Foto

Wij steunen
Spinoza in Vlaanderen

 

Veerle Afschrift
Amsterdamse Spinoza Kring

Jos Backx

Gerbert Bakx
Tinneke Beeckman

Mark Behets

Jonathan Bennett

Ingried de Beul

Etienne Bielen

Hubert Bierbooms
Rudmer Bijlsma
Johan Braeckman
Patrick Bruggeman
Kees Bruijnes
Wiep van Bunge
Manja Burgers
Arnold Burms

Filip Buyse
Paul Claes

Anton Claessens

Maria Cornelis †

Jean-Luc Cottyn

Leni Creuwels
Antonio Crivotti
Luc Daenekindt
Jean-Pierre Daenen
Andreas De Block

Robert De Bock

Firmin DeBrabander

Georges De Corte
Daniël De Decker
Herman De Dijn
Paul De Keulenaer
Koen De Maeseneir
Johan Depoortere

Deepak De Ridder
Lut De Rudder

Bert De Smet

Patrick De Vlieger
Luc Devoldere

Johan De Vos

Marcel De Vriendt

Peter de Wit
Hugo D'hertefelt
Karel D’huyvetters

Giuliana Di Biase

Hubert Eerdekens

Bas van Egmond

Willem Elias

Jean Engelen

Guido Eyckmans
Kristien Gerber

Herman Groenewegen

Bart Haers

Yvon Hajunga

Bert Hamminga
Cis van Heertum

Nico van Hengstum 
Bob Hoekstra
François Houtmeyers

Jonathan Israel
Susan James

Aryeh Janssens

Frank Janssens

Frans Jespers
Paul Juffermans
Jan Kapteijn

Julie Klein

Wim Klever

Jan Knol

Rikus Koops

Alan Charles Kors
Leon Kuunders

Theo Laaper

Mogens Laerke

Patrick Lateur

Sonja Lavaert
Willem Lemmens
Freddy Lioen

Patrick Loobuyck

Benny Madalijns

Gino Maes

Syliane Malinowski-Charles

Frank Mertens
Steven Nadler

Ed Nagtegaal

Jan Neelen

Fred Neerhoff

Dirk Opstaele

Gianni Paganini

Rik Pelckmans

Herman Philipse
Jacques Quekel

Ton Reerink

Jean-Pierre Rondas
Michael Rosenthal
Rudi Rotthier
Andrea Sangiacomo
Sjoerd A. Schippers
Eric Schliesser
Max Schneider
Winfried Schröder
Willy Schuermans
Herman Schurmans

Herman Seymus
Hasana Sharp
Anton Stellamans
JD Taylor

Herman Terhorst
Marin Terpstra
Paul Theuns
Tim Tielemans

Fernand Tielens
Jo Van Cauter
Henk Vandaele
Will van den Berg

Sven Van Den Berghe
Hubert Vandenbossche
Jan Baptist Vandenbroeck

Bea Van Den Steen

Daniël Vande Veire 

Patricia Van Dijck
Peter Van Everbroeck 

Joep van Hasselt 

Adelin Van Hecke
Miriam van Reijen

Jean Van Schoors

Paul Van Tieghem
Jasper von Grumbkow

Stan Verdult

Tessa Vermeiren
Corinna Vermeulen
Didier Verscheure
Pieter Vitse
Manon Zuiderwijk

 

Spinoza-links
  • Antiquariaat Spinoza - Amsterdam
  • Over Spinoza - Rikus Koops
  • Vereniging Het Spinozahuis
  • Spinoza & Hume - Herman De Dijn
  • Amsterdamse Spinoza Kring
  • Franciscus Van den Enden - Frank Mertens
  • Spinoza-blog - Stan Verdult
  • Spinoza Kring Lier - Willy Schuermans
  • Spinoza Kring Soest
  • Zoeken in blog

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
    Foto
    Spinoza in Vlaanderen
    meld je aan als sympathisant of geïnteresseerde: spinoza-in-vlaanderen@telenet.be
    21-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het probleem van het collectief verlangen en de menigte - JD Taylor

    Het probleem van het collectief verlangen en de menigte:

    Spinoza’s pessimisme herbekeken.

     

    JD Taylor, University of Roehampton

     

    JD Taylor is a doctoral research student at the University of Roehampton, London, where he is currently exploring the problem of collective desire in contemporary political theory analysed in the encounter of Spinoza and Deleuze. His research focuses especially on Spinoza's democratic political theory, and how late 20th century Marxist thinkers have deployed Spinoza's politics to different ends. The overarching goal of his research is to produce a Spinozan account of collective desire with application to contemporary social and political problems.

     

    Paper voorgebracht op de afdeling ’Spinoza’s Politiek’ van de London Conference in Critical Thought, 6 juni 2013. Vertaald door Karel D’huyvetters met toestemming van de auteur, © 2013. Met dank aan Lut en Hubert voor het nalezen.

     

    Zoals Hasana Sharp (2011, p.1) onlangs nog opmerkte, is Spinoza een personage geweest ‘met verschillende postume wedergeboorten’. Zijn baanbrekende 17de-eeuwse filosofie laat zich niet gemakkelijk onder een noemer vangen: ze is noch helemaal Cartesiaans noch het tegendeel, noch zonder meer politiek, metafysisch of psychologisch en zeker niet zonder meer ‘rationalistisch’ of speculatief. Hij staat bekend als de ‘afvallige Jood’, terwijl zo uiteenlopende denkers als Bertrand Russell en Gilles Deleuze hem als ‘de prins onder de filosofen’ bestempelen (1990, p. 11). Hij is een ontijdige en anomalistische figuur, een seculiere heilige van de Rede.  Het is niet mijn bedoeling hier een samenvatting te geven van de tegenstrijdige maar fascinerende geschiedenis van de Spinoza-interpretatie. Ik vertrek integendeel vanuit een hypothese die gekant is tegen een bepaalde manier om Spinoza te lezen, een invloedrijke manier, die ontstond tijdens de Spinoza-beweging in het naoorlogse Frankrijk, in het spoor van Althusser. Deze beweging trachtte in een hernieuwde lezing van Spinoza een nieuwe basis te vinden voor een materialistische politieke horizon die de Hegeliaanse dialectiek oversteeg. Ik noem dit de ‘affirmatieve’ lezing, een term die ik ontleen aan Benjamin Noys’ recente kritische studie The Persistence of the Negative (2009, pp. ix-xi), hoewel A. Kiarina Kordela het ook wel de ‘neo-Spinozistische’ beweging genoemd heeft (2007, pp. 2-5). Wij vinden die affirmatieve lezing typisch terug bij Gilles Deleuze en in zijn later werk in samenwerking met Guattari, en de invloed die zij gehad hebben op Antonio Negri, Étienne Balibar en recentelijk ook anderen. Deze affirmatieve interpretatie vat ik ten behoeve van mijn hypothese zeer vereenvoudigd samen in drie stellingen:

    1.    Spinoza is een sociaal revolutionair denker. In Subversive Spinoza stelt Negri het zo: Spinoza’s filosofie ‘is de waarheid van een revolutie die zich afspeelt in het bewustzijn, de zoektocht van de menigte naar het voor-zich zijn van de ethiek en de ontdekking van zijn doeltreffendheid’ (2004, p. 1).

    2.    Zijn opvatting over verlangen is intrinsiek libertair. Deze stelling zou bijvoorbeeld bij Deleuze bijval vinden, die samen met Guattari aan het einde van zijn Anti-Oedipus in eerbiedig Spinozaanse bewoordingen schrijft: ‘als wij het verlangen naar voren brengen als een revolutionaire kracht, dan is dat omdat wij geloven dat de kapitalistische samenleving bestand is tegen talrijke uitingen van interesse, maar niet tegen één uiting van het verlangen, die immers voldoende zou zijn om haar fundamentele structuren op te blazen, zelfs op het niveau van de kleutertuin’ (1983, p. 379).

    3.    Spinoza’s politieke doelstelling was de heerschappij van de menigte, de gewone meerderheid; dit is een interpretatie die we zonder meer kunnen toeschrijven aan Negri, maar het loont de moeite om hierbij ook Balibar te citeren, die getuigt van deze trend in een opmerking die hij maakte bij zijn eigen studie van Spinoza’s pessimisme, Spinoza, the Anti-Orwell, waar hij verkiest Spinoza zelf te negeren en in zijn plaats nogmaals een democratische, vrijheidslievende prins naar voren te schuiven: ‘Wij kunnen dan proberen om hem te lezen, niet als een mislukte poging om de democratische staat te definiëren, maar als een ongeëvenaarde inspanning om rigoureus te denken over de democratie als de transformatie van de staat’ (1993, p.33).

     

    In zekere zin kloppen die drie stellingen en zijn ze gegrond op uitstekend theoretisch, en in het geval van Balibar ook historisch onderzoek. Ik zal echter in wat volgt via een nauwkeurige studie van Spinoza elk van die stellingen betwisten.

    1.    Hoewel Spinoza’s systeem revoluties kan inhouden (en hiermee ga ik in tegen Filippo Del Lucchese, die stelt dat in historische voorbeelden in de Politieke Verhandeling (hierna vermeld als TP) talrijke gevallen voorkomen van oorlog en onrust), moeten we zijn politiek toch interpreteren als een traject naar een steeds meer pessimistische en utilitaristische opvatting.

    2.    Spinoza’s opvatting over verlangen  gaat uit van het natuurlijk recht, waarbij wat ik verlang datgene is wat ik als goed beschouw, en ik zal dit nastreven ten koste van anderen. In Spinoza’s naturalistische interpretatie kent het verlangen geen moraal en bijgevolg is het niet intrinsiek libertair of communistisch.

    3.    Opdat er sprake zou kunnen zijn van een collectief verlangen moet het de vorm aannemen van een burgerlijke staat; daarbuiten bestaat het niet. Spinoza’s uiteindelijke politieke doel is niet de vrijheid van de menigte, maar vrede en stabiliteit van de burgerlijke staat. Hoewel Spinoza over het algemeen meer en meer sceptisch wordt met betrekking tot de rol van de rede bij het tot stand komen van collectieve beslissingen, en hij onder de invloed van Tacitus enkele behoorlijk pessimistische uitspraken doet over ‘ het grauw’ of ‘de massa’, houdt hij toch positief vast aan het bestaan van de staat. Ik weerleg dus Deleuze en Negri niet, maar ik maak mij sterk dat het benadrukken van het verlangen alleen niet zal leiden tot het aan de macht brengen van de menigte.

     

    In het eerste gedeelte van mijn betoog zal ik vooral een beroep doen op de Ethica, waar we iets aantreffen dat het meest in de buurt komt van een vreugdevolle, affirmatieve politiek van de mensheid. Ik wil dit punt in onze tocht door Spinoza’s werk markeren als de plaats waar wij hem op zijn stralendst en zelfzekerst zien. Hij gebruikt stellingen zoals Euclides, daartoe mede geïnspireerd door Galileo, als een pedagogisch hulpmiddel, om de mogelijkheid van vergissingen bij de interpretatie te verhinderen en om de stappen aan te geven waarmee aankomende filosofen kunnen komen tot een intellectuele liefde tot God. Spinoza vertrouwt erop dat men aan de mensheid kan aantonen dat de rede overeenkomt met haar verlangens en haar macht. Wij zullen vaststellen, wanneer we aankomen bij de veel latere Politieke Verhandeling, dat dit optimisme plaats heeft gemaakt voor iets dat veel donkerder is en meer doelmatig. Vooreerst wil ik Spinoza’s opvatting over het verlangen kenmerken, aan de hand van vier definities.

     

    Ten eerste is verlangen voor Spinoza conatus, een streven of betrachting om onszelf in stand te houden en ons eigen voordeel na te streven. Zo staat het in de Ethica: ‘Elk wezen tracht naar eigen best vermogen zichzelf in stand te houden’ (E3p6). Het sleutelwoord is hier ‘trachten’ en het staat gelijk met streven. En verder: ‘De betrachting van elk wezen om zichzelf in stand te houden is niets anders dan de actuele essentie van dat wezen zelf’ (E3p7). Die betrachting (conatus) definieert elk wezen.

     

    Ten tweede komt voor Spinoza het verlangen voort uit fysische oorzaken. Wat hij zegt over de conatus is het resultaat van een voorafgaande uiteenzetting in het derde deel van de Ethica die handelt over het feit dat wezens enkel kunnen vernietigd worden door externe en tegenstrijdige oorzaken. De conatus, het verlangen van een wezen om de toestand van zijn bestaan te behouden, behoort tot alle dingen, en in tegenstelling tot wat andere theoretici beweren, is het geen bijzondere eigenschap van de mens.

     

    Ten derde: aangezien ons verlangen onze essentie is als een natuurlijk wezen, en het een streven is naar het vermeerderen van onze macht en onze daadkracht, wordt een dergelijk verlangen collectief vermeerderd, net zoals de kracht van elk lichaam of partikel vermeerderd wordt door andere. ‘Niets is nuttiger voor de mens dan de mens’, voert Spinoza aan; aangezien we onze eigen macht zoeken te vergroten en dat het best gebeurt door gebruik te maken van de rede om de passieve aandoeningen te boven te komen en actief te leven, zal elk van ons ervaren dat wederzijdse hulp en bijstand bieden aan de anderen hen het best in staat zal stellen om ook het pad van de rede te vinden. Dit vinden we ook terug in de Theologisch-politieke Verhandeling (hierna TTP), waar Spinoza opmerkt: ‘als twee personen zich verenigen om hun krachten te bundelen, dan hebben zij meer macht [dat wil zeggen: verlangen en vrijheid] over de Natuur, en bijgevolg meer rechten, dan elk afzonderlijk; en hoe groter het aantal personen dat zich zo verenigt, over hoe meer rechten zij samen zullen beschikken’ (TTP 2.13).

     

    Men zou kunnen zeggen dat Spinoza hier een beroep doet op wat vandaag ‘egoïsme’ genoemd wordt om de voordelen te verklaren van gemeenschappelijke ondersteuning: de mens is het nuttigst voor de mens. Ik voer aan dat hier een breuk naar boven komt die nog duidelijker zal worden in de Theologisch-politieke Verhandeling en de Politieke Verhandeling: voor de vrije en redelijke persoon, het model van de ‘vrije mens’ voor Spinoza, maakt het samen leven in harmonie met anderen en het wederzijds behulpzaam zijn deel uit van het hoogste individuele goed. Alleen vrije mensen kunnen elkaar dierbaar zijn, zo stelt Spinoza, enkel hun vriendschap is betekenisvol. Maar volgens zijn eigen definitie van vrij zijn ‒ bevrijd zijn van passieve emoties zoals haat, vrees, minachting, hebzucht en afgunst ‒ zijn er maar weinig mensen vrij. Hoewel ze van nature allemaal dezelfde mogelijkheid hebben om vrij te zijn, zullen de meeste levende wezens niet in staat zijn om daartoe te komen. Zo komt het dat hoewel vrije mensen door harmonieus samen te leven geen behoefte hebben aan een politieke verdrag of een staat om samen te leven, er toch zoiets nodig is voor mensen in een staat. Het onderscheid tussen individuele vrijheid en collectieve gehoorzaamheid zal straks duidelijker worden.

     

    De vierde definitie die we in de Ethica terugvinden, onderstreept nog deze verwijdering van de moraal. Zoals Spinoza opmerkt, ‘betrachten, wensen of zoeken en verlangen we iets niet omdat we van oordeel zijn dat het iets goeds is. In tegendeel, we vinden iets goed omdat we het betrachten, wensen, zoeken en verlangen’ (E3p9s). Door in te gaan op onze verlangens, zijn we uit op wat Spinoza in de TTP zal omschrijven als ons natuurlijk recht, dat wil zeggen het vermeerderen van onze macht. Zodoende is verlangen het streven dat onze macht verhoogt. En omdat in de Natuur niets als een kwalijke eigenschap kan beschouwd worden of tegen de Natuur kan ingaan, is alles wat we nastreven en waaraan we genoegen beleven zoals onze natuur dat toestaat, ook deugdelijk, en in zijn beste vorm verhoogt het onze daadkracht en ons inzicht. Wat we ook verlangen, kan alleen ten goede zijn.

     

    Uit deze definities zou men kunnen extrapoleren, zoals Deleuze en Guattari doen, dat het verlangen een stroom van macht is, die zich manifesteert in zijn streven of wording, een productie van verlangen die de realiteit voortbrengt die vreugdevol is, triomfantelijk in de zin van Nietzsche, en onze activiteit verhoogt. Het is niet eigen aan de mens. Maar als die bekrachtiging en vrijheid ons hoogste doel is, en ze het best gerealiseerd wordt door middel van een collectief samengaan zoals eerder gesuggereerd, dan zou men toch zeker kunnen verwachten dat Spinoza in zijn twee voornamelijk politieke geschriften een vreugdevol relaas zou geven van die collectieve vrijheid. Hoe moet men dan tewerk gaan om een vrije gemeenschap tot stand te brengen?

     

    Met de TTP, die anoniem en met onjuiste imprint gepubliceerd werd in 1670, zocht Spinoza tussenbeide te komen in het verslechterende politieke klimaat van de Nederlandse Verenigde Provinciën. Zijn bedoelingen met dit werk zijn uiteraard verschillend van de Ethica, namelijk zich te mengen in een politiek debat door ervoor te pleiten dat kerk en staat moeten gescheiden zijn en dat men gewetensvrijheid kan toestaan zonder dat de staat eronder lijdt, wat het best kan in een liberale democratie. Maar Spinoza is zeer beducht voor de massa en zijn tekst begint van meet af aan met een kritiek op de menselijke natuur en diens neiging om af te dwalen in de richting van angst en superstitie. Spinoza meent dat ‘de menigte altijd op hetzelfde niveau van verdorvenheid blijft’, in een ‘toestand van misleiding’, gemanipuleerd door bijgelovige religieuze overheden die gekant zijn tegen de rede, en die, om Spinoza nogmaals te citeren, ‘de schone schijn van de religie gebruiken om de angst te verbergen waarmee ze moeten in bedwang gehouden worden, zodat ze zullen vechten voor hun slavernij alsof het hun redding was, zonder zich ervoor te schamen, maar er zich veeleer op te beroemen, dat ze hun bloed en hun leven geven voor de verheerlijking van één man’ (TTP praef). Bij Spinoza is de massa een gevaarlijk element in zijn mathematische benadering van de bewegingen binnen het politieke bestel.

     

    Hun belangen worden enkel gediend door een ‘vrije samenleving’ en een democratie die ervoor zorgt dat hun natuurlijk recht om te denken en te oordelen niet in conflict komt met de wetten van de soeverein. Hij beschrijft die massa’s herhaaldelijk als ‘wispelturig’, ‘onstabiel’, hardnekkig en ongeregeld, en door hun passieve emoties geleid naar onderlinge twisten; de instelling van een democratische staat wordt voorgesteld zoals de opvoeding van een kind. Spinoza wil zelfs niet dat ze zijn boek lezen. Ingevolge dit pessimisme met betrekking tot het volk pleit Spinoza in de hoofdstukken 16 en 20 voor een democratische staat die gebaseerd is op realistische politieke principes, die wellicht afwijken van die van zijn latere navolgers in de Verlichting. Nu zijn onderlinge hulp en samenhorigheid niet meer het hoogste politieke doel van het samenlevingsmodel voor de mensen, maar het opstellen en in stand houden van het meest nuttige sociaal contract, dat garanties biedt voor vrede en stabiliteit, en zijn nut bewijst. Zo formuleert Spinoza in hoofdstuk 16:

    ‘de geldingkracht van een overeenkomst berust op haar nut en zonder nut vervalt de overeenkomst ten enenmale. Om die reden is het dwaasheid om van iemand anders te eisen dat hij zijn woord ten eeuwigen dage gestand doet, wanneer men er tezelfdertijd niet probeert voor te zorgen dat wanneer hij toch zijn woord breekt, hem dat meer kwaad dan goed zal opleveren. Dit is van bijzonder belang bij het tot stand brengen van een staat’ (TTP 16).

     

    Ik vat hier drie sleutelstellingen samen die Spinoza vooropstelt in de TTP:

    1.    Alle mensen zijn er vanuit hun natuurlijk recht op gericht om hun eigen belang na te streven, wat hen voortdurend in onderlinge twisten verwikkelt.

    2.    Mensen verenigen zich aanvankelijk in een burgerlijke staat via een ‘verdrag’ of sociaal contract, met de bedoeling zich te beschermen tegen wederzijds geweld. Het is dus zelfbescherming die het motief is voor de staat.

    3.    Hoop en vrees is wat een burgerlijke staat samen houdt, en buiten de staat is er niet zoiets als wet, recht of moraal.

     

    Waarom is Spinoza zo sceptisch over het populisme? Als we terugkeren naar de Ethica zien we dat de mensen zich laten leiden door hun passieve emoties en dat ze daardoor gemakkelijk kunnen gemanipuleerd worden door religieuze leiders om ‘hun toevlucht te zoeken in hun onwetendheid’ zoals hij het noemt in E1app, en ervan uitgaan dat de wereld voor hen geschapen is. Wat Spinoza in het vierde deel van de Ethica beoogde, namelijk de mens bevrijden van de slavernij van de emoties en hem brengen tot het natuurlijk verlangen naar kennis en de liefde tot God en de Natuur, dat ontbreekt hier. Nu hebben de mensen wel recht van spreken, maar ze krijgen niet de kans om een beter inzicht in zichzelf te krijgen, via vrijheid van meningsuiting, algemene opvoeding en andere infrastructurele voorzieningen die gesuggereerd worden in de Verhandeling over de verbetering van het verstand.

     

    Na 1670 verslechterde de toestand aanzienlijk: Nederland werd aangevallen door Frankrijk en Duitsland en de oorlog met Engeland had zware schade toegebracht aan de handel (zoals dat ook al jaren tevoren het geval was geweest, toen de handelsonderneming van Spinoza te gronde gericht werd). De democratische pensionaris Johan de Witt werd in 1672 vermoord door een meute, aangespoord door de Calvinistische predikanten die opriepen tot het instellen van het koninklijk gezag onder het huis van Oranje. Zelfs enkele van Spinoza’s naaste vrienden – en hij voerde de vriendschap zeer hoog in het vaandel ‒ werden vervolgd en ter dood gebracht omwille van hun overtuiging: Adriaan Koerbagh in 1669 en Franciscus Van den Enden in 1674. De Hollandse rechtbanken hadden de TTP verboden in 1674, een werk dat anoniem was uitgegeven maar dat duidelijk van zijn hand was. Hij vreesde voor zijn eigen leven; zijn gezondheid ging erop achteruit, zoals blijkt uit Brief 26 van juni 1665, waarin hij verzoekt om nog meer conserven van rode rozen, toen een algemeen gebruikt middel tegen longaandoeningen. Wij bekijken dan nu, aan het einde van onze tocht naar Spinoza’s pessimisme, zijn laatste, onafgewerkt geschrift, de Politieke Verhandeling. Spinoza had zich al ingelaten met de instelling van de democratische staat in de TTP; waarom vond hij het dan nodig om zich er opnieuw aan te wagen, precies in deze politiek onzekere tijden?

     

    De bedoeling van de TP is een rationele argumentatie op te bouwen voor een collectief verlangen, dat wil zeggen een collectieve kracht, als een stabiele basis voor de staat, waarin ‘de vrede en de veiligheid van zijn inwoners ongeschonden kan bewaard blijven’ (TP aanhef). Spinoza zegt dat zijn motieven met dat werk zijn de mens te beschouwen ‘zoals hij is’, en een ‘politieke theorie [aan te bieden] die in de praktijk kan toegepast worden’ en die strookt met de menselijke natuur. Het is niet meer de bedoeling om de mens als individu en collectief tot perfectie te voeren, zoals in de Verhandeling over de verbetering van het verstand, noch om de hoogste gelukzaligheid te bereiken en de vrijheid van het individu dat de rede liefheeft, zoals in de Ethica. Wij zijn nu gekomen bij het eindpunt in het traject dat wij bij Spinoza gevolgd hebben. Door een politiek werk te schrijven, bevestigt Spinoza de intrinsiek politieke aard van zijn filosofie. Maar de betekenis van deugdelijkheid is nu gewijzigd en de doeltreffendheid van de rede werd verlaten ‒ van vrijheid naar het natuurlijk recht op vrije meningsuiting, naar nog uitsluitend de stabiliteit van de staat. ‘Wij hebben echter vastgesteld dat de weg die de rede zelf ons wijst bijzonder moeilijk is. Wie zich inbeeldt dat het mogelijk is om de massa, of al diegenen die zich laten verscheuren door staatszaken, zover te brengen dat ze uitsluitend volgens de voorschriften van de rede leven, die droomt van een poëtische Gouden Eeuw of het rijk der fabelen’ (TP 1.5). En even verder: ‘De vrijheid en de daadkracht van eenieders overtuiging zijn persoonlijke goede eigenschappen. Wat echter goed is voor een staat, dat is de veilige zekerheid.’ Zo te zien is het dus door een wederzijdse vereniging, zoals de partikels van de bloedcirculatie waarover in de TP gesproken wordt, dat mensen samen komen en hun kracht vergroten. Maar dit collectieve verlangen, deze bekrachtiging brengt een strikt communitarisme met zich mee ‒ het handelen van het volk als een mentale en lichamelijke eenheid, een verhaal dat alle krachten en tegenkrachten in de maatschappij insluit. In tegenstelling met de TTP moet men nu, ter wille van de stabiliteit, het eigen oordeel opgeven en de gewetensvrijheid: ‘[de burgers] hebben ook het recht niet om zelf uit te maken wat billijk is of niet billijk, wat behoorlijk is of onbehoorlijk’ (TP3.5). De redelijke mens moet ook irrationele wetten naleven indien dat de staat vrijwaart.

     

    Het is niet mijn bedoeling om de hele onderneming van Spinoza te overgieten met pessimisme. De Politieke Verhandeling is interessant vanuit verscheidene oogpunten. Enerzijds bepleit Spinoza daarin de zaak van het collectief verlangen, dat wil zeggen dat het voorzien in het welzijn en de noden van de gewone meerderheid de meest zekere basis vormt van de staat. Het collectieve verlangen is het watermerk van een politieke organisatie, maar het is niet noodzakelijk een rechtstreekse bekrachtiging van de menigte. Bovendien, als de staat er niet in slaagt om het verlangen van zijn bevolking te dienen, hetzij door een repressieve tirannie, burgeroorlog of het corrupte wanbeheer van de monarch, dan zal die staat ten onder gaan. Niet de liberale democratie vormt de beste grond voor de staat, maar de uitdrukking van een collectief verlangen.

     

    Ten tweede: dit collectieve verlangen is anarchistisch, geneigd tot opstand en onenigheid. Als men een nieuwe staat wil oprichten, dan moet daarin een collectief verlangen aanwezig zijn, via een populistische agenda die tegemoet komt aan de hoop en de vrees van de burgers, en ook een eenvoudige natuurlijke religie die aanzet tot eerbied, naastenliefde en vreugde als haar hoogste doelstellingen. En ten slotte veronderstelt Spinoza’s staatsopvatting het volledige gemeenschappelijke bezit van eigendom.

     

    Wat kunnen we politiek gezien daaruit meedragen? De hypothese die ik bij de aanvang opperde, omvatte drie stellingen, tegen de affirmatieve lezing van Spinoza in.

     

    1.    Men moet Spinoza met de nodige voorzichtigheid interpreteren als een politieke affirmationist.

    2.    Hij geeft een duidelijke beschrijving van een bewind op basis van het collectieve verlangen, een bewind van iedereen, en niet alleen van de menigte. Dit collectieve verlangen heeft geen moreel telos, zoals in de ‘materialistische teleologie’ die Negri en Hardt veronderstellen.

    3.    Dit collectieve verlangen wordt het best gediend door een pragmatisch programma dat de burgerlijke staat gebruikt als een democratisch hulpmiddel.

     

    Spinoza schreef dit in een reactie op de politieke crisis van zijn tijd, met een historische en klassieke opleiding die noodzakelijk beperkt was. Wanneer wij onze meest recente denkwijze op hem toepassen, moeten we erop letten dat we die niet totaal buiten de context toepassen, maar we mogen Spinoza evenmin in een 20ste-eeuws kleedje steken, hem een molotovcocktail in de hand duwen en hem triomfantelijk opvoeren als de immanente prins van het gedeterritorialiseerde verlangen. Vanuit deze benadering wil ik graag deze stelling extrapoleren: indien het huidige verzet tegen het ‘tiranniek wanbeheer’ ook maar enige volgehouden uitdaging wil vormen tegen het neoliberalisme, en ik denk dat dat mogelijk is, dan moet een van de kenmerken ervan bestaan in de vorming van klassen en in een klassenstrijd die een beroep doet op de hoop en de vrees van het collectieve en een verhaal van strijd aanbiedt, iets dat Rechts met meer succes heeft weten te mobiliseren. Dat verzet moet proberen een populair programma van eisen te mobiliseren dat de collectiviteit verenigt, veeleer dan ze te deprimeren of te verdelen. Een programma dat alle teleologie laat varen, zoals Spinoza doet, ten gunste van een onophoudelijk betrachten of streven naar vrolijke, plezierige en effectieve acties, die op hun beurt niet meer beoordeeld worden met de normen van een of ander verouderd transcendentaal ideaal, maar op hun geschiktheid om ons collectief vermogen tot hoop, moed en daadkracht te doen toenemen, en alle cynisme en angst van ons af te schudden. Ik besluit er tevens uit dat wij niet veel meer zullen zijn dan verontwaardigde rebellen die het maar niet eens kunnen worden, vijanden van elk collectief verlangen, tenzij deze actieve politiek van collectief verlangen actief gebruik maakt van de staat en die dus overneemt. Uit een stabiele en vreedzame sociale democratische burgerlijke staat kan de affirmatieve vrijheid ontstaan die Deleuze en anderen voor ogen hadden. Maar in een tijd waarin onze natuurlijke rechten steeds meer miskend worden door corrupte politici en multinationals die zich bezondigen aan belastingontwijking en zich onttrekken aan elke verantwoording, en in het licht van de toenemende militarisering en privatisering van ons dagelijks leven, zijn de prioriteiten van ons collectief verlangen veel eenvoudiger, veel dwingender en veel pragmatischer.

     

     

    Referenties

     

    Balibar, E., 1993. Masses, Classes, Ideas. Studies on Politics and Philosophy Before and After Marx, trans. J. Swenson. London; Routledge.

     

    Balibar, E., 2008 [1985]. Spinoza and Politics, trans. P. Snowdon. London; New York: Verso.

     

    Deleuze, G., 1990 [1968]. Expressionism in Philosophy: Spinoza, trans. M. Joughin. New York: Zone.

     

    Deleuze, G., 1988 [1970]. Spinoza: Practical Philosophy, trans. R. Hurley. San Francisco: City Lights.

     

    Deleuze, G., and Guattari, F., 1983 [1972]. Anti-Oedipus. Capitalism and Schizophrenia, trans. R. Hurley, M. Seem and H.R. Lane. Minneapolis: University of Minnesota Press.

     

    Deleuze, G., and Guattari, F., 1987 [1980]. A Thousand Plateaus. Capitalism and Schizophrenia, trans. B. Massumi. Minneapolis: University of Minnesota Press.

     

    Del Lucchese, F., 2009. Conflict, Power, and Multitude in Machiavelli and Spinoza. Tumult and Indignation. London; New York: Continuum.

     

    Gatens, M., and Lloyd G., 1999. Collective Imaginings: Spinoza Past and Present. London: Routledge & Kegan Paul.

     

    Israel, J., 2001. Radical Enlightenment. Philosophy and the Making of Modernity 1650-1750. Oxford: Oxford University Press.

     

    Kordela, A.K., 2007. $urplus: Spinoza, Lacan. New York: SUNY.

     

    Negri, A., 1991 [1985]. Savage Anomaly: the Power of Spinoza's Metaphysics and Politics, trans. M. Hardt. Minneapolis: University of Minnesota Press.

     

    Negri, A., 2004. Subversive Spinoza: (Un)contemporary Variations, ed. T.S. Murphy, trans. T.S. Murphy, M. Hardt, T. Stolze, and C.T. Wolfe. Manchester; New York: Manchester University Press.

     

    Nadler, S., 1999. Spinoza: A Life. New York: Cambridge University Press.

    Noys, B., 2010. The Persistence of the Negative: A Critique of Contemporary Continental Theory. Edinburgh: University of Edinburgh Press.

     

    Sharp, H., 2011. Spinoza and the Politics of Renaturalization. London; Chicago: University of Chicago Press.

     

    Spinoza, B., 2002. Complete Works, trans. S. Shirley. Indianapolis: Hackett.

     

     


    Categorie:Spinoza-onderzoek ontsloten
    Tags:Spinoza
    17-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Out of the Pulver and the Polished Lens VII - A.M. Klein

    Out of the Pulver and the Polished Lens

    A. M. Klein (1909-1972)

    VII

    I am weak before the wind; before the sun
      I faint; I lose my strength;
    I am utterly vanquished by a star;
      I go to my knees, at length

    Before the song of a bird; before
      The breath of spring or fall
    I am lost; before these miracles
      I am nothing at all.

     

     

    Uit het pulver en de gepolijste lens

    Karel D’huyvetters (vertaling © 2013)

    VII

    Ik wijk voor de wind en bezwijk

      voor de zon; ik ben zo krachteloos

    een ster overweldigt me gelijk

      door de knieën ga ik hopeloos

     

    lang voor het lied dat een vogel fluit

      in de lenteadem en de herfstgeur

    verlies ik mezelf; ik ga onderuit

      als ik deze mirakels bespeur.

     

     

     


    Categorie:Spinoza literair
    Tags:Spinoza


    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Van oud naar nieuw
  • La langue maternelle de Spinoza
  • Mark Behets, Spinoza's eeuwige geest
  • Maria Cornelis, 1940-2016
  • E5p31-42 vertaling
  • E5p31-42 toelichting
  • E5p21-30 vertaling
  • E5p21-30 toelichting
  • E5p11-20 vertaling
  • E5p11-20 toelichting
  • E5P1-10 vertaling
  • E5p1-10 toelichting
  • E4 appendix vertaling
  • E4 appendix toelichting
  • E4p67-73 vertaling
  • E4p67-73 toelichting
  • E4p64-66 vertaling
  • E4p64-66 toelichting
  • E4p59-63 vertaling
  • E4p59-63 toelichting
  • E4p37-58 vertaling
  • E4p37-50 toelichting
  • E4p51-58 toelichting
  • E4p26-36 vertaling
  • E4p26-36
  • E4p15-25 vertaling
  • E4p15-25 toelichting
  • E4p9-14 vertaling
  • E4p9-14 toelichting
  • E4p1-8 vertaling
  • E4p1-8 toelichting
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, vertaling
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, toelichting
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, vertaling
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, toelichting
  • E3p51-59 vertaling
  • E3p51-59 toelichting
  • E3p36-50 vertaling
  • E3p36-50 toelichting
  • E3p27-35 vertaling
  • E3p27-35 toelichting
  • E3p12-26 Vertaling
  • E3p12-26 Toelichting
  • E3p3-11 vertaling
  • E3p3-11 toelichting
  • E3p1-2 vertaling
  • E3p1-2 toelichting
  • Ideeën en gedachten
  • E2p44-49 vertaling
  • E2p44-49 toelichting
  • E2p32-43 Vertaling
  • E2p32-43 Toelichting
  • E2p25-31 Vertaling
  • E2p25-31 Toelichting
  • E2p19-24 vertaling
  • E2p19-24 toelichting
  • E2p19
  • E2p14-18 toelichting
  • E2p14-18 vertaling
  • De kleine fysica, toelichting
  • De kleine fysica, vertaling
  • E2p11-13
  • E2p11-13 Toelichting
  • E2p1-10 Vertaling
  • E2p1-10 Toelichting
  • Spinoza in Vlaanderen 2012-2015
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's, toelichting
  • E1 Appendix
  • E1 Appendix Toelichting
  • E1p24-36 Vertaling
  • E1p24-36 Toelichting
  • E1p15-23 Vertaling
  • E1p15-23 Toelichting
  • E1p9-14
  • E1p9-14 Toelichting
  • E1p1-8
  • E1p1-8 Toelichting
  • Ethica, deel 1: de axioma's
  • E1def8 Eeuwig
  • E1def7 Vrij of gedwongen
  • Spinoza door Christel Verstreken
  • God - E1def6
  • Ethica E1def5
  • E1def4 Attribuut
  • Het begin van het begin: E1def1
  • Ethica E1def3
  • Sprekende bomen en mensen geboren uit stenen (E1p8s2)
  • E1def2 nogmaals
  • De Brieven over God: brief 82
  • De Brieven over God: brief 83
  • De Brieven over God: brief 82 en 83, toelichting
  • De Brieven over God: brief 70
  • De Brieven over God: brief 72
  • De Brieven over God: brief 70 en 72, toelichting
  • De Brieven over God: brief 65
  • De Brieven over God: brief 66
  • De Brieven over God: brief 65 en 66 Toelichting
  • Te kwader trouw (E4p72)
  • De Brieven over God: brief 63
  • De Brieven over God: brief 64
  • De Brieven over God: brief 63 en 64 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 59
  • De Brieven over God: brief 60
  • De Brieven over God: brief 59 en 60, toelichting
  • Dirk Opstaele, Optreden in de geheugenzaal.
  • De Brieven over God: brief 57
  • De Brieven over God: brief 58
  • De Brieven over God: brief 57 en 58, toelichting
  • De Brieven over God: de depositie van Steno
  • De Brieven over God: de depositie van Steno, toelichting
  • De Brieven over God: brief 54
  • De Brieven over God: brief 54, toelichting
  • De Brieven over God: brief 55
  • De Brieven over God: brief 55, toelichting
  • De Brieven over God: brief 56
  • De Brieven over God: brief 56, toelichting
  • De Brieven over God: brief 50
  • De Brieven over God: brief 50, toelichting
  • De Brieven over God: brief 34
  • De Brieven over God: brief 34 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 35
  • De Brieven over God: brief 35, toelichting
  • De Brieven over God: brief 36
  • De Brieven over God: brief 36, toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • Antoine Arnauld, de bekering van Nicolaus Steno en Albert Burgh
  • De Brieven over God: brief 76
  • De Brieven over God: brief 76 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67
  • De Brieven over God: brief 67, toelichting
  • De Brieven over God: brief 43
  • De Brieven over God: brief 43 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 42
  • De Brieven over God: brief 42 Toelichting
  • Spinoza over de Islam
  • De Brieven over God: brief 79
  • De Brieven over God: brief 79 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 78
  • De Brieven over God: brief 78 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 77
  • De Brieven over God: brief 77 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 75
  • De Brieven over God: brief 75 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74
  • De Brieven over God: brief 73
  • De Brieven over God: brief 73 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 71
  • De Brieven over God: brief 71 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 68
  • De Brieven over God: brief 68 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 62
  • De Brieven over God: brief 62 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 61
  • De Brieven over God: brief 61 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 33
  • De Brieven over God: brief 33 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 32
  • De Brieven over God: brief 32 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 31
  • De Brieven over God: brief 31 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 30
  • De Brieven over God: brief 30 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 29
  • De Brieven over God: brief 29 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 25
  • De Brieven over God: brief 25 Toelichting
  • Twee betekenissen van 'attribuut'?
  • De Brieven over God: brief 16
  • De Brieven over God: brief 16, toelichting
  • De Brieven over God: brief 14
  • De Brieven over God: brief 14, toelichting
  • De Brieven over God: brief 13
  • De Brieven over God: brief 13, toelichting
  • De Brieven over God: brief 11
  • De Brieven over God: brief 11, toelichting
  • Syliane Malinowski-Charles, Rationalisme of subjectieve ervaring.
  • De Brieven over God: brief 7
  • De Brieven over God: brief 7, toelichting
  • De Brieven over God: brief 6
  • De Brieven over God: brief 6, toelichting
  • John Stuart Mill, On Nature
  • De Brieven over God: brief 5
  • De Brieven over God: brief 5, toelichting
  • De Brieven over God: brief 4
  • De Brieven over God: brief 4, toelichting
  • De Brieven over God: brief 3
  • De Brieven over God: brief 3, toelichting
  • Bart Haers
  • De Brieven over God: brief 2, toelichting
  • De Brieven over God: brief 2
  • De Brieven over God: brief 1 toelichting
  • De Brieven over God: brief 1
  • De Brieven over God: inleiding
  • Spinoza opnieuw veroordeeld
  • Joseph Almog, Everything in its Right Place
  • Paul Claes, Het Kristal

    Categorieën
  • atheïsme (4)
  • Brieven (110)
  • Compendium Grammatices Lingae Hebraeae (1)
  • Ethica (107)
  • Spinoza (t)weetjes (7)
  • Spinoza links en rechts (11)
  • Spinoza literair (28)
  • Spinoza-nieuws (77)
  • Spinoza-onderzoek ontsloten (40)
  • Tractatus Politicus (24)


  • Blog als favoriet !


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!