Spectaculair
Sinds mijn allerprilste kindertijd heb ik naar muziek geluisterd op apparaten. Mijn eerste ontdekking was een afgedankte koffergrammofoon en enkele heel breekbare schellakplaten met vrolijke deuntjes, op onze speelzolder. Het probleem was dat de veer die voor de aandrijving moest zorgen het natuurlijk begeven had onder de ‘opwinding’ van ons, de kinderen. Daarna was het een nieuwe radio die mijn Vader had gekocht en trots aan zijn kinderen toonde. Die hebben we gehad tot ik de puberteit al voorbij was. Een bandopnemer kwam er toen ik tien was, denk ik, en ik was toen al met klassieke muziek bezig, leende platen bij vrienden en kennissen en nam die dan op. Samen met mijn broer Raf luisterden we in bed naar Radio Luxembourg, The Station of the Stars op een mini-radiootje dat we van buren gekregen hadden in ruil voor onze hulp bij hun verhuizing. De vrijer van mijn zus was muzikant, en hij had een platenspeler die ik soms mocht gebruiken. Mijn tante Mie, de jongste zus van mijn Vader was ook muziekliefhebber, ze had een enorme radio met ingebouwde platenspeler en een aanzienlijke collectie klassieke langspeelplaten. Mijn jeugdvriend André hield van jazz en had een platenspeler met luidsprekers. Ik erfde zelf een oude platenspeler, die mijn peter Aimé, de broer van mijn Vader, inbouwde in een fraai houten kistje, hij was schrijnwerker. Toen ik naar Leuven ging, kocht ik met wat ik verdiend had als jobstudent een mooie Grundig draagbare radio. Toen ik pas getrouwd was, kochten we een Lenco platendraaier, en enkele jaren later kwam mijn eerste stereo-set er, een Leak versterker en tuner. Toen mijn laatste tante stierf, Alma, erfden we een leuke som, en toen kocht ik een betere stereo-installatie, een krachtige Phase Linear voorversterker, eindversterker en tuner, en twee B&W 802 luidsprekers die ik nog steeds heb en gebruik. Op aanraden van mijn jongste zoon Luk ben ik enkele jaren geleden overgeschakeld naar streaming, op Zen Mini Mk3, en dan kwam er ook een nieuwe versterker, een mooie Gato Dia 250.
Mijn gehoor was ongemerkt slechter geworden, en toen dat uiteindelijk toch pijnlijk duidelijk werd, ben ik op zoek gegaan naar middelen om daaraan te verhelpen. Na wat gesukkel met equalizers ben ik overgeschakeld naar hoorapparaten, en dat was een grote verbetering: ik kon weer hoge tonen horen!
Ik breng het grootste gedeelte van de dag door aan de PC, en ik heb altijd wel kleine monitors op mijn werktafel gehad. Enkele jaren geleden kocht ik een beter stel, Edifier R1700BTs, en daaraan beleef ik alle dagen veel plezier. Toen ik ze kocht, kon ik kiezen voor een model waarop je een sub-woofer kan aansluiten (s), en dat deed ik dan maar, zonder meteen aan die aanvulling te denken. Gisteren heb ik daar nu een sub-woofer van hetzelfde merk op aangesloten, de T5, en mensenlief, wat een verschil! Ik hoor nu lage klanken die ik voorheen helemaal niet hoorde. Allicht moet ik nog verder afstellen, om een natuurlijk geluid te krijgen, zonder dat de bassen de andere klanken overstemmen. Maar het resultaat is nu al spectaculair. Ik zocht eigenlijk een ander woord, want spectaculair slaat etymologisch op iets dat je kan zien, maar ik vind geen geschikte term uit de wereld van het horen om hetzelfde uit te drukken. De muziek klinkt anders, veel rijker, veel ruimtelijker, veel meer aanwezig.
Nu besef ik dat ik al die jaren toch wel aspecten (weer zo’n slecht gekozen term) van de muziek heb gemist. Hoe dan ook heb je zelfs met heel goede apparatuur niet hetzelfde geluid als live, maar daar heb ik me altijd al bij neergelegd: ik luister uitsluitend op die manier naar muziek, omzeggens nooit live. Maar een relatief kleine toevoeging zoals die sub-woofer van amper € 129, gratis thuis geleverd, zorgt voor een verbluffend effect.
Dat is ook een groot verschil met vroeger: muziekinstallaties zijn niet goedkoop, sommige zijn peperduur, onbetaalbaar voor gewone stervelingen. Ik ben daarin nooit heel ver gegaan, relatief gesproken. Maar de set die ik nu heb aan mijn werktafel is werkelijk spotgoedkoop: € 135 voor de twee luidsprekers, € 129 voor de sub-woofer, en het zijn actieve luidsprekers, ze hebben ingebouwde versterking, je hebt niets anders nodig. Ik stuur ze via bluetooth draadloos aan met mijn streamingdienst op de PC, en geniet de hele dag met volle teugen, de muziek heeft in mijn studeer- en werkkamer nog nooit zo goed geklonken. En dat voor een belachelijke prijs, minder dan 1/20 van die van mijn ‘grote’ set in de woonkamer.
Zo zie je maar. Men kan perfect gelukkig zijn zonder sub-woofer, maar als je voor € 129 je muzikaal genot zo ‘spectaculair’ kan opvoeren, dan is er althans in mijn ogen, of liever: oren, geen enkele reden dat niet te doen.
Edifier is een Chinees bedrijf. Vandaag is dat niet verwonderlijk, alles komt uit China. Hoe ze zo’n materiaal kunnen maken en het verkopen voor die prijs, dat gaat mijn begrip te boven. Maar dat zijn bedenkingen die niet van aard zijn om mijn muzikaal genot te bederven.
Categorie:muziek
|