geschoven. In plaats daarvan kwamen allerhande leuke deuntjes, die in de volksgunst klommen en daalden als moderne hits op een platenparade. Het was echter onafwendbaar geworden. Jarenlang was men tè stroef geweest. De waterketel kookte over. Elk beijverde zich om zich zover mogelijk van het oude te distanciëren. De pelgrimstocht gaat echter verder. Veel van wat we thans aanbidden zal onder de voortschrijdende voeten tot gruis vertrapt worden. Enkele parels zullen overblijven. Enkele parels. En staat er niet ergens in een parabel dat je alles verkoopt voor een enkele kostbare parel?
De zangers zijn ietwat onzeker geweest in die omschakeling van latijn naar de moedertaal en van koorzang naar massazang. Och, begrijpelijk is het wel. Ze waren opgegroeid in een traditie die nu zonder veel omhaal in elkaar werd geknokt. Ook hun hoge troon achterin de kerk schoten ze erbij in. Ze zaten thans vooraan te kijk. Onder het waakzaam oog van onze stroeve patroonheilige, Sint-Jan. Gedaan met de heimelijke dutjes tijdens een langdradige preek. Lang heeft die aarzeling echter niet geduurd. Met verbeten energie wisten koster Nolf en dirigent Callewaert de koorleden duidelijk te maken dat hun opdracht niet ineengeschrompeld was tot een peulschilletje. Dat de ganse kerk nu meezong? Prima! Maar wij bleven toch voorzangers zeker? En wie beter dan wij konden het volk leren zingen? We begrepen het. We gingen weer resoluut omheen het harmonium post vatten en stuwden de kerkgaande menigte vooruit. Onder ons impuls werd de kerk van Beveren een zingende gemeenschap. Latijnse gezangen eerst nederlandse daarna. Het werd een heel repertorium.
Op de hoogdagen bleven we echter teruggrijpen naar de oude meerstemmige missen. Dan zaten de mensen stil op hun stoel en genoten. Net als vroeger. Ze hadden thans waar voor hun geld. Kijk- en klankspel was het nu geworden. Langzamerhand echter kwam er sleet op het koor. Langzamerhand en verraderlijk. Onmiskenbaar echter voor wie nauwkeuriger toekeek. Verscheidene zangers begonnen weg te blijven uit de herhalingen. Televisie? Te druk gezelschapsleven? Wie zal het zeggen! Het ergste was dat er geen nieuwe kandidaten meer werden gevonden om de leemten te vullen. Vooral de tenorpartij brokkelde af. Tenorstemmen waren blijkbaar zo zeldzaam geworden als witte raven. De verhouding was verbroken. In het jaar 1967 heeft Gentiel Callewaert meer dan eens mismoedig het hoofd geschud en gezucht dat de liefhebberij eruit was. En toch weet ik een redmiddel, zei hij, toch! Bestaat de parochie niet voor de helft uit vrouwen en kunnen vrouwen niet evengoed zingen als mannen? We bezagen hem wantrouwend. Vrouwen? Wat moeten we daarmee aanvangen in het koor? We hebben niets tegen vrouwen, helemaal niets, maar ....... Daar bleef het voorlopig bij. Nieuwe ideeën moeten eerst gaar sudderen. Kort daarna echter gebeurde iets. Gentiel Callewaert drilde een vrouwenkoortje om een K.A.V.-feest op te luisteren en daar ging de bal voorgoed aan het rollen. Dat vertellen we echter verder.
Op zoek naar inkomsten. Je mag op je hoofd of op je voeten staan, uit een kas kan je nooit meer halen dan erin steekt. Een wet waaraan niet te tornen valt. Die ijzeren wet verplichtte ons, ook na 1956, bij tijd en wijle uit onze schelp te komen om aan wat centen te geraken. Reeds in het genoemde jaar I956 hadden we het zangspel "Smidje Smee" voorbereid. Het was een olijk stuk. De volkse wijsjes lagen er met kwistige hand in uitgestrooid. We zouden het spelen in de zaal van het Klooster op de eerste zondag van december. Toen overleed meester Stevens en van spelen op die zondag was natuurlijk geen sprake. We zouden de rouw om onze vroegere dirigent op flagrante wijze geschonden hebben. De uitvoering werd verschoven naar 7 februari I957. Het werd een groot sukses toen. Joris Uyttenhove speelde de rol van zijn leven als baarlijke Satan, terwijl Jozef Lagaisse goud waard was als het olijke Smidje Smee. Er was een netto overschot van ongeveer zesduizend frank. In februari I958 hadden we een avond samen met het koor van het Waregemse H.-Hartkollege. Er was tamelijk veel belangstelling, maar onze gasten uit Waregem gingen met de grootste winst lopen. De juiste formule was het alleszins niet om onze kas bij te werken.
Op 15 februari van het jaar I959 waagden we het nog eens met eigen krachten. De grote opkomst uit de gloriedagen was er echter niet meer. Blijkbaar was het stramien glad versleten. Jammer, want op dat stramien hadden we borduurwerk gemaakt dat aardig wat duiten in het zakje bracht. Ach, de kruik gaat zolang te water tot ze breekt. Maar ons deel uit die kruik hadden we inmiddels toch ruimschoots gekregen. Daarna hebben we er wijselijk een tijdje mee opgehouden. We hadden nu ook iets meer inkomsten uit andere bronnen en voor de rest zaaiden we maar naar de zak.
Begin I964 stond het licht andermaal op rood. Hel blekkerend rood dit keer. Robert Meersman kwam ons met gefronste wenkbrauwen vertellen dat hij van zijn eigen geld had moeten bijpassen om de rekeningen van het koor te betalen. We waren failliet op dat ogenblik. Schandelijk failliet! We zaten er een poosje verslagen bij toen. Niemand die een woord sprakt tenzij dan om een nieuwe pint te vragen. Tot er ons plots een licht opging. Hé zeg, waren er geen gemeente-raadsverkiezingen in oktober dat jaar? En als we nu eens een zangfeest gingen geven op de zondag vlak voor de verkiezingen? De dorpspolitiekers zouden erop afkomen als wespen op een rijpe peer. Zoveel was zeker. En zuinig zouden ze wel niet wezen. Zo geschiedde. Op 4 oktober I964 hielden we een “Muzikale Ontmoeting in Driekwartmaat ". De zaal van het Fonteintje liep bomvol. Onze "vroede vaderen-in-spe " waren er allemaal. Van de eerste tot de laatste. En krenterig waren ze niet. Dat moet ter hunner ere gezegd. De verkiezingen hebben ons gered toen. Met fier opgeheven hoofd mochten we weer vooraan in de kerk gaan zingen. Onze schulden waren betaald en onze kas verkeerde opnieuw in goeden doen.
Okra Petanqueclub Beveren-Leie Op 27 februari ging de derde reguliere speeldag door. Een uitzonderlijk mooie dag met een thermometer die 18 graden aanwees. Deze zonnige woensdag bracht 52 spelers op de been. Velen onder hen profiteerden ervan om de voorronde van de bekercompetitie te spelen. Reeds 15 van de 26 duo's hebben reeds hun eerste voorronde achter de rug. De club mocht ook een nieuw lid inschrijven en heet Norbert Pappijn van harte welkom en wenst hem veel speelgenot. De voorlopige stand:
Groei en bloei van het Beverse St.-Gregorius Zanggilde
Groei en bloei van het Beverse St.-Gregoriuskoor (deel 9) Het zeer bewogen jaar I956. Een bui die opsteekt uit een onverwachte hoek kan je verrassen. De regen vlaagt je in het aangezicht voor je erop verdacht bent. Zo ongeveer overviel ons ook de tijding van meester Stevens ziekte. Totaal onverwacht. We stonden met enkelen aan het kerk¬portaal. Een paradijselijke avond, herinneren we ons nog. We zouden herhalen voor het Pinksterfeest. Meester Stevens komt niet, wist iemand, hij is ziek. - Ziek? Kom nou! Erg zal het wel niet wezen. Stevens en ziekte. Hoe rijm je dat te zaam !
Het was echter wél te rijmen. En beter dan ons lief was. Toen de koster kwam vernamen we het. Geen sprake van dat de meester erbij zou zijn op Pinksteren. Het kon maanden duren. Misschien. Wie weet? - De koster schudde het hoofd en haalde hulpeloos de schouders op. We stonden er verslagen bij. Geen mens die er toen aan dacht echter dat het zo fataal zou aflopen. Een paar maanden rust, meenden we, en de meester zou wel weer de oude wezen. Hij was taai als welster. Maar ons koor intussen! En de mis die moest gezongen worden op Pinksteren! Aarzelend bekeken we elkaar. Voorlopig moest iemand anders Jozef Stevens' taak overnemen. Dat was duidelijk. Maar wie? Wie durfde het aan de leiding van zo een koor op zich te nemen?
Sinds een paar jaar was de jonge onderwijzer, Gentiel Callewaert lid van het koor geworden. Een beste jongen die Gentiel. Een beetje stil. Nog wat onwennig tussen al die ouderen. Maar had hij geen notenleer gestudeerd in Torhout? Was hij geen spelend lid van de fanfare en moest je daarvoor ook niet een beetje muziek kennen? Nee, nu we het eens goed bekeken, zo gek zou het nog niet zijn als hij het eens wilde proberen.
Gentiel nam het aan. We waren hem dankbaar, want hij hielp het koor uit de slop. Op Pinksteren werd de tweestemmige “' Missa Te Deum Laudamus" van Perosi gezongen. Die mis stelde aan een dirigent niet al te veel eisen. Op de Kermis echter stond reeds de " Missa Secunda" van Moortgat op het programma. En dat was een ander paar mouwen. De dirigent moest daar wél met al zijn zinnen bij zijn. Toen de laatste akkoorden verklanken waren, wisten we echter dat we een volwaardig dirigent gevonden hadden. Met die mis was Gentiel Callewaert voor een zeer kritieke jury verschenen en hij was geslaagd summa cum laude. Het was die kermismiddag later dan gewoonlijk toen we huiswaarts trokken. Het ging niet goed ondertussen met meester Stevens. Helemaal niet goed. Hij was in Leuven geweest en had er een heelkundige bewerking ondergaan. Veel hoop was er echter niet meer. Dat voelden we wel. Toch had die dokterstussenkomst hem wat opgeknapt. En zo kwam het dat hij zijn laatste grote feest bij de zangers heeft kunnen meevieren. Maar hij was toen reeds een getekend man. Het sneed ons door het hart.
Die 21 september I956 was een grote dag voor het Sint-Gregoriuskoor. Drie leden hadden vanwege Mgr. De Smedt het zilveren Kruis van de H.Donatianus ontvangen omwille van hun trouwe dienst in de kerk. Arthur Kerkhove vijf en dertig jaar zanger. André Nolf dertig jaar koster. Jozef Stevens vijf en twintig jaar koordirigent. (foto hiernaast) Weken te voor reeds hadden we die dag voorbereid. Pastoor Deltour was onze bondgenoot. Liederen werden aangeleerd om het feest op te luisteren en er werden steunkaarten verkocht om aan de nodige fondsen te geraken. We wilden er iets van maken waarin al onze vreugde en al onze dankbaarheid te stralen lag.
Het was een blijde dag. Een hoogmis met veel volk, een receptie ten gemeentehuize, en dan tot in de late avond een feesttafel die slechts verlaten werd om de lont aan lach en lied te steken. Het gastvrije huis van André en Lieske Vandermeiren gonsde als een bijenkorf. Er werd een foto genomen op die dag. Natuurlijk. Even kijken wie er toen bij waren? Zie maar:
Na het feest stonden we weer voor de werkelijkheid. In zijn huis aan de Kleine Heerweg schreed Jozef Stevens langzaam naar het einde toe. Vijf en twintig jaar lang was hij met onze koster het hart van de zangvereniging geweest. Nu was het gedaan. Onherroepelijk. Zoiets laat je niet los. Hij overleed op 2 december van het jaar I956. Vier dagen later werd hij ten grave gedragen. Zelden hebben we met zoveel ingehouden ontroering het Reguiem gezongen. We deden het voor hem en we deden het onbewust ook voor de lange periode koorleven die achter ons lag. Met hem was ze de eeuwigheid ingewenteld.
Rummikubclub Okra Beveren-Leie De vierde speeldag die doorging op 26 februari bracht 47 spelers naar OC De Kernelle. De voorlopige stand ziet er als volgt uit:
Hoedenshow in vrije basisschool De peuters en kleuters uit de vrije basisschool Beveren-Leie liepen op vrijdag 1 maart over de catwalk. Samen met hun juffen hadden ze hun creativiteit de vrije loop gelaten en een hoed gemaakt. Ouders en grootouders waren welkom om hun pagadder te zien paraderen over de catwalk die er fier als een gieter hun creatief werk showden. De hoedenshow werd afgesloten met een liedje en dansje.
Accidentele lozing Barmbeek Op woensdag 6 maart werd een accidentele lozing op de Barmbeek vastgesteld. Uit onderzoek is gebleken dat een lokaal bedrijf een incident had met vloeibare latex. Daarop heeft de brandweer de beek afgedamd om te voorkomen dat de geloosde vloeistof in de Leie terecht kwam. Vandaag werd in overleg met de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) en de Provincie beslist om de afdamming aan te passen. Door de regenval is er een verdunning opgetreden. Het lozen, richting Leie, kan op die manier verantwoord gebeuren. De volksgezondheid is nooit in gevaar geweest. Wie nog vragen heeft, kan die altijd stellen via info@waregem.be of 056 62 12 11.
Groei en bloei van het Beverse St.-Gregoriuskoor (deel 8) Op de bruiloft van Kana. Kerkzangers kunnen devoot doen als ze 's Heren lof bezingen. Geen mens die dit niet in de gaten heeft. Het is echter duidelijk dat ook een kerkzangersoog met welgevallen kan rusten op een pront maagdeke. Spreken sommige gewijde gezangen immers zelf niet van bevalligheid die verleidelijk kan lokken op meisjeslippen? Diffusa est gratia in labilis tuis. Het liegt er niet om.
Ook de leden van het Sint-Gregoriuskoor lieten zich in die aangelegenheid niet kennen. Ze vrijden en trouwden als hun tijd daarvoor gekomen was. Sommige van die bruiloften staan ons nog fris voor de geest. Alsof het pas gisteren gebeurd ware. Zo het huwelijk van Robert Meersman en Mariette Opsomer, in het jaar I946. Het trouwfeest ging door ten huize van de bruid. 's Avonds waren we erbij met een hele delegàtie. Zo een bruiloften kennen ze nu niet meer. Zingen en dansen en spelletjes doen. En geen een die zich afzijdig mocht houden of hij kreeg een verbolgen meester Stevens op de nek.
Robert en Mariette waren de eersten die het waagden in de naoorlogse periode. Velen hebben daarna nog hun voorbeeld gevolgd. Jaak Meersman in I948, Marcel Himpe en Marcel Vancompercolle in I952, André Ostijn in I951 , Lucien Meersman in I954 , Arseen Roobroeck in I955 , Michel Defreyne in I956. Mogelijks werden hier nog namen vergeten. Och, neem het ons niet kwalijk. Onze memorie begint zo zoetjesaan de afmetingen te krijgen van een konijnenstaartje. En dat is niet veel.
De huwelijksfeesten die ons uit die periode het allerbest bijbleven, zijn die van André Ostijn met Marie-José Coucke, Lucien Meersman met Nelly Roose en Arseen Roobroeck met Noella Taelman. Niet dat de andere daarom minder waren. God nee! Maar aan deze drie zijn toch speciale herinneringen verbonden.
De bruid van André Ostijn woonde op de Ginste, een parochie van Oost-Rozebeke. Het feest ging door op de ouderlijke hoeve aldaar. Zo een feest op een hoeve is natuurlijk altijd iets speciaals. Breughel had er moeten bij zijn die keer. Hij zou er zijn werk gehad hebben. Het koor heeft daar zijn duivels ontbonden zoals nooit te voren misschien. Grappen en liedjes en koorzang. Het tuimelde door elkaar in een bruisende lawine. En ondertussen eten en drinken tot de dageraad reeds in de lucht zat. Enkele zangers hadden daarna nog genoeg fut over om de vroegmis te helpen zingen in de kapel van de Ginste. Zouden ze dat nu nog kunnen ? Vraagteken!
En meer dan één. Lucien Meersman en Nelly Roose vierden hun huwelijksfeest in "Het Gemeentehuis" . Ook daar werd gezongen tot de kelen er hees van werden. Toen het al wat later werd zaten een paar van ons in de kelder op zoek naar iets eetbaars. We zouden juist beginnen aan het overschot van de koeitong, toen Lieske de trap afgedaald kwam. Goedig glimlachte ze. Maar jongens toch, koude koeitong in tomatensaus is toch niets waard! Kom, ik ga dat een beetje opwarmen. Zulke steken mochten de zangers laten vallen bij de waardin uit het Fonteintje. Waren we er thuis of niet ?
Ook het huwelijksfeest van Arseen Roobroeck ging op een hoeve door. Noella immers was een boerendochter uit Deerlijk. De tapkast stond er opgesteld in een schuur en al spoedig hadden we in de omtrek daar onze draai gevonden. Voor er een uur verstreken was, werd de lof van bruid, bruidegom en bier gezongen in een veelheid van tongen en talen. 0ok Robert Vandeplassche klom nog eens op zijn zolder en liet de oude broeken als dreigende schietbuizen aan de hanebalken hangen. In de vroege morgenuren waren nog slechts enkele feestgangers in de ruime boerenkeuken bijeen. Arseen en Noella hadden reeds lang andere oorden opgezocht. In een roerende toespraak troostte Jozef Stevens dan de boerin om het heengaan van haar laatste dochter. We waren stilgevallen. Lichtelijk met bier gekruide weemoed hing in het zwartbezolderde vertrek. Door de ramen sloop het eerste daglicht naar binnen.
Op reis met het koor. Jarenlang is het traditie geweest dat het koor een reisje maakte. Nooit te ver. Er moest immers ruim tijd wezen om eens af te stappen en in volle gezelligheid een paar glazen te drinken. We gingen voor het eerst op reis in 1946. Het werd een voltreffer. Iets waarin je de speelse aard van meester Stevens erkent en zijn hang om van alles een soort toneel te maken. Het koor op reis gaan? Nou, voor mij niet gelaten! Maar dan niet als brave sulletjes. Iets speciaals moet het wezen. Iets ànders ! Zo ongeveer moet hij het toen gezegd hebben.
En het werd iets anders. Alleen de mannen mochten mee en ze moesten een bolhoed dragen. De reis zou alover Loppem en zijn abdij naar het H. Bloedspel in Brugge gaan. Op de gestelde dag waren ze er allemaal. Ieder had een bolhoed op. Ieder. Behalve één. En die stond voor de keuze: bolhoed halen of thuisblijven. Hij heeft dan wijselijk de vreugde boven de smart verkozen. Het werd een reis waar de guitigheid aan alle kanten uitgedrupt kwam. Verstomd staarden de voorbijgangers die schare bolhoeden na. Wie mogen dat zijn? Engelsen? Misschien. Maar dan toch een bijzonder galant soort. Zie eens hoe zwierig ze hun hoed afnemen en allen tegelijk buigen als ze iemand groeten. Neenee, stijve Engelsen zijn het beslist niet. Maar wie dan? Jozef Stevens had zijn doel bereikt. Zijn mannen akteerden als op de planken.
Heel wat reizen zijn daarna nog gevolgd in die periode. Naar Holland, naar Dinant, naar Bouillon, naar Meisbroek. We zijn er de tel bij kwijtgeraakt. Maar als die eerste keer werd het nooit meer. Of toch. Eéns. Toen we naar Calais en Duinkerke togen. Ook die reis moet in ieders geheugen blijven hangen zijn. Weet je het nog? In de warme namiddaguren hadden we ietwat loom door de zonovergoten straten van Calais geslenterd. We hadden een beetje wantrouwig de beroemde "Burgers Van Calais" gemonsterd en we hadden wat glazen wijn gedronken omdat het Frans bier nergens naar smaakte. Kortom, we hadden ons een beetje verveeld. Opeens vonden een paar groepjes zangers elkaar terug in een ruime gelagzaal. Er werd verheugd op het weerzien gedronken en, eer iemand goed wist wat er gebeurde, was meester Stevens op een stoel geklommen, sprak de aanwezige Fransen toe in hun zangerige moedertaal en gaf dan het sein voor "De Lieve Hei" , het lijfstuk van de zanggilde. Trippelend buitelden de speelse akkoorden door de open deur naar buiten. Wandelaars bleven verstomd staan. Wat mocht dat wezen? Een groep zingende mannen en een man die de maat sloeg met een broodmes. Gekken? Maar gek of niet, het moet mooi geweest zijn. De Fransen klapten frenetiek in de handen toen het laatste akkoord verklanken was. Zo was Jozef Stevens. Vol speelse invallen. Guitig. Bijdehand. Nooit kon je met zekerheid zeggen wat hij het volgende ogenblik zou uithalen.
In augustus van het jaar I955 heeft het koor tijdens zo een reis eens de hoogmis gezongen in de kerk van Grobbendonk. Er waren kontakten gelegd tijdens een van de schoolstrijdbetogingen. Vermoedelijk was het de Missa Secunda van Moortgat die daar uitgevoerd werd, maar heel precies weten we het toch niet meer. We stonden een beetje onwennig op het zangerspodium rechts vooraan in die ruime kerk. Zo vlak bij het volk te zingen waren we niet gewend. Moortgats melodieen klommen en daalden echter zwierig onder de statige gewelven. Na de mis knikten de Grobbendonkenaars ons waarderend toe. Het was hun bevallen. Het is de laatste reis geweest die Jozef Stevens meemaakte en de laatste keer dat hij het koor dirigeerde op vreemde bodem. Wie had dat toen echter kunnen denken?
Bonte avonden. Op ons eerste teerfeest had het bestuur dus besloten dat ieder zanger een bijdrage zou te betalen krijgen. Vijf frank per maand. Veel was dat heus niet. Je kon in die tijd voor twaalfmaal vijf frank nog wel een etentje krijgen, maar veel lekkere brokken zouden daarbij toch wel niet opgediend worden. Je kon toch ook niet ieder jaar een schaap slachten. En de muziekpartituren dan die moesten gekocht worden en de andere onkosten die zo een vereniging al eens heeft. Neenee, hoe je het dubbeltje ook draaide en keerde, veel kon je met die schamele bijdrage niet uitrichten. Er zou dus ook uit een ander vaatje moeten getapt worden. Dat lag voor de hand. Einde van het jaar I950 organizeerde het koor derhalve een avond met de goochelaar Florimondzo. Een naam die klank had in die tijd. Ook in de koorkas kwam er klank. Vierduizend frank overschot tuimelde erin. Daarmee konden wel een paar eindjes aan elkaar geknoopt worden. In het jaar I953 zag onze schatbewaarder echter weer ontstellend duidelijk de bodem van zijn geldkoffertje. Andermaal zou ingegrepen moeten worden. We zouden nu echter zelf bonte avonden verzorgen. Hadden we daartoe immers niet de beste wapens in handen die een mens zich maar dromen kan? Zang en muziek en toneel! Welke vereniging had zoveel pijlen op haar boog?
Onze eerste bonte avond ging door op 6 december I953. Een overweldigend sukses! Veel mensen die er niet bij geweest waren wilden het daarna ook wel eens bekijken en daarom werd nog eens opgetreden op I7 januari I954. En nochtans, het was allemaal zo eenvoudig geweest. Wat zang, wat muziek door enkele leden van de fanfare, wat schetsjes, en het boertige toneelstukje "Het Wonderkind “. Veel kunst was er niet aan. Maar het waren mensen van bij ons die optraden voor hun vrienden en kennissen. En dat maakt een enorm verschil. Onderpastoor Myngheer, die de zangers toch niet zo direkt in zijn grote hart droeg, liep dagen daarna nog rond met blauwe plekken op zijn dijen. Zozeer had hij er met zijn machtige handen op gekletst in uitbundige pret. Er was een zuiver overschot van zevenduizend frank. Zelden werd een gelukkiger schatbewaarder gezien dan juist in die dagen.
Einde I954 zouden we het nog eens wagen. Het ijzer smeden terwijl het nog heet is. Ditmaal traden we op onder het motto: "Bij ons aan de Leieboorden” . Er werd gespeeld op 7 en 2I november. Weer werd het een enorme meevaller. Er viel nu achtduizend frank bij te schrijven in het kasboek. In het jaar I955 lieten we verstek gaan. We hadden voorlopig onze schaapjes op het droge en waarom ons afsloven om de kas nodeloos te spekken. Nooit zijn we verankerd geweest aan bovenmatig geldbezit. We konden nog altijd zien het volgende jaar. Het jaar I956 was echter anders dan we ons toen konden voorstellen. Helemaal anders. Zeker, we hadden iets op het getouw staan. We zouden het zangspel "Smidje Smee" brengen. Maar de uitvoering moest verschoven worden. Een zware slag had het koor getroffen. Een slag waaronder het even wankelde.
Uitgebreid ontbijt bij de Gezinsbond Beveren-Leie/Desselgem
Ontbijtbuffet bij Gezinsbond Beveren-Leie en Desselgem Het was op zondagmorgen 3 maart vroeg uit de veren voor het bestuur van de Gezinsbond Beveren-Leie en Desselgem. Ongeacht de voorbereidingen die met deze activiteit gepaard gaan zijn beide besturen zowel op zaterdag als zondag steeds druk in weer in OC ‘t Klokhuis om alles klaar te zetten, vlot te laten verlopen en op te ruimen.
Porseleinen ontbijtbuffet voor de afdeling Beveren-Leie De afdeling Beveren-Leie organiseerde dit jaar al voor de twintigste keer een uitgebreid ontbijtbuffet. Een porseleinen jubileum dus! Na drie jaar sloot de afdeling van Desselgem zich bij deze activiteit aan. En het mag gezegd, het blijft tot op heden een gesmaakt evenement. Niet minder dan 220 ontbijters vonden de weg naar OC ’t Klokhuis en genoten er van een gezellig en gevarieerd ontbijt. Voor de kinderen was er nog ontspanning voorzien en konden ze deelnemen aan een dansworkshop, en was er eveneens een grime- en kleurhoek. Aansluitend op het ontbijt kon er nog een vrijblijvende, ontspannen wandeling met het gezin gemaakt worden. En wie niet onmiddellijk zin had om na het ontbijt ook het fruit te verorberen kon het meenemen naar huis, ofwel als een gezonde versnapering voorzien tijdens de wandeling.
Op zondagmorgen 3 maart ging het nieuw seizoen van de wielertoeristenclub Leie-Cycling Beveren-Leie van start
Voor de wielertoeristenclub Leie-Cycling begon het nieuw seizoen met een gezamenlijk ontbijt geschonken door de lokaalhouders Heidi en Koen van Taverne ’t Neerhof. De club telt dit jaar 64 leden waarvan vier vrouwen. Naargelang het tempo en de afstand van de ritten zijn er terug 4 categorieën die zich onderscheiden in de A’s, B’s, C’s en de C+. Dit seizoen staan er 39 ritten op het programma. Het hoofddoel van de club is om dit jaar mooie zondagse ritten uit te stippelen. Enkel voor de C’s en C+ staat er een midweek naar Renesse (NL) op het programma. Voor volgend seizoen staan de Dolomieten terug op het programma. De voorbereidingen daarvan zullen dit seizoen gebeuren. Voor het eerst deed ook de elektrische fiets zijn intrede. Zo kan de 85-jarige Remi Papijn, mede-oprichter van de club, die vorig jaar een sabbatjaar nam terug aansluiten bij zijn club en zijn geliefkoosde hobby terug beoefenen
Uit het schepencollege van 28 februari Stad zet in op duurzame feesten Het stadsbestuur maakte een afspraak over duurzaamheid met vzw Divers, die de Parkies Kasteelconcerten organiseert. De organisatie deed in de voorbije edities al acties in verband met milieu en afval, maar het is nu de bedoeling om een stapje verder te zetten. Vanaf deze zomer wordt drank alleen nog geschonken in herbruikbare bekers tijdens alle Parkies Kasteelconcerten. Meer info pietro.iacopucci@waregem.be
Verkoop rookmelders in de stadswinkel i.f.v. brandveilige woningen In het kader van de brandveiligheid van de Waregemse woningen werden in mei 2018 infosessies georganiseerd in samenwerking met HVZ Fluvia. Sindsdien zijn ook rookmelders te koop in de stadswinkel. Hiervoor werden 500 optische rookmelders aangekocht bij firma F.P.C. bvba. In de stadswinkel worden de rookmelders aangeboden aan 10 euro per stuk. Intussen zijn er 402 stuks verkocht. Het stadsbestuur start een nieuwe procedure op voor de aankoop van 500 extra rookmelders. Meer info Rik.Soens@waregem.be
Prijsuitreiking ‘De gezondste organisatie van Waregem’ De vrije basisschool Beveren-Leie wint brons met groenproject
Op de foto herkennen we v.l.n.r.Johan Himpe (Gezond+), Isabelle Van De Voorde (TVH), Betty Destoop (Femma Waregem-Karmel), Valerie Vervaecke (VBS Beveren-Leie) en Joost Kerkhove (schepen).
Op 28 februari zette het stadsbestuur van Waregem de winnaars en deelnemers van de wedstrijd ‘De gezondste organisatie van Waregem’ in de bloemetjes. In 2018 organiseerde de adviesraad Waregem wordt Gezonder voor de eerste keer de wedstrijd ‘De gezondste organisatie van Waregem’. Iedere vereniging, school, bedrijf,… uit Waregem kon een project indienen waarin ze aantoonden dat ze specifieke acties hadden opgezet rond één van de 3 jaarthema’s. Deze waren niet-roken, geestelijke gezondheid en bewegen.
Maar liefst 16 Waregemse organisaties dienden een project in en maakten kans op de titel van gezondste organisatie van Waregem. Op 28 februari werden de drie winnaars bekend gemaakt. Naast de titel kregen de 3 winnaars een trofee en een mooie geldprijs in Waregembonnen. Goud was goed voor 750 euro en ging naar Thermote & Vanhalst, het zilver ging naar Femma Karmel en was 500 euro waard en het brons die 250 euro waard was ging naar de vrije basisschool Beveren-Leie. Naast de drie winnaars werden ook de 13 andere deelnemers op een leuke manier in de kijker gezet. Iedere organisatie die meewerkt aan het welzijn van de Waregemnaar, verdient immers een pluim!
We maakten een korte samenvatting van de prijsuitreiking. Het welkom van schepen Joost Kerkhove en een korte uitleg van Johan Himpe. De genomineerden en finalisten die een woordje uitleg geven over hun deelname, de prijsuitreiking. Dit alles doorspekt met een streepje muziek.
De auteur-fotograaf is in beginsel als enige gerechtigde foto's / filmpjes te reproduceren en op enigerlei wijze publiek te verspreiden. Indien u bepaalde foto's / filmpjes wil gebruiken, zal u dus eerst dienen na te gaan wie de auteur of rechthebbende is Vervolgens dient u die auteur of rechthebbende te benaderen en van hem of haar de specifieke toelating te bekomen om de foto te gebruiken voor de door u vooropgestelde doeleinden. Belangrijk daarbij is duidelijk overeen te komen (1) over welke foto het gaat, (2) welk – al dan niet commercieel – gebruik u van de foto wil maken (bijvoorbeeld gebruik ter illustratie bij een advertentie), (3) via welk “medium” u dat wil doen (bijvoorbeeld offline in een tijdschrift of online op een website, Facebook), Delen is toegestaan via de url van Beverse Weetjes: http://blog.seniorennet.be/beverenleie/archief.php?ID=2219640 Meer infoklik hier.