Richard Strauss: 'Vier letzte Lieder' en 'Tod und Verklärung' zaterdagmiddag met mijmeringen rond de dood in het programma 'Aladdin' op Klara-Radio
Op zaterdag 29 december kunt u in het muziekprogramma Aladdin, dat tussen 13:10 uur en 15:05 uur wordt gepresenteerd door de Begische, Nederlandstalige radiozender Klara, naar twee composities van Richard Strauss: de Vier letzte Lieder, welke aanleiding hebben gevormd voor een mijmering over de dood. Tevens zal van dezelfde componist Tod und Verklärung worden
uitgezonden, en verder werken van Richard Wagner, Franz Schubert en
Orlando di Lasso. Op de website van Rond1900.nl, in het fin de siècle
magaine All art is quite useless, heb ik een uitgebreid artikel opgenomen over die laatste Strauss-liederen, onder de titel De dood als contrapunt.
Voor meer informatie, dwarsverbindingen en een beeld van de tijd,
alsmede de invloeden die hebben geleid tot deze wonderbaarlijke
compositie, verwijs ik u dan ook graag naar mijn bijdrage op die website. _______________ De tekening van Richard Strauss is van Jarko Aikens, Groningen 1984, en is afkomstig uit het archief van Heinz Wallisch.
Buster Keatons slapstick 'The Blacksmith' uit 1922 woensdagochtend op Arte-televisie
Woensdagochtend tussen 09:30 uur en 10:00 uur kunt u op Arte-televisie kijken naar de slapstickThe Blacksmith De Hoefsmid
uit 1922 van en met Buster Keaton. Co-regisseur is Malcolm St. Clair.
Deze beide heren hebben samen tevens het draaiboek geschreven. De film,
die op 21 juli 1922 voor het eerst werd vertoond, valt in de categorie
Silent Movies met intertitles
tussentitels in witte letters op een zwarte ondergrond. De film heeft
een lengte van 25 minuten, en werd geproduceerd door Joseph M. Schenck.
Voor de cinematografie tekende Elgin Lessley. Drie
rollen telt de prent: de smid wordt vertolkt door Joe Roberts, Buster
Keaton die in werkelijkheid de voornamen Joseph Frank droeg is de
assistent van de smid, en de vrouw met het paard krijgt, bij elke
vertoning opnieuw, gestalte in Virginia Fox.
De Duitse schrijfster Angelika Schrobsdorff blinkt uit in fijnzinnigheid en een groot observatievermogen ' Vandaag is ze tachtig jaar geworden
Jauchzet, frohlocket! Angelika
Schrobsdorff, de fijnzinnige, veelzijdige Duitse schrijfster wordt
vandaag tachtig jaar, en haar uitgever Deutscher Taschenbuch Verlag,
heeft de pers daar tijdig opmerkzaam op gemaakt, en als uitgever zie je
vanzelfsprekend althans in de meeste gevallen niets liever dan dat
er veel aandacht aan zo'n bijzondere gebeurtenis wordt besteed,
aangezien dat bijna altijd eveneens, in ieder geval enige, extra
aandacht voor de boeken van de auteur in kwestie genereert. Voorzover
dat de romans, verhalen, herinneringen en overpeinzingen van Angelika
Schrobsdorff betreft, valt daar niets tegenin te brengen, aangezien al
deze zijn geschreven met een vakmanschap dat meer inhoudt dan alleen
het in de juiste volgorde zetten van de benodigde woorden om een
aanvaardbare of interessante zin te creëren. Deze auteur is er,
decennialang, in geslaagd de meerwaarde, die tussen de regels van het
door haar geschrevene te vinden is, op hetzelfde niveau te houden en de
ironie en kritiek daarin zodanig te doseren dat er steeds opnieuw een
verrassend resultaat uitgekomen is.
Voor een zeer uitgebreid artikel met details over haar boeken verwijs ik u naar mijn artikel op de Nederlandse website Tempel der Letteren (één van de twaalf thema-afsplitsingen van de oorspronkelijke Cultuurtempel).
Karel du Jardin, Amsterdam kunstschilder uit de Gouden Eeuw met een exposite in het Rijksmuseum, Amsterdam en een nieuw, tweetalig, groot prachtboek
Gevierd penseelkunstenaar De
Nederlandse schilder Karel du Jardin (1626-1678) was één der meest
veelzijdige kunstenaars van zijn tijd, die middein de Gouden Eeuw lag.
Onder zijn penseelstreken kwamen niet alleen toestanden en
gebeurtenissen uit de geschiedenis bijna letterlijk tot leven,
hetzelfde geldt voor de personages, die hij heeft geportretteerd,
meestal in opdracht van de adel van die dagen. En laten we vooral niet
zijn adembenemende landschappen in Italiaanse stijl vergeten, die lang
op het netvlies van de beschouwer blijven 'nawerken'. Daaraan moet
worden toegevoegd dat hij uitzonderlijke thema's 'oppakte' voor
uitbeelding, welke tot op dat moment niet in aanmerking waren gekomen
voor uitbeelding, en al zeker niet in het kader van de tot dan toe
bekende Nederlandse schilderkunst.
Tentoonstelling en nieuw boek Sedert de opening van de expositie van schilderijen van Karel du Jardin, op 14 december, in het Rijksmuseum te Amsterdam (tot medio maart volgend jaar), is er een uitzonderlijk fraai boek van de persen gerold dat ons
in de tweetalige tekst (Nederlands en Engels) niet alleen, in kort maar
helder bestek, inzicht verschaft in de diverse fasen van zijn leven,
maar ons tevens laat zien welke schitterende werken in de bovengenoemde
disciplines deze Nederlandse kunstenaar wiens naam toch niet
bestorven ligt in de mond van veel liefhebbers van vaderlandse
schilderkunst, en daarmee voorziet deze uitgave eveneens in een leemte
aan ons cultuurbezit heeft toegevoegd. Gelukkig bevindt één van de
grootste collecties met schilderijen, die zijn signatuur dragen, zich
in het Rijksmuseum te Amsterdam. Het voortreffelijk geschreven en tot
in de puntjes verzorgde boek is een coproductie van dat
cultuurinstituut in samenwerking met Nieuw Amsterdam Uitgevers.
Du Jardins leven Het
levensverhaal van deze voor de geschiedenis van de schilderkunst van
ons land zo belangrijke kunstenaar wordt op de achterzijde van het boek
zo mooi omschreven met de Engelse uitdrukking "from rags to riches".
Karel du Jardin werd geboren in één van de zijstraten van de
Amsterdamse binnenstad in een relatief armelijk gezin, maar hij slaagde
er met zijn kunst in zich op te werken totdat hij zich in één der
vooraanstaande grachtenpanden op de Keizersgracht kon vestigen. Hij
onderhield contacten met tal van uitzonderlijke persoonlijkheden, zoals
de 'zeeheld' Michiel de Ruyter, wiens portret hij in 1669 heeft
gerealiseerd: een staaltje vakmanschap van het hoogst denkbare niveau. De
goede man hield ook van reizen, en bezocht in dat kader Frankrijk en
Italië. Tijdens zijn laatste reis naar dat land, kwam hij uiteindelijk
terecht in Venetië, waar hij werd overvallen door koorts, maar zich
desondanks heeft overgegeven aan een zeer overvloedig maal, en dat is
hem noodlottig geworden. Hij overleed aan de gevolgen van
voedselvergiftiging. __________ Jennifer Kilian: Karel du Jardin, 1626-1678. 80 pag., 24,5 x 28,5 cm; rijk geïllustreerd. Amsterdam, Rijksmuseum en Nieuw Amsterdam, Uitgevers, 2007. ISBN 978-90-868-9030-9. ____________ Afbeeldingen 1. Voorplat van het onlangs verschenen boek over Karel du Jardin. 2. Portret van een man, 1650, perkament, 9,4 x 8 cm. (Preussischer Kulturbesitz, Staatliche Museen, Kupferstichkabinett, Berlin.)
Sergej Prokofjevs opera 'Oorlog en Vrede' zaterdagavond rechtstreeks vanuit de Metropolitan Opera in New York via Klara en BBC Radio 3
Radio-uitzending De Russische componist Sergej Prokofjev (1891-1953) heeft in 1941 de lijvige roman Oorlog en Vrede (1865-69)
van Lev Nikolajevitsj Tolstoj ter hand genomen en daarvan, in
samenwerking met Marina Mendelssohn, een libretto gemaakt voor een
opera, die hij in 1941 heeft gerealiseerd in dertien
lyrisch-dramatische scènes en een koorepiloog. Zowel de Belgische
radiozendgemachtigde Klara (voor Klassiek Radio), alsook BBC Radio
zenden deze opera uit op het moment dat deze als matinee in de New
Yorkse Metropolitan Opera wordt gegeven en dat is vanaf 18:00 uur onze tijd door het koor en orkest van dit
instituut, onder leiding van de ook in ons land zeer bekende Russische
dirigent Valery Gergiev. Solistische medewerking zal worden verleend door onder meer Marina Poplavaskaya, Natasha Rostova en Ekaterina Semenchuk.
Grootse epiek De
grandioze epiek van graaf Tolstoj (1828-1910) heeft diverse bewerkers
geïnspireerd tot hoorspelen, toneelbewerkingen en, vanzelfsprekend,
verfilmingen, waaronder die in Hollywood, waarin de werkelijkheid van
het boek op grote schaal geweld is aangedaan, en alles van een
honigzoete strooplading werd voorzien. Audrey Hepburn, Henry Fonda en Mel Ferrer
speelden in deze
productie, met een speelduur van 200 minuten de belangrijkste rollen. Later, in 1966/67 heeft de Russische regisseur
Sergej Bondartsjoek (1920-1994) zich in de Sovjetunie heel wat meer moeite getroost
zo liet hij machines enorme hoeveelheden sneeuw maken, aangezien de
opnamen vooral buiten de wintermaanden werden gerealiseerd de
werkelijkheid te benaderen. Het is een lange film geworden, en een
tijdlang is de onverkorte versie inclusief de pauzes negen uur
bioscoopverblijf in diverse arthouse-bioscopen van ons land vertoond.Tegenwoordig is deze versie op 5 dvd's alom verkrijgbaar. Zeer binnenkort is er op de televisie een nieuwe verfilming te zien, en kort daaraan voorafgaand zullen we mogelijkerwijs op deze, maar in ieder geval op onze zustersite Tempel der Filmkunst aan die nieuwe productie aandacht schenken, tevens met wat meer achtergronden over het boek en zijn schrijver. ____________ Afbeeldingen 1. Sergej Prokofjev, tekening in Oostindische inkt van Jarko Aikens, Groningen, 1985. Collectie Heinz Wallisch. 2. Lev Nikolajevitsj Tolstoj, portret uit 1887 door Ilja Rjèpin (1844-1930).
Gustav Mahlers Eerste Symfonie op Neerlands Radio 4 in KRO's 'Middagconcert'
Middagconcert Op donderdag december kunt in de middag via de Nederlandse zender Radio 4 luisteren naar de veelvuldig gespeelde Eerste Symfonie, bijgenaamd Titan,
van Gustav Mahler, uitgevoerd door het Concertgebouworkest onder leiding
van Mariss Jansons. Dit opus wordt voorafgegaan door Beethovens
Achtste, en vult daarmee de eerste, symfonische helft van het programma
Middagconcert van de KRO, dat
tussen 13:03 uur en 16:02 uur de ether ingeslingerd wordt. Deze helft
bestaat uit concerten van series, zoals die zijn gegeven door de
radio-orkesten en het Concertgebouworkest, alsmede door ensembles met
een bijzondere reputatie, uit andere landen. Deze Mahler-uitvoering
via de radio betreft een opname, die verleden jaar op 17 november werd
gerealiseerd tijdens een concert in de Grote Zaal van het Concertgebouw
in de hoofdstad. Voor een uitgebreid artikel met een
achtergrondverhaal over de componist, het ontstaan en bijzonderheden
over deze symfonie, alsmede een technische toelichting, zij verwezen
naar mijn bijdrage op de site All art is quite useless van Rond1900.nl. Deze is verschenen op woensdag 23 augusus 2006 en is getiteld: Natuurliefde als katharsis Mahlers Eerste als zelfanalyse. __________ Afbeelding: Gustav Mahler, een karikatuur uit 1908, te New York vervaardigd door de tenor Enrico Caruso.
'Mythische dieren' deze week in vijf afleveringen op ARTE-televisie
Voorafgegaan
op maandag, respectievelijk dinsdag, door de Arend en het Paard, is
woensdag de KAT aan de beurt in de programmareeks, die de Duits-Franse
cultuurzender Arte deze week
's middags tussen 16:50 uur en 17:35 uur uitzendt. Donderdag volgt het
Schaap, en de goede verstaander zal vermoeden dat diens kleding tot
vrijdag blijft liggen als we in deze filmreeks een optreden van de Wolf
mogen verwachten. Dat zo'n dier niet alleen veel begrijpt als je
maar op de juiste wijze communiceert, is talloze malen gebleken, en
kennelijk had Pluim door dat de jonge componist Thorkil Wolvendans in
de herfst van 2001 een pianocompositie over Pluim heeft gerealiseerd.
Van de eerste noot die de jongen op het klavier heeft aangeslagen tot
de laatste, heeft Pluim in een voor hem aangename houding op diens
schoot gelegen. Het stuk kreeg de titel Pluim op de overloop, en heeft in beperkte kring veel lof geoogst.
Film op Arte Sedert
mensenheugenisheeft de ka.t....ot de verbeeldingen vn allerlei
verschillende volkeren gesproken. Was dit dier bij de Egyptenaren nog
heilig, in andere culturen werd het gezien als afgezant van Satan, en
daaruit volgend ziet men in tal van afbeeldingen uit die bewuste sferen
boze heksen met een kat op de schouder, en is de magische werking ten
detrimente van dit mysterieuze wezen ook voor de tovenaars die
boosaardige plannen hebben, niet weg te denken.Dikwijls ook is de
kat beschouwd als de incarnatie der vrouwelijkheid; vandaar dat nog
altijd veel mensen het over dikke en anderszins welgedane dieren, die
op drie kiolometer afstand herkenbaar als van de mannelijke kunne zijn,
toch hebben als zij (waar tegenover het verschijnsel Hond met het
element der mannelijkheid wordt geïdentificeerd en dientengevolge met
Hij wordt bedacht
Herhaling De film op Arte, die door regisseuse Annette Scheurich eerder dit jaar voor de Mitteldeutsche Rundfunk werd gerealiseerd, zal door dezelfde zender worden herhaald op tweede kerstdag, volgende week woensdag, tussen 17:45 uur en 18:30 uur.
Afbeeldingen
1. Kater Pluim (1978-2003) in 2001 's avonds laat na een inspectietocht
van zijn grootgrondbezit. Pluim was toen al 23 jaar. De foto is genomen
door een groot bewonderaar van Kater Pluim, de jonge musicus Thorkil
Wolvendans.
2. Kater Ramses op zijn favoriete plek: op de theetafel, naast een zilveren Boeddha-beeld.
Televisieportret uit 1996 van de Vlaamse dichter Paul van Ostaijen, deze week nog driemaal op Nederlands themakanaal Geschiedenis TV
Poëzie als woordkunst Heden, maandag 17 december, heeft het Nederlandse televisie-themakanaal Geschiedenis TV een
portret uitgezonden, dat in 1996 werd gerealiseerd over de Vlaamse
dichter Paul van Ostaijen (1896-1928). Hij heeft niet alleen naam
gemaakt als deels experimenteel dichter, maar nog meer als één der
meest invloedrijke taalvernieuwers, die de Nederlandstalige literatuur
heeft voortgebracht. Gelukkig wordt dit portret nog deze week
driemaal herhaald: de eerste keer op dinsdagmiddag om 17:26 uur, in de
nacht van woensdag op donderdag vanaf 01:26 uur, en ten slotte op
vrijdag om 21:26 uur. Het portret van deze dichter draagt de titel Poëzie is woordkunst, en heeft een lengte van ongeveer drie kwartier.
Thomas Mann-verfilming uit 1953 van de roman 'Königliche Hoheit' in de nacht van maandag 17 op dinsdag 18 december op het eerste Duitse net
In
de nacht van maandag 17 op dinsdag 18 december kunt u, als u dat zou
willen, getuige zijn van de uitzending van een Duitse speelfilm uit
1953, van de allround cineast, producent en scenartist Harald Braun
(1901-1960), getiteld Königliche Hoheit,
naar de gelijknamige roman uit 1909 van de Nobelprijswinnaar voor
Literatuur (1929) Thomas Mann(1875-1955). De film wordt via het eerste
Duitse televisienet uitgezonden tussen 00:50 uur en 02:35 uur. Deze
rolprent wordt geafficheerd als romantische komedie, waarin een
redelijk behoudende, Duitse troonopvolger zijn hart verliest aan de
dochter van een Amerikaanse industrieel en een relatie met haar begint. Drie
hoofdfiguren uit de Duitse filmwereld van de jaren vijftig vertolken de
hoofdrollen: als eerste Ruth Leuwerik, die vooral bekendheid heeft
gekregen in de films rond de familie Trapp, een verhaal dat we een
decennium later terugvinden in de musical The sound of music. Naast haar treden Dieter Borsche en Rudolf Fernau op. Harald
Braun heeft meer dan veertig films op zijn naam staan, hetzij als
regisseur, als producent of scenarist, dan wel in een combinatie van
deze hoedanigheden. Een jaar voor zijn overlijden heeft hij nog als
co-scenarist en regisseur aan de omvangrijke, tweedelige verfilming van
Thomas Manns Buddenbrooks gewerkt. Zie daartoe ons artikel op de webiste All art is quite useless van Rond1900.nl, verschenen op zondag 7 januari 2007. __________ Afbeelding: Titelpagina van de roman Königliche Hoheit van Thomas Mann.
Zwijgende film uit 1928, van Franse cineast Jean Renoir, naar een kort sprookje van Hans Christian Andersen
Cultuurzender Arte presenteert Het kleine meisje met de zwavelstokjes
luidt de titel van een zeer kort verhaal van Hans Christian Andersen,
dat in de gehele verzameling van diens sprookjes slechts anderhalve
pagina in beslag neemt, althans in het relatief grote boekformaat van
de Nederlandse vertaling, die in 1960 bij uitgeverij Gaade in Zeist van
de persen is gerold. De Fransman Jean Renoir (1894-1979), auteur van onder meer een bografie over zijn vader [1],
was gehuwd met de actrice Catherine Hessling (1900-1979), die in enkele
van zijn films optrad. Zo heeft zij ook de titelrol in de zwijgende
film, die Renoir in 1928 heeft gerealiseerd op basis van het
Andersen-sprookje, en heeft deze rolprent de titel La petite marchande d'allumettes meegegeven. Voor de film, die volgens sommige gegevens een duur van 39 minuten heeft, meldt de Duits-Franse cultuurzender Arte dat de lengte 32 minuten bedraagt.
Jean Renoir De tweede zoon van de schilder Pierre-Auguste Renoir kwam kort
voor het begin van de herfst in 1894 in de Parijse wijk Montmartre ter
wereld. Nadat was gebleken dat hij niet tot de allereerste categorie
van studiehoofden behoorde, ging hij als achttienjarige maar bij het
korps dragonders. Twee jaar later werd hij soldaat en vanaf 1916 diende
hij bij de Franse luchtmacht. Gedurende die oorlogsjaren is hij aan
zijn been gewond geraakte, waardoor hij de rest van zijn leven bleef
kreupelen. Hij ging toen werken als pottenbakker. In 1920 trad hij
in het huwelijk met één van de modellen van zijn vader, Andrée
Heuchling, die zich als filmactrice Catherine Hessling ging noemen.Toen
een jaar later Erich von Stroheims film Folies de femmes was
uitgekomen, nam Renoir het besluit in diens voetsporen te treden. Van
de erfenis van papa, die in 1919 was overleden, heeft Jean Renoir zijn
eigen productiemaatschappij kunnen bekostigen, en vanaf 1924 werden
zijn eerstelingen, alle zwijgende films, in het openbaar vertoond. Zijn
eerste film van redelijke lengte, was La Fille de l'Eau, waarin zijn wederhelft de hoofdrol heeft vertolkt, en een andere rol door Renoirs oudere broer
Pierre werd gespeeld. Het werd niet bepaald een succes, maar daardoor
liet de maker zich niet uit het veld slaan en reeds twee jaar later
presenteerde hij Nana, naar de roman van Émile Zola (1840-1902).
Andersen-verfilming In
de loop der jaren heeft Renoir zich verder ontwikkeld als regisseur,
scenarioschrijver, acteur en producent. In 1928 volgde de
Andersen-verfilming van Het kleine meisje met de zwavelstokjes,
een film die tegenwoordig onder meer in de categorie Fantasie wordt
aangeprezen. Het is een rolprent, die in samenwerking met Jean Tedesco
is gerealiseerd. Deze twee werden geassisteerd door Claude Heymann en
Simone Hamiguet. Het scenario is van Renoir zelf, die de vertellingen
van de befaamde Deense sprookjesschrijver Andersen. Voor passende,
synchroon lopende muziek hebben Manuel Rosenthal en Michael Grant
gezorgd. Het evocatieve camerawerk van Jean Bachelet is nog altijd
fascinerend. Naast mevrouw Renoir (Catherine Hessling) spelen Jean Storm, Manuel Raaby en Aimée Tedesco (die Amy Wells werd genoemd).
Uitzending en Herhalingen De
film zal worden uitgezonden op disdag 18 december op Arte, tussen 23:55
uur en 00:30 uur.Arte zal dezelfde film daarna, tussen 24 en 31
december, nog driemaal herhalen, op verschillende dagen en steeds
andere tijdstippen. Allereerst op maandag 24 december om 09:55 uur, op
donderdag 27 december om 11:20 uur en tenslotte op Oudejaarsdag, 31
december, om 14:00 uur. ____________
[1]
De biografie van de cineast over zijn vader de schilder is ook in het
Nederlands verschenen in de reeks Grote Beer (nr. 11) van uitgeverij
Bruna (1964), onder de korte, krachtige titel Renoir mijn vader. ____________ Afbeeldingen 1. De Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. 2. De Franse cineast en filmproducent, scenarist en acteur Jean Renoir. 3. Beeld uit de zwijgende film uit 1928: La petite marchande d'allumettes. 4. Foto uit dezelfde film.
Tranentrekkers overheersen het televisiescherm in de tweede decemberhelft
Beeldbuiskitsch en dito redelijks In
de tweede helft van de maand december halen de meeste nationale en niet
te vergeten de buitenlandse televisiestations als vanouds tal van
tranentrekkers uit de mottenballen om toch vooral de kijkers een
overmaat aan, doorgaans dubieuze, emotie voor te schotelen. Soms
bestaat het beeldmateriaal uit films, die zijn vervaardigd op bekende,
en soms ook wel kwalitatief hoogwaardige klassieken, zoals Oliver Twist en A Christmas Carol beide gebaseerd op verhalen van Charles Dickens (1812-1870). Maar vanzelfsprekend is ook Little Lord Fauntleroy
van de partij, naar de roman van de, van oorsprong Amerikaanse, Frances
Hodgson-Burnett (1849-1924), die in haar dagen grote bekendheid genoot
als toneelschrijfster en auteur van kinderboeken, zoals The Secret Garden. Het verhaal over de kleine lord werd voor het eerst in afleveringen gepubliceerd in het tijdschrift St. Nicholas Magazine in 1885. En
de kerstperiode zou de beeldbuiskersttijd niet zijn als er niet
eveneens één of meer van de talrijke Dumas-verfilmingen, zoals De drie musketiers,
voor het kijkersnetvlies zou worden opgegraven, en hetzelfde geldt voor
sprookjesfilms, gebaseerd op de klassieken van Andersen, de gebroeders
Grimm en Ludwig Bechstein. Aangezien die vaak op één van de Duitse
netten worden vertoond, verdient het aanbeveling eerst maar eens te
kijken van welke origine deze films zijn, aangezien er heel dikwijls
sprake is van nasynchronisatie, en dat zorgt snel voor een al te
overladen maag. Maar ook moderne sprookjes worden u voorgeschoteld in
de vorm van bewegende beelden met en over mensen, die lange tijd soms
wel een halve eeuw een winkel of restaurant hebben geëxploiteerd en
dan net vóór de kerstdagen te horen krijgen dat ze hun zaak snel zullen
moeten verlaten. Net voor het einde van de film is er dan toch weer
iets waardoor men, hoe dan ook, de toekomst weer met moed, beleid en
trouw tegemoet kan zien. Af en toe zit daar wel iets komisch
ingebakken, maar heel dikwijls is er alleen sprake van de meest
vreselijke gruwelkitsch, die zelfs niet bijdraagt tot enige
ontspanning, maar in het gunstigst geval kromtrekkende tenen en
wapperende oorlelletjes als gevolg van zoveel ergernis. Om
verder maar niet te veel te zeggen over de films, die als thema de door
onverwachte gebeurtenissen onderbroken of definitief bedorven, dan wel
eventueel een humoristische wending nemende kerstplannen. Dat kan
overigens ook aardige producten opleveren, en dus geldt ook daar: lees
even goed waar de film over gaat en blijf kritisch afstandelijk. Positieve uitzondering per definitie op all eventuele tijdrovende onzin-films vormt Andersens sprookje Het meisje met de zwavelstokjes,
in de versie uit 1928 van de Franse filmer Jean Renoir (inderdaad, zoon
van de wereldvermaarde schilder). Zie daartoe ons artikel op de site
Tempel der Filmkunst, eveneens van zondag 16 december 2007. ____________ Afbeeldingen 1. De Engelse meesterverteller Charles Dickens. 2. De Amerikaanse schrijfster Frances Hodgson-Burnett. 3. De Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen (1805-1875).
'De dood in Venetië' van Visconti, naar Thomas Mann, wordt uitgezonden via Canvas
Eros en Thanatos Liefde en dood In
de nacht van zaterdag 16 op zondag 17 december presenteert de
Nederlandstalige televisiezender België 2, tegenwoordig bekend onder de
naam Canvas, in principe tussen 23:15 uur en 01:25 uur de speelfilm Death in Venice (met tussen haken de Italiaanse titel Morte a Venezia) en
daarmee wordt bedoeld de speelfilm die de Italiaanse grootmeester van
het witte doek, Luchino Visconti (1906-1976) die ook Hertog van
Modrone is in 1971 met een internationale bezetting heeft gemaakt
naar aanleiding van de novelle uit 1912, Der Tod in Venedig [1],
van de Nobelprijswinnaar voor Literatuur van 1929, Thomas Mann
(1875-1955). De hoofdrol wordt vertolkt door de Britse acteur Dirk
Bogarde [2] die Gustav von Aschenbach uitbeeldt, bijgestaan door Björn Andrésen [3] , die de rol van de jonge Tadzio voor zijn rekening neemt, en Sylvana Mangano [4] een van Visconti's favoriete actrices, die de moeder van Tadzio speelt.
Oorspronkelijke versie Hoewel
het in dit geval om een versie met Nederlandse ondertitels gaat bij
waarlijk culturele films bieden zelfs Arte en de BBC dikwijls
ondertitelde films aan in plaats van die extreem weerzinwekkende, en
niet zelden letterlijk onpasselijk makende (en dus ook heel
nadrukkelijk te mijden) nagesynchroniseerde versies, is er toch nog
sprake van enige nasynchronisatie, doordat Visconti zijn
'acteursmateriaal' uit verschillende landen heeft gehaald, waar de
bijbehorende talen wel een blokkade hebben gevormd voor een eenheid. De
film is voorzien van stereofonisch geluid en wordt in breedbeeld
uitgezonden. De
muziek is van Gustav Mahler, die in de filmversie in wezen ook model
staat voor professor Gustav von Aschenbach, al heeft Thomas Mann het in
zijn novelle niet over een componist maar over een vooraanstaande
schrijver van bloemlezingen voor schoolgebruik, die kort tevoren is
onderscheiden en daarom dat von voor zijn naam heeft. Voor het
overige kan deze film gelden als een van de al te weinige geslaagde
verfilmingen van een oorspronkelijke tekst. Ondanks de beroepswijziging
die de protagonist heeft ondergaan, is de sfeer grotendeels gelijk aan
die van Thomas Mann en slaagt de gekozen muziek erin een diversiteit
aan emoties bij de kijker los te maken. Visconti heeft een welswaar
zeer erotisch geladen, maar nadrukkelijk activerend meesterwerk kunnen
realiseren, mede dankzij het schitterende camerawerk van Pasquale de
Santis. De themamuziek is het Adagietto
uit de Vijfde Symfonie van Gustav Mahler, die als gevolg van deze film
enorm populair is geworden, en door de verschillende geluidsdragers
(toen nog grammofoonplaten) producerende firma's vanzelfsprekend ook
met Death in Venice op de hoes en in de reclames werd aangekondigd. __________
[1] op zaterdag 21 april is op de fin de siècle-website All art is quite useless van Rond 1900.nl ook nog een bijdrage opgenomen over de adaptatie van dit boek voor een opera door de Engelse componist Benjamin Britten.
[2]
Dirk Bogarde (1921-1999), die in werkelijkheid Derek Jules Gaspard
Ulric Niven van den Bogaerde heette, onthulde bij de presentatie van
zijn eerste roman, A Gentle Occupation, in 1980 in ons land dat hij zelfs nog Nederlandse achtergronden heeft in de familienaam Van den Boogaerde.
[3]
Björn Johann Andrésen is niet alleen acteur, maar tevens musicus. Hij
werd in 1955 in Stockholm geboren, had weliswaar al in 1970 in een film
gespeeld, maar werd over de hele wereld bekend, zo niet beroemd, door
zijn optreden als Tadzio in Visconti's film, een jaar later. Voor deze
acteur heeft het vertolken van een sterk homo-erotisch beladen rol
flink wat negagtieve gevolgen gehad, en het odium van homoseksualiteit
alsof het in een normaal functionerende wereld een odium zou mogen
zijn heeft hem lang vervolgd,
ondanks zijn leven met vrouw en dochter. Iemand die een moordenaar
speelt, wordt nimmer door de roddel- en lasterbladen en door
andersoortige monsters zonder waarde achtervolgd met de vraag of hij in
het werkelijke leven ook een moordenaar is, en geen van de vertolkers
van heteroseksuele rollen wordt geteisterd met vragen over eventuele
heteroseksualiteit in het ware leven. Dat waren, zijn en blijven de
uitwassen van de Perversie van het (niet kunnen) Denken.
[4]
Sylvana Mangano, in 1930 geboren te Rome, stierf in 1989 te Madrid.
Naast haar rollen in films van Visconti vertolkte ze eveneens een
vooraanstaande rol in Teorema (1968) van Pier Paolo Pasolini (1922-1968). Haar debuut maakte ze in 1945 in Le jugement dernier, doch haar doorbraak kwam in 1949 met Riso amaro (Bittere rijst). ____________ Afbeeldingen 1. Luchino Visconti, de Italiaanse regisseur van De dood in Venetië. 2. Gustav Mahler, tekening van Jarko Aikens, Groningen, 1986. Collectie Heinz Wallisch. 3. De schrijver van de oorspronkelijke novelle uit 1912, Thomas Mann. 4. Björn Andrésen als Tadzio in de film De dood in Venetië.
Dürrenmatt-verfilming van misdaadverhaal, zaterdag 15 december op Duitsland 1 (ARD/Das Eeste)
Friedrich Dürrenmatt Vrijwel
gelijktijdig worden twee vermaarde boeken van vooraanstaande
twintigste-eeuwse, Duitstalige auteurs op zaterdag 15 december 's
avonds via de beeldbuis uitgezonden. Als eerste, te beginnen om 22:55
uur op het eerste Duitse net, ARD/Das Erste, de verfilming van een idee
van de Zwitserse auteur van veel vermaarde toneelstukken Friedrich
Dürrenmatt (1921-1990) onder de titel Es geschah am hellichten Tag.
De film, die we, als geheel Duitse productie krijgen voorgeschoteld, is
in 1997 opgenomen. Al eerder, in 1958, was dit boek als Zwitsers-Duitse
filmproductie door regisseur Ladislao Vajda, in samenwerking met Hans
Jacoby en de schrijver, gerealiseerd, met in de hoofdrollen Gerd Fröbe
(1913-1988) en de 'nare Duitser' Heinz Rühmann (1902-1994). In de
recentere film spelen Joachim Król, Heino Ferch en Barbara Rudnik. Dürrenmatts vertelling, respectievelijk roman, Das Versprechen met als ondertitel Requiem auf den Kriminalroman pakt de draad van het draaiboek op, maar de schrijver heeft het einde van het verhaal veranderd. Dat boek dateert van 1958 [1], en is in ook in het Nederlands vertaald door Vic. Salling als Het gebeurde op klaarlichte dag, en als onderdeel van de Dürrenmatt-Detective-Omnibus verschenen
in de Bruna-pocketreeks Zwarte Beertjes. Op boekenmarkten kom je die
drie-in-een uitgave nog regelmatig tegen voor prijzen vanaf één euro,
een enkele keer zelfs voor de helft daarvan. ___________ [1] In 1985 heeft Dürrenmatt er nog een Weiterentwicklung op gerealiseerd, welke in twee afleveringen, op 2 en 28 augustus 1985 door de Neue Zürcher Zeitung is gepubiceerd. __________ Friedrich Dürrenmatt Das Versprechen. Roman. Deutscher Taschenbuch Verlag, München. dtv 1390.
BBC-documentaire ' In de voetsporen van Jack Kerouac en de beat generation
Documentaire
op BBC Four
Aanstaande woensdagavond, 12 december, presenteert de Engelstalige
televisiezender BBC Four, in het kader van de week, die zich met het jaar 1957
bezighoudt, een special uit, die gaat over de te vroeg gestorven Amerikaanse
cult-auteur Jack Kerouac (1922-1969), die met On the Road, nu alweer een
halve eeuw geleden, eindelijk zijn internationale doorbraak realiseerde. Titel
van het programma, is zeer toepasselijk en ongetwijfeld geslaagd als vlag die
de inhoud dekt Russel Brand on the Road. Vergezeld wordt de man door
Matt Morgan, en samen zijn ze in de voetsporen van de wereldvermaarde auteur op
weg gegaan van Massachusetts naar San Francisco. Tijdens zijn die reis allerlei
figuren uit het boek tegenkomen, en een bezoek brengen aan enkele
oud-vertrouwde plekken die de auteur koesterde.
De film, die een uur duurt, wordt in breedbeeld met stereofonisch geluid
uitgezonden tussen 22:00 uur en 23:00 uur Nederlandse tijd.
De schrijver Jean-Louis Lebris de Kerouac, later simpelweg Jack,was van Frans-Canadese
afkomst, maar ging aan de Columbia University
studeren, waar hij in aanraking kwam met de 'aparte figuren' William Burroughs
(1914-1997) en Alan Ginsberg (1926-1997). Gedurende de Tweede Wereldoorlog
diende hij bij de koopvaardij, en daarna probeerde hij zich jarenlang in leven
te houden door als gelegenheidsarbeider door vrijwel de gehele VS en door
Mexico als tramp te reizen. De neurotische jongeman werd met zijn boek On
the road de belangrijkste representant van een groepering, die bekend werd
als de beat generation, een protestbeweging tegen de Amerikaanse,
volstrekt technocratische consumptiemaatschappij. Het boek beschrijft de
odyssee van de jonge schrijver, die op de vlucht slaat voor het inhumane
element van de Amerikaanse samenleving en op zoek gaat naar een menselijk
bestaan met gelijkgestemden, waarin vrienschap centraal staat. Een toen eigentijdse
romanticus die andere wegen zocht dan zijn voorgangers, en deze hoopte te
vinden in muziek (jazz), verdovende middelen en in vrije seksualiteit. Met het
enerzijds ruwe, en bij vlagen agressieve, taalgebruik in On the road wordt
Jack Kerouac, terugblikkend, beschouwd als de voorloper van de pop art. De Manchester Evening News oordeelde, nu bijna een halve eeuw
geleden: "Crazy-mixed-up novel about frustrated youth getting nowhere
fast."
____________ Afbeeldingen 1. Voorplat van de Pan-paperback (tweede druk uit 1963).
2. Foto van de auteur, overgenomen van de achterzijde van diezelfde paperback
Anton von Webern, de meester der muzikale beperking, is Composer of the Week op BBC Radio 3 met vijf dagen achtereen een uur van zijn muziek
Verdwaalde geweerkogel Op
15 sepember 1945 werd de Oostenrijkse componist Anton von Webern
dodelijk getroffen door een verdwaalde kogel, die was afgevuurd door
een soldaat van de Amerikaans bezettingsmacht. Hij was toen 61 jaar oud
en had toen al ruim een decennium in zeer moeilijke omstandigheden
geleefd. Even leek het erop dat met het einde van de oorlog Weberns
leven ook een wendig ten gunste zou nemen. Het fatale 'misverstand'
zorgde echter voor een geheel andere, zeer definitieve, want
onomkeerbare wending voor deze miniatuurkunstenaar, die zich als geen
andere componist van die periode een ware meester der beperking had
getoond.
Jeugd Anton
von Webern werd in Wenen geboren op 3 december 1883. Hij was de zoon
van een mijnbouwingenieur, die uit een oud, aristocratisch geslacht
stamde, dat al eeuwen in Karinthié was gevestigd. In 1890 werd Antons
vader Karl overgeplaatst naar Graz en vier jaar daarna nogmaals, nu
naar Klagenfurt. Daar bezocht de jonge Webern het gymnasium, waar hij
in 1902 eindexamen heeft gedaan. In die tijd volgde hij viool- en
cellolessen, en kwam hij in aanraking met de stukken van Gustav Mahler
in pianobewerking. Daar stond echter tegenover dat hij in theoretisch
opzicht zeer weinig muzikale scholing kreeg. Desondanks begon hij in
1901 liederen te componeren. En bij het afscheid van zijn gymnasium,
een jaar later, kreeg hij als geschenk een reis naar de Bayreuther
Festspiele aangeboden. Hoewel vader Webern liever had gezien dat
Anton zich daarna om het familiebezit zou bekommeren, stemde hij er
uiteindelijk toch mee in dat zijn zoon een muziekstudie ging volgen aan
de Universiteit van Wenen. Deze voor Anton zo positieve instelling van
de kant van papa was mede beïnvloed door het feit dat Webern senior
weer eens werd overgeplaatst, en deze keer in de hoofdstad Wenen, van
de toen nog Hongaars-Oostenrijke monarchie, een functie kreeg
toebedeeld op het Ministerie voor het Mijnwezen.
Leraren en invloeden In Wenen kreeg Webern de internationaal vermaarde Guido Adler (1855-1941) als docent voor
muziekwetenschap; voor harmonieleeren contrapunt kon hij terecht bij
Hermann Graedner en Karl Navratil. Voor zijn promotie schreef Anton von
Webern een dissertatie over de Choralis Constantinus van
Heinrch Isaac (ca. 1450-1517). Doordat hij de lessen van Graedner en
Navratil nogal magertjes vond, wilde Webern zich wel eens wat verder in
de wereld oriënteren, in de hoop elders een betere leraar te vinden.
Daartoe vertrok hij in 1904 naar Berlijn, om aldaar met Hans Pfitzner
(1869-1949) over eventuele lessen te spreken. Toen deze echer een
smalende opmerking over Gustav Mahler maakte, hield Webern het wel voor
gezien en keerde hij spoorslags terug naar Wenen.
Arnold Schönberg, de sleutelfiguur Waarschijnlijk
mede door toedoen van Guido Adler liet Webern enkele van zijn liederen
aan Arnold Schönberg (1874-1951) zien, die er vervolgens in toestemde,
hem als leerling aan te nemen. Deze stap, in de herfst van 1904 zou
van doorslaggevende betekenis voor de rest van Weberns ontwikkeling als
componist blijken. Hij zou een ook in persoonlijk opzicht sterke
band met Schönberg ontwikkelen, evenals met enkele van diens andere
adepten, zoals Alban Berg (1885-1935) en Hanns Eisler (1898-1962). In
die 'leertijd' componeerde Webern een pianosonate, een pianokwintet in
één deel, alsmede enkele liederen, die weliswaar een besloten
uitvoering in Wenen hebben beleefd, maar pas na zijn dood werden
gepubliceerd. Deze stukken kunnen ook echter geen van alle worden
beschouwd als karakteristiek voor Weberns compositiestijl. Dat geldt
eveneens voor zijn Passacaglia voor orkest, opus 1, uit 1908, welke is ontstaan als werk ter afsluiting van de studieperiode bij Arnold Schönberg.
Vijf keer een uur Webern via ethergolven Van maandag 10 tot en met vrijdag 14 december is Anton von Webern op BBC Radio 3 Composer of the week,
en wordt iedere middag tussen 13:00 uur en 14:00 uur werk van hem
uitgezonden. Zoals dat in deze periode van het jaar gebruikelijk is,
worden die vijf uitzendingen elk voor zich dezelfde avond herhaald tussen 21:45 uur en 22:45 uur. De reeks Composer of the week is één van de langst lopende uitzendingen van BBC Radio 3, en wordt tegenwoordig gepresenteerd door Donald Macleod. Op
de site van het bewuste programma kunt u tevens zien, welke werken van
Anton Webern op de verschillende dagen zullen worden uitgezonden. [1] ____________
[1] Een heel uitgebreid artikel over Anton von Webern kunt u vanaf maandag 1o december vinden op dewebsite van het oudste muziektijdschrift van Nederland, Mens en Melodie. ____________ Afbeeldingen 1. Anton von Webern als jonge man. 2. Muziekwetenschapper Guido Adler. 3. Arnold Schönberg, geschilderd door Richard Gerstl (1883-1908). 4. Donald Macleod, presentator van het BBC Radio 3-programma Composer of the week.
Claude Goretta's biografische Sartre-film opnieuw via TV5 Monde
In de nacht van zondag 9 op maandag 10 december wordt in het tijdsbestek van 03:00 uur en 05:00 uur het eerste deel herhaald van de tweedelige biografische film die van Claude Goretta verleden jaar over het leven van Jean-Paul Sartre en diens gezellin Simone de Beauvoir heeft gedraaid. Nadere gegevens en passend illustratiemateriaal kunt u vinden in ons artikel over dat eerste deel, dat op deze website is verschenen op 23 september van dit jaar. Het tweede deel van deze film wordt in de nacht van maandag 10 op dinsdag 11 op hetzelfde tijdstip uitgezonden. Meer daarover kunt u vinden in onze bijdrage van 30 september.
Oudste Rolls Royce, uit 1904, dezer dagen geveild voor bijna vijf miljoen euro
Het prachtstuk is inmiddels iets meer dan een eeuw oud, maar het zag er op
de foto uit alsof de Rolls Royce uit 1904, de oudste van dat merk,
gisteren was vervaardigd. De foto werd vandaag als eerste getoond in
het vroege ochtendjournaal net voor 06:00 uur hetwelk is ingebed in
het Morgenmagazin dat door de beide Duitse publieke
televisienetten, ARD en ZDF, elke werkdag tegelijkertijd wordt
uitgezonden. Het NOS Journaal volgde later. [1]
Deze waarachtige oldtimer die over 10 pk beschikt is gisteravond
van eigenaar veranderd voor de lieve som van bijna vijf miljoen euro,
tijdens een veiling in Londen bij Bonhams, dat reeds sedert 1793 in
deze branche actief is .
Volstrekt dwaas is het dat zelfs de site van Bohams op de vraag naar Rolls Royce, al dan niet met de toevoeging 1904
alleen reageerde met "No lots found", en dat het evenmin mogelijk is om
informatie te krijgen van vóór heden, 4 december. En via andere
'ingangen' word je al even hard in het beruchte kringetje rondgejaagd.
Dat is zo'n oud verhikel mij niet waard. Inmiddels kan men op de site wel terecht voor informatie.
Via Rolls Royce
lukte het echter direct om meer informatie te krijgen. Daar werd zelfs het
exacte bedrag genoemd: 4,9 miljoen euro. Het voertuig was (om 06:00 uur
hedenochtend) negen uur geleden geveild, en zou zich sedertdien in het
bezit van een particuliere verzamelaar bevinden. Het is de eerste keer
dat zo'n artikel in het openbaar is geveild. De auto is gereedgekomen
één maand nadat de heren Rolls en Royce hun krachten hadden gebundeld
en de firma die dubbele naam ging dragen.
________
[1] Weliswaar verscheen in het Journaal van 07:00 uur
eveneens de foto van deze auto op de achtergrond, maar presentatrice
Jeanet Schuurman had de bijbehorende tekst niet paraat. In latere
journaals werd er wel informatie verstrekt.
________
Afbeelding: De oudste Rolls Royce, uit 1904, met een waarde van bijna 5 miljoen euro.
Prachtige biografie in beeldmateriaal over componist en theatermens Richard Wagner
Rijkdom aan beeldmateriaal Morgen,
1 december 2007, verschijnt officieel het nieuwe boek van
Wagner-specialist Walter Hansen, bedoeld ter herdenking, op 13 februari
aanstaande van de 125ste sterfdag van de meester van het Gesamtkunstwerk.
Het plaatwerk is echter al twee weken in de boekhandel beschikbaar. Het is
een grote, smaakvol uitgevoerde paperback geworden met in totaal 180
afbeeldingen, welke tesamen een biografie in een, letterlijk en tevens figuurlijk, zeer ruime
verscheidenheid vormen. Het Duitse begrip Bildband valt bij ons niet adequaat met één woord te omschrijven. Het persbericht meldt het
zeker in deze context zeer passende begrip van de doorgecomponeerde
vorm, die een gehele kosmos biedt: toneelscenes, aanplakbiljetten,
handgeschreven mededelingen, partituren en aanverwants, naast
portretten van vriend en vijand, sponsors, collega's, geliefden,
echtgenotes en van de plaatsen waar het leven van Richard Wagner zich
gedurende bijna zeven decennia heeft afgespeeld.
Overzichtelijk geheel Overigens
zijn er naast de bijschriften ook nog korte, verhalende teksten
toegevoegd, die weliswaar in principe zijn beperkt tot wezenlijke
biografische informatie over deze veelzijdige, aanbeden en evenzeer
verguisde kunstenaar en anti-semiet, maar die toch diens wezen als mens
en als kunstenaar belichten. Binnen dit boek vindt men echter in kort
bestek alles wat nodig is om een overzichtelijk beeld te krijgen van
één der meest invloedrijkste componisten uit de muziek- en
theatergeschiedenis en daadoor eveneens voor de cultuurhistorie van
die tijd maatgevende figuren omstreeks de vorige eeuwwisseling.
Walter Hansen: Richard Wagner Sein Leben in Bildern 174 pag., grote paperback; Originalausgabe Deutscher Taschenbuch Verlag, München; december 2007 ISBN 978-3-423-34457. Prijs 15,. (Deze prijs is echter alleen geldig in de Duitse Bondsrepubliek en in Nederland bij Boekhandel Die Weisse Rose, Amsterdam).
Echtgenote van Brahman
In
een cultuurweblog dat de beschermvrouwe Cecilia accepteert, horen niet alleen westers-klassieke goden en
beschermheiligen van de muziek thuis, maar ook die van andere culturen.
Naast de heilige Cecilia die volgens de tekst in het vierde deel in
Mahlers Vierde Symfonie, Das himmlische Leben,
"mit ihren verwandten" in den Hoge rondwaart is hier derhalve
eveneens plaats voor Sarashwita, echtgenote van Brahman. Zij is in de
Indiase (Hindoe-) mythologie de figuur die als beschermvrouwe van de
muzische kunsten en de studie optreedt.
Haar naam wordt, zoals te
verwachten valt, op tal van manieren gespeld, naast de hier gebruikte
komt ook Saraswati veelvuldig voor.
U ziet op het plaatje een in
India handgevormd beeldje, ongeveer 20 centimeter hoog, dat zo'n twee decennia geleden door een
derde wereld-organisatie in een relatief kleine 'oplage' werd verspreid.
Duitse kunstinstituten eren Paula Modersohn-Becker met exposities (1)
Meesteres van het fin de siècle Nog in de lopende week worden er in Noord-Duitsland nog enkele exposities geopend, die heel direct dan wel zijdelings betrekking hebben op de vooraanstaande beeldend kunstenares Paula Modersohn-Becker (1876-1907), die een eeuw geleden op 31-jarige leeftijd reeds is overleden. Tijdens haar leven was ze slechts voor een kleine groep kenners, onder wie vooral vertegenwoordigers van de muzische kunsten, een begrip, en pas na haar verscheiden werd ze snel beroemd en ging men haar beschouwen als een hoogbegaafde vrouw, die haar tijd heel ver vooruit was, en (in ieder geval één van) de belangrijkste Duitse kunstenaars was van het fin de siècle. Sedert 1 juli is er al een tentoonstelling toegankelijk in Worpswede, de voormalige kunstenaarskolonie waar ook Paula Becker vanaf 1897 veel verbleef. Direct in het eerste jaar voelde ze zich daar thuis en zeker niet in de laatste plaats doordat ze er collega-kunstenaars heeft leren kennen, onder wie de schilder Otto Modersohn (1865-1943), met wie ze zich in 1900 heeft verloofd. In dat jaar leerde ze in Worpswede eveneens de dichter Rainer Maria Rilke (1875-1926) kennen, wiens portret van ongeveer 1905 in literaire kringen de naam van de kunstenares levend heeft gehouden. Gedurende de laatste zeven jaar van haar leven heeft Paula Modersohn-Becker vier keer een tijdje in Parijs doorgebracht, en alle impressies die ze daar heeft opgedaan, nam ze mee naar Worpswede om ze vervolgens in haar unieke kunst te vertalen.
Kunsthalle Bremen Eén van de twee instellingen, die vanaf zaterdag 13 oktober hun eigen en geleende schatten voor het publiek toegankelijk maken, is de Kunsthalle in Bremen. Daar kan men zes dagen per week terecht voor werken van deze uiterst fijnzinnig voelende vrouw. Naast werk van haarzelf worden de toeschouwers geconfronteerd met stukken uit de Franse avant-garde, zoals Paul Cézanne, Paul Gauguin, Vincent van Gogh en Pablo Picasso, allen tijdgenoten van Paula Modersohn-Becker. ____________ Afbeeldingen: 1. Zelfportret op groene achtergrond met blauwe iris, 1905. Kunsthalle, Bremen. 2. Stilleven met goudvis in kom, ontstaan in de maanden mei en juni van 1906. Eigendom van het Von der Heydt-Museum in Wuppertal.