Emeritus professor Herman De Dijn signaleerde ons enige tijd
geleden al het verschijnen van de tweede aflevering van het Tijdschrift voor
Filosofie, jaargang 74, 2012. Het gaat om een themanummer,
gewijd aan Spinoza. In feite betreft het de bijdragen van het colloquium
'Spinoza and Hume on Religion' gehouden op het Hoger Instituut voor
Wijsbegeerte - K.U. Leuven op 16-17 oktober 2008 ter gelegenheid van het
emeritaat van Professor De Dijn. De bijdragen over Hume zijn verschenen in het
Hume-nummer van het Tijdschrift voor Filosofie 72:3 (2010); de bijdragen over
Spinoza in het Spinoza-nummer 74:2 (2012).
Een abonnement op het Tijdschrift voor Filosofie (ongeveer
800 blz.) kost 60 per jaar, studenten betalen halve prijs, voor België en
Nederland. Daarbuiten is het 75. Er wordt niet vermeld of losse nummers te
koop zijn; even telefoneren naar Uitgeverij Peeters leerde me dat dit zonder meer kan, de prijs is 20 per los nummer. Het abonnement geeft ook toegang tot de online digitale versie. Daar
kunnen afzonderlijke artikels aangekocht worden, 14 per artikel (dus niet per nummer!). Als je
dus het themanummer digitaal wil aanschaffen, kost je dat 11 x 14 = 154 euro;
ook de inleiding door professor De Dijn (twee bladzijden) kost je 14 euro.
Personeel en studenten van de Leuvense universiteit hebben binnen
het universitair netwerk gratis toegang tot de digitale versie, maar niet van
thuis uit. Men kan dus in de bibliotheken inloggen en de pfd-files downloaden
voor eigen gebruik, ook door ze af te drukken. Dit is ook mogelijk in andere
universiteiten en instellingen, die een institutioneel akkoord hebben met uitgever
Peeters.
In de bibliotheek van het Hoger Instituut Wijsbegeerte in
Leuven, waar de redactie van het tijdschrift gevestigd is, is er één exemplaar
van het tijdschrift aanwezig; het kan niet ontleend worden. Fotokopiëren kan,
binnen de gebruikelijke perken.
Het weze me vergund bij dit alles enkele persoonlijke
kanttekeningen te maken.
Toen ik enkele weken na de mededeling van em. professor De
Dijn het betrokken nummer van het tijdschrift wou inkijken, bleek het nog
steeds niet voorhanden. Ondertussen is het er wel. Maar zoals gezegd, het kan niet
ontleend worden. Dat begrijp ik, maar ik begrijp niet waarom er geen tweede
exemplaar is, dat gewoon als boek in de rekken staat en dat wel kan ontleend
worden. Ongetwijfeld beschikt de redactie over ten minste één (gratis) extra exemplaar
van haar eigen tijdschrift dat ze in haar eigen bibliotheek zou kunnen
aanbieden. Het verbaast me dat niemand daaraan gedacht heeft. Ik deed een
suggestie in die zin aan de vriendelijke bediende aan balie, maar zonder veel
succes.
De prijs van 14 per artikel voor de digitale versie is
ronduit exorbitant. Ik kan me niet voorstellen dat iemand daar zoveel geld voor
over heeft, ik althans niet. Dat is jammer, want nu dwingt men de
geïnteresseerde lezer om andere en veel ingewikkelder wegen te bewandelen.
Veelal zal dat neerkomen op het kopiëren van de betreffende bladzijden in de
bibliotheek van het HIW of de plaatselijke of dichtstbijzijnde universiteit,
terwijl een druk op de download knop zou volstaan. Wie gratis toegang heeft kan
dat wel, op de eigen laptop, of op een USB-stick of via mail naar het eigen
adres van op de publieke pcs in de bib.
Men wordt dus gedwongen om via quasi middeleeuwse
kopieerpraktijken de onredelijk hoge kost van de digitale kopie te omzeilen. Een
kopieerkaart kost 1 voor 20 kopies; je kan twee bladzijden op één kopie
krijgen. Een artikel van 20 bladzijden in het tijdschrift kost je dan een halve
euro
Mijn tweede opmerking betreft de tijd die verlopen is tussen
het colloquium (2008) en het verschijnen van de teksten (2012). Dat is een wel
zeer lange periode. Daarvoor kunnen allerlei redenen ingeroepen worden, maar ik
kan er geen bedenken die overtuigt. Als het mogelijk is om de opnames van de
Koningin Elisabethwestrijd binnen de week na de finale in mooie cd-boxen in de
winkel te hebben, dan moet het toch zonder meer ook technisch mogelijk zijn om
de teksten van de referaten van dit colloquium s anderendaags online aan te
bieden. Maar neen: men verkiest om ze vier jaar na datum te publiceren in een klassiek
papieren tijdschrift dat zo goed als ontoegankelijk is voor wie niet aan een
universiteit verbonden is, en ook pas dan een digitale versie ter beschikking
te stellen mits het betalen van een onredelijk hoge prijs.
Dergelijk uitstel is niet ongebruikelijk, dat vernemen we
ook uit andere bronnen, ook van auteurs die daarover gefrustreerd zijn.
Bibliotheken klagen erover dat de prijzen voor digitale content de laatste jaren meer dan verdubbeld zijn.
Ik wil daarom hierbij
een dringende en plechtige oproep doen tot iedereen die in ons taalgebied met
Spinoza bezig is om zich te bezinnen over die aftandse manier van communicatie.
Tevens bieden wij hierbij aan iedereen die over Spinoza wil schrijven de
gelegenheid om zijn of haar teksten onmiddellijk te publiceren op onze website,
zonder enige kost voor de auteur of de lezers. Wij zijn zelfs bereid om, in de
mate van onze mogelijkheden, teksten uit het Engels en het Frans te vertalen
naar het Nederlands, eveneens volkomen gratis. En dat alles zonder reclame of
sponsoring.
Ik weet dat er allerlei redenen zijn om de traditionele
kanalen te volgen: tijdschriften, verslagboeken van colloquia, monografieën en
verzamelwerken. Die redenen hebben echter meestal niets te maken met de
essentie van de zaak, namelijk de kennisoverdracht over Spinoza. Met onze
moderne middelen publiceren wij nog altijd in een formaat dat in niets
verschilt van wat Plantijn destijds zo meesterlijk deed in Antwerpen. Statistieken
tonen aan dat een artikel in een wetenschappelijke publicatie gemiddeld één
keer, je leest het goed, één keer wordt gelezen.
Wordt het dan geen tijd dat wij voor ons discours over Spinoza
radicaal kiezen voor de snelle, economische en milieuvriendelijke nieuwe media
en voor een volkomen gratis uitwisseling van ideeën?
Karel Dhuyvetters
Categorie:Spinoza-nieuws
Tags:Spinoza
|