Foto

Wij steunen
Spinoza in Vlaanderen

 

Veerle Afschrift
Amsterdamse Spinoza Kring

Jos Backx

Gerbert Bakx
Tinneke Beeckman

Mark Behets

Jonathan Bennett

Ingried de Beul

Etienne Bielen

Hubert Bierbooms
Rudmer Bijlsma
Johan Braeckman
Patrick Bruggeman
Kees Bruijnes
Wiep van Bunge
Manja Burgers
Arnold Burms

Filip Buyse
Paul Claes

Anton Claessens

Maria Cornelis †

Jean-Luc Cottyn

Leni Creuwels
Antonio Crivotti
Luc Daenekindt
Jean-Pierre Daenen
Andreas De Block

Robert De Bock

Firmin DeBrabander

Georges De Corte
Daniël De Decker
Herman De Dijn
Paul De Keulenaer
Koen De Maeseneir
Johan Depoortere

Deepak De Ridder
Lut De Rudder

Bert De Smet

Patrick De Vlieger
Luc Devoldere

Johan De Vos

Marcel De Vriendt

Peter de Wit
Hugo D'hertefelt
Karel D’huyvetters

Giuliana Di Biase

Hubert Eerdekens

Bas van Egmond

Willem Elias

Jean Engelen

Guido Eyckmans
Kristien Gerber

Herman Groenewegen

Bart Haers

Yvon Hajunga

Bert Hamminga
Cis van Heertum

Nico van Hengstum 
Bob Hoekstra
François Houtmeyers

Jonathan Israel
Susan James

Aryeh Janssens

Frank Janssens

Frans Jespers
Paul Juffermans
Jan Kapteijn

Julie Klein

Wim Klever

Jan Knol

Rikus Koops

Alan Charles Kors
Leon Kuunders

Theo Laaper

Mogens Laerke

Patrick Lateur

Sonja Lavaert
Willem Lemmens
Freddy Lioen

Patrick Loobuyck

Benny Madalijns

Gino Maes

Syliane Malinowski-Charles

Frank Mertens
Steven Nadler

Ed Nagtegaal

Jan Neelen

Fred Neerhoff

Dirk Opstaele

Gianni Paganini

Rik Pelckmans

Herman Philipse
Jacques Quekel

Ton Reerink

Jean-Pierre Rondas
Michael Rosenthal
Rudi Rotthier
Andrea Sangiacomo
Sjoerd A. Schippers
Eric Schliesser
Max Schneider
Winfried Schröder
Willy Schuermans
Herman Schurmans

Herman Seymus
Hasana Sharp
Anton Stellamans
JD Taylor

Herman Terhorst
Marin Terpstra
Paul Theuns
Tim Tielemans

Fernand Tielens
Jo Van Cauter
Henk Vandaele
Will van den Berg

Sven Van Den Berghe
Hubert Vandenbossche
Jan Baptist Vandenbroeck

Bea Van Den Steen

Daniël Vande Veire 

Patricia Van Dijck
Peter Van Everbroeck 

Joep van Hasselt 

Adelin Van Hecke
Miriam van Reijen

Jean Van Schoors

Paul Van Tieghem
Jasper von Grumbkow

Stan Verdult

Tessa Vermeiren
Corinna Vermeulen
Didier Verscheure
Pieter Vitse
Manon Zuiderwijk

 

Spinoza-links
  • Antiquariaat Spinoza - Amsterdam
  • Over Spinoza - Rikus Koops
  • Vereniging Het Spinozahuis
  • Spinoza & Hume - Herman De Dijn
  • Amsterdamse Spinoza Kring
  • Franciscus Van den Enden - Frank Mertens
  • Spinoza-blog - Stan Verdult
  • Spinoza Kring Lier - Willy Schuermans
  • Spinoza Kring Soest
  • Zoeken in blog

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
    Foto
    Spinoza in Vlaanderen
    meld je aan als sympathisant of geïnteresseerde: spinoza-in-vlaanderen@telenet.be
    07-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 30

    Brief 30

    BdS aan Henry Oldenburg

    Voorburg, ca. 1 oktober 1665

    …/…

    Het verheugt me dat er onder jullie filosofen zijn die indachtig zijn wat ze aan zichzelf en aan hun republiek verschuldigd zijn. Wat ze de laatste tijd gedaan hebben, daar kijk ik naar uit, wanneer de krijgslieden verzadigd zullen zijn van bloed en tot rust komen om weer ietwat op krachten te komen. Als die illustere spotter in deze tijd zou leven, zou hij zich werkelijk doodlachen.

    Mij zetten deze woelige tijden echter niet aan tot lachen, maar ook niet tot wenen, maar eerder tot filosoferen, en tot een betere studie van de menselijke natuur. Ik meen immers dat het mij niet vergund is mij vrolijk te maken over de natuur, en nog veel minder om die te betreuren, zolang ik bedenk dat de mensen, zoals al het andere, slechts een deel zijn van de natuur, en ik niet weet hoe elk deel van de natuur in het geheel daarvan past, en met de andere samenhangt. En alleen al omwille van dat tekort aan kennis ontdek ik dat allerlei dingen in de natuur, die ik zo ten dele en enkel gehavend waarneem, en die geenszins in overeenstemming zijn met onze filosofische denkwijze, mij voorheen als ijdel, buitensporig, absurd voorkwamen. Maar nu laat ik eenieder leven volgens zijn eigen gedacht, en wie dat wil mag gerust sterven voor zijn eigen zaak, als het mij maar vergund is te leven voor de waarheid.

    Ik stel nu een verhandeling op over mijn idee over de Bijbel. Tot dat werk nopen mij 1° de vooringenomenheid van de theologen; ik weet immers dat die ten zeerste verhindert dat de mensen in staat zijn hun gedachten aan de filosofie te wijden; om die vooringenomenheid te onthullen en ze helemaal te verwijderen uit de gedachten van bedachtzame mensen zet ik me in; 2° de opinie die het gewone volk over mij heeft, dat mij voortdurend valselijk beschuldigd van atheïsme; ik zal proberen ook die zoveel als mogelijk is af te wenden; 3° De vrijheid om te filosoferen en te zeggen wat wij denken; die vrijheid, die hier door het al te grote gezag en de driestheid van de predikanten hoe dan ook onderdrukt wordt, wil ik met alle middelen handhaven.

    …/…


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza
    06-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 30 Toelichting

    Brief 30 Toelichting

    Deze brief ontbreekt in de OP. Het is een reconstructie op basis van een brief van Oldenburg aan Robert Moray, opgenomen in het verzameld werk van Boyle (1772). In die brief citeert Oldenburg Spinoza uitvoerig. Een tweede fragment werd door Wolf opgenomen (1935), nadat de originele brief van Oldenburg aan Moray teruggevonden was.

    ‘Illustere spotter’ is het epitheton ornans van de filosoof Democritus; het is ietwat onduidelijk hoe hij de bijnaam van ‘de spotter’ gekregen heeft, maar hij stond sinds de Oudheid als dusdanig bekend en sinds de Renaissance wordt hij lachend afgebeeld. Bij de aanblik van de menselijke dwaasheid van een zinloze oorlog tussen de twee meest beschaafde en rijkste staten van de hele wereld, zou hij zich zeker doodlachen (risu sane periret).

    Wij vinden hier een eerste formulering van de bekende uitspraak van Spinoza: men moet niet lachen of wenen om wat de mensen doen, maar het proberen te begrijpen. In de Ethica vinden we die gedachte terug in de Voorrede bij het derde deel, in de Tractatus Politicus in de aanhef en § 4 van het eerste hoofdstuk. Als men over de mens spreekt, moet men geen oordeel vellen vanuit een filosofisch ideaalbeeld van de mens, maar al wat mensen denken en doen beschouwen als ‘des mensen’. Daden zijn niet intrinsiek, of volgens een goddelijke norm goed of slecht, maar enkel volgens de normen die mensen met elkaar afspreken. Wanneer wij vanuit onze ideale voorstelling van de mens een of ander menselijk kenmerk of voorval als belachelijk of betreurenswaardig beschouwen, is dat omdat wij niet al de oorzaken kennen van dat onvolmaakt gedrag. Het is dus een blijk van onwetendheid om met de menselijke tekorten te lachen, en een gebrek aan inzicht om erdoor bedroefd te raken. De wijze onthoudt zich van dergelijke overhaaste en nutteloze reacties en probeert integendeel te begrijpen waarom zoveel mensen, zelfs de meest verstandige, vaak zo deerlijk tekortschieten.

    Toch mag men dit niet interpreteren als een vorm van fatalistisch en onverschillig berusten. Spinoza beseft dat de volmaaktheid niet van deze wereld is, en dat de mensheid blijkbaar altijd wel een reden vindt om oorlog te voeren, terwijl vredevol samenwerken zoveel voordeliger zou zijn voor alle partijen. En dus aanvaardt hij de teleurstellende gedachten die anderen blijken te hebben en in het onvermijdelijk oorlogsgeweld, maar eist voor zichzelf, en dus voor elke nadenkende persoon, het recht op om te leve volgens andere principes. Als sommigen bereid zijn om te sterven voor een of andere zaak, zelfs ‘het vaderland’, dan doen ze dat maar, als ze het toch niet kunnen laten. Wie echter nadenkt en tot betere inzichten komt, leeft niet voor waanideeën en hoeft er ook niet voor te sterven, maar leeft voor de waarheid.

    Hier en daar in zijn oeuvre ‘bekent’ Spinoza verrassend dat hij iets niet weet, zie bijvoorbeeld E3p22s en mijn bespreking daarvan op de website Spinoza in Vlaanderen. Dat is hier echter niet het geval: het is niet zijn kennis die tekortschiet of nog niet tot een waarheid doorgedrongen is: het is voor elke mens onmogelijk om heel de samenhang van gans de natuur te kennen; wij zien overigens de dingen onvolledig en vervormd, omdat we alles vanuit ons eigen, menselijk oogpunt bekijken (E2p16). Dan blijken ze in te gaan tegen de filosofische denkwijze en vindt men ze dwaas, zinloos en overdreven en is men geneigd om ze te veroordelen. Spinoza heeft ingezien dat men de zaken in hun context moet zien en dat elke menselijke reactie in overeenstemming is met de menselijke natuur, en dus moet aanvaard worden. Hij reageert dus niet op de dwaasheid van de oorlog, maar hij zal zich voor zijn part volledig wijden aan het zoeken naar de waarheid.

    Wat belangrijk is, is volgens Spinoza niet zozeer het kennen van de hele samenhang van alle dingen, want dat is onmogelijk voor de mens, maar wel te weten dat de dingen onderling samenhangen, en de natuurwetten die deze samenhang ordenen zo veel mogelijk te doorgronden. Zeker, men moet zoeken naar de ‘eerste oorzaak’ van alles, maar die zal men niet vinden in een almachtige persoonlijke God, die de dingen willekeurig voorbeschikt en laat gebeuren. Men zal steeds ontdekken dat er niets anders is dan de dingen zelf en de onverbiddelijke, eeuwige natuurwetten die ze beheersen. Maar daarbinnen is er ontzettend veel mogelijk, zowel ten goede als ten kwade, en wat voor de ene goed is, is het onheil van een andere.

    Daarmee probeert Spinoza Oldenburg nogmaals duidelijk te maken dat er in zijn filosofie geen plaats is voor een transcendente God, noch voor mensen die Hij als volmaakte wezens geschapen heeft en die enkel door hun eigen vrije wil in zondigheid vervallen zijn, en die derhalve hun terechte straf niet kunnen ontlopen. Tegenover het christelijk beeld van God en wereld stelt hij zijn monistische filosofie: God is de Natuur, en buiten God is er niets; de Natuur is volmaakt zoals hij is, alles gebeurt volgens de volmaakte natuurwetten, er kan niets gebeuren dat daartegen zou ingaan. Dat verklaart de ‘volmaakte’ samenhang van alles in de ene Natuur, of God. Wat mensen onder elkaar doen, moeten ze zelf uitzoeken en afspreken; er is immers geen goddelijke openbaring waarop men zich als norm kan beroepen. Wat de godsdienst en de kerken voorschrijven, is evengoed onvolmaakt mensenwerk en veeleer gericht op het eigenbelang van de organisatie en haar bedienaars, dan op de optimale werking van de samenleving, zoals ze pretenderen. Het volstaat om zich heen te kijken om dat in te zien.

    Vervolgens kondigt Spinoza aan dat hij bezig is met wat uiteindelijk de Tractatus Theologico-Politicus zal worden. Daartoe heeft hij zijn werk aan de Ethica zelfs onderbroken. Blijkbaar is hij geraakt door de reactie op zijn Descartes-boek vanwege de theologen, predikanten en ook het gewone volk, dat door hen is opgehitst, want hoe zouden eenvoudige lieden bevroeden wat er in dat boek staat? Toen al verweet men hem een atheïst te zijn, een tegenstander van de godsdienst, een ongelovige. Men wist dat hij door de Joden was verbannen, en dat hij zich niet had bekeerd tot het christendom. En zijn ‘God’ staat diametraal tegenover het traditionele religieuze godsbeeld.

    Tegenover die kritiek zal hij zich verdedigen door zijn ideeën over de Bijbel, inzonderheid het Oude Testament, te boek te stellen en zijn gedachten over de rol van de godsdienst in de staat duidelijk te maken. Hij eist aldus de libertas philosophandi op, de vrijheid om te denken wat men wil en te zeggen en te schrijven wat men denkt, zoals Oldenburg schreef, Tacitus citerend, in Brief 14. Het is echter vooral in de Ethica dat hij zijn eigen Godsidee filosofisch zal uitwerken en zo de mensheid leren wat de ware God is, en wat niet.


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza
    05-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 29

    Brief 29

    Henry Oldenburg aan BdS

    Londen, ca. september 1665

    …/…

    Ik zie dat jij niet zozeer filosofeert, maar veeleer, als het vergund is het zo te stellen, theologiseert. Je legt je gedachten vast over de engelen, over profeteren en over mirakels. Maar wellicht doe je dat op filosofische wijze; wat daar ook van zij, ik ben zeker dat het werk jou waardig is, en voor mij bij uitstek ten zeerste begerenswaardig. Aangezien de uiterst moeilijke tijden die we doormaken de vrijheid van handel in de weg staan, vraag ik je alleen dat je het niet te moeilijk zal vinden om mij jouw bedoeling en zienswijze, die in dit boek van jou beschreven staan, in je volgende brief te kennen te geven.

    …/…

     


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza
    04-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 29 Toelichting

    Brief 29 Toelichting

    Deze brief maakt geen deel uit van de OP, en verschijnt voor het eerst in de uitgave van Van Vloten (1860).

    Oldenburg reageert blijkbaar op een brief van Spinoza die ofwel niet bewaard is gebleven of om een of andere reden niet opgenomen werd in de Opera Posthuma. Dat blijkt uit enkele toespelingen, die niet slaan op Brief 26. Wellicht heeft Spinoza Oldenburg een inhoudsopgave bezorgd van wat uiteindelijk de Tractatus Theologico-Politicus is geworden en pas in 1670 uitgegeven is. Oldenburg vraagt naar meer informatie, per brief, over dat boek.


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza
    03-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 25

    Brief 25

    Henry Oldenburg aan BdS

    Londen, 28 april 1665

    …/…

    De heer Boyle en ik praten onder elkaar vaak over jou, je eruditie en je diepzinnige gedachten. Wij zouden graag hebben dat de kiem van je verstand tot volle wasdom komt en toevertrouwd wordt aan de verwelkoming van de geleerden, en we hebben er alle vertrouwen in dat je in deze kwestie aan onze verwachtingen tegemoet komt.

    …/…

    Ik kijk er begerig naar uit om in jouw eigen handschrift te vernemen waarmee je de laatste tijd bezig was, of nu onder handen hebt.


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza
    02-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 25 Toelichting

    Brief 25 Toelichting

    Er zijn bijna twee jaar verlopen sinds de laatste brief van Oldenburg, en de beide landen zijn nu verwikkeld in een tweede oorlog, wat niet alleen de correspondentie bemoeilijkt, maar ook de verzending van boeken. Oldenburg dringt er zoals gebruikelijk op aan dat Spinoza zijn gedachten zou delen met de geleerde wereld, of althans met hemzelf in manuscript.


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza
    01-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee betekenissen van 'attribuut'?

    Alex Silverman (University of Chicago), Two Meanings of ‘Attribute in Spinoza, forthcoming in the Archiv für Geschichte der Philosophie), beschikbaar op Academia.edu.

    Het is een verheugend verschijnsel dat sommige Spinoza-experts hun publicaties gratis delen met belangstellende lezers, in dit geval zelfs nog voor de tekst soms na vele jaren uiteindelijk verschijnt in een of ander arcaan tijdschrift waar geen mens het opmerkt en dus niemand het leest. De vraag is dan enkel nog: is de bijdrage de moeite waard?

    Het artikel in kwestie voldoet ongetwijfeld aan alle academische normen. Het is evenwichtig opgebouwd en logisch geconstrueerd. De auteur geeft bij het begin aan wat zijn doelstelling is, hoe hij het probleem aanpakt en wat zijn conclusie zal zijn. Vervolgens werkt hij dat plan uit en levert zo de bewijzen voor zijn stelling. De taal is zeer verzorgd academisch Engels, er zijn uitvoerige voetnoten voor de vele verwijzingen naar de primaire en secundaire literatuur. Het artikel werd vooraf gelezen door anonieme referenten en de auteur beantwoordt hun opmerkingen adequaat.

    Het probleem dat hier ter sprake wordt gebracht is de interpretatie van een van de allereerste definities van de Ethica, namelijk E1d4: Per attributum intelligo id, quod intellectus de substantia percipit, tanquam eiusdem essentiam constituens. (Onder ‘attribuut’ versta ik datgene wat het intellect van de substantie waarneemt als iets dat haar essentie uitmaakt.) Over elk van de woorden van deze definitie is al uitvoerig geschreven, zodat het wellicht niet nodig is al de uiteenlopende interpretaties op te sommen die eraan gegeven werden en worden. De auteur richt zich op een probleem dat geformuleerd werd door Samuel Newlands in een recent artikel, "Thinking, Conceiving, and Idealism in Spinoza.", dat verscheen in hetzelfde Archiv für Geschichte der Philosophie 94 (2012): 31-52: the intellect of Id4 represents what is already and independently there, namely the infinitely rich nature of God. Although the (infinite) intellect can represent all that constitutes an essence of a substance, such representations do not create the essence(s) of substance.

    All of us who accept this “objectivist” interpretation of the attributes must conclude that Id4 is an improper definition by Spinoza’s own account of proper definitions. Proper definitions, according to Spinoza, are genetic; they express the causes of the definiendum, not simply necessary entailments. However, according to the objectivist interpretation, the intellect’s perceptions in Id4 are not the causes of its objects. So at best, Id4 states a propria [sic] of an attribute; it doesn’t give an essence-specifying definition. Therefore, although Spinoza’s appeal to an intellect in Id4 is not outright false, it nevertheless should not have appeared in a proper definition, according to his own principles.

    Silverman onderschrijft deze opmerking en het gestelde probleem als dusdanig, en beijvert zich vervolgens om er een passende oplossing voor te vinden. Men kan zich de vraag stellen of het probleem dat Newlands ziet wel degelijk een probleem is, en ook onze auteur heeft dat even overwogen, maar is blijkbaar voldoende overtuigd door Newlands’ stelling om zijn hele artikel te wijden aan het vinden van een uitweg uit die moeilijkheid en het aandragen van bewijzen daarvoor. Ik laat het aan de moedige lezers van dat artikel over om te oordelen of hij daarin geslaagd is.

    Liever dan mij te mengen in die discussie onder professionele experts, breng ik hier enkele gedachten aan bij de belangrijke thematiek die hier besproken wordt. Het gaat inderdaad om de kern van de zaak: wat is kennis, en hoe kennen wij de substantie? Wat is een attribuut?

    Laten we vertrekken van de substantie: al wat is. Dat is niet zomaar ‘zijn’, het is kenbaar zijn. Zoals Einstein al opmerkte is de begrijpelijkheid van de wereld onbegrijpelijk, een mysterie. Wij mensen zijn ‘slechts’ een soort zoogdieren die geëvolueerd is tot wezens die in staat zijn tot denken. Een van onze mentale verwezenlijkingen is de wiskunde, van de meest eenvoudige bewerkingen to de meest subtiele en complexe. Wanneer wij nu het universum verkennen, ontdekken wij dat die wiskunde, die uitsluitend berust op strenge logische mentale regels, dienstig is om het universum en zijn werking te verklaren en het dienstbaar te maken voor ons. En zo is het voor al onze mentale mogelijkheden: de wereld blijkt opgebouwd te zijn volgens vaste principes die wij met ons verstand (in de ruimste zin van het woord) kunnen begrijpen; niet volkomen, weliswaar, maar toch op een vrij adequate, efficiënte manier, die ons toelaat onze complexe beschaving uit te bouwen. Wij staan onvoldoende lang stil bij het wonder van het ‘ezelsbruggetje’, de stelling van Pythagoras die zegt dat het kwadraat van de hypotenusa van een driehoek gelijk is aan de som van het kwadraat van de beide andere zijden (a²+b²=c²). Een driehoek is een figuur, een realiteit, en een belangrijk kenmerk van die figuur kunnen wij uitdrukken in een wiskundige formule. Daarover verwonderde Einstein zich, en dat moeten wij blijven doen, want die verwondering is het begin van de wijsheid.

    De substantie is dus niet chaotisch, of onderworpen aan de willekeur van een Opperwezen, ze is fundamenteel ordelijk, al lijkt het voor elk van ons natuurlijk niet altijd zo, maar als we lang genoeg doorgaan, zullen we altijd een logische verklaring vinden. Dat is niet alleen omdat wij zo ingenieus zijn, het is vooral zo omdat het universum ordelijk is en er een verklaring is die kan gevonden worden. Onze kennis is toepasbaar op het universum, het universum beantwoordt aan ons kenvermogen.

    In die ontmoeting kunnen we twee polen aanwijzen. Enerzijds is er het kenbare universum, anderzijds de kennende mens. Die kenbaarheid van het universum is helemaal niet afhankelijk van de kennisact van de mens, ze is structureel, ze is eeuwig, ze was er lang voor de mens en zal er blijven ook wanneer de mens of een ander kennend wezen er niet meer is. Dat was een vertrekpunt voor Spinoza.

    Anderzijds is er de mens, die het universum (onvolkomen) kent, en steeds beter kent, steeds dieper doordringt in de kenbare wereld, zowel materieel als abstract en in een voortdurende wisselwerking tussen die twee. De mens is ook een deel van dat universum.

    Er is dus een dubbel aspect aan die ordening van het Universum: enerzijds is ze eeuwig en volmaakt gekend in en door zichzelf, en anderzijds wordt ze, zij het onvolkomen, eveneens gekend door het wezen dat de mens is. Het lijkt onmogelijk dat een mens, of de mensheid, ooit de volledige ordening van de wereld in al haar complexiteit en enorme uitgebreidheid zou kunnen vatten. Spinoza zegt dat alleen God, of de Natuur, of de Substantie dat kan: het zelfverstaan van God of de Natuur, of anders gezegd: de fundamentele verstaanbaarheid van het Universum, die door de mens met zijn beperkte mogelijkheden slechts gedeeltelijk en onvolkomen kan begrepen worden, maar die door een eeuwig en oneindig intellect, namelijk het Universum zelf, integraal en door en door gekend wordt.

    Spinoza stelt dat het Universum oneindig veel attributen moet hebben, waarvan de mens er slechts twee kent: de uitgebreidheid en het denken. Omgekeerd kan men het formuleren zoals in E1d4: de twee attributen uitgebreidheid en denken zijn wat de mens met zijn verstand waarneemt van de ene substantie. Die twee attributen zijn onlosmakelijk met elkander verbonden in de ene substantie, en het is een bijzonder zware vergissing dat ooit uit het oog te verliezen. Er is geen denken zonder uitgebreidheid en geen uitgebreidheid zonder denken; het universum is immers fundamenteel begrijpelijk. Al wat is, is zowel uitgebreidheid als denken. Dat betekent niet dat men die twee attributen niet afzonderlijk kan bekijken, maar men moet er steeds aan denken dat het twee attributen zijn van de ene substantie, die niet los van elkaar of van de substantie kunnen bestaan. Samen maken ze (samen met de oneindig vele andere, ons onbekende attributen, de essentie uit van de Substantie.

    Wanneer men dan het attribuut van het denken zelf beschouwt, stelt men vast dat er enerzijds het eeuwige, volmaakte zelfverstaan van het universum is, wat Spinoza formuleert als: God is iets dat denkt, want het denken is een van zijn essentiële attributen; aan de absolute kennis van het universum beantwoordt dus een absoluut denken, dat niets anders kan zijn dan dat Universum zelf; en daarnaast, of daarbinnen, is er het onvolmaakte, tijdelijke kennen van de mens(heid), als een onvolmaakt zelfverstaan van het universum via de mens, die integraal deel uitmaakt van dat Ene Universum.

    De attributen uitgebreidheid en denken zijn geen typisch menselijke ‘aspecten’ of zienswijzen op het universum: ze zijn er, ook los van de mens; de natuur wordt niet anders wanneer de mens er niet zou zijn. Deze twee attributen zijn er ook voor het oneindige intellect dat de Natuur zelf is. En E1d4 kan Spinoza dan ook zeggen dat een attribuut iets is dat ‘het intellect’ waarneemt als iets dat tot essentie behoort van de Substantie. Dat intellect is dan zowel het adequate zelfverstaan van God zelf als het inadequate kennen door de mens(heid). Een definitie moet inderdaad volgens Spinoza zelf de oorzaken aangeven van haar onderwerp. Welnu, de oorzaak van de attributen kan niets anders zijn dan de Substantie zelf, hier gezien als het alomvattende Intellect, waarvan de kennis van de mens een onvolmaakt onderdeel uitmaakt.

    Men mag die menselijke kennis niet onderschatten. Het is enkel in vergelijking met de oneindige kennis die de Substantie van zichzelf heeft dat de menselijke kennis in het niets verdwijnt. Op zichzelf genomen is die kennis fenomenaal. Ze stelt ons in staat om de wereld aan onze behoeften en dromen, goede en slechte, aan te passen, en zo voor ons een leefwereld te creëren die nog steeds geregeerd wordt door de algemene natuurwetten, maar die helemaal doordrongen is van de praktische resultaten van onze mentale vermogens, en geleid wordt door wetmatigheden die weliswaar volledig onderworpen zijn aan de natuurwetten, maar daarenboven een originele eigenheid vertonen die in de vrije, ongerepte natuur niet aanwezig was. De mens voegt dus eigen wetmatigheden toe aan de natuur, die slechts potentieel aanwezig waren, en zonder mens niet zouden gerealiseerd zijn. Zeker, er zijn in de Natuur totaal onvermoede mogelijkheden aanwezig, die voor de mens ontoegankelijk blijven, voorlopig of definitief. Dat doet echter geen afbreuk aan wat de mens wel degelijk al gerealiseerd heeft, noch vormt het een belemmering voor wat de mensheid nog zal realiseren in de loop van haar bestaan, dat eigenlijk nog maar pas begonnen is. Als de ontwikkelingen van voorbije tienduizend jaar enige aanwijzing vormen voor wat de volgende miljarden jaren voor onze wereld nog zullen inhouden, dan is er naast goede redenen voor angst toch ook ruimschoots plaats voor gegronde hoop en verwonderd optimisme.


    Categorie:Spinoza-onderzoek ontsloten
    Tags:Spinoza


    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Van oud naar nieuw
  • La langue maternelle de Spinoza
  • Mark Behets, Spinoza's eeuwige geest
  • Maria Cornelis, 1940-2016
  • E5p31-42 vertaling
  • E5p31-42 toelichting
  • E5p21-30 vertaling
  • E5p21-30 toelichting
  • E5p11-20 vertaling
  • E5p11-20 toelichting
  • E5P1-10 vertaling
  • E5p1-10 toelichting
  • E4 appendix vertaling
  • E4 appendix toelichting
  • E4p67-73 vertaling
  • E4p67-73 toelichting
  • E4p64-66 vertaling
  • E4p64-66 toelichting
  • E4p59-63 vertaling
  • E4p59-63 toelichting
  • E4p37-58 vertaling
  • E4p37-50 toelichting
  • E4p51-58 toelichting
  • E4p26-36 vertaling
  • E4p26-36
  • E4p15-25 vertaling
  • E4p15-25 toelichting
  • E4p9-14 vertaling
  • E4p9-14 toelichting
  • E4p1-8 vertaling
  • E4p1-8 toelichting
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, vertaling
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, toelichting
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, vertaling
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, toelichting
  • E3p51-59 vertaling
  • E3p51-59 toelichting
  • E3p36-50 vertaling
  • E3p36-50 toelichting
  • E3p27-35 vertaling
  • E3p27-35 toelichting
  • E3p12-26 Vertaling
  • E3p12-26 Toelichting
  • E3p3-11 vertaling
  • E3p3-11 toelichting
  • E3p1-2 vertaling
  • E3p1-2 toelichting
  • Ideeën en gedachten
  • E2p44-49 vertaling
  • E2p44-49 toelichting
  • E2p32-43 Vertaling
  • E2p32-43 Toelichting
  • E2p25-31 Vertaling
  • E2p25-31 Toelichting
  • E2p19-24 vertaling
  • E2p19-24 toelichting
  • E2p19
  • E2p14-18 toelichting
  • E2p14-18 vertaling
  • De kleine fysica, toelichting
  • De kleine fysica, vertaling
  • E2p11-13
  • E2p11-13 Toelichting
  • E2p1-10 Vertaling
  • E2p1-10 Toelichting
  • Spinoza in Vlaanderen 2012-2015
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's, toelichting
  • E1 Appendix
  • E1 Appendix Toelichting
  • E1p24-36 Vertaling
  • E1p24-36 Toelichting
  • E1p15-23 Vertaling
  • E1p15-23 Toelichting
  • E1p9-14
  • E1p9-14 Toelichting
  • E1p1-8
  • E1p1-8 Toelichting
  • Ethica, deel 1: de axioma's
  • E1def8 Eeuwig
  • E1def7 Vrij of gedwongen
  • Spinoza door Christel Verstreken
  • God - E1def6
  • Ethica E1def5
  • E1def4 Attribuut
  • Het begin van het begin: E1def1
  • Ethica E1def3
  • Sprekende bomen en mensen geboren uit stenen (E1p8s2)
  • E1def2 nogmaals
  • De Brieven over God: brief 82
  • De Brieven over God: brief 83
  • De Brieven over God: brief 82 en 83, toelichting
  • De Brieven over God: brief 70
  • De Brieven over God: brief 72
  • De Brieven over God: brief 70 en 72, toelichting
  • De Brieven over God: brief 65
  • De Brieven over God: brief 66
  • De Brieven over God: brief 65 en 66 Toelichting
  • Te kwader trouw (E4p72)
  • De Brieven over God: brief 63
  • De Brieven over God: brief 64
  • De Brieven over God: brief 63 en 64 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 59
  • De Brieven over God: brief 60
  • De Brieven over God: brief 59 en 60, toelichting
  • Dirk Opstaele, Optreden in de geheugenzaal.
  • De Brieven over God: brief 57
  • De Brieven over God: brief 58
  • De Brieven over God: brief 57 en 58, toelichting
  • De Brieven over God: de depositie van Steno
  • De Brieven over God: de depositie van Steno, toelichting
  • De Brieven over God: brief 54
  • De Brieven over God: brief 54, toelichting
  • De Brieven over God: brief 55
  • De Brieven over God: brief 55, toelichting
  • De Brieven over God: brief 56
  • De Brieven over God: brief 56, toelichting
  • De Brieven over God: brief 50
  • De Brieven over God: brief 50, toelichting
  • De Brieven over God: brief 34
  • De Brieven over God: brief 34 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 35
  • De Brieven over God: brief 35, toelichting
  • De Brieven over God: brief 36
  • De Brieven over God: brief 36, toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • Antoine Arnauld, de bekering van Nicolaus Steno en Albert Burgh
  • De Brieven over God: brief 76
  • De Brieven over God: brief 76 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67
  • De Brieven over God: brief 67, toelichting
  • De Brieven over God: brief 43
  • De Brieven over God: brief 43 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 42
  • De Brieven over God: brief 42 Toelichting
  • Spinoza over de Islam
  • De Brieven over God: brief 79
  • De Brieven over God: brief 79 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 78
  • De Brieven over God: brief 78 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 77
  • De Brieven over God: brief 77 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 75
  • De Brieven over God: brief 75 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74
  • De Brieven over God: brief 73
  • De Brieven over God: brief 73 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 71
  • De Brieven over God: brief 71 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 68
  • De Brieven over God: brief 68 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 62
  • De Brieven over God: brief 62 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 61
  • De Brieven over God: brief 61 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 33
  • De Brieven over God: brief 33 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 32
  • De Brieven over God: brief 32 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 31
  • De Brieven over God: brief 31 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 30
  • De Brieven over God: brief 30 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 29
  • De Brieven over God: brief 29 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 25
  • De Brieven over God: brief 25 Toelichting
  • Twee betekenissen van 'attribuut'?
  • De Brieven over God: brief 16
  • De Brieven over God: brief 16, toelichting
  • De Brieven over God: brief 14
  • De Brieven over God: brief 14, toelichting
  • De Brieven over God: brief 13
  • De Brieven over God: brief 13, toelichting
  • De Brieven over God: brief 11
  • De Brieven over God: brief 11, toelichting
  • Syliane Malinowski-Charles, Rationalisme of subjectieve ervaring.
  • De Brieven over God: brief 7
  • De Brieven over God: brief 7, toelichting
  • De Brieven over God: brief 6
  • De Brieven over God: brief 6, toelichting
  • John Stuart Mill, On Nature
  • De Brieven over God: brief 5
  • De Brieven over God: brief 5, toelichting
  • De Brieven over God: brief 4
  • De Brieven over God: brief 4, toelichting
  • De Brieven over God: brief 3
  • De Brieven over God: brief 3, toelichting
  • Bart Haers
  • De Brieven over God: brief 2, toelichting
  • De Brieven over God: brief 2
  • De Brieven over God: brief 1 toelichting
  • De Brieven over God: brief 1
  • De Brieven over God: inleiding
  • Spinoza opnieuw veroordeeld
  • Joseph Almog, Everything in its Right Place
  • Paul Claes, Het Kristal

    Categorieën
  • atheïsme (4)
  • Brieven (110)
  • Compendium Grammatices Lingae Hebraeae (1)
  • Ethica (107)
  • Spinoza (t)weetjes (7)
  • Spinoza links en rechts (11)
  • Spinoza literair (28)
  • Spinoza-nieuws (77)
  • Spinoza-onderzoek ontsloten (40)
  • Tractatus Politicus (24)


  • Blog als favoriet !


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!