Foto
Categorieën
  • etymologie (80)
  • ex libris (83)
  • God of geen god? (186)
  • historisch (29)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (249)
  • literatuur (41)
  • muziek (76)
  • natuur (8)
  • poëzie (95)
  • samenleving (238)
  • spreekwoorden (12)
  • tijd (13)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • Vrijdenkers
  • Uitgeverij Coriarius
  • Het betere boek
    Archief per maand
  • 08-2025
  • 07-2025
  • 06-2025
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    04-05-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1

    Literaire ‘truffels’ van uitgeverij Lebowski

    In 2007 richt Oscar Van Gelderen een nieuwe uitgeverij op. De naam ontleent hij aan de film van de gebroeders Coen, The Big Lebowski. In 2012 begint hij als onderdeel van zijn fonds met het uitgeven van literaire herontdekkingen, boeken van vergeten auteurs. Op zes jaar tijd heeft hij zo al een vijftiental auteurs en hun werk een tweede leven bezorgd. Vier ervan zal ik hier toelichten.

    Als de naam John Williams (1922-1994) geen belletje doet rinkelen dan doet ‘Stoner’ dat misschien wel. In 2012 was dit boek een ongelooflijk succes in het Nederlands taalgebied en ver daarbuiten. Hoe kwam dat? In 2011 gaat Oscar Van Gelderen op speurtocht in New York en hoort daar van de cultstatus van ‘Stoner’. Hij leest het in één nacht uit, koopt de rechten voor 2500 dollar en laat het vertalen. In 2006 was het boek opnieuw uitgebracht door de uitgeeftak van The NY Review of Books en had het een tweede leven gekregen met een oplage van 10.000 stuks. Dat was meer dan toen het uitkwam in 1965. Viking Press verkocht slechts 2.000 exemplaren. In de jaren ’60 werd het boek als saai beschouwd, in vergelijking met het werk van kleppers als Truman Capote, Henry Miller, Norman Mailer en andere viriele schrijvers uit die tijd. In 1994 sterft John Williams als “de schrijver van vergeten boeken” (dixit De Volkskrant). Oscar Van Gelderen ontwikkelt een lucide marketingstrategie om ‘Stoner’ in de markt te zetten, o.m. door vooraf de boekhandelaars en 300 schrijvers ervan te overtuigen wat een geweldig boek het wel is. Hij gebruikt hiervoor een quote uit een recensie in de NY Times uit 2006 die het boek kwalificeert als ‘de perfecte roman’. In het Nederlands taalgebied slaat het boek in als een bom. Het staat 15 weken in de CPNB-bestsellerlijst. In de eerste vijf maanden verschijnen 6 drukken. In totaal zouden er meer dan 300.000 exemplaren van zijn verkocht. Een betere start voor zijn literaire ‘truffels’ kan Oscar Van Gelderen zich niet indenken. Hij zal dan ook nog ander werk van John Williams uitgeven, zoals ‘Butchers’ Crossing’ en zijn debuutnovelle ‘Niets dan de nacht’. Dit laatste boek geeft hij uit in een nieuwe reeks die hij The Book of the Month Club noemt, ook weer een marketingstunt waar hij media als Humo, De Morgen, VPRO en een honderdtal boekhandels mee in het bad trekt. Een lang leven is dit initiatief niet beschoren. Er is geen spoor meer van te vinden op de website van Lebowski.

    Een tweede auteur die Oscar Van Gelderen van onder het stof haalt is de Zwitserse schrijver Robert Walser (1878-1956). Robert Walser schreef vier romans, enkele toneelstukjes in dichtvorm, 200 gedichten en meer dan 1000 prozastukjes. Zijn novelle ‘De Wandeling’ is Boek 1 in de Book of the Month reeks. Het verschijnt in 2015, net geen honderd jaar na de 1ste uitgave die dateert van 1917. Het boek bevat naast een biografie en bibliografie van de schrijver ook een essay van W.G. Sebald: ‘Le promeneur solitaire’. Ter herinnering aan Robert Walser. ‘De Wandeling’ is toegankelijk geschreven in een mooie taal. Zijn hoofdwerk ‘Jacob von Gunten. Een dagboek’ is andere koek, veel taaiere lectuur. In 2016 geeft Lebowski ook dat werk uit. Aan het laatste boek ‘De Rover’ dat Robert Walser in 1925 schreef, waagt Oscar Van Gelderen zich niet. Het verschijnt in 2018 voor het eerst in een Nederlandse vertaling bij uitgeverij Koppernik. Deze in 2013 in Amsterdam opgerichte uitgeverij richt zich op “eigenzinnige boeken, die gedurfd zijn en uitdagen, in ieder geval afwijken van de momenteel overheersende cultuur van het midden”. ‘De Rover’ maakt deel uit van de zogenaamde ‘Microgramme’ die Walser met potlood in miniatuurschrift schreef. De roman werd in 1925 voltooid, maar verscheen pas in 1972 en geldt als een van de meesterwerken van het modernisme. J.M. Coetzee vindt dat “als het in 1926 was gepubliceerd, zou het de loop van de moderne Duitse literatuur hebben veranderd.” Dat Robert Walser niet helemaal is vergeten komt omdat ene Carl Seelig zich over hem ontfermde, ook toen de schrijver zich in 1929 had laten opnemen in de psychiatrie en daar verbleef tot aan zijn dood in 1956. Seelig zocht Walser geregeld op, maakte lange wandelingen met hem, gaf bloemlezingen uit van zijn werk en deed er alles aan om de bestaande nalatenschap van Walser veilig te stellen. Het werk van Robert Walser kent dus in het begin van de 21ste eeuw een tweede leven. Alhoewel we moeten zeggen dat een deel van zijn werk al in de jaren ’70 bekend was in het Nederlands met vertalingen van Jeroen Brouwers. De huidige nieuw uitgegeven werken zijn vertaald door Machteld Bokhove. Robert Walser overlijdt op de Eerste Kerstdag van 1956 na een val tijdens een wandeling in de sneeuw. Hij werd gevonden door kinderen en een blaffende hond.

    Een derde vergeten auteur in het herontdekkingsfonds van Lebowski is de Oost-Duitser Werner Bräunig (1934-1976) met zijn werk ‘Rummelplatz’. Bräunig werd geboren in Chemnitz in 1934. Vertaalster Josephine Rijnaarts schrijft in een nawoord dat hij na een losgeslagen jeugd met allerlei baantjes zich herpakt tijdens een gevangenisstraf die hij uitzit wegens smokkelreisjes naar West-Berlijn. Hij werkt als gevangene in een kolenmijn en in een papierfabriek. Als hij vervroegd vrijkomt wordt hij lid van de communistische jeugdbeweging en later van de communistische eenheidspartij, de SED. Hij wordt journalist en publiceert gedichten en korte verhalen. Van de schrijversbond mag hij studeren aan een literatuur instituut in Leipzig waar hij later docent wordt. Bräunig past perfect in het toenmalige politieke plaatje van de DDR. De partij huldigt het motto “Greif zur Feder, Kumpel”: arbeiders moeten ook in de pen klimmen en schrijvers moeten de fabriek in. Zo kan het socialistisch-realisme beoefend worden dat ook in de Sovjet-Unie in zwang is. Het zijn voor Bräunig gunstige omstandigheden want hij komt uit de arbeidersklasse en … hij schrijft! Hij begint aan een ambitieus project: een tweedelige roman over de beginfase van de naoorlogse ontwikkelingen in Oost- en West-Duitsland. Maar dan loopt het mis. In 1965 gaat het economisch niet zo goed in de DDR en conservatieve partijbonzen vinden dat het komt door een gebrek aan socialistische gedrevenheid van de bevolking, vooral van de jeugd, en ook van de literatuur. Schrijvers krijgen de schuld. Er moet een voorbeeld gesteld. En dat wordt Werner Bräunig. Hij heeft de pech dat er net een voorpublicatie van een hoofdstuk uit zijn roman is verschenen waarmee hij twee taboes doorbreekt. Ten eerste ‘het geheim’ dat in de Wismut mijn die hij beschrijft uranium wordt gedolven voor het nucleair programma van de Sovjet-Unie. Ten tweede dat hij de eer van de mijnwerkers schond omdat hij ook de rauwe kanten van de sociale werkelijkheid toont. Hij valt in ongenade, ook bij de schrijversbond. Alleen Christa Wolff neemt het voor hem op. Tevergeefs. ‘Rummelplatz’ wordt verboden en geraakt in de vergetelheid. Het tweede deel komt er niet. Bräunig is totaal ontmoedigd. Hij geraakt aan de drank en zal daar op tweeënveertigjarige leeftijd aan overlijden. Het manuscript van het boek komt begin jaren ’90 terecht bij de kinderen van Bräunig. Maar het zal nog tot 2007 duren vooraleer een Berlijnse uitgeverij het aandurft om de turf van meer dan 500 bladzijden te publiceren. Uitgeverij Lebowski brengt de Nederlandse vertaling uit in 2014 onder de titel ‘Rummelplatz (kermis)’.

    Een vierde literaire ‘truffel’ is ‘De Vogels’ van de Noorse schrijver Tarjei Vesaas (1897-1970). Het is een werk uit 1957 dat in 2018 bij Lebowski verschijnt. Oscar Van Gelderen is bij dit werk terecht gekomen via de Noorse succesauteur Knausgård die ‘De Vogels’ de hemel in prees in de rubriek 'By the Book' van de The New York Times. Knausgård sprak zijn bewondering voor deze roman al uit in ‘Liefde’, het tweede deel van zijn ‘Mijn strijd’. Vesaas werd regelmatig genoemd als kanshebber voor de Nobelprijs Literatuur, zegt de achterflap van het boek. Van 1923 tot aan zijn dood in 1970 schreef hij poëziebundels, verzamelingen kortverhalen, toneelstukken en vijfentwintig romans. ‘De vogels’ (1957) en ‘Het ijskasteel’ (1963) betekenden de internationale doorbraak. Eind jaren ’70/begin jaren ‘80 verschenen Nederlandse vertalingen van die werken bij de later opgedoekte uitgeverij Agathon. Oscar Van Gelderen koos ervoor om van ‘De Vogels’ een nieuwe vertaling te laten maken.

    Wat vind ik van die boeken?

    Ik zal in het kort aangeven wat mij heeft aangesproken en of het ‘blijvers’ zijn. Dat laatste hangt af van twee criteria: de kans dat ik het boek zal herlezen en of ik het aanbeveel aan anderen.

    Er zijn twee dingen die me bijblijven van ‘Stoner’. Het eerste is de schrijnende situatie van de ouders van Stoner, arme boeren, wanneer ze beseffen dat hun zoon, die ze hebben laten studeren, hen niet zal komen helpen om het boerenbedrijf verder te zetten maar kiest voor een academische carrière. Het tweede is het conflict tussen Stoner en de decaan van zijn faculteit. Ik weet niet meer precies wat de aanleiding was, daarvoor is het te lang geleden dat ik het boek las. Maar de bittere strijd die gevoerd wordt en vooral de figuur van de decaan is knap beschreven. Stoner gaat aan het conflict net niet ten onder maar slaagt erin om zich te handhaven. Het is een mooie illustratie van het feit dat de academische wereld een even grote krabbenmand is als de hogere sferen van andere ‘deftige’ instituties zoals het bedrijfsleven, de politiek, de administratie, het leger, de kerk, de vakbond, … Mensen die denken dat het er in het academisch milieu altijd proper aan toe gaat (‘het zijn toch verstandige mensen!’), zullen na het lezen van dit boek een illusie armer zijn. Ze kunnen nog altijd ‘Onder professoren’ van W.F. Hermans lezen, om het af te leren. Ik heb geen verlangen om ‘Stoner’ te herlezen en vind het ook niet echt een ‘must’. De quote van de The New York Times (‘een perfecte roman’), die Oscar Van Gelderen commercieel zo slim gebruikte, vind ik zwaar overdreven. Ook Arnon Grunberg maakt het nogal bont wanneer hij schrijft ‘als je een boek wil lezen dat je leven zal veranderen, lees dan ‘Stoner’. Niets van gemerkt.

    ‘Rummelplatz. (kermis)’ is interessant omdat het een sluier oplicht van het leven in de Duitse Democratische Republiek. Iemand die meer wil weten over de naoorlogse periode in Duitsland en vooral van binnenuit de vroegere DDR wil leren kennen, zal er zijn of haar gading in vinden en niet teleurgesteld zijn. Volgens vertaalster Josephine Rijnaarts bejubelden de Duitse critici het boek bij zijn verschijnen als “een van de beste Duitse naoorlogse romans, te vergelijken met Heinrich Böll, Günter Grass en andere literaire grootheden”. Bräunig heeft misschien minder fantasie en zijn stijl is minder beeldrijk dan die van Günter Grass, maar hij beschrijft zijn personages en de situaties waarin ze terecht komen heel realistisch. Er zijn idealistische mensen bij, die geloven in de nieuwe maatschappij waaraan ze een bijdrage willen leveren. Maar evengoed is er schorremorrie en zijn er toestanden die je niet geweten wil hebben. Dat heeft hem zijn literaire kop gekost. Daardoor is het een belangrijk tijdsdocument geworden. Ik zal het boek wellicht niet herlezen omdat het zo’n dikke turf is en er nog zoveel andere waardevolle boeken te wachten liggen. En mijn tijd begint te korten! Maar ik beveel het anderen wel aan. Op voorwaarde dat ze geïnteresseerd zijn aan de tijd van de twee Duitslanden. Als vervolg kunnen ze dan ‘Een gebied zonder eind’ van Günter Grass lezen. Ook een boek dat nogal wat stof heeft doen opwaaien in Duitsland. Het gaat over de tweede eenmaking van Duitsland, die van 1989. Grass was niet zo gelukkig met de manier waarop die is verlopen. En daar schreef hij over in dat boek. Het werd hem niet in dank afgenomen. Maar hem hebben ze niet monddood gemaakt. Hij heeft nog vijf boeken geschreven voor hij de pen én het hoofd neerlegde. Ik zou ‘Een gebied zonder eind‘ nog wel eens willen lezen. Maar het is weer zo’n joekel van meer dan 600 bladzijden. Heer, geef mij toch een tweede leven, en een derde, en …

    Robert Walser is een intrigerende figuur. “Slechts uiterst vluchtig met de wereld verbonden” schrijft Sebald in zijn essay ‘Le promeneur solitaire. Ter herinnering aan Robert Walser’ dat in ‘De Wandeling’ is opgenomen. Wel, zulke mensen interesseren mij. Zijn novellen en romans zitten volgens mij vol autobiografische elementen. Die wandeling heeft hij waarschijnlijk effectief gemaakt. Het is een opeenvolging van waarnemingen, gebeurtenissen, gevoelens en stemmingen. Zo begint hij de wandeling “in een romantisch- avontuurlijke stemming die mij gelukkig maakte”. Aan het eind van de wandeling “werd ik overvallen door een bedroevende, onbedwingbare gedachte die me noopte bij mezelf te zeggen dat ik een arme gevangene tussen hemel en aarde was”. Tussen deze uiteenlopende stemmingen heef hij van alles waargenomen. Als “het stille einde” van zijn wandeling “niet zo heel ver meer weg is” geeft hij op anderhalve bladzijde een opsomming van wat hij heeft gezien (of zich heeft verbeeld?). Hilarisch. Je moet dit hardop lezen om er nog meer van te kunnen genieten. Het herlezen waard dus. Als je iets wil lezen van Robert Walser begin dan met ‘De Wandeling’ want zijn romans zijn taaiere kost, maar daarom niet minder interessant. De reden is dat de onderliggende vragen in het werk van Robert Walser universeel en tijdloos zijn. ‘Wie ben ik?’, ‘Hoe verhoud ik mij tot de mensen rondom mij?’, ‘Hoe verhoud ik mij tot de wereld om mij heen?’, ‘Hoe maak ik mij dienstbaar en is dat wel nodig?’ ‘Wat betekent het om in een ondergeschikte positie te vertoeven?’ Jacob von Gunten bijvoorbeeld is van goeden huize maar volgt toch een opleiding tot butler. Op Wikipedia staat dat Walser “de eerste Duitstalige schrijver (is) die het leven van bediendes en kantoorklerken als centraal thema opvoerde in zijn werk”. Zo is de hoofdpersoon in ‘De Bediende’ lange tijd in dienst als inwonende klerk bij een zakenman en diens gezin. Walser heeft zelf allerlei kantoorbaantjes uitgeoefend tijdens zijn rusteloze bestaan. Ik denk dat hij worstelde met al de vragen die ik hierboven opsom. Hij voelde zich helemaal niet op zijn gemak in de wereld waarin hij leefde. Niet voor niets heeft hij zich laten opnemen in de psychiatrie. Als je wat meer weet over de persoon Robert Walser, en daar is het essay van W.G. Sebald in ‘De Wandeling’ een uitstekende inleiding voor, dan krijgen die vragen meer betekenis en versta je ook beter wat hij schrijft en waarom. Maar daar kom je niet zomaar achter. Je moet er moeite voor doen. Over de eerste lezing van ‘Jacob von Gunten’ heb ik maanden gedaan. De tweede lezing ging al veel vlotter. En ik ben vast van plan om het boek nog eens te lezen. Ik heb het gevoel dat er nog meer lagen in te ontdekken vallen. Met ‘De Rover’ gaat het dezelfde kant op. De eerste lezing heb ik gestaakt. Ik werd tureluurs van het door elkaar haspelen van de verteller/ik-figuur en het roverpersonage. Maar ik neem de draad zeker terug op. Want ik wil weten hoe Walser die vermenging verder gaat ontwikkelen. Bovendien is het duidelijk dat er heel wat autobiografische elementen in het boek zitten. Ze zijn niet zo expliciet als die van Louis-Paul Boon in de ‘Kapellekensbaan’ en ‘Zomer te Ter-Muren’, boeken die ik deze hete zomer van 2018 herlas. Het loont de moeite om ze te achterhalen. Zo kan ik misschien een kleine tip oplichten van de sluier die hangt over deze “zeldzame, onverklaarde figuur” die Robert Walser voor Sebald blijft.

    ‘De Vogels’ is een literaire parel, een kleinood. Het boek gaat over het leven van een zwakbegaafde dertiger die samenleeft met een drie jaar oudere zus. Hun ouders zijn gestorven. Vesaas vertelt vanuit de gedachten-, ervarings- en gedragswereld van de zevendertigjarige Mattis. Na een tiental bladzijden vroeg ik mij af of hij dat zou volhouden. Ja dus. Verdraaid knap. Het is een wondermooie vertelling die ik van harte aanbeveel omdat ze zo pakkend en ontroerend is geschreven in een eenvoudige, maar mooie en heldere taal. Het boek is een staaltje van inlevingsvermogen in de wereld van een man met een geestelijke beperking. Hoeveel mensen zijn er zo niet rondom ons? Zij verdienen begrip en respect. Misschien helpt het lezen van ‘De Vogels’ daar wel bij. Ik mag het hopen.

    Hugo D’hertefelt

    Hasselt, December 2018


    Categorie:literatuur
    02-05-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De waanzin van het kwaad

    De waanzin van het kwaad

     

    Ik ben geboren in januari 1946, dus enkele maanden na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Uit mijn prilste kinderjaren heb ik enkele concrete herinneringen overgehouden aan de nasleep van deze verschrikkelijke gebeurtenis: een zwarte lamp in de kroonluchter op de slaapkamer van mijn ouders, waar mijn kinderbedje stond, omwille van de verplichte verduistering. Een ingestorte brug over het Leiken, een verbindingskanaaltje naar het grotere Schipdonkkanaal in Eeklo, waar ik geboren ben. Als het ware met de moedermelk heb ik sterke gevoelens van afkeer meegekregen voor ‘den Duits’ en die zijn nadien versterkt door de vele verhalen, mondeling en in de pers en de literatuur, over de misdaden van het Nazisme. Ik herinner me dat we in de lagere school een fototentoonstelling zijn gaan bezoeken in het stadhuis over de Holocaust. Ook de vele filmbeelden, historische en fictionele, maakten een diepe indruk op mij sinds mijn kindertijd, en het heeft ook nadien niet ontbroken aan beeld- en documentatiemateriaal, tot op de dag van vandaag, over die onzalige periode. Ik heb er een overdreven aversie aan over gehouden van Duitsland, en ik heb dat land slechts één keer bezocht, en dat was een uiterst pijnlijke ervaring, louter omwille van dat bezwaard verleden. Mijn levensgezellin (°1942) is door die historische periode gefascineerd: ze heeft daarrond een hele biblio- en videotheek verzameld, en volgt ijverig de talrijke televisie-uitzendingen daarover. Ik houd me daarbij meestal afzijdig: de nagespeelde docudrama’s overtuigen zelden, en er is altijd de twijfel over de historische juistheid. Maar het is de gruwel van de oorspronkelijke beelden en getuigenissen die me tegenhoudt: ik kan dat emotioneel niet aan. En ik begrijp vooral niet hoe mensen tot dergelijke onmenselijke misdaden in staat kunnen zijn.

    Er zijn vanzelfsprekend talrijke verklaringen, zowel voor de oorlog zelf als voor de vele concrete aspecten ervan. Maar het ontging mij steeds waarom een land een ander land aanviel. Ook in de geschiedenislessen, tot aan de universiteit, bleef me dat een raadsel, en ik kan me niet herinneren dat iemand daar ooit is blijven bij stilstaan, laat staan een verklaring ervoor gegeven heeft. Ik las met verbijstering Barbara Tuchmans A Distant Mirror. The Calamitous 14th Century, in het Nederlands terecht verschenen onder de titel ‘de waanzinnige veertiende eeuw’. Dat lijkt inderdaad de beste, of de enige verklaring, ook voor figuren als Hitler en Stalin, en voor alle grootschalig menselijk kwaad in de wereld: waanzin, zoals die van de legendarische Roeland. Een verklaring die er geen is, overigens, een negatieve verklaring, want door iets als waanzin te bestempelen geven we toe dat we er geen verklaring voor hebben, dat er geen verklaring voor is. Hitler en Stalin worden dan psychopaten en/of sociopaten, zoals ordinaire seriemoordenaars.

    Er zijn echter bepaalde elementen in het Nazisme die bij mij stilaan het vermoeden hebben doen rijzen dat dit slechts een deel van het verhaal is. Duistland onder het Nazisme was voor de oorlog al zo goed als compleet bankroet, dat blijkt uit talrijke studies die de hele geschiedenis van het ‘derde rijk’ economisch proberen te duiden. Het was onmogelijk om de roekeloze enorme leningen die het land had aangegaan ooit terug te betalen. De megalomane doelstellingen en de grootse maar ijdele beloften van welvaart kon de politiek noch de economie ooit waarmaken in een ook maar enigszins democratische rechtsstaat. En dus moest het autoritaire regime de rijkdom, die het eerst uitzichtloos geleend had in binnen- en buitenland, ergens anders halen. De oorlogen van het Nazisme waren in de eerste plaats onafwendbare veroveringsoorlogen. Enkel door andere landen te overweldigen en te plunderen kon men de totale instorting van het eigen land proberen te vermijden. Dat is precies wat er gebeurde. De veroverde landen werden ingeschakeld in de oorlogseconomie en in het in stand houden van Duitsland. De plaatselijke bevolking werd op grote schaal uitgemoord of verdreven, en moest als Lebensraum plaats maken voor Duitse emigranten. Wie overbleef, werd veroordeeld tot dwangarbeid. De grondstoffen werden geplunderd, evenals de goudreserves en het kunstpatrimonium, en alles dat ook maar enige waarde had. Ook in eigen land werden alle ongewenste leden van de bevolking met een nietsontziende brutaliteit afgezonderd, beroofd en uitgemoord.

    Het Nazisme noemde zichzelf het Herrenvolk. Dat is niet zomaar een hoogmoedige eretitel die ze zichzelf toe-eigenden. Het is een vertaling van hun racistische ideologie: alleen zij zijn de heren, al de anderen zijn slechts knechten, of nog minder: untermenschen, een lagere soort. De oorlog was nodig om Duitsland te redden. Duitsland en de Duitsers zouden de wereld met geweld aan zich onderwerpen, en dan over de overwonnen volkeren heersen zoals meesters over hun slaven. Ze zouden nooit meer hoeven te werken, en toch welvarend, machtig en groot zijn. Dat is de eeuwige imperialistische droom van een duizendjarig rijk die Hitler, overigens een onbenullige figuur, koesterde.

    Geen waanzin dus: it’s the economy, stupid! Het is des mensen om dergelijke dromen te koesteren, dat leert ons de geschiedenis. En ook vandaag is dat grotendeels de drijfveer van vele mensen. Het is vrij normaal dat men het zo goed mogelijk wil hebben, en dat men daarvoor tegelijk zo weinig mogelijk inspanningen moet leveren. Maar niet iedereen gaat daarvoor bedriegen, stelen, branden en moorden. Niet iedereen is totaal gewetenloos in het nastreven van macht, rijkdom en aanzien. Niet iedereen heeft wereldwijde ambities. Wat Hitler deed, ligt in de aard van elke mens, maar dan op de meest perverse manier. Hijzelf was daardoor inderdaad waanzinnig, maar de oorlogen die hij voerde waren slechts de voortzetting, zij het op een veel grotere schaal en met een nog ongekende wreedheid, van alle oorlogen die ooit gevoerd zijn, van elke diefstal, elke verkrachting, elk machtsmisbruik, elke moord die ooit iemand pleegde sinds Homo zogezegd sapiens werd. Het is enkel voor de redelijk nadenkende mens dat dergelijk gedrag en dergelijke gebeurtenissen pure onbegrijpelijke waanzin lijken. De grond van de zaak is het vals spelen: zichzelf niet in stand houden en doen floreren door het inzetten van eigen kracht en talent, maar door anderen daarvoor te laten opdraaien. Waarom werken als ik rijk kan worden door te stelen, te liegen en te bedriegen, en anderen aan mij te onderwerpen? Het kan een goede overlevingsstrategie lijken, en tot op de dag van vandaag zijn er mensen en regimes die er zo over denken. Maar zoals Richard Dawkins aangetoond heeft, is ‘cheating’ evolutionair een slechte spelstrategie. Wanneer iedereen valsspeelt, heeft niemand daar nog voordeel bij en wordt de wereld zoals Hobbes die beschrijft, de oorlog van allen tegen allen. Bovendien worden valsspelers snel herkend, de mens heeft daarvoor genetisch een fijne neus ontwikkeld. Bedriegers worden ooit ontmaskerd, zelfs een keizer zonder kleren. Ook dat leert ons de geschiedenis: violenta nemo imperia continuit diu (Seneca, Troades), gewelddadige overheersing houdt niemand lang vol. Het buitensporige geweld dat Hitler van meet af aan aangewend heeft, is zijn ondergang geworden, zoals het altijd gaat.

    De waanzin van een aanvoerder kan weliswaar enorme gevolgen hebben voor een land, en zelfs voor de hele wereld, maar zelden is dat de werkelijke oorzaak van de misdaden die onder hun leiding begaan worden. Pure waanzin leidt veeleer tot zelfvernietiging. Misdaden worden begaan om vele redenen, maar hebben meestal een meer voor de hand liggende feitelijke basis, namelijk het zich onrechtmatig toe-eigenen van rijkdom en macht, ten koste van anderen. Hebzucht en machtswellust. Mensliches, Allzumensliches (Nietzsche).


    Categorie:samenleving
    13-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde

    Het einde

    Niet elke mens weet wat te zingen aan het einde,

    Kijkend naar de kade terwijl het schip wegzeilt, of waarop het zal lijken

    Wanneer men vastgehouden wordt door het gebulder van de zee, onbeweeglijk, daar aan het einde,

    Of wat men zal verhopen eens het duidelijk is dat men nooit terug zal keren.

     

    Wanneer de tijd voorbij is om de rozen te snoeien of de kat te aaien,

    Wanneer de zonsondergang die het grasveld verschroeit of de maan die het terneer vriest

    Niet meer verschijnen, weet niet elke mens wat men zal ontdekken in de plaats.

    Wanneer het gewicht van het verleden aanleunt tegen niets, en de hemel

     

    Niet meer is dan herinnerd licht, en de verhalen van cirrus

    En cumulus ten einde lopen, en al de vogels opgeschort zijn in hun vlucht,

    Weet niet elke mens wat ons te wachten staat, of wat te zingen

    Wanneer het schip waarop men is, wegglijdt in het duister, daar aan het einde.

     

    Mark Strand, The Continuous Life, © 1990. Vertaling © 2022 Karel D'huyvetters.

     

     

    The End

     

    Not every man knows what he shall sing at the end,

    Watching the pier as the ship sails away, or what it will seem like

    When he’s held by the sea’s roar, motionless, there at the end,

    Or what he shall hope for once it is clear that he’ll never go back.

     

    When the time has passed to prune the rose or caress the cat,

    When the sunset torching the lawn and the full moon icing it down

    No longer appear, not every man knows what he’ll discover instead.

    When the weight of the past leans against nothing, and the sky

     

    Is no more than remembered light, and the stories of cirrus

    And cumulus come to a close, and all the birds are suspended in flight,

    Not every man knows what is waiting for him, or what he shall sing

    When the ship he is on slips into darkness, there at the end.

     

    “The End,” © 1990 by Mark Strand from The Continuous Life

     

    Er is een aangrijpende vertolking van dit gedicht, getoonzet door Jonathan Dove, door de lyrische tenor Mark Padmore:

     https://www.ludwig-van.com/toronto/2013/11/26/daily-album-review-22-real-emotion-of-english-art-song-beautifully-sung-by-mark-padmore/


    Categorie:poëzie
    08-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God, of Christus?

    God, of Christus?

    In de talloze aloude, traditionele en recente discussies over het bestaan van God gaat het niet om een bepaalde God, bijvoorbeeld die van het jodendom, het christendom of de islam, of van alle andere specifieke godsdiensten, maar om het absolute godsbegrip zelf. Die God, als hij bestaat, is uiteraard de enige. Een dergelijk godsbegrip is vrij gemakkelijk te ontkrachten: het blijkt immers zo goed als onmogelijk om daarover iets zinvols of redelijks te zeggen, zonder onvermijdelijk terug te vallen op geloof, genade, openbaring enzovoort. Dat is ook zo voor de meeste gelovigen. Ook voor hen is God weliswaar de Allerhoogste, maar evengoed ongenaakbaar, onkenbaar, ongrijpbaar, onbegrijpelijk. Geloven doet men niet in een abstracte God, dat is veeleer een filosofische discussie. Geloven is integendeel een praktische aangelegenheid. Een godsdienst heeft behoefte aan concreet aanknopingspunten, aan grote figuren en verhalen, aan praktische afspraken over de cultus en de beleving, veel meer dan aan het abstracte, filosofische idee van god

    In het christendom heeft dat mettertijd aanleiding gegeven tot een overvloed van religieuze personen, voorwerpen en riten en praktijken. In de eerste plaats is dat de figuur van Jezus van Nazareth, de Christus, de Zoon van God, de Mens-geworden God. Zo abstract als het godsidee is, zo concreet is Christus. Zijn biografie vormt de basis van de Blijde Boodschap, het Evangelie, en van heel de geloofsleer. Hij is waarlijk mens geworden, is geboren, heeft gepredikt, heeft geleden, is gestorven aan het kruis, is verrezen uit de doden en ten hemel opgestegen. Zijn menselijkheid wordt voortdurend overtuigend bevestigd in de evangelies, en misschien nog het meest in zijn bede tot zijn hemelse vader wanneer hij, op het hoogtepunt van zijn succes, na de triomfantelijke intocht in Jeruzalem, zijn einde voelt naderen. In de tuin van olijven, het landgoed Getsémane, zegt hij tot enkele uitverkozen leerlingen: ‘Ik ben bedroefd tot stervens toe.’ Vervolgens trekt hij zich terug en bidt als volgt: ‘Abba, Vader, voor U is alles mogelijk; laat deze beker aan Mij voorbijgaan. Maar toch: niet wat Ik maar wat Gij wilt.’ (Mc 14, 34-37) Jezus Christus is God zoals de mens zich die wenst, en de Vader, de almachtige, verdwijnt compleet naar de achtergrond. De essentie van het christendom is niet God, maar de eponieme Christus. Terloops moeten we evenwel vermelden dat er geen historische bronnen zijn over Jezus van Nazareth, terwijl er over talloze personen uit die tijd zeer uitvoerige en betrouwbare getuigenissen bestaan. Jezus is dus een fictieve figuur, bedacht door mensen, zij het misschien naar aanleiding van een van de predikers uit die tijd.

    De menswording van God in de figuur van Christus is essentieel voor een goed begrip van die godsdienst, maar daarbij is het niet gebleven. Al de personages uit de evangelies, zowel uit de vier canonieke als uit andere apocriefe die verdonkeremaand werden in de loop der eeuwen, kregen een eigen plaats in de cultus, terwijl er over geen enkele van hen ook maar iets geweten is uit andere bronnen. Naast de Zoon van God en zijn Vader moest er vanzelfsprekend een Moeder van God zijn, en hoewel zelfs de evangelies erg karig zijn met gegevens over haar, is ze een uiterst belangrijke figuur geworden in het katholieke christendom, tot haar opname in de hemel toe. De mysterieuze Heilige Geest werd een volwaardige derde persoon in de Heilige Drievuldigheid, maar hij heeft nooit het succes gekend van Vader, Zoon en Moeder. Naast de twaalf apostelen verscheen dan Paulus, de vermeende auteur van de Epistels of brieven, waarin belangrijke leerstellingen van het vroege christendom verkondigd worden met eenzelfde goddelijk gezag als de evangelies. Ik zeg vermeend, want er is geen enkel bewijs dat het om een historische figuur gaat, en het is zeker dat de brieven die aan hem worden toegeschreven door verscheidene auteurs opgesteld zijn. Vervolgens zijn er ontelbare personages, historische zowel als compleet fictieve, die een rol toebedeeld gekregen hebben, hetzij als kerkvaders, leermeesters, vooraanstaande figuren uit de kerkelijke organisatie, martelaars, gewone vrome mensen en spectaculaire heiligen, geesten zoals engelen en duivelen, zowel in de officiële leer van de Kerk als in de volksdevotie. Net zoals andere godsdiensten voor en na het christendom is ook het christendom zelf verworden van een oorspronkelijk vrij zuiver en zelfs aantrekkelijk idee tot een zootje van bijgelovige rituelen, legenden en gebruiken, en de meest onvoorstelbare theologische verzinsels. Ludwig Feuerbach (1804-1872) maakte een overtuigende godsdienstpsychologische analyse van het christendom in zijn Das Wesen des Christenthums (1841).

    De Kerk stelt het natuurlijk allemaal anders voor. Het is God zelf die zich heeft geopenbaard aan de mens, en dat verhaal is opgetekend door personen die door God zelf rechtstreeks geïnspireerd waren. De Bijbel is aldus het onbetwijfelbare Woord van God. Zo heeft men het ons ingeprent. Ondertussen weten we dat dit een fictie is. Het is de mens die zich goden maakt naar eigen behoefte, en dat is van alle tijden. Eenvoudige lieden maken zich eenvoudige goden en heiligen, meer ambitieuze personen maken heuse godsdiensten, vooral wanneer zij politieke ambities hebben.

     Het jodendom kennen wij het best, dankzij het Oude Testament, overigens zelf ook een uiterst complex geschrift met geringe historische waarde, dat desondanks onmiskenbaar een enorme invloed heeft gehad op onze cultuur. Ook het Joodse volk eiste van zijn leiders dat ze ten minste een afbeelding zouden maken van de onzichtbare God, zie het bekende verhaal over het gouden kalf (Ex 32,1). De joodse godsdienst staat nog steeds bekend omwille van zijn vele praktische voorschriften. In zijn Theologisch-staatkundige verhandeling heeft Spinoza (1632-1677) daarvan een vlijmscherpe analyse gemaakt.

    Het is goed dat wanneer wij nadenken, spreken en schrijven over God en godsdienst, wij terdege rekening houden met beide aspecten: enerzijds de fundamentele vraag naar het bestaan van iets als een God, en anderzijds de realiteit van concrete godsdiensten. Door de eeuwen heen hebben zelfs sommige intellectuelen dat onderscheid willen maken, en beleden ze min of meer nauwgezet een of andere godsdienst, zonder daarom positief te antwoorden op de vraag naar het godsbestaan. Ook vandaag stellen we vast dat gelovigen nog steeds zo goed als niets weten te zeggen over hun God, maar wel de riten en gebruiken van een godsdienst naleven, sommige leerstellingen napraten, en het gezag van de priesterkaste aanvaarden, soms zelfs met een voor redelijke mensen erg verwonderlijk fanatisme.

    De mens heeft in de loop der tijd eindeloos veel overlevingsstrategieën ontwikkeld. Godsdienst is er overduidelijk zo een, en niet de geringste. In bepaalde omstandigheden blijken sommige van die strategieën niet meer te werken, en worden ze spontaan verlaten. Dat is zo met het christendom in West-Europa. Het is uitkijken naar de nieuwe strategieën die we zullen ontwikkelen om onszelf in stand te houden en te floreren, als individu en als maatschappij.

     


    Categorie:God of geen god?


    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Galilei
  • 900 jaar Abdij van Vlierbeek
  • Bewapeningswedloop
  • Frans spreken gelijk een koe Latijn
  • De oorsprong van de godsgedachte en de godsdienst.
  • Theocratie en democratie
  • Israël: zij en wij
  • God de Vader
  • Vreemde vogels
  • Vrijdenkers: recente bijdragen
  • Tweeling, tweelingen
  • de gruwel en de verantwoordelijkheid
  • De behendige Van Bendegem
  • De Verlichting en haar belagers
  • Corsica
  • Breendonk, de gruwel, de feiten
  • Levend verleden
  • Spectaculair
  • Verrijzenis
  • Goede Vrijdag 2025
  • Palmzondag
  • Gij zult niet doden
  • Vrijdenkers
  • Koekoek!
  • Vrede
  • Christelijke moraal, atheïstische ethiek
  • Al te vroeg gestorven
  • La perfection n'est pas de ce monde.
  • Openbaring
  • Elke mens is uniek
  • Me dunkt...
  • Hybride
  • Sint-Catharina. Brief aan een christen vriend.
  • Het geboortejaar van Jezus Christus
  • Etsi Deus non daretur: zelfs als er geen God zou zijn.
  • Godsvrucht
  • Eerlijkheid
  • Verlossing: I know that my Redeemer liveth.
  • Gezag
  • Als de vos de passie preekt...
  • De hondse filosofen
  • Anselmus van Canterbury
  • Op mijn eentje
  • Inquisitie in de Middeleeuwen
  • Heksen
  • Gerede twijfel
  • Kristien Hemmerechts' late bekering en mystieke ervaringen
  • De Blijde Boodschap, andermaal
  • Verwondering
  • Wees volmaakt zoals uw hemelse vader
  • Paul Claes Odyssee 2.0
  • Griekse tragedies: Sofokles
  • Thomas a Kempis, de Navolging van Christus
  • De Griekse bronnen van de Verlichting
  • Islam en christendom
  • Darwin, creationisme, intelligent design
  • Satan
  • Humanisme
  • Godsdienstvrijheid
  • Ethiek en humanisme
  • De vos en de egel
  • Perfide
  • Godsdienst na de dood van God?
  • Sceptisch
  • incest
  • Catechismus
  • Filosofen te koop
  • Democratie
  • De uitzondering en de regel
  • Etiketten
  • Extreemrechts
  • Waarheid en verzinsel
  • Over geloof en psychologie (recensie)
  • De misdadige geschiedenis van de Kerk
  • Judith Butler, Wie is er bang voor Gender? (recensie)
  • Erwten en kikkers
  • David Hume
  • Denken en geloven in de oudheid (recensie)
  • Kinderspel?
  • Over grenzen, Mark Elchardus
  • Robot
  • Vooruitgangsgeloof
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!