Foto

Wij steunen
Spinoza in Vlaanderen

 

Veerle Afschrift
Amsterdamse Spinoza Kring

Jos Backx

Gerbert Bakx
Tinneke Beeckman

Mark Behets

Jonathan Bennett

Ingried de Beul

Etienne Bielen

Hubert Bierbooms
Rudmer Bijlsma
Johan Braeckman
Patrick Bruggeman
Kees Bruijnes
Wiep van Bunge
Manja Burgers
Arnold Burms

Filip Buyse
Paul Claes

Anton Claessens

Maria Cornelis †

Jean-Luc Cottyn

Leni Creuwels
Antonio Crivotti
Luc Daenekindt
Jean-Pierre Daenen
Andreas De Block

Robert De Bock

Firmin DeBrabander

Georges De Corte
Daniël De Decker
Herman De Dijn
Paul De Keulenaer
Koen De Maeseneir
Johan Depoortere

Deepak De Ridder
Lut De Rudder

Bert De Smet

Patrick De Vlieger
Luc Devoldere

Johan De Vos

Marcel De Vriendt

Peter de Wit
Hugo D'hertefelt
Karel D’huyvetters

Giuliana Di Biase

Hubert Eerdekens

Bas van Egmond

Willem Elias

Jean Engelen

Guido Eyckmans
Kristien Gerber

Herman Groenewegen

Bart Haers

Yvon Hajunga

Bert Hamminga
Cis van Heertum

Nico van Hengstum 
Bob Hoekstra
François Houtmeyers

Jonathan Israel
Susan James

Aryeh Janssens

Frank Janssens

Frans Jespers
Paul Juffermans
Jan Kapteijn

Julie Klein

Wim Klever

Jan Knol

Rikus Koops

Alan Charles Kors
Leon Kuunders

Theo Laaper

Mogens Laerke

Patrick Lateur

Sonja Lavaert
Willem Lemmens
Freddy Lioen

Patrick Loobuyck

Benny Madalijns

Gino Maes

Syliane Malinowski-Charles

Frank Mertens
Steven Nadler

Ed Nagtegaal

Jan Neelen

Fred Neerhoff

Dirk Opstaele

Gianni Paganini

Rik Pelckmans

Herman Philipse
Jacques Quekel

Ton Reerink

Jean-Pierre Rondas
Michael Rosenthal
Rudi Rotthier
Andrea Sangiacomo
Sjoerd A. Schippers
Eric Schliesser
Max Schneider
Winfried Schröder
Willy Schuermans
Herman Schurmans

Herman Seymus
Hasana Sharp
Anton Stellamans
JD Taylor

Herman Terhorst
Marin Terpstra
Paul Theuns
Tim Tielemans

Fernand Tielens
Jo Van Cauter
Henk Vandaele
Will van den Berg

Sven Van Den Berghe
Hubert Vandenbossche
Jan Baptist Vandenbroeck

Bea Van Den Steen

Daniël Vande Veire 

Patricia Van Dijck
Peter Van Everbroeck 

Joep van Hasselt 

Adelin Van Hecke
Miriam van Reijen

Jean Van Schoors

Paul Van Tieghem
Jasper von Grumbkow

Stan Verdult

Tessa Vermeiren
Corinna Vermeulen
Didier Verscheure
Pieter Vitse
Manon Zuiderwijk

 

Spinoza-links
  • Antiquariaat Spinoza - Amsterdam
  • Over Spinoza - Rikus Koops
  • Vereniging Het Spinozahuis
  • Spinoza & Hume - Herman De Dijn
  • Amsterdamse Spinoza Kring
  • Franciscus Van den Enden - Frank Mertens
  • Spinoza-blog - Stan Verdult
  • Spinoza Kring Lier - Willy Schuermans
  • Spinoza Kring Soest
  • Zoeken in blog

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
    Foto
    Spinoza in Vlaanderen
    meld je aan als sympathisant of geïnteresseerde: spinoza-in-vlaanderen@telenet.be
    24-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ethica, deel 1: de axioma's

    Ethica Deel 1, de axioma’s

    1. Al wat is, is ofwel in zichzelf of in iets anders.

    2. Wat niet door iets anders begrepen kan worden, moet op zichzelf begrepen worden.

    3. Uit een gegeven oorzaak volgt noodzakelijkerwijs een bepaald gevolg; indien er integendeel geen bepaalde oorzaak is, is het onmogelijk dat een gevolg voortkomt.

    4. De kennis van een gevolg is afhankelijk van de kennis van de oorzaak en houdt die in.

    5. Dingen die met elkaar wederzijds niets gemeen hebben, kunnen niet wederzijds middels elkaar begrepen worden, of: het concept van het ene houdt het concept van het andere niet in.

    6. Een waar idee moet overeenstemmen met datgene waarvan het het idee is.

    7. Van al wat men zich kan indenken als niet-bestaand, houdt de essentie het bestaan niet in.

     

    Het eerste axioma lijkt een open deur in te trappen: als iets in iets anders is, is het evident niet (alleen) in zichzelf. Wat steekt achter die evidentie? Dat vinden we terug in definitie 3, waar van de substantie gezegd wordt dat ze in zich is en in stelling 5 over de modi, waarvan gezegd wordt dat ze in iets anders zijn. Nu wordt gezegd dat er geen andere mogelijkheden zijn: ofwel is iets in zichzelf, ofwel is het in iets anders. We moeten dat zien in het licht van het onderscheid dat Spinoza voortdurend maakt tussen de substantie en haar modi, om zo een klare beschrijving te geven van al wat is.

    Het tweede axioma is complementair met het eerste en berust op het tweede lid van beide stellingen, waar het niet meer gaat over het zijn van de substantie en van de modi, maar over de kenbaarheid daarvan. Weer wordt wat specifiek over de substantie en de modi gezegd werd in de definities tot een algemene regel gemaakt, een axioma dat niet moet bewezen worden, maar zelfevident is: als iets niet kan begrepen worden middels iets anders, kan het enkel middels zichzelf begrepen worden, en als iets enkel kan begrepen worden middels iets anders, kan het niet op zichzelf begrepen worden. Later zal moeten blijken waarom dat onderscheid zo belangrijk is in concrete gevallen.

    Het derde axioma heeft eveneens de vorm van een evident dilemma: er zijn slechts twee mogelijkheden denkbaar; dat is de kracht van een axioma: het is evident dat het niet anders kan zijn, het hoeft geen bewijs. En toch is dit axioma van fundamenteel belang en in tegenspraak met de geldende opvattingen. In de christelijke en voorwetenschappelijke wereld was het namelijk helemaal niet zo dat uit een bepaalde oorzaak noodzakelijkerwijs een bepaald gevolg voortkwam; het was immers steeds mogelijk dat God op een of andere manier ingreep om het normale gevolg te verhinderen, of gewoon een ander gevolg maakte op een bepaalde oorzaak, of iets uit het niets creëerde zonder dat daaraan de gewone oorzaak voorafging: hij was immers absoluut almachtig en dus aan geen enkele wet gebonden. Spinoza maakt kordaat schoon schip met dergelijke verzinsels of theologische spitsvondigheden: als er een oorzaak gegeven is, is het gevolg onvermijdelijk; en als die oorzaak er niet is, is er ook geen gevolg. Met één zinnetje maakt hij een einde aan het mythische denken en luidt hij het tijdperk van de wetenschappelijke methode in. Er zijn in de natuur vaste, betrouwbare wetmatigheden, die geen uitzonderingen dulden en dus altijd en overal gelden. Bedenk dat dit een axioma is: het gaat niet alleen over de wetten van de fysica, maar over die van het universum. Wanneer Spinoza later over de mens zal spreken, over zijn kennen, zijn emoties, zijn omgang met anderen enzovoort, gelden deze axioma’s nog steeds.

    Het vierde axioma sluit aan bij het derde en verduidelijkt de band tussen oorzaak en gevolg. Iets is niet zomaar de oorzaak van iets, zoals God de oorzaak is van de schepping; nee, men kan uit wat men weet van een oorzaak zonder meer afleiden wat het gevolg zal zijn, als men althans die oorzaak volledig doorgrondt. Het volstaat dus niet te weten wie of wat de oorzaak is, men moet ook alle eigenschappen en kenmerken van die oorzaak kennen om het gevolg te kunnen kennen en begrijpen. De kennis van de oorzaak laat dus toe het gevolg door en door te kennen, de kennis van het gevolg houdt de kennis in van de oorzaak, of: om de oorzaak te kennen, kan men zich steunen op de kennis van het gevolg. Zo zijn beide, oorzaak en gevolg, onlosmakelijk, methodisch en essentieel met elkaar verbonden. Als dat niet zo is, is er geen wetenschap mogelijk en dat is de reden waarom godsdiensten zich steeds verzetten tegen de axioma’s van de wetenschap: God staat boven alle wetten. Niet zo bij Spinoza: God is de wetmatigheid zelf.

    Het vijfde axioma voert ons verder op hetzelfde pad. Er zijn dingen die enkel begrepen worden middels iets anders, of waarvan het concept noodzakelijkerwijs een ander concept inhoudt. En er is iets dat enkel op zichzelf begrepen wordt en waarvoor niets anders nodig is. Als er nu twee dingen zijn die niets gemeen hebben, die dus totaal, absoluut en op alle punten verschillen van elkaar, dan houdt het ene ook het concept niet in van het andere en kan het niet middels dat andere begrepen worden. Ook dat is een algemene regel en wij zullen even geduld moeten hebben voor we zien waarheen dat ons leidt.

    Axioma 6 is weer een evidentie. Je hebt een ding en je hebt een idee van dat ding; het ding is niet het idee en het idee is niet het ding, er is dus een verschil. Een idee kan waar zijn of onwaar. Het is klaarblijkelijk waar als het bij dat ene ding hoort, en niet bij een ander, en als het weergeeft wat en hoe dat ding is, dus als het ermee overeenkomt of convenieert (convenire), als het ermee in overeenstemming is. Als er geen overeenkomst is tussen een idee en datgene waarvan het het idee is (het ideatum), is het ofwel het idee van iets anders, of geeft het een onvolledig of verkeerd idee van zijn ideatum, van het ding dus, en dan is dat geen waar idee maar een onwaar of vals idee. Met dat axioma blijkt nogmaals dat er in het universum duidelijk (ten minste) twee aspecten zijn: het ding en zijn idee, het zijn en het kennen of het denken. Ook dat hoeft geen betoog, tenzij men een van beide ontkent: als men ontkent dat er dingen zijn, wordt alles louter idee en komen we terecht in een wereld die enkel bestaat in de gedachten van wie de ideeën heeft; sommige filosofen zijn die mening toegedaan en op louter logische gronden is het niet eenvoudig om die opvatting te ontkrachten. Het is immers denkbaar dat de ideeën niet van de dingen komen die wij waarnemen, maar dat de ideeën de oorzaak zijn van de dingen. Dat is ten minste in zekere mate inderdaad zo: de dingen worden maar wat ze zijn in zoverre ze als dusdanig erkend worden door de ideeën van de waarnemer. De epistemologie onderzoekt precies de band tussen beide, maar dat is een ander verhaal, dat pas vanaf het tweede deel aan bod komt. Als men ontkent dat er ideeën zijn, wordt de wereld herleid tot pure materie en is er geen kennis mogelijk, maar dat, zo zou Spinoza zeggen, is absurd.

    Axioma 7 is een doordenkertje. Als er iets is waarvan men zich kan indenken dat het niet bestaat, bestaat het niet noodzakelijk en houdt zijn essentie dus niet in dat het bestaat, zoals het geval is voor de substantie: haar essentie is te bestaan en dus kan men zich niet voorstellen dat ze niet bestaat. Als we ons dus van iets kunnen voorstellen dat het niet bestaat, behoort bestaan niet tot zijn essentie. Het lijkt een abstracte algemene regel, waarvan de bedoeling niet meteen duidelijk is. Het is echter een verdere precisering van het onderscheid tussen de substantie enerzijds en de modi anderzijds; de modi kunnen immers gedacht worden als niet bestaand, de substantie niet. De essentie van de modi houdt dus hun bestaan of existentie niet in. Terwijl de substantie absoluut bestaat, bestaan de modi van de substantie soms ook niet. Dat is een belangrijke gedachte die we altijd voor ogen moeten houden en waaraan nog vaak herinnerd zal worden.

    Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de opsomming van de definities en de axioma’s van het eerste deel, over God. In de stellingen die nu volgen, zal Spinoza voortdurend verwijzen naar de definities en axioma’s en naargelang de stellingen bewezen worden, ook meer en meer naar de voorafgaande stellingen, zoals betaamt in een redenering more geometrico. Het is in dat verband interessant en nuttig om eens een stelling van Euclides te bekijken om te zien hoe daar de waarheid en geldigheid van een uitspraak afdoende bewezen wordt op grond van axioma’s en voorgaande stellingen. Stelling 47 van boek 1, de beroemde stelling van Pythagoras is een goed voorbeeld, al vergt ze toch enige moeite voor beginners…

    Het is echter van ten minste even groot belang aandacht te hebben voor de inhoud van de stellingen zelf. We hebben hier immers niet te maken met wiskundige of geometrische bewijzen, maar met filosofie. Spinoza gebruikt de geometrische methode, maar hij doet niet aan wiskunde. De bewijskracht van de aangehaalde axioma’s, definities en stellingen is dus niet even absoluut als in de wiskunde, maar beperkt zich in feite tot het verklaren of toelichten van de inhoud van een stelling. Een stelling is dus op zich belangrijk, ook als men het bewijs zou kunnen aanvechten op de strenge gronden van de formele logica. Spinoza wou vermijden dat zijn filosofie zoals die van anderen en zoals de theologie zomaar dingen zou stellen zonder ze afdoende te bewijzen en nam dus zijn toevlucht tot de manier van denken die aangereikt wordt door de mathesis, zoals hij die noemt in het lange appendix van deel 1. Waar de bewijzen in de Euclidische meetkunde onomstotelijk juist zijn, zijn die van Spinoza vooral overtuigend, zo al niet onweerlegbaar, niet zelden volgens zijn geliefkoosde reductio ad absurdum, het bewijs uit het ongerijmde: iets is waar als het tegendeel absurd is.


    Categorie:Ethica
    Tags:Spinoza
    22-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E1def8 Eeuwig

    E1def8 Eeuwig

    Eeuwigheid is al net zo’n versleten en vaag begrip, dat het nodig is vooraf duidelijk te bepalen wat ermee bedoeld wordt. Men kan zo de indruk krijgen dat Spinoza more geometrico en naar het voorbeeld van Euclides met zijn definities al de elementen opsomt die hij later zal gebruiken in zijn stellingen. Dat is in zekere mate ook zo, maar wat Spinoza in deze acht definities doet, is veeleer het grondidee verduidelijken op verscheidene manieren, die samen een globaal beeld moeten geven van de werkelijkheid.

    Hier bekroont Spinoza zijn beschrijving van de kosmos met de term eeuwigheid. Wat noodzakelijk bestaat en in niets afhankelijk is van iets anders buiten zich, moet vanzelfsprekend ook eeuwig bestaan. Dat bestaan is immers gegrond op de eeuwige en onveranderlijke definitie zelf van zijn essentie. Het onderscheid tussen de essentie van iets en zijn existentie zal later nog verduidelijkt moeten worden, maar het is nu al duidelijk dat althans voor de substantie de beide samenvallen, zoals blijkt uit de eerste definitie. Uit de definitie van God weten we dat zijn essentie eeuwig en onbegrensd is; en dus is ook zijn existentie eeuwig.

     

    Definitie 8 Onder eeuwigheid versta ik een bestaan in de mate dat het begrepen wordt als uitsluitend noodzakelijk volgend uit de eeuwige definitie van iets.

             Verklaring: een dergelijk bestaan begrijpt men immers als een eeuwige waarheid, net zoals de essentie van iets en het kan daarom niet verklaard worden door tijdsduur of tijd, zelfs indien men tijdsduur zou beschouwen als iets dat geen begin of einde heeft.

     

    De definitie van iets drukt zijn essentie uit en is dus zoals die essentie eeuwig. Indien het bestaan of de existentie van iets uitsluitend kan begrepen worden op grond van zijn definitie, bestaat het noodzakelijk en dus ook eeuwig, dat wil zeggen onafhankelijk van elke notie van tijd. Spinoza maakt hier een onderscheid tussen enerzijds wat buiten het tijdsbestek valt en anderzijds wat altijd bestaat, dat wil zeggen in de tijd, of daaraan ooit een begin was of ooit een einde zal komen of niet. Eeuwig is tijdloos, terwijl eeuwigdurend een in beide richtingen onbegrensde periode in de tijd aanduidt. Het lijkt een subtiel onderscheid, maar voor Spinoza is het van belang duidelijk te maken dat essenties tot een andere dimensie behoren dan de tijd; tijd en tijdsduur zijn begrippen die enkel op existentie, bestaan toepasselijk zijn, wanneer dat bestaan niet samenvalt met de essentie van iets. Bij God of de substantie is dat wel het geval, en dus is God of de substantie eeuwig.

    Ook hier wijkt Spinoza radicaal af van de traditionele begrippen. Terwijl in de christelijke visie alleen God eeuwig is en de natuur, inclusief de mensen, door hem geschapen is uit het niets en tot niets vergaat, is voor Spinoza de Substantie eeuwig, onveranderlijk en onvergankelijk, omdat haar bestaan of existentie identiek is met haar essentie: haar essentie is te bestaan. De vormen echter die de substantie aanneemt, zijn vergankelijk in hun bestaan of existentie, maar ze ontstaan uit de vormen van de substantie zelf, niet uit het niets, en wanneer hun tijd gekomen is, gaan ze weer op in de substantie, terwijl hun essentie eeuwig is. Er is dus geen echte tweedeling in de natuur, geen onderscheid tussen een schepper en zijn schepselen: de substantie is zowel scheppend als geschapen. Voor de substantie valt essentie en existentie samen en is ook de existentie eeuwig, voor de vormen van de substantie is dat niet het geval: hun essentie is eeuwig, hun existentie of bestaan is dat niet, het is in de tijd of tijdelijk; maar tijdens hun tijdelijk bestaan maken zij onlosmakelijk deel uit van de eeuwige substantie als een vorm die de substantie aanneemt.

    Dat is het fameuze radicale monisme van Spinoza: alles is één. In het eerste deel, De Deo van de Ethica legt hij uit wat zijn is, wat de substantie of God is en wat de dingen zijn. Er kan geen groter verschil bedacht worden dan tussen die uitleg en alle andere verklaringen van de wereld.

     


    Categorie:Ethica
    Tags:Spinoza
    21-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E1def7 Vrij of gedwongen

    E1def7

    Vrij of ongedwongen, noodzakelijk of gedwongen

    Wat bedoelt men met vrij? Daarover verschillen de meningen dermate, zowel in het gewone taalgebruik als onder filosofen en theologen, dat een definitie zich opdringt. Voor Spinoza is het duidelijk: het gaat niet om de vrijheid die men beter willekeur kan noemen, bijvoorbeeld de vrijheid om willekeurig een kaart te trekken uit een pak. Spinoza heeft het hier over een vrijheid die veel fundamenteler is en die te maken heeft met twee andere begrippen, namelijk natuur en noodzaak. Natuur hebben we al ontmoet in de eerste en de tweede stelling en de term wordt hier gebruikt als een synoniem voor die andere fundamentele term: essentie. De natuur van iets is dat wat iets is, letterlijk zijn essentie, uitgedrukt door zijn definitie. Noodzakelijk heeft een even fundamentele betekenis in deze context en de term wordt voortdurend door Spinoza aangewend in combinatie met de (goddelijke) natuur en essentie. Hoe iets van nature en in essentie is, kan immers niet anders zijn dan het is. Dat drukt Spinoza uit door te zeggen dat het noodzakelijk is, of dat het noodzakelijkerwijs (necessario) is zoals het is. Het is niet toevallig zo, noch eventueel zo, noch soms zo en soms anders &c., het moet zijn zoals het is, het kan alleen zo zijn.

    Die compromisloze begrippen brengt hij dan samen in een formulering die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat: iets is vrij als het bestaat vanuit de noodzaak van zijn natuur alleen. In het Latijn kan men ‘alleen’ als een adjectief gebruiken bij ‘noodzaak’: ex sola necessitate; wij vertalen gewoonlijk door ‘uitsluitend, of alleenlijk, of alleen vanuit de noodzakelijkheid’. Iets dat geen enkele andere oorzaak heeft en door niets anders bepaald wordt dan door wat het zelf van nature en in essentie is, dat pas is echt vrij of absoluut autonoom. Zoiets handelt eveneens uitsluitend op eigen initiatief; het is immers ondenkbaar dat iets anders zou maken dat het bepaalde handelingen uitvoert, en wat niet door iets anders tot handelen gebracht wordt, wordt er enkel door zichzelf toe gebracht te handelen en op een bepaalde manier te handelen. De combinatie van deze twee strenge, fundamentele voorwaarden, namelijk volstrekt autonoom bestaan en volstrekt onafhankelijk handelen, bepalen wat volstrekte vrijheid is.

    Wat niet vrij is, is dan gemakkelijk te omschrijven, door deze voorwaarden te ontkennen: wat niet noodzakelijkerwijs bestaat vanuit zijn eigen essentie of natuur, en wat inderdaad door iets anders aangezet wordt tot handelen op een bepaalde manier, dat is niet vrij maar, zo zegt Spinoza, ‘noodzakelijk’, maar hij verbetert zichzelf meteen, omdat hij dat precieuze woord net in een andere betekenis heeft gebruikt, namelijk om de absolute noodzakelijkheid van de essentie van iets uit te drukken, en zegt: ‘of liever: gedwongen’. We vertalen daarom hier ‘necessaria’ niet als ‘noodzakelijk’, maar als ‘genoodzaakt’, wat beter weergeeft wat Spinoza bedoelt en uitdrukt met ‘coacta’, gedwongen. Voor alle duidelijkheid preciseert hij dat het niet alleen gaat om door iets anders tot handelen gedwongen te worden, maar dat bovendien dat andere ook bepaalt wat men doet, hoe men handelt, namelijk op een welbepaalde manier. Daarvoor gebruikt Spinoza een vaste dubbele uitdrukking: certa et determinata (ratione). Dergelijke combinaties waren toentertijd verre van ongebruikelijk en meestal betekenen ze samen niet meer dan elk van beide woorden afzonderlijk: ‘certus’ en ‘determinatus’ lijken inderdaad dezelfde inhoud te hebben, maar is dat wel zo? Spinoza is altijd zuinig met woorden en als hij er twee gebruikt, is dat altijd omdat een niet genoeg is. Certus betekent zeker, een uitgemaakte zaak, het tegengestelde van onzeker, vaag, onduidelijk. Determinatus voegt daar een andere connotatie aan toe, namelijk dat iets op een welbepaalde manier is zoals het is, omdat het door zichzelf of zoals hier door iets anders zo gemaakt of bepaald is. Wij vertalen de vaste uitdrukking certus et determinatus in principe steeds als ‘zeker en welbepaald’. Het zal van de lezer af en toe een inspanning vragen om ‘zeker’ dan niet te lezen als ‘een zekere, een of andere’; het is een dubbelzinnigheid die men in het Nederlands zowel als in andere moderne talen zoals het Engels en het Frans aantreft en moet accepteren.

    Daarmee heeft Spinoza nogmaals in zeer duidelijke bewoordingen de grote trekken vastgelegd van het universum. Enerzijds is er iets dat autonoom bestaat en handelt, anderzijds zijn er dingen die daartoe niet in staat zijn, maar door iets anders daartoe gedwongen worden. Het is een belangrijke volgende stap in zijn exposé, dat daarmee steeds verder afwijkt van de kosmologie die in zijn tijd gangbaar was. Die vertrok immers van een God die in zijn almacht werkelijk om het even wat kon doen en teweegbrengen en die volledig willekeurig en onvoorspelbaar om het even wat kon beslissen naar eigen goeddunken, en anderzijds zijn schepping, het resultaat van die absolute almacht en willekeur, die door hem niet alleen stuk voor stuk gemaakt wordt zoals ze is, maar ook noodzakelijkerwijs door hem in stand gehouden moet worden, wil ze niet onmiddellijk vergaan. Als God al volgens bepaalde inzichten handelt, dan zijn die ontoegankelijk en onbegrijpelijk voor de mens.

    Geleidelijk aan wordt de lezer binnengeleid in een totaal ander universum en dat is het verbluffend genie en de spectaculaire originaliteit van Spinoza. In plaats van een mysterieuze, ja capricieuze wereld, gedirigeerd door een al te menselijk Opperwezen en bevolkt met geesten en spoken en mythische figuren, en waarin de mensen de speelbal zijn van de elementen en van de nukken van het lot en dus nooit weten wat hen te wachten staat, ziet Spinoza een vaste, betrouwbare kosmos die noodzakelijk is zoals hij is, die altijd en overal zijn eigen onveranderlijke autonome zelf is en waarvan de mens naast de andere elementen van de natuur een integrerend deel uitmaakt, beantwoordend aan dezelfde algemene natuurwetten.

    Sommigen menen dat Spinoza deze en andere ideeën bij anderen heeft gehaald en dat hij niet meer doet dan die ontlenen en gebruiken. Men kan net zo goed zeggen dat Spinoza ook de bestaande woorden gebruikt en dus helemaal niets origineels zegt. Zeker, anderen hebben voor hem bepaalde ideeën naar voren gebracht en zoals het spreekwoord zegt: pereant qui ante nos nostra dixerunt: naar de hel met wie al voor ons gezegd heeft wat wij zeggen. Het is echter evident dat Spinoza niet al zijn ideeën van anderen heeft, niet het minst omdat hij niet eens op de hoogte was noch kon zijn van het feit dat anderen die ideeën al gehad en neergeschreven hadden, maar vooral dat hij door ze te integreren in zijn radicaal vernieuwende manier van denken en de wereld te beschrijven bestaande ideeën bijna altijd een volledig nieuwe, originele en gans eigen betekenis geeft, zoals hij ook zijn filosofie schrijft in bewoordingen en aan de hand van termen en begrippen die weliswaar gebruikelijk waren, maar die bij hem bijna steeds een nieuwe, gedurfde lading en betekenis krijgen, zoals hier het begrip vrijheid.

     

    Definitie 7

    Vrij noemt men iets dat uitsluitend bestaat vanuit de noodzaak van zijn eigen natuur en uitsluitend tot handelen gebracht wordt door zichzelf; genoodzaakt echter, of liever gedwongen, noemt men wat door iets anders op een zekere en welbepaalde manier tot bestaan en handelen gebracht wordt.

     

     


    Categorie:Ethica
    Tags:Spinoza
    20-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza door Christel Verstreken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza


    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Van oud naar nieuw
  • La langue maternelle de Spinoza
  • Mark Behets, Spinoza's eeuwige geest
  • Maria Cornelis, 1940-2016
  • E5p31-42 vertaling
  • E5p31-42 toelichting
  • E5p21-30 vertaling
  • E5p21-30 toelichting
  • E5p11-20 vertaling
  • E5p11-20 toelichting
  • E5P1-10 vertaling
  • E5p1-10 toelichting
  • E4 appendix vertaling
  • E4 appendix toelichting
  • E4p67-73 vertaling
  • E4p67-73 toelichting
  • E4p64-66 vertaling
  • E4p64-66 toelichting
  • E4p59-63 vertaling
  • E4p59-63 toelichting
  • E4p37-58 vertaling
  • E4p37-50 toelichting
  • E4p51-58 toelichting
  • E4p26-36 vertaling
  • E4p26-36
  • E4p15-25 vertaling
  • E4p15-25 toelichting
  • E4p9-14 vertaling
  • E4p9-14 toelichting
  • E4p1-8 vertaling
  • E4p1-8 toelichting
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, vertaling
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, toelichting
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, vertaling
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, toelichting
  • E3p51-59 vertaling
  • E3p51-59 toelichting
  • E3p36-50 vertaling
  • E3p36-50 toelichting
  • E3p27-35 vertaling
  • E3p27-35 toelichting
  • E3p12-26 Vertaling
  • E3p12-26 Toelichting
  • E3p3-11 vertaling
  • E3p3-11 toelichting
  • E3p1-2 vertaling
  • E3p1-2 toelichting
  • Ideeën en gedachten
  • E2p44-49 vertaling
  • E2p44-49 toelichting
  • E2p32-43 Vertaling
  • E2p32-43 Toelichting
  • E2p25-31 Vertaling
  • E2p25-31 Toelichting
  • E2p19-24 vertaling
  • E2p19-24 toelichting
  • E2p19
  • E2p14-18 toelichting
  • E2p14-18 vertaling
  • De kleine fysica, toelichting
  • De kleine fysica, vertaling
  • E2p11-13
  • E2p11-13 Toelichting
  • E2p1-10 Vertaling
  • E2p1-10 Toelichting
  • Spinoza in Vlaanderen 2012-2015
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's, toelichting
  • E1 Appendix
  • E1 Appendix Toelichting
  • E1p24-36 Vertaling
  • E1p24-36 Toelichting
  • E1p15-23 Vertaling
  • E1p15-23 Toelichting
  • E1p9-14
  • E1p9-14 Toelichting
  • E1p1-8
  • E1p1-8 Toelichting
  • Ethica, deel 1: de axioma's
  • E1def8 Eeuwig
  • E1def7 Vrij of gedwongen
  • Spinoza door Christel Verstreken
  • God - E1def6
  • Ethica E1def5
  • E1def4 Attribuut
  • Het begin van het begin: E1def1
  • Ethica E1def3
  • Sprekende bomen en mensen geboren uit stenen (E1p8s2)
  • E1def2 nogmaals
  • De Brieven over God: brief 82
  • De Brieven over God: brief 83
  • De Brieven over God: brief 82 en 83, toelichting
  • De Brieven over God: brief 70
  • De Brieven over God: brief 72
  • De Brieven over God: brief 70 en 72, toelichting
  • De Brieven over God: brief 65
  • De Brieven over God: brief 66
  • De Brieven over God: brief 65 en 66 Toelichting
  • Te kwader trouw (E4p72)
  • De Brieven over God: brief 63
  • De Brieven over God: brief 64
  • De Brieven over God: brief 63 en 64 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 59
  • De Brieven over God: brief 60
  • De Brieven over God: brief 59 en 60, toelichting
  • Dirk Opstaele, Optreden in de geheugenzaal.
  • De Brieven over God: brief 57
  • De Brieven over God: brief 58
  • De Brieven over God: brief 57 en 58, toelichting
  • De Brieven over God: de depositie van Steno
  • De Brieven over God: de depositie van Steno, toelichting
  • De Brieven over God: brief 54
  • De Brieven over God: brief 54, toelichting
  • De Brieven over God: brief 55
  • De Brieven over God: brief 55, toelichting
  • De Brieven over God: brief 56
  • De Brieven over God: brief 56, toelichting
  • De Brieven over God: brief 50
  • De Brieven over God: brief 50, toelichting
  • De Brieven over God: brief 34
  • De Brieven over God: brief 34 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 35
  • De Brieven over God: brief 35, toelichting
  • De Brieven over God: brief 36
  • De Brieven over God: brief 36, toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • Antoine Arnauld, de bekering van Nicolaus Steno en Albert Burgh
  • De Brieven over God: brief 76
  • De Brieven over God: brief 76 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67
  • De Brieven over God: brief 67, toelichting
  • De Brieven over God: brief 43
  • De Brieven over God: brief 43 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 42
  • De Brieven over God: brief 42 Toelichting
  • Spinoza over de Islam
  • De Brieven over God: brief 79
  • De Brieven over God: brief 79 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 78
  • De Brieven over God: brief 78 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 77
  • De Brieven over God: brief 77 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 75
  • De Brieven over God: brief 75 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74
  • De Brieven over God: brief 73
  • De Brieven over God: brief 73 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 71
  • De Brieven over God: brief 71 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 68
  • De Brieven over God: brief 68 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 62
  • De Brieven over God: brief 62 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 61
  • De Brieven over God: brief 61 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 33
  • De Brieven over God: brief 33 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 32
  • De Brieven over God: brief 32 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 31
  • De Brieven over God: brief 31 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 30
  • De Brieven over God: brief 30 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 29
  • De Brieven over God: brief 29 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 25
  • De Brieven over God: brief 25 Toelichting
  • Twee betekenissen van 'attribuut'?
  • De Brieven over God: brief 16
  • De Brieven over God: brief 16, toelichting
  • De Brieven over God: brief 14
  • De Brieven over God: brief 14, toelichting
  • De Brieven over God: brief 13
  • De Brieven over God: brief 13, toelichting
  • De Brieven over God: brief 11
  • De Brieven over God: brief 11, toelichting
  • Syliane Malinowski-Charles, Rationalisme of subjectieve ervaring.
  • De Brieven over God: brief 7
  • De Brieven over God: brief 7, toelichting
  • De Brieven over God: brief 6
  • De Brieven over God: brief 6, toelichting
  • John Stuart Mill, On Nature
  • De Brieven over God: brief 5
  • De Brieven over God: brief 5, toelichting
  • De Brieven over God: brief 4
  • De Brieven over God: brief 4, toelichting
  • De Brieven over God: brief 3
  • De Brieven over God: brief 3, toelichting
  • Bart Haers
  • De Brieven over God: brief 2, toelichting
  • De Brieven over God: brief 2
  • De Brieven over God: brief 1 toelichting
  • De Brieven over God: brief 1
  • De Brieven over God: inleiding
  • Spinoza opnieuw veroordeeld
  • Joseph Almog, Everything in its Right Place
  • Paul Claes, Het Kristal

    Categorieën
  • atheïsme (4)
  • Brieven (110)
  • Compendium Grammatices Lingae Hebraeae (1)
  • Ethica (107)
  • Spinoza (t)weetjes (7)
  • Spinoza links en rechts (11)
  • Spinoza literair (28)
  • Spinoza-nieuws (77)
  • Spinoza-onderzoek ontsloten (40)
  • Tractatus Politicus (24)


  • Blog als favoriet !


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!