Foto

Wij steunen
Spinoza in Vlaanderen

 

Veerle Afschrift
Amsterdamse Spinoza Kring

Jos Backx

Gerbert Bakx
Tinneke Beeckman

Mark Behets

Jonathan Bennett

Ingried de Beul

Etienne Bielen

Hubert Bierbooms
Rudmer Bijlsma
Johan Braeckman
Patrick Bruggeman
Kees Bruijnes
Wiep van Bunge
Manja Burgers
Arnold Burms

Filip Buyse
Paul Claes

Anton Claessens

Maria Cornelis †

Jean-Luc Cottyn

Leni Creuwels
Antonio Crivotti
Luc Daenekindt
Jean-Pierre Daenen
Andreas De Block

Robert De Bock

Firmin DeBrabander

Georges De Corte
Daniël De Decker
Herman De Dijn
Paul De Keulenaer
Koen De Maeseneir
Johan Depoortere

Deepak De Ridder
Lut De Rudder

Bert De Smet

Patrick De Vlieger
Luc Devoldere

Johan De Vos

Marcel De Vriendt

Peter de Wit
Hugo D'hertefelt
Karel D’huyvetters

Giuliana Di Biase

Hubert Eerdekens

Bas van Egmond

Willem Elias

Jean Engelen

Guido Eyckmans
Kristien Gerber

Herman Groenewegen

Bart Haers

Yvon Hajunga

Bert Hamminga
Cis van Heertum

Nico van Hengstum 
Bob Hoekstra
François Houtmeyers

Jonathan Israel
Susan James

Aryeh Janssens

Frank Janssens

Frans Jespers
Paul Juffermans
Jan Kapteijn

Julie Klein

Wim Klever

Jan Knol

Rikus Koops

Alan Charles Kors
Leon Kuunders

Theo Laaper

Mogens Laerke

Patrick Lateur

Sonja Lavaert
Willem Lemmens
Freddy Lioen

Patrick Loobuyck

Benny Madalijns

Gino Maes

Syliane Malinowski-Charles

Frank Mertens
Steven Nadler

Ed Nagtegaal

Jan Neelen

Fred Neerhoff

Dirk Opstaele

Gianni Paganini

Rik Pelckmans

Herman Philipse
Jacques Quekel

Ton Reerink

Jean-Pierre Rondas
Michael Rosenthal
Rudi Rotthier
Andrea Sangiacomo
Sjoerd A. Schippers
Eric Schliesser
Max Schneider
Winfried Schröder
Willy Schuermans
Herman Schurmans

Herman Seymus
Hasana Sharp
Anton Stellamans
JD Taylor

Herman Terhorst
Marin Terpstra
Paul Theuns
Tim Tielemans

Fernand Tielens
Jo Van Cauter
Henk Vandaele
Will van den Berg

Sven Van Den Berghe
Hubert Vandenbossche
Jan Baptist Vandenbroeck

Bea Van Den Steen

Daniël Vande Veire 

Patricia Van Dijck
Peter Van Everbroeck 

Joep van Hasselt 

Adelin Van Hecke
Miriam van Reijen

Jean Van Schoors

Paul Van Tieghem
Jasper von Grumbkow

Stan Verdult

Tessa Vermeiren
Corinna Vermeulen
Didier Verscheure
Pieter Vitse
Manon Zuiderwijk

 

Spinoza-links
  • Antiquariaat Spinoza - Amsterdam
  • Over Spinoza - Rikus Koops
  • Vereniging Het Spinozahuis
  • Spinoza & Hume - Herman De Dijn
  • Amsterdamse Spinoza Kring
  • Franciscus Van den Enden - Frank Mertens
  • Spinoza-blog - Stan Verdult
  • Spinoza Kring Lier - Willy Schuermans
  • Spinoza Kring Soest
  • Zoeken in blog

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
    Foto
    Spinoza in Vlaanderen
    meld je aan als sympathisant of geïnteresseerde: spinoza-in-vlaanderen@telenet.be
    30-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza en genocide - TP9.13

    Onze lezers weten misschien dat Wim Klever sinds enige tijd rond Spinoza ‘twittert’. Onlangs kregen wij een van zijn tweets toegestuurd, meer bepaald over de slotzin van paragraaf 13 van hoofdstuk 9 van de Tractatus Politicus. Enigszins geschrokken van de wreedaardigheid die de tweet hierin leest, sloegen wij er de Latijnse tekst op na en stelden vast dat het inderdaad om een in meer dan één betekenis erg controversiële passage gaat.

    Dit is de tekst:

    At urbes jure belli captae, et quae imperio accesserunt, vel uti imperii sociae habendae et beneficio victae obligandae, vel coloniae, quae jure civitatis gaudeant, eo mittendae et gens alio ducenda, vel omnino delendae.

    Wij vertaalden dat in onze recente volledige Nederlandse vertaling van de TP op deze website als volgt:

    ‘Steden die in een oorlog veroverd zijn en aan het rijk toegevoegd, moet men als geallieerden van het rijk beschouwen en door dat voorrecht voor zich winnen; anders moet men er kolonisten naartoe sturen die al burgerrechten hebben, en de oorspronkelijke bevolking ergens anders heen brengen; ofwel maakt men die steden met de grond gelijk.’

    Wij baseerden ons voor onze vertaling op de nieuwe tekstkritische uitgave van de volledige werken van Spinoza bij de Presses Universitaires de France, onder de leiding van Pierre-François Moreau, en meer bepaald volume V, Tractatus Politicus (2005). De Latijnse tekst is bezorgd door Omero Proietti, de vertaling, introductie, noten, glossaires, index en de bibliografie zijn van Charles Ramond.

    In zijn voorstelling van de tekst (blz. 64-67) bespreekt Proietti uitvoerig deze passage en in een uitgebreide eindnoot (blz. 305-307) gaat ook Ramond dieper in op deze inderdaad wel erg cynisch klinkende voorschriften. Hij wijst er in de eerste plaats op dat in de Opera Posthuma een andere lezing staat voor het laatste woord van de paragraaf, namelijk delenda est in plaats van delendae. Die enkele letters verschil veranderen de betekenis op een bijzonder indringende manier. Wanneer men immers delenda est aanneemt, kan dit alleen verwijzen naar het voorafgaande gens, en moet de vertaling zijn: ‘en de oorspronkelijke bevolking ergens anders heen brengen, of ze volledig uitroeien.’

    Het is duidelijk deze lezing waarop de tweet van Wim Klever gesteund was. Wij vinden ze eveneens in de vorige volledige Nederlandse vertaling van de TP van de hand van W. Meijer (1901): ‘…en de oorspronkelijke bewoners wegvoeren of uitroeien.’ Meijer voegt er in voetnoot aan toe: ‘Dit was de gewoonte der oude Hebreeën in Palestina, der Hollanders op Java en der Engelsen in Egypte.’ De gedeeltelijke vertaling van de TP door Wim Klever (1958) bevat hoofdstuk 9 niet. De Franse vertaling van de Oeuvres door Charles Appuhn (1929, 1966) luidt eveneens: …et la population qui l’habitait doit être transportée ailleurs ou exterminée.

    Blijkbaar heeft deze passage al van bij het begin voor moeilijkheden gezorgd. Zo lezen we in de Nagelate Schriften: …’en het volk elders zenden, of de plaatsen gantschelijk uitroejen’ (onze cursivering).

    Wat is hier gebeurd? Gaat het om een correctie van wat Spinoza wel degelijk geschreven heeft, uit kiesheid, zoals dat heet? Dat zou dan een vorm van tekstvervalsing zijn die men in het Engels bowdlerising noemt: het verwijderen uit de tekst van alle passages die de goede zeden in het gedrang zouden kunnen brengen. In Frankrijk herschreef men onder Louis XIV zo de klassieke auteurs voor de kroonprins ad usum Delphini, à l’usage du Dauphin. Heeft men ook bij de vertaling in de Nagelate Schriften een dergelijke ingreep gedaan?

    Gebhardt gebruikte voor zijn uitgave (1925) zowel de OP als de NS; in dit geval ‘corrigeerde’ hij de Latijnse tekst op grond van de Nederlandse en voegde er (kwansuis…) een woord aan toe: et gens alio ducenda, vel urbs omnino delenda est (onze benadrukking). Was dat eveneens vanuit een bekommernis over de wreedheid die uit de originele Latijnse tekst blijkt?

    In de Duitse uitgave van de Sämtliche Werke, Band 5.2 (1994, 2010²) volgt Bartuschat de tekstuitgave van Proietti-Ramond en vertaalt dus eveneens: und ihre Bevölkerung anderswo zu verplanzen; oder sie sind ganz zu zerstören. Aangezien Bevölkerung zoals gens enkelvoud is, kan sie enkel staan op de steden, en niet op die bevolking. In de inleiding bij de tweede uitgave meldt de auteur dat hij nu Proietti-Ramond volgt; zijn voetnoot bij de tekst (blz. 202) luidt: ‘delendae] delenda est Korrektur Proietti; Gebhardt hatte urbs hinter vel ingefügt.’ Wij nemen aan dat Bartuschat in de eerste uitgave van 1994 nog Gebhardt volgt in tekst en vertaling.

    De Franse tekstuitgave van Sylvain Zac (1968) volgt Gebhardt, maar vertaalt: …, ou bien les villes seront entièrement détruites. Let op het meervoud, terwijl hij toch van Gebhardt overneemt: …urbs omnino delenda est (enkelvoud).

    Wij beschikken niet over het manuscript van de Tractatus Politicus. Wij moeten dus voortgaan op de OP en de NS, maar die verschillen zeer duidelijk en met ongemeen belangrijke consequenties voor de betekenis van de tekst. Proietti maakt een reconstructie van het ms. op basis van de twee getuigen die we daarvan hebben. Hij toont op overtuigende wijze aan dat de vertaler van de NS, in het geval van de Tractatus Politicus Glazemaker, rechtstreeks van het ms. zelf vertaald heeft, of van een getrouwe kopie, en dat hij geen inzage had van de drukproeven van de OP, laat staan van de gepubliceerde versie. De vertaling mag dus als een volwaardige rechtstreekse, zij het vertaalde, getuige beschouwd worden van de oorspronkelijke tekst. Hoe kon dat unieke ms. dan aanleiding geven tot twee versies die zoal niet tekstueel, dan toch inhoudelijk een dergelijk aanzienlijk verschil maken?

    Proietti gaat ervan uit dat er oorspronkelijk in het ms. delendae stond, of ‘delenda e.’. We moeten steeds bedenken dat het om een (met de hand geschreven) manuscript gaat dat al enige tijd tevoren geschreven is en wellicht vaak gebruikt en misschien zelfs gecorrigeerd, of over een kopie, waarin ook correcties en onduidelijkheden kunnen voorkomen. De zetter en de lector van de OP hebben die ‘e.’ geïnterpreteerd als een afkorting van ‘est’, zo komen we tot het resultaat: vel omnino delenda est. De vertaler ziet eveneens delendae, of ‘delenda e.’ en kiest voor een andere oplossing: hij behoudt delenda en negeert de ‘e.’, maar weigert delenda te laten slaan op gens. Om dat duidelijk aan te geven, voegt hij het woord ‘plaatschen’ toe, een verwijzing naar de steden, het onderwerp van de hele zin. Proietti acht het nodig om daarvoor een veronderstelde, ontbrekende loca aan te voeren, en niet een impliciet substituut voor het verzwegen urbes. Dat lijkt echter zo onwaarschijnlijk als het onnodig is. Plaatsen is in het Nederlands immers een synoniem voor steden en dorpen. Het is meer voor de hand liggend dat de ervaren vertaler Glazemaker delendae heeft gezien en vertaald, zoals ook ik gedaan heb, waarbij delendae evident slaat op de urbes waarvan sprake, en dat benadrukt heeft, om alle misverstanden te vermijden, door invoeging van ‘plaatsen’; in mijn vertaling is dat ‘die steden’, een spontane vertaling van delendae die ik maakte zonder me bewust te zijn van enige andere lezing of een andere vertaling. Het is pas toen ik de tweet van Klever las, dat ik de verschillende lezingen en vertalingen ben gaan nakijken.

    Een van de sterkste argumenten voor de interpretatie waarbij Spinoza niet aandringt op het uitroeien van de bevolking (gens), maar de vernietiging van de (omwalde) steden, vinden we in de parallelle passage in TP6.35, een hoofdstuk dat over de monarchie gaat (terwijl TP9.13 over de aristocratie handelt). We lezen daar:

    35. Bellum non nisi pacis causa inferendum, ut eo finito arma cessent. Urbibus igitur juri belli captis et hoste subacto pacis conditiones instituendae sunt, ut captae urbes nullo praesido servari debeant, sed vel ut hosti, pacis foedere accepto, potestas concedatur easdem pretio retinendi, vel (si ea ratione timor semper a tergo maneat formidine loci) prorsus delendae sunt et incolae alio locorum ducendi.

    Ik vertaalde dat als volgt:

    ‘Oorlogvoeren mag enkel om vredeswil en om een einde te maken aan een gewapend conflict. Voor de steden die men volgens het oorlogsrecht heeft ingenomen en voor de overwonnen vijand zal men vredesvoorwaarden uitwerken. De veroverde steden zal men echter niet blijvend bezetten met een garnizoen; ofwel zal men aan de vijand na het sluiten van het vredesverdrag de gelegenheid geven om hun steden vrij te kopen, ofwel, wanneer ze omwille van hun ligging een constante bedreiging vormen voor de eigen veiligheid, zal men ze tot op de grond afbreken en de inwoners naar andere plaatsen wegvoeren.’ (TP6.35; de vertaling van Klever stopt na par. 8)

    Wanneer we die parallelle plaatsen vergelijken, doen we er goed aan om in gedachten te houden wat Spinoza bij het begin van hoofdstuk 9 zegt:

    Sed ut utriusque differentiam et praestantiam noscamus, singula praecedentis imperii fundamenta perlustrabimus, et quae ab hoc aliena sunt, rejiciemus, et alia, quibus niti debeat, eorum loco jaciemus. (TP9.1)

    In mijn vertaling:

    ‘Maar om goed het verschil te zien tussen beide en waarin het ene model beter is dan het andere, zullen we nu elk van de grondslagen van de staat uit het vorige hoofdstuk doorlichten; wat hier niet van toepassing is, zullen we schrappen en de andere elementen, waarop ook het tweede model moet gebaseerd zijn, zullen we hun passende plaats geven.’

    Het gaat hier in TP9.1 uiteraard over de vergelijking tussen een aristocratische staat waarin één stad het bewind voert (Rome, Genua, Venetië) en die waarin het niet één stad is maar verscheidene steden, of een hele provincie (Holland). Dezelfde methode gebruikt Spinoza echter ook wanneer hij de aristocratie vergelijkt met de monarchie: telkens vertrekt hij van wat hij gezegd heeft over de monarchie, om dan te wijzen op de tegenstellingen met de aristocratische staatsvorm.

    Wat in hoofdstuk 6 gezegd wordt over de behandeling van de veroverde steden wijkt slechts op een niet substantieel punt af van wat we in hoofdstuk 9 vinden, namelijk dat men in 6 uitdrukkelijk geen garnizoenen moet sturen, terwijl dat in 9 wel een van de opties is. Een verklaring daarvoor geeft Spinoza niet en het lijkt ook niet erg vruchtbaar om er hier een ter plaatse te verzinnen. De overeenkomsten zijn immers veel opvallender en betekenisvoller. Wij vinden hier inderdaad expliciet en met dezelfde woorden dat het de steden zijn die moeten verwoest worden (urbes…delendae sunt), met de verduidelijking dat de inwoners moeten gespaard worden en naar een andere plaats overgebracht (et incolae alio locorum ducendi). Er is geen sprake van het uitroeien van de bevolking.

    Wij merken in de beide passages dezelfde zinsstructuur: vel…vel… (vel…). In hoofdstuk 9 wordt gens nadrukkelijk (in een bijzin: et gens…) in de tweede vel geplaatst, niet in de derde, waarin over ‘uitroeien’ gesproken wordt, een werkwoord (delere) dat we vaak samen aantreffen met urbs, aedificium, en wel ook met hostis. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat Spinoza ditzelfde werkwoord ook zou gebruiken met gens.

    En daarover gaat uiteindelijk de discussie. Spinoza wordt ingeroepen om het gebruik en zelfs het mishandelen van dieren te verdedigen (zie daarover het recente artikel van Hasana Sharp dat hier binnenkort in onze vertaling wordt aangeboden), en om de minderwaardigheid te bewijzen van vrouwen, kinderen, waanzinnigen, slaven en dienstboden (TP11). Met de passage in TP9.13 wil men hem blijkbaar ook nog als een verdediger van de genocide zien.

    Vooreerst moeten we daarbij opmerken dat Spinoza in de TP in de eerste plaats een beschrijving heeft willen geven van de drie belangrijkste staatsvormen (monarchie, aristocratie, democratie), en niet van een utopie:

    ‘De filosofen beschouwen de mensen echter niet zoals ze zijn, maar zoals zij zouden willen dat ze zijn. En zo komt het dat zij meestal in plaats van een ethica een satire schrijven. Ze slagen er niet in om een politiek te bedenken die men zich te nutte zou kunnen maken, maar enkel een die men wel voor een waanbeeld moet houden, of die enkel goed is om in Utopia of in een poëtische Gouden Eeuw in te voeren, waar men er overigens het allerminst behoefte aan heeft. Vandaar dat men aanneemt dat van alle wetenschappen die men beoefent, bij de politiek de theorie het meest afwijkt van de praktijk. Niemand acht men dan ook minder geschikt om over het gemenebest te regeren dan theoretici en filosofen.’ (TP1.1).

    Het heeft dus geen zin om alles wat in de TP staat te interpreteren als de ipsissima verba van Spinoza, als zijn eigen opinie. Integendeel: telkens wanneer hij een beschrijving geeft van een bestaande toestand of situatie, voegt hij er zijn eigen opinie aan toe, en die komt steeds neer op een democratische correctie. Bijgevolg, zelfs wanneer hij zou geschreven hebben dat genocide verantwoord is, quod non, heeft men nog niet het recht om dat in zijn schoenen te schuiven, zoals men ook niet kan zeggen dat hij een verdediger zou zijn van al de laakbare praktijken en de dwaasheden van de monarchie of de aristocratie, die hij nochtans in detail beschrijft. Herhaaldelijk zegt hij dat hij de fundamentele principes wil aangeven waarop een staatsvorm, elke staatsvorm, moet gebouwd zijn om stabiel te zijn en ‘eeuwig’; is er ergens een monarchie, dan houdt men het volgens Spinoza het best bij die staatsvorm, maar dan onder bepaalde, democratische voorwaarden. Uiteindelijk zal hij zeggen dat enkel een zeer democratische vorm van aristocratie enige overlevingskans heeft.

    Het lijkt echter evident dat Spinoza helemaal de genocide niet verdedigt, niet alleen op grond van de parallelle tekst in TP6.35, maar op grond van zijn hele oeuvre. Nergens stellen wij bij hem het onmenselijk cynisme vast dat men al dan niet terecht aan Machiavelli verwijt.

    Spinoza zelf spreekt overigens steeds zeer lovend over Machiavelli, zoals in TP5.7:

    ‘Misschien heeft hij ook willen aantonen dat een vrije bevolking zich ervoor moet hoeden om haar heil aan een enkele persoon toe te vertrouwen. Tenzij die overmoedig genoeg is om te denken dat hij iedereen kan tevreden stellen, moet hij immers elke dag op zijn hoede zijn voor hinderlagen en dus vooral bezorgd zijn over zichzelf; hij zal dan niet anders kunnen dan op zijn beurt de bevolking te belagen, veeleer dan ze te beschermen. Ik meen dan ook dat we mogen aannemen dat die zeer vooruitziende man er inderdaad zo over dacht, temeer daar het wel vaststaat dat hij een voorstander was van de vrijheid en dat hij heel heilzame raadgevingen heeft geformuleerd om haar te beschermen.’ (TP5.7)

    Wanneer wij bij Machiavelli nakijken wat hij zelf over de kwestie van de veroverde steden zegt (in de Discorsi bij de eerste tien boeken van Titus Livius, boek 2, 23), lezen we het volgende (mijn vertaling): ‘Op dit voorstel volgde de beslissing van de Senaat, die aansloot bij de woorden van de Consul; men ging van stad tot stad die van enig belang was en verleende hen voordelen, of verwoestte de stad; de begenadigden genoten van uitzonderingen en privileges, en kregen burgerrechten en men stelde hen op alle mogelijke manieren gerust; van de anderen verwoestte men de stad, men stuurde er kolonisten heen, de inwoners werden naar Rome overgebracht en zo verstrooid dat ze Rome nooit meer konden schaden, met wapengeweld of met juridische argumenten.’

    Verre van een bevestiging van de ‘radicale’ lezing van TP9.13 vinden we hier een bevestiging van de andere versie: de steden worden verwoest, de inwoners verstrooid of (als slaven?) naar Rome gebracht. Wij kunnen ons moeilijk van de indruk ontdoen dat Spinoza deze passage voor ogen had toen hij de Tractatus Politicus schreef. Machiavelli was inderdaad een tegenstander van halve maatregelen, maar zelfs hij ging niet zover dat hij genocide zou verheerlijken of zelfs maar verdedigen.

    Aandachtige lezers van Spinoza hebben het dan ook erg moeilijk wanneer men plots vanuit een of andere hoek met de meest ongehoorde beschuldigingen aan zijn adres op de proppen komt: sadistisch plezier in het martelen van dieren, miskennen van de rechten van de vrouw, het plebs, van kinderen, personen met een lichamelijke of mentale belemmering, handwerkers of huispersoneel, en nu ook nog de zwaarst mogelijke misdaad tegen de mensheid, de genocide.

    Bij Spinoza is de mens als een onderdeel van de natuur even onaantastbaar als elk ander onderdeel van de natuur, en beschikt elke mens over al de onvervreemdbare rechten waartoe de mens in staat is. Dat is de diepste grond van zijn gelijkstelling van macht en recht, die de basis vormt van de hele Tractatus Politicus, namelijk dat de rechten eigen zijn aan de mens en identiek met zijn of haar macht. Overwonnen vijanden blijven nog steeds mensen, en er is niets in Spinoza’s oeuvre dat erop wijst dat hij het eens zou zijn met hun systematische eliminering. Hij verzet zich integendeel tegen elke oorlogsvoering die niet tot doel heeft om een einde te maken aan het oorlogsgeweld (TP6.35). Genocide en moord is in strijd met zijn herhaalde boodschap dat niets de mens van meer nut is dan zijn medemens (E4p18s, p45c). Dat is niet zozeer een pleidooi voor zelfbehoud, maar een niet-aflatende bevestiging van het feit dat de mens als individu, als groep en als soort enkel tot zelfontplooiing kan komen, lichamelijk zowel als mentaal, in contact met de medemens. Daarover gaat het in de Tractatus Politicus. Dat men om dat doel te bereiken, namelijk vreedzaam samenleven met elkaar, een ganse bevolking, een gens (volksstam, een volksgroep, een populatie, een etnische groep) zou mogen uitroeien, strookt niet met de fundamentele inzichten die Spinoza ons aanreikt. Daarvoor is ons heil al te zeer verbonden met dat van de anderen.

    Het gaat er niet om Spinoza tegen alle beter weten in vrij te pleiten van beschuldigingen die men terecht kan maken op grond van de teksten, zoals Cristofolini in zijn tekstuitgave (1999) stelt; in zijn uitgave van 2011 zou hij, naar Wim Klever meedeelt, overigens van mening veranderd zijn en nu de lezing voorgesteld door Proietti volgen. Het is niet omdat iets niet lijkt te stroken met het geheel van het oeuvre dat het er niet zou staan of niet zou kunnen staan, of zelfs zou moeten uitgegomd of tersluiks cosmetisch bijgewerkt worden (Gebhardt). Maar wanneer iets zo incongruent is met de fundamentele grondslagen van een filosofie als deze beschuldiging van het goedpraten van genocide door Spinoza, is het aangewezen en zelfs noodzakelijk om objectief en grondig te onderzoeken wat er uiteindelijk van aan is.

    Wij hebben vastgesteld dat een van de eerste twee getuigen van het manuscript, de vertaling van de Nagelate Schriften, nadrukkelijk spreekt over de verwoesting van de steden. De andere lezing, die we in de Opera Posthuma vinden, wordt in vrijwel alle moderne tekstuitgave als een foutieve lezing van het manuscript aangemerkt, op grond van ernstige en geloofwaardige tekstkritische en tekstanalytische argumenten. Wij laten de uiteindelijke conclusie over aan de welwillende lezer, maar de onze is wel duidelijk.

    Karel D’huyvetters

     

     


    Categorie:Tractatus Politicus
    Tags:Spinoza
    29-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herman Schurmans
    Wij verwelkomen graag Herman Schurmans als sympathisant. Hij was destijds assistent van Leopold Flam en werkte nadien voor radio en televisie, ondermeer als producer van het populaire televisieprogramma Van Pool tot Evenaar. Herman bezorgde ons ook zijn rijkgevuld curriculum vitae, dat we als pdf-file in bijlage zetten.

    Bijlagen:
    Curriculum Herman Schurmans.pdf (57.4 KB)   


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    28-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza en Advaita


    Een binnengekomen bericht:

    SPINOZA EN ADVAITA

    Was Spinoza – ongewild – een adept van de Advaita (filosofie van non-dualiteit)? Er zijn nogal veel en bijzonder essentiële raakvlakken tussen beide filosofieën. Dit illustreert zich o.a. in de hierna volgende ideeën.

    1. S. : Er is geen individualiteit, onafhankelijk bestaan; het betreft zuiver en alleen een modus van God.
    A. : Er is geen individu, er is niets buiten het Zelf / Dat; “Dat zijt gij”.
    (Dat is het “niet dit, niet dit”, het Onnoembare, God)

    2. S. : Er is geen objectief goed en kwaad; deze begrippen zijn relatief, dienen een particulier belang.
    A. : Er zijn geen paren van tegenstelling (dus ook geen goed versus kwaad).
    Het idee, begrip van verantwoordelijkheid berust op de gedachte dat er
    een individualiteit, een ik of ego dat handelt (zie de punten 1 en 7.)

    3. S. : Via een uiterste rationaliteit wordt een diep-intuïtief weten en begrijpen bereikt.
    A. : Berust op drie grondslagen: 1. de eigen ratio 2. het supra-rationele (het intuïtief weten) 3. de geschriften.

    4. S. : Uit dit diep-intuïtief weten en begrijpen vloeit spontaan de deugd
    generositas voort.
    A. : “ Mededogen dat niet tot stand gebracht behoeft te worden en altijd
    beschikbaar is.”
    (pm. “Hoge deugd is geen deugd, juist daarom deugd”; Tao Te Tjing. Zie
    ook punt 7.)

    5. S. : Rationele meditatie op onze gevoelens (aandoeningen) levert ons de volmaakte kennis hiervan op.
    A. : Kennis van je zelf leidt tot Zelf-kennis (= Zelf-besef = Zelf-realisatie).
    (p.m. Dit kennen is geen mentaal begrijpen maar het ervaren van het
    essentiële Wezen van jezelf.)

    6. S. : Alles wat ons overkomt, is zo volmaakt als het maar zijn kan en vertoont geen enkel tekort; er is geen goed noch kwaad.
    A. : Niet hechten aan, verlangen naar, noch afkeren van.
    Er is geen dualiteit, geen enig paar van tegenstelling (wat goed is draagt
    kwaad in zich, wat kwaad is draagt goed in zich).

    7. S. : Er is geen vrije wil.
    A. : Vrije wil is een begrip dat samengaat met het idee van het bestaan van een onafhankelijke individualiteit; dat er een ik, ego is dat handelt. Een diep besef van wie je werkelijk bent levert een altijd juist handelen op in de zin van het woe-wei begrip uit het Taoïsme.
    (pm. Heeft zelfs God wel een vrije wil, hoe zou hij/het zichzelf kunnen
    kennen zonder enige vorm van manifestatie?)

    8. S. : Ook Spinoza's filosofie kan tot een gelukzaligheid leiden.
    (Onzekerheid hieromtrent klinkt door bij het voorwoord van De Dijns
    “de doornen en de roos”. Ik ben er echter van overtuigd dat een diep
    doorleefd besef en ervaren van deze filosofie beslist leidt tot een
    blijmoedige bevrijdheid, evenals bij de Advaita. Hiertoe is in beide
    “leren” het totaal opgeven van een eigenheid noodzakelijk en beseffen
    dat juist de idee van een eigenheid de gebondenheid veroorzaakt.)

    A. : Als je weet wie je bent houdt je langzaam op te zijn wie je niet bent! (W) Gebondenheid en bevrijding zijn begrippen, een paar van tegenstelling.
    “Hij die zichzelf vrij weet, is inderdaad vrij en hij die zich gebonden acht, is inderdaad gebonden. Zoals een mens denkt, zo wordt hij...” ( uit de
    Ashtavakra Samhita en Brihadaranyaka Upanishad).

    Voor een kennismaking met enige vertaalde en toegelichte Advaita-teksten, die vrij ter beschikking staan en waarin diverse verwijzingen naar Spinoza's gedachtegoed zijn opgenomen, kunt u mijn website
    www.advaita-avadhuta.eu
    (indirecte toegang via host) bezoeken.

    Will van den Berg

     

    Wij verwelkomen hierbij Will als sympathisant van Spinoza in Vlaanderen.


    Categorie:Spinoza links en rechts
    Tags:Spinoza


    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Van oud naar nieuw
  • La langue maternelle de Spinoza
  • Mark Behets, Spinoza's eeuwige geest
  • Maria Cornelis, 1940-2016
  • E5p31-42 vertaling
  • E5p31-42 toelichting
  • E5p21-30 vertaling
  • E5p21-30 toelichting
  • E5p11-20 vertaling
  • E5p11-20 toelichting
  • E5P1-10 vertaling
  • E5p1-10 toelichting
  • E4 appendix vertaling
  • E4 appendix toelichting
  • E4p67-73 vertaling
  • E4p67-73 toelichting
  • E4p64-66 vertaling
  • E4p64-66 toelichting
  • E4p59-63 vertaling
  • E4p59-63 toelichting
  • E4p37-58 vertaling
  • E4p37-50 toelichting
  • E4p51-58 toelichting
  • E4p26-36 vertaling
  • E4p26-36
  • E4p15-25 vertaling
  • E4p15-25 toelichting
  • E4p9-14 vertaling
  • E4p9-14 toelichting
  • E4p1-8 vertaling
  • E4p1-8 toelichting
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, vertaling
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, toelichting
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, vertaling
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, toelichting
  • E3p51-59 vertaling
  • E3p51-59 toelichting
  • E3p36-50 vertaling
  • E3p36-50 toelichting
  • E3p27-35 vertaling
  • E3p27-35 toelichting
  • E3p12-26 Vertaling
  • E3p12-26 Toelichting
  • E3p3-11 vertaling
  • E3p3-11 toelichting
  • E3p1-2 vertaling
  • E3p1-2 toelichting
  • Ideeën en gedachten
  • E2p44-49 vertaling
  • E2p44-49 toelichting
  • E2p32-43 Vertaling
  • E2p32-43 Toelichting
  • E2p25-31 Vertaling
  • E2p25-31 Toelichting
  • E2p19-24 vertaling
  • E2p19-24 toelichting
  • E2p19
  • E2p14-18 toelichting
  • E2p14-18 vertaling
  • De kleine fysica, toelichting
  • De kleine fysica, vertaling
  • E2p11-13
  • E2p11-13 Toelichting
  • E2p1-10 Vertaling
  • E2p1-10 Toelichting
  • Spinoza in Vlaanderen 2012-2015
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's, toelichting
  • E1 Appendix
  • E1 Appendix Toelichting
  • E1p24-36 Vertaling
  • E1p24-36 Toelichting
  • E1p15-23 Vertaling
  • E1p15-23 Toelichting
  • E1p9-14
  • E1p9-14 Toelichting
  • E1p1-8
  • E1p1-8 Toelichting
  • Ethica, deel 1: de axioma's
  • E1def8 Eeuwig
  • E1def7 Vrij of gedwongen
  • Spinoza door Christel Verstreken
  • God - E1def6
  • Ethica E1def5
  • E1def4 Attribuut
  • Het begin van het begin: E1def1
  • Ethica E1def3
  • Sprekende bomen en mensen geboren uit stenen (E1p8s2)
  • E1def2 nogmaals
  • De Brieven over God: brief 82
  • De Brieven over God: brief 83
  • De Brieven over God: brief 82 en 83, toelichting
  • De Brieven over God: brief 70
  • De Brieven over God: brief 72
  • De Brieven over God: brief 70 en 72, toelichting
  • De Brieven over God: brief 65
  • De Brieven over God: brief 66
  • De Brieven over God: brief 65 en 66 Toelichting
  • Te kwader trouw (E4p72)
  • De Brieven over God: brief 63
  • De Brieven over God: brief 64
  • De Brieven over God: brief 63 en 64 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 59
  • De Brieven over God: brief 60
  • De Brieven over God: brief 59 en 60, toelichting
  • Dirk Opstaele, Optreden in de geheugenzaal.
  • De Brieven over God: brief 57
  • De Brieven over God: brief 58
  • De Brieven over God: brief 57 en 58, toelichting
  • De Brieven over God: de depositie van Steno
  • De Brieven over God: de depositie van Steno, toelichting
  • De Brieven over God: brief 54
  • De Brieven over God: brief 54, toelichting
  • De Brieven over God: brief 55
  • De Brieven over God: brief 55, toelichting
  • De Brieven over God: brief 56
  • De Brieven over God: brief 56, toelichting
  • De Brieven over God: brief 50
  • De Brieven over God: brief 50, toelichting
  • De Brieven over God: brief 34
  • De Brieven over God: brief 34 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 35
  • De Brieven over God: brief 35, toelichting
  • De Brieven over God: brief 36
  • De Brieven over God: brief 36, toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • Antoine Arnauld, de bekering van Nicolaus Steno en Albert Burgh
  • De Brieven over God: brief 76
  • De Brieven over God: brief 76 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67
  • De Brieven over God: brief 67, toelichting
  • De Brieven over God: brief 43
  • De Brieven over God: brief 43 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 42
  • De Brieven over God: brief 42 Toelichting
  • Spinoza over de Islam
  • De Brieven over God: brief 79
  • De Brieven over God: brief 79 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 78
  • De Brieven over God: brief 78 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 77
  • De Brieven over God: brief 77 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 75
  • De Brieven over God: brief 75 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74
  • De Brieven over God: brief 73
  • De Brieven over God: brief 73 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 71
  • De Brieven over God: brief 71 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 68
  • De Brieven over God: brief 68 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 62
  • De Brieven over God: brief 62 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 61
  • De Brieven over God: brief 61 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 33
  • De Brieven over God: brief 33 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 32
  • De Brieven over God: brief 32 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 31
  • De Brieven over God: brief 31 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 30
  • De Brieven over God: brief 30 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 29
  • De Brieven over God: brief 29 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 25
  • De Brieven over God: brief 25 Toelichting
  • Twee betekenissen van 'attribuut'?
  • De Brieven over God: brief 16
  • De Brieven over God: brief 16, toelichting
  • De Brieven over God: brief 14
  • De Brieven over God: brief 14, toelichting
  • De Brieven over God: brief 13
  • De Brieven over God: brief 13, toelichting
  • De Brieven over God: brief 11
  • De Brieven over God: brief 11, toelichting
  • Syliane Malinowski-Charles, Rationalisme of subjectieve ervaring.
  • De Brieven over God: brief 7
  • De Brieven over God: brief 7, toelichting
  • De Brieven over God: brief 6
  • De Brieven over God: brief 6, toelichting
  • John Stuart Mill, On Nature
  • De Brieven over God: brief 5
  • De Brieven over God: brief 5, toelichting
  • De Brieven over God: brief 4
  • De Brieven over God: brief 4, toelichting
  • De Brieven over God: brief 3
  • De Brieven over God: brief 3, toelichting
  • Bart Haers
  • De Brieven over God: brief 2, toelichting
  • De Brieven over God: brief 2
  • De Brieven over God: brief 1 toelichting
  • De Brieven over God: brief 1
  • De Brieven over God: inleiding
  • Spinoza opnieuw veroordeeld
  • Joseph Almog, Everything in its Right Place
  • Paul Claes, Het Kristal

    Categorieën
  • atheïsme (4)
  • Brieven (110)
  • Compendium Grammatices Lingae Hebraeae (1)
  • Ethica (107)
  • Spinoza (t)weetjes (7)
  • Spinoza links en rechts (11)
  • Spinoza literair (28)
  • Spinoza-nieuws (77)
  • Spinoza-onderzoek ontsloten (40)
  • Tractatus Politicus (24)


  • Blog als favoriet !


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!