Enige zeer opvallende poëzie-bijdragen van de Amerikaan Henry Wadsworth Longfellow (3)
WALTER VON DER VOGELWEID. VOGELWEID the Minnesinger, When he left this world of ours, Laid his body in the cloister, Under Würtzburg's minster towers.
And he gave the monks his treasures, Gave them all with is behest: They should feed the birds at noontide Daily on his place of rest;
Saying 'From these wandering minstrels I have learned the art of song; Let me now repay the lessons They have taught so well and long.'
Thus the bard of love departed; And, fulfilling his desire, On his tomb the birds were feasted By the children of the choir.
Day by day, o'er tower and turret, In foul weather and in fair, Day by day, in vaster numbers, Flocked the poets of the air.
On the tree whose heavy branches Overshadowed all the place, On the pavement, on the tombstone, On the poet's sulptured face.
On the cross-bars of each window, On the lintel of each door, They renewed the War of Wartburg, Which the bard had fought before.
There they sang their merry carols, Sang their lauds on every side; And the name their voices uttered Was the name of Vogelweid.
Till at length the portly abbot Murmered, 'Why this waste of food? Be it changed to loaves henceforward For our fasting brotherhood.'
Then in vain o'er tower and turret, From the walls and woodland nests, When the minster bells rang noontide, Gathered the unwelcome guests.
Then in vain, with cries discordant, Clamorous round the Gothic spire Screamed the feathered Minnesingers For the children of the choir. Time has long effaced the inscriptions On the cloister's funeral stones, And tradition only tells us Where repose the poet's bones.
But around the vast cathedral, By sweet echoes multiplied, Still the birds repeat the legend, And the name of Vogelweid.
Henry Wadsworth Longfellow (1807-1882) Uit: Songs and Sonnets In: the Oxford Edition of the Poetical Works of Longfellow ____________ Afbeeldingen 1. Walther von der Vogelweide (ca. 1170-1230); uit het Manessische Handschrift. 2. De Dichter Longfellow in 1868.
Arte-televisie herdenkt Victoria de los Angeles met vier maal dezelfde drie kwartier archiefopnamen ' tot en met 5 februari
Volbloed zangeres Op
vrijdag 18 januari 's ochtends tussen 08:00 uur en 08:45 uur heeft
Arte-tv de eerste keer een herdenkingsfilm over de Spaanse zangeres
Victoria de los Ángeles (1923-2005), die in werkelijkheid Victòria
Gómez Cima heette. Ze was geboren in een uiterst muzikale familie en
slaagder erin de zesjarige opleiding van het conservatorium in
Barcelona in drie jaar te doorlopen. In 1945 volgde haar eerste
optreden. Bijna een halve eeuw was ze te horen in de beste operahuizen
ter wereld in rollen van Puccini, Wagner, Verdi, Bizet en Gounod. Door
haar warme stem wist ze eveneens het concertpubliek aan haar voeten te
krijgen met liederenrecitals, waarbij ze veelal liet blijken het
Spaanse volkslied een warm hart toe te dragen. In 1992 was ze voor
het laatst te horen in het openbaar tijdens het afscheidsceremonieel
van de Olympische Spelen in haar geboortestad, doch al eerder had ze
zich, als gevolg van de dood van haar zoon, teruggetrokken.
Drie herhalingen De
Arte-film laat de zangeres zien in optredens, maar eveneens in de
privésfeer. Het beteft archiefopnamen van opera-aria's uit Wagners Tannhauser en Puccini's Madama Butterfly, en daarnaast liederen van Schubert,
Brahms en Manuel de Falla. De 43 minuten durende film wordt in totaal
vier keer op de Duits-Franse cultuurzender vertoond. Na vrijdagochtend
nogmaals op donderdag 24 januari, op woensdag 30 januari en op dinsdag
5 februari, steeds om 08:00 uur 's ochtends. Al eerder hebben we op You Tube een kort filmpje gezien waarin ze werk van Federico Mompou zong, met de componist aan de piano. ____________ Afbeeldingen 1. De zangeres Victoria de los Ángeles. 2. De componist Manuel de Falla. Tekening van Tonny Groenhuysen, Buitenpost, 1997. (Collectie Heinz Wallisch.)
Enige verrassende poëzie-bijdragen van de Amerikaan Henry Wadsworth Longfellow (2)
Twee van de allerberoemdste gedichten van Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) zijn de beide met de titel Wandrers Nachtlied. Het eerste is geschreven op 12 februari 1776, het tweede stamt van (hoogstwaarschijnlijk 6 september) 1780.
WANDRERS NACHTLIED
Der du von dem Himmel bist Alles Leid und Schmerzen stillest, Den, der doppelt elend ist, Doppelt mit Erquickung füllest, Ach, ich bin des Treibens müde! Was soll all der Schmerz und Lust? Süßer Friede. Komm, ach komm in meine Brust! EIN GLEICHES
Über allen Gipfeln Ist Ruh, In allen Wipfeln Spürest du Kaum einen Hauch Die Vögelein schweigen im Walde. Warte nur, balde Ruhest du auch.
Onder
de uit veel Europese talen, vooral uit het Duits, in het Amerikaans
overgebrachte, al dan niet heel direct, dan wel naar de geest
vertaalde, gedichten bevindt zich ook een 'omzetting' door de
ongelooflijk erudiete Henry Wadworth Longfellow.
WANDERER'S NIGHT-SONGS.
FROM GOETHE.
I.
THOU that from the heavens art, Every pain and sorrow stillest, And the doubly wretched heart Doubly with refreshment fillest, I am weary with contending! Wy this rapture and unrest? Peace descending Come, ah, come into my breast!
II.
O'er all the hill-tops Is quiet now, In all the tree-tops Hearest thou Hardly a breath; The birds are asleep in the trees; Wait; soon like these Thou too shall rest.
Uit: A Handful of Translations In: The Oxford Edition of the Poetical Works by Longfellow
____________ Afbeeldingen 1. Goethe's handtekening. Hier in gouddruk op bruine lederen ondergrond. 2. Monogram van de naam H.W. Longfellow. Hier in gouddruk op zwarte lederen ondergrond.
Documentaire Berlin: Die Sinfonie der GroÃstadt donderdagavond op het Nederlandse themakanaal Geschiedenis TV
Nare bijsmaak De Duitser
Walter Ruttmann (1887-1941) was niet alleen filmregisseur en
scenarioschrijver, maar vervulde binnen het kader van de Duitse film
nog tal van andere functies. Voor menigeen heeft zijn naam
begrijpelijkerwijs een nare bijsmaak, doordat hij als scenarioschrijver
heeft meegewerkt aan de extreem abjecte rolprent Triumph des Willens
van Leni Riefenstahl zo'n wezen dat alle kwalijks binnen het
naziregime wel over het hoofd wilde zien om voor zichzelf een goede
positie binnen het apparaat te creëren, en direct na de oorlog met
succes heeft verdrongen en zichzelf als slachtoffer van het nazibewind
heeft gepostuleerd. (Zie daartoe onze bijdrage Divadom en demonie, van maandag 16 juli 2007 op de zustersite Cultuurtempel.)
Experimentele documentaire Wel heeft de man, samen met Alberto Cavalcanti, in 1927 de uiterst interessante, experimentele documentaire Berlin: Die Sinfonie einer Großstadt.
Daarin wordt het leven in de hoofdstad van de Republiek van Weimar in
de tweede helft van de jaren twintig getoond: vanaf de stille, lege
straten vroeg in de ochtend, via de drukte overdag, tot met de
uitgaanshectiek in de avond. Nergens anders in Europa was het culturele
leven zo 'ausgeprägt' als in Berlijn: elke avond zaten de bioscopen vol
en zo'n dertig muziektheaters tot de laatste plaats uitverkocht, en in
het grootste hotel lagen op de leestafel zo'n 840 dagbladen. Zelfs in
onze moderne cultuur- en communicatiewereld van het begin der
eenentwintigste eeuw is dat een onvoorstelbare rijkdom. In 2002 is
opnieuw zo'n film gemaakt, deze keer door Thomas Schadt met een duur
van 77 minuten over dezelfde stad, die tevens de hoofdplaats van het
Duitse rijk anno nu is. Alleen de titel wijkt minimaal af: de nieuwste
film heet Berlin: Sinfonie einer Großstadt. Het zou een aardig gebeuren zijn deze beide films die van Ruttmann duurt goed een uur achter elkaar te vertonen. Geschiedenis TV
laat de film na reeds enkele vertoningen eerder deze week, zien op
vrijdag 18 januari, 's avonds tussen ongeveer 21:40 uur en 22:50 uur.
Le chemin des écoliers, donderdagavond en zondagavond op TV5 Monde
Alain Delon Het
is inmiddels alweer meer dan een halve eeuw geleden dat de in 1935
geboren Franse acteur Alain Delon zijn eerste filmrol heeft gespeeld.
Zo nu en dan wordt ten onrechte beweerd dat deze in Rocco i sui fratelli zou zijn, maar dat was al de zevende, in 1960, het jaar waarin hij ook de rol van Tom Ripley in Plein soleil, naar de roman The talented Mr. Ripley van Patricia Highsmith op
zich had genomen. Als vijfde in de reeks van inmiddels zo'n negentig
rollen speelde Alain Delon in 1959 een zeventienjarige scholier in Le chemin des écoliers
van Michel Boisrond. Ook de drie andere hoofdrolspelers zijn grote tot
zeer grote bekenden van het Franse witte doek, en daarna allengs ook
van de thuisbioscoop geworden: Jean-Claude Brialy en Françoise Arnoul
(geb. 1931), Lino Ventura (1919-1987), Bourvil (1917-1970). [1] De beide laatsten toch een generatie ouder dan de meer jeugdige spelers.
Het verhaal Tijdens
de Tweede Wereldoorlog en de bezetting van Frankrijk door de Duitsers
krijgt een nog niet volwassen scholier, Antoine Michaud, een relatie
met een gehuwde vrouw, wier echtgenoot echter krijgsgevangene van de
Duitsers is. Zij dringt er bij haar jonge geliefde op aan dat hij wat
gaat bijverdienen opdat ook zij het beter zal hebben, en de beste
mogelijkheid daartoe bestaat op de zwarte markt. Antoine voldoet aan
haar wens, en slaagt erin echter zonder dat zijn vader daarvan op de
hoogte is en hij moet zich wel eens in bochten wringen om dat zo te
houden. Hij smokkelt champagne uit het restaurant van zijn vriend Paul
Tiercelin, een rol die door de toen ook nog relatief jonge Jean-Claude
Brialy, die verleden jaar in mei, op 74-jarige leeftijd is overleden. Het secenario van Pierre Bost en Jean Auranche is gebaseerd op de gelijknamige roman uit 1946 van Marcel Aymé (1902-1967).
Uitzendingen op TV5 Monde De
film wordt de komende dagen tweemaal gepresenteerd door TV5 Monde, de
Franse televisiezender. De eerste uitzending is op donderdag 17
januari, tussen 21:00 uur en 22:30 uur; een herhaling zal ijs en
weder dienende, uiteraard worden gerealiseerd op zondag 20 januari,
om 23:30 uur. ____________ Afbeeldingen 1. Scène uit de film Le chemin des écoliers. 2. Voorzijde van de pocketeditie uit 1966 van het boek. 3. Achterzijde van de pocketeditie.
Enige verrassende poëzie-bijdragen van de Amerikaan Henry Wadsworth Longfellow (1)
President als poëzie-protagonist In de lijst van Amerikaanse presidenten, achterin het onlangs verschenen boek
over de Amerikaanse presidentsverkiezingen schrijft Frans Verhagen
onder meer het volgende over de in 1881 tot twintigste president van de
Verenigde Staten gekozen James Abram Garfield (1831-1881): "Verrassende
kandidaat van de Republikeinen. Als trouw partijman was hij de laatste
afgevaardigde die het ooit tot president schopte. Werd kort na zijn
inauguratie vermoord door een ontevreden baantjeszoeker". . . . . Tijdgenoot
van deze politicus was de ongelooflijk belezen dichter Henry Wadsworth
Longfellow (1807-1885). Hij vond in het afschuwelijke gebeuren
aanleiding om de politicus te herdenken door middel van een gedicht met
de eenvoudige titel
PRESIDENT GARFIELD
'E VENNI DAL MARTIRIO A QUESTA PACE'
THESE words the Poet heard in Paradise, Uttered by one who, bravely dying here, In the true faith was living in that sphere Where the celestial cross of sacrifice Spread its protecting arms athwart the skies; And set thereon, like jewels crystal clear, The souls magnanimous, that knew not fear, Flashed their effulgence on his dazzled eyes. Ah me! how dark the discipline of pain, Were not the suffering followed by the sense Of infinite rest and infinite release! That is our consolation; and again A great soul cries to us in our suspense, 'I came from martyrdom unto this peace!'
Uit: The Oxford Edition of the Poetical Works of Henry Wadsworth Longfellow ____________ Afbeeldingen 1. De politicus James Abram Garfield (1831-1881). 2. De dichter Henry Wadsworth Longfellow (1807-1885), hier omstreeks 1877 naar eene photographie.
Anderhalf uur muziek van Papa Bach op televisie. Twee werken, ondersteund met beeldmateriaal, zij het in beide gevallen zeer verschillend
Die Kunst der Fuge Op
dinsdag 15 januari kunt u via de regionale Duitse televisiezender WDR
(West Deutscher Rundfunk) twee composities horen, zij het door beelden
ondersteund, van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Allereerst krijgen
we, om 23:30 uur Die Kunst der Fuge te
zien, de net niet geheel voltooide compositie uit de laatste
levensjaren van de componist (1745-1750) met het bijna hoogste getal in
het Bach Werkverzeichnis: 1080. Hoewel het definitieve bewijs voor dat
aspect nimmer wettig en overtuigend is geleverd. Lang is men ervan
uitgegaan dat de componist een klavierwerk had gerealiseerd, maar pas
in de twintigste eeuw zijn er instanties gaan mystificeren, en wordt
het als compositie, voor klavecmbel, en voor orgel uitgevoerd, en
aangezien enkele delen zich voor strijkinstrumeten lenen, bestaan er
ook wel versies voor kamerorkest. Aangezien Bach zelf vaak eigen
stukken in een
andere muzikale 'omgeving' opnieuw heeft gebruikt, lijkt me dat laatste
niet zo'n grote misdaad, al blijft het een eerste vereiste dat het om
uitvoerende(n) van goeden huize gaat. Hier zal dat zeker het geval zijn
aangezien we de musici van Musica Antiqua Köln te horen krijgen, een groepering die reeds sedert 1973 actief is. In dit verband wordt gesproken van een 'filmische verbeelding'. In
overeenstemming met de duur van de compositie, neemt de film ongeveer
vijf kwartier in beslag; tot ongeveer kwart voor één in de nacht.
Uit het Italienische Konzert Direct in aansluiting op Die Kunst der Fuge wordt
er nog een kwartier Bach-muziek uitgevoerd en in beelden vertoond, en
het ziet er niet naar uit dat het dan om verbeelde klanken gaat, doch simpelweg om een geregistreerd optreden door het Jacques Loussier-Triodat echter op geheel eigen, en zeker niet alledaagse wijze de delen Adagio en Presto zal interpreteren uit het Italienische Konzert
BWV 971 (in: Clavier Übung II), dat Papa Bach in 1735 heeft
geomponeerd. Het trio van Jacques Loussier (geboren 1934), die zelf de
pianopartij voor zijn rekening neemt, bestaat verder uit Benoit Dunoyer
de Segonzac, bas; en André Arpino, drums.
Afbeeldingen 1.
Johann Sebastian Bach in 1746, geschilderd olie op canvas door
Elias Gottlob Haußmann (1695-1774). In zijn hand houdt de componist een
stuk muziekpapier met daarop de Kanon BWV 1076. Het doek bevindt zich in het Alte Rataus te Leipzig. 2. Musica Antiqua Köln. 3. Pianist en trio-leider Jacques Loussier.
Meer aandacht gewenst voor de Nederlandse componist Willem van Otterloo
Vijf werken bijeengebracht De
Nederlandse dirigent Willem van Otterloo (1907-1978), lange tijd
chef-dirigent van het Residentie Orkest, heeft uit de ten opzichte van
Nederland verst afgelegen hoeken van de wereld uitnodigingen als
dirigent gehad, maar zijn roem als componist is, buiten het eigen land
waar vrijwel alle symfonieorkesten met enige regelmaat werk van hem
hebben geprogrammeerd niet al te groot. Het is dan ook een goede zaak
dat de NPS, in samenwerking met het Muziek Centrum Omroep, een compact
disc heeft samengesteld waarop vijf werken vier oorspronkelijke
composities en één Schubert-bewerking: de orkestratie van de Fantasie
opus 103 voor piano-duet uit twee decennia bijeengebracht zijn.
Challenge Records zorgt voor de verspreiding van deze geluidsdrager.
Aanbevolen Het Radio Kamer Orkest, dat op de cd de internationale, Engelstalige benaming Netherlands Radio Chamber Orchestra
heeft gekregen, wordt geleid door de in 1970 geboren dirigent Micha
Hamel, voorzover dat de vier originele werken betreft. Thierry Fischer
van het BBC Welsh Orchestra en vanaf april dit jaar eveneens vaste
dirigent van het Nagoya Orchestra heeft zich over de
Schubert-bewerking bekommerd. Al met al een mooi overzicht van het werk
van een zich nooit opvallend geprofileerd hebbende componist van eigen
bodem. Aanbevolen derhalve. Wellicht ook nog eens aan de makers van de
reeks Componist van de week van de Vara voor Radio 4. De
enige negatieve opmerking, die over de uitgave te maken valt, is dat
tekstboekschrijvers zichervan bewust dienen te zijn dat er al twee
eeuwen geen land meer bestaat met de naam Holland. Voor de minder goed
geïnformeerden onder hen: (the) Netherlands, Niederlande, Pays Bas luiden de juiste meest voorkomende, buitenlandse benamingen van het Koninkrijk der Nederlanden.
Willem van Otterloo: Symphonietta for triple woodwind and four horns (1943), Suite for String Orchestra (1938?), Intrada for brass instruments and percussion (1958), Serenade for 12 brassplayers, harp, piano, celesta and percussion (1944). Franz Schubert: Fantasia in F minor, opus 103, 940, orchestrated by Willem van Otterloo (1952). RADIO KAMER ORKEST (Netherlands Radio Chamber Orchestra), conductors Micha Hamel, resp. Thierry Fischer. CHALLENGE Classics CC 72180.
Enrique Granados is vijf dagen de protagonist in Nederland-Radio 4-programma Componist van de week
Nationale kleuring Hoewel
men aan de muziek van veel componisten van de generatie van Enrique
Granados (1867-1916) heel dikwijls kon beluisteren in welke contreien
zij hun oorsprong hebben, maar tevens de invloeden van hun dagelijks
leven hebben verwerkt, is het niet altijd even gerechtvaardigd de term
nationalistische muziek te gebruiken, vooral aangezien het adjectief
een zeer nare bijsmaak heeft. Maar nationaal getint is en blijft, ook
meer dan negen decennia na zijn heengaan diens muziek. Veelal is er
tijdens het fin de siècle, toen dit genre hoogtij vierde, vanuit gegaan
dat dergelijke composities het beste konden worden uitgevoerd door
landgenoten, is dat geen wet van Spanjaarden en Portugezen. Immers, de
frisse kijk van buitenaf kan soms ook een heel weldadige uitwerking
hebben doordat deze nieuwe perspectieven kan bieden. Enrique
Granados vervult de komende week, van maadag 14 tot en met vrijdag 18
januari, elke avond tussen 19:30 uur en 20:00 uur, de rol van Componist van de week in het gelijknamige programma dat Noor Kamerbeek samenstelt voor de Vara, om via Radio 4 te worden uitgezonden.
Dertien verschillende composities worden, deels of in hun geheel,
gedurende die in totaal tweeënhalf uur radiotijd voorgesteld. De
heldere tussentekste, uitgesproken de uitzonderlijk fraaie en aangename
stem van Peter Bree, nemen nooit veel tijd in beslag. De exacte
programmagegevens zijn te vinden op de website van Radio 4. __________ Afbeeldingen: 1. Componist Enrique Granados. 2. Radio presentator Peter Bree.
Ein deutsches Requiem en ander werk onder John Eliot Gardiner maandag en dinsdag op BBC Radio 3
Op maandag 14 en dinsdag 15 januari kunt u John Eliot Gardiner en zijn versie van Ein deutsches Requiem
van Johannes Brahms nogmaals horen als u beide avonden BBC Radio 3
inschakelt om 20:00 uur Nederlandse tijd. Voorafgaande aan het Brahms
Requiem, waarover u in deze kolommen meer
heeft kunnen lezen. Behalve de naam van het ensemble, en dat kunnen we
hier en nu alsnog vermelden, aangezien de BBC meer informatie heeft
verschaft dan de NPS verleden week. De uitvoerenden zijn het Monteverdi Choir en het Orchestre Revolutionnaire et Romantique.
Het concert duurt tot 21:45 uur, en dat geeft al aan dat er meer zal
worden gespeeld dan alleen deze Brahms-compositie. Het concert opent
eveneens met een werk van Johannes Brahms Begräbnisgesang uit 1858. Daarna klinkt van Heinrich Schütz (1585-1672) Wie lieblich sind deine Wohnungen, gevolgd door de Cantate nr. 60 O Ewigkeit, du Donnerwort uit 1723 van Johann Sebastian Bach (1685-1750). __________ Afbeelding: Heinrich Schütz, hier geschilderd omstreeks 1660. Portret van Christoph Spetner (ca.1617-1699).
Amerikaans verkiezingscircus helder en adequaat verklaard door Nederlander Frans Verhagen in recentelijk verschenen, overzichtelijk boek
De Amerikaanse verkiezingen uitgelegd Met de voorverkiezingen ―
die uiteindelijk, na vele tussenstappen, zullen moeten leiden tot de
installatie van een nieuwe president van de Verenigde Staten ―
momenteel in het dagelijkse vizier van de diverse publiciteitsmedia
wordt weer eens duidelijk dat het belang ervan heel wat verder strekt
dan alleen het werelddeel waar zich dat gebeuren afspeelt. Zo meldt Het Parool
van heden dat Bill Richardson, de vierde op de ranglijst van de
Democratische presidentskandidaten, vandaag bekend zal maken dat hij
zich zal terugtrekken. De meeste Nederlanders zullen nog nooit van de
man hebben gehoord, maar voor het geval ze meer over hem en zijn status
willen weten, is het een goede zaak om het pas verschenen ABC van de Amerikaanse verkiezingen,
door Frans Verhagen aan te schaffen. Die heeft alles wat ook maar op
enigerlei wijze met dit thema te maken heeft op een relatief lange, in
overzichtelijke hoofdstukken verdeelde, rij gezet, waarin hij een
antwoord biedt op heel veel eventuele vragen, die mogelijk
geïnteresseerden in onze contreien zouden kunnen stellen, behalve
uiteraard die éne vraag, welke het meest brandend is: Wie wordt die
volgende president?
Diverse serieuze kandidaten Een
adequaat antwoord kan daarop, althans in dit stadium niet worden
gegeven, aangezien er nog zoveel kan gebeuren dat (opnieuw) voor een
onverwachte wending kan zorgen, en waardoor elke redelijke analyse
buitenspel wordt gezet. Immers, nog maar een paar dagen geleden zag het
er relatief slecht uit voor Hillary Clinton, maar inmiddels heeft ze,
na New Hampshire, felicitaties van haar hardste Democratische
mededinger, Barack Obama, in ontvangst kunnen nemen. Dat laatste viel
ook te lezen in de (werk)dagelijkse mail van Lenthe Kriq,
waarin een bijzonder woord, of onalledaagse uitdrukking, extra aandacht
krijgt en wordt verklaard met de etymologische oorsprong. Het begrip caucus
was op donderdag 10 januari aan de orde en werd summier verklaard. Wie
daarover echter meer wil weten, kan er twee hele paginas over lezen in
Verhagens nieuwe boek.
Onmisbare gids Dat
250 paginas tellende boek is overzichtelijk en vooral aangenaam
leesbaar; het weet steeds de aandacht te boeien en wordt nergens saai,
droog of oninteressant, ondanks de talrijke, in het kader
van het thema onvermijdelijke, opsommingen. Die status is te danken aan
de nuchterheid van de schrijver, die nu voor de tiende keer de
Amerikaanse (voor)verkiezingen van nabij volgt, en dus aardig door de
wol gekleurd mag worden verondersteld. En daarbij komt dat deze
verkiezingsronde in Amerika de achtste is die hij als journalist
verslaat. Hij moet dus zeer wel in staat zijn hoofd- en bijzaken te
scheiden. Op het achterdeel van het boek wordt Frans Verhagen zelfs een
politiek junkie genoemd, waarmee degenen die zijn boeken en artikelen
lezen hopelijk hun voordeel kunnen doen. Zestig procent van zijn
nieuwste boek wordt ingenomen door het letterlijke ABC ― van Abortus
tot Zipper problem ― waarin we alle begrippen, welke een directe link
naar deze verkiezingen hebben, verklaard en wel, kunnen vinden met
verwijzingen en nuttige associaties, die het soms bizarre verleden van
onder meer tweeënveertig aan Bush jr. voorafgaande presidenten niet uit
de weg gaan, en waarin en passent ook nog een paar honderd jaar
VS-geschiedenis die in deze context van belang zou kunnen zijn, uit de
doeken wordt gedaan.
De kunst van het relativeren Voorafgaande aan het omvangrijke ABC vinden we, na een kort inleidend woord, een verhelderend essay, getiteld De beste wint nooit, maar het systeem is zo gek nog niet, waaruit de titel voor het gehele boek is gelicht.
Sterk relativerend met de vereiste journalistieke afstand, zou je ook
kunnen zeggen weet Frans Verhagen de vinger op diverse wonde plekken
te leggen zonder daarbij alle eventuele interessante kindertjes met
veel badwater in een oceaan van pijnlijke vooroordelen te laten
ondergaan. Ook begrijpt deze Nederlander dat velen bij ons het maar een
dwaze vertoning vinden, al die circusoptredens en dito gedragingen,
welke toch maar door meerderjarigen de wereld in worden gezonden. Dat
het daarbij niet altijd even volwassen toegaat, zal Frans Verhagen in
een ruimere context hebben meegemaakt dan de momentopnamen, waarmee
allen, die zo ver van de plaats der delicten verwijderd zijn, het
moeten doen. Hij is immers degene, die er met de neus bovenop heeft
gezeten iets waarom menigeen hem zal benijden. Tegelijkertijd zullen
er voldoende anderen zijn die een dergelijke beker vol Yanken-dwaasheid
graag aan zich voorbij zullen laten gaan. In het hoofdstuk De klas van 2008: een sterkte-zwakte analyse
worden alle kandidaten kort en krachtig voorgesteld en hun zwakke
plekken naar voren gehaald, evenals hun sterke punten. Overlappingen in
die beide categorieën zijn daarbij geen zeldzaamheid.
Eventuele struikelblokken Heel kort gaat Frans Verhagen in op het tijdschema van de thans lopende voorverkiezingen, en hij duidt die aan met het begrip hindernisbaan.
In het kader van de uitzinnig vermoeiende hordenloop die zulke
voorverkiezing zijn, valt een beter begrip dat tegelijkertijd de relativering binnen het gebeuren hoog houdt, nauweljks te bedenken. Dat het desondanks tevens een uitputtingsslag voor alle kandidaten zal worden, mag als voor de hand liggend, en daarom bekend, worden verondersteld. Vervolgens
laat Verhagen nog even alle 43 presidenten tot nu toe de revue
passeren, met saillante, en soms wie zal het verbazen, die inmiddels
weet dat het zipper problem bij tijd en wijle 'zelfs' in de politiek een niet geringe rol speelt pikante details. Het
laatste hoofdstuk van het nog tien maanden heel actief te koesteren
boek, dat ook daarna nog steeds opnieuw als naslagwerk kan dienen een
betere aanbeveling kan ik even niet verzinnen , somt alle
presidentsverkiezingen vanaf 1788 op, noemt de partij in kwestie, het
aantal kiesmannen en, als het van toepassing is, eveneens het aantal en
het percentage van de behaalde stemmen. De beste wint nooit
is een aangenaam boek dat het gemakkelijk kan opnemen tegen zo menig
politieke thriller die in een dikke duim is ontstaan, hetgeen maar weer
eens bewijst dat de meeste verzinsels het moeten afleggen tegen de
dagelijkse realiteit. Op een paar orthografische kleinigheden na pijl
in plaats van peil, alsmede inconsequent gespelde woorden valt er op
deze grote prestatie van Frans Verhagen niets aan te merken. Ook al kun
je met hem verschillen van ening met betrekking tot de inhoud van zijn
laatste zin, die gaat over de historische plek voor Bush junior. ___________
Frans Verhagen: De beste wint nooit Het ABC van de Amerikaanse verkiezingen. 256 pag., paperback; Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam, 2007. ISBN 978 90 468 0260 1. Prijs 12,95. ____________ Afbeeldingen 1. Voorplat van het actuele boek van Frans Verhagen. 2. Hillary Rodham Clinton (officieel portret): serieuze kandidate voor het presidentschap van de VS. 3. Barack Obama, Clintons meest nadrukkelijke uitdager binnen het eigen, Democratische kamp. 4. Rudolph Giuliani, voormalige (107de) burgemeester van New York, thans een serieuze Republikeins presidentskandidaat. 5. John McCain (officieel portret): de grootste uitdager van Hillary Clinton binnen het Republikeinse kamp. 6. Frans Verhagen, auteur van het actuele ABC. (Foto: Herman Wouters.)
Ein Deutsches Requiem van Johannes Brahms in de versie van John Eliot Gardiner, maandagavond op Nederland 2
Opname van Zaterdag-Matinee
Maandag
7 januari in de late uren, tussen 23:40 uur in de avond en 00:40 uur in
de nacht is via Nederland 2, in het kader van de reeks NPS Klassiek uitvoering te zien van Ein Deutsches Requiem van
Johannes Brahms. Het betreft een opname, die de NPS heeft gerealiseerd
tijdens de Zaterdag-Matinee in het Concertgebouw te Amsterdam op 27
oktober 2007. Helaas heefde NPS nagelaten te vermelden welk ensemble
John Eliot Gardiner voor die gelegenheid heeft geleid. Wel meldt bij
voorbeeld de VPRO-Gids exact dezelfde tekst als op de website van
Nederland 2 over dat programma-onderdeel te vinden is: "Gardiner deed
onderzoek naar de instrumenten waaraan Brahms de voorkeur gaf en naar
de wijze waarop Brahms indertijd zijn orkesten samenstelde." Wij hadden
echter graag willen weten welk orkest Gardiner zo'n tien weken geleden
voor Brahms' troostcompositie heeft samengesteld, dan wel welk ensemble
hij, door anderen samengesteld, kreeg voorgezet.
Eerste van de grote koorwerken Ein Deutsches Requiem
is het eerste van de grote koorwerken, die Johannes Brahms heeft
gecomponeerd. In eerste instantie werd het idee ervoor hem ingegeven
door de dood van zijn vriend Robert Schumann in 1856. Vanaf 1857 werkte
Brahms er gestadig aan, maar door het overlijden van zijn moeder, in
1865, werd zijn inzet, dit werk tot een goed einde te brengen, nog
versterkt. Het begrip Requiem is enigszins misleidend, omdat
hier in het geheel geen sprake is van een kerkelijk-liturgische
compositie. Het is weliswaar niet de eerste keer dat er een dodenmis
werd gecomponeerd op een Duitse tekst, in plaats van op de Latijnse
tekst uit de rooms-katholieke dodenherdenking. Het werk is veel meer
een uiteenzetting met het fenomeen van de dood, vooral na sterk
persoonlijke belevenissen die daarop direct betrekking hebben.
Vergankelijkheid en hoop op de eeuwigheid worden tegenover elkaar
gesteld, evenals diepe droefheid enerzijds en troost anderzijds. Brahms
heeft geheel eigen, Duitse opvatting van de dood en het hiernamaals, en
heeft voor de muzikale uitbeelding daarvan de vorm van een koorcantate
gekozen en deze voorzien van Bijbelteksten naar eigen inzicht. De
verschillende onderdelen heeft hij zodanig samengevoegd dat er een
Noordduitse, protestantse opvatting van dood en wederopstanding uit
tevoorschijn gekomen is. Het jongste gericht van het Dies irae
staat niet meer centraal, hellepijn en vagevuur komen niet meer aan de
orde: de zielen van de overledenen hebben geen voorspraak van heiligen
meer nodig.
Dat
het menselijke aspect in verband met dood en eeuwigheid zon nadruk
heeft gekregen zonder dat daarbij onmiddellijk wordt verwezen naar de
gebruikelijke confessionele context, is er mede de oorzaak voor dat
het werk zon enorm effect heeft gesorteerd. Op dat punt had Brahms
zijn tijd wel mee: in de tweede helft van de negentiende eeuw waren de
banden met de kerkelijke dogmas die eeuwenlang opgeld hadden gedaan,
flink wat losser geworden en kwam de mens zelf steeds meer centraal te
staan.
De uitvoering van de eerste drie van de zeven delen van Ein Deutsches Requiem
had plaats op 1 december 1867 te Wenen. Deze werd koel ontvangen en dat
noopte Brahms tot enige herzieningen. Een paar maanden later, op Goede
Vrijdag 1868, kwam het in de Dom van Bremen tot een uitvoering van de
eerste vier en de laatste twee delen.
Daar
maakte het werk een zo overweldigende indruk dat het snel elders werd
uitgevoerd. Pas op 18 februari 1869 werd het in Leipzig voor het eerst
in zijn geheel gespeeld, onder leiding van Carl Reinecke, die vanaf
1860 dirigent van het Gewandhausorchester was.
Bij niet iedereen viel Brahms compositie even goed. De fervente
Wagnerianen wezen hem en zijn werk per definitie af. De Franse
schrijver Romain Rolland (1866-1944) onder meer auteur van een
befaamde Beethoven-biografie vond Brahms een belachelijk-overschatte
grootheid. De Iers-Engelse toneelschrijver George Bernard Shaw
(1856-1950), die in zijn jonge jaren muziekcriticus in Londen was,
beschouwde Brahms Requiem als een reclameartikel voor een
begrafenisonderneming.
(De
zeven Bijbelteksten die Brahms heeft gekozen, komen uit het Nieuwe
Testament, de Psalmen, de profeet Jesaja en uit twee apocriefe
Bijbelboeken: WijsheidvanSalomo, en Jezus Sirach. Om
de Nederlandse tekst daar zo goed mogelijk bij te laten aansluiten, is
gekozen voor de nieuwere vertaling van het Nederlands
Bijbelgenootschap. Geen van de protestantse edities bevatten de
apocriefen, maar de Willibrord-vertaling van de Katholieke
Bijbelstichting heeft die wel opgenomen. Daaruit hebben we de teksten
overgenomen, die Brahms van de Wijsheid van Salomo en van Jezus Sirach in zijn Requiem heeft gebruikt.) ___________ Afbeeldingen 1. John Eliot Gardiner in 1997. 2. Johannes Brahms, met handtekening. 3. George Bernard Shaw, kritisch recensent.
. . . met deze aura van nobele onschuld ' twintigste-eeuwse lyriek over engelen
Bodes van de hemel, en van dichters In
de dagen van weleer werden engelen als boden der goden in het
monotheïstische daarentegen van die ene God gezien. Tegenwoordig
bestaat er echter steeds meer een wereldse instelling jegens fenomenen,
die men niet direct begrijpt en/of kan verklaren, dan wel helemaal niet
kent. Derhalve worden engelen of die nu lief zijn en meegaand, dan
wel vertoornd of zelfs boosaardig door velen eerder als
booodschappers van dichters ervaren. Hans Stempel en Martin Ripkens,
auteurs van kinder- en tevens van jeugdboeken, en adviseurs van een
groot mediaconzern, hebben reeds enige anthologieën samengesteld, die
mit succes werden bekroond. In het onderhavige geval der 'hemelse
boodschappers' hebben de een anthologie in zeven hoofdstukken
samengesteld, die zich met het thema in de lyriek van de twintigste
eeuw bezighouden, en wel vooral in de Duitse literatuur, echter tevens
met enige gedichten, die uit andere talen in het Duits zijn vertaald.
De zeven verschillende hoofdstukken behandelen engelen in de context
van resp. toevlucht, toorn, afschied, tederheid, opgewektheid,
geschiedenis en van engelen in een vluchtig voorbijgaan.
Verrassend Dat
zich tussen al die bekende en nog bekendere dichters ook namen
bevinden, die niet onmiddellijk een heel scala aan boektitels, feiten
und fictie oproepen, kan nauwelijks verbazing weckken. Dat zich tussen
al die schrijvend werkzame lieden ook de internationaal hoog
gewardeerde pianist Alfred Brendel bevindt, ist een interessante en
zeer aangename verrassing. Kennelijk heeft deze musicus oren naar meer
dan 'alleen' noten. Hem gunnen wij dat maar al te graag. Het mooi vormgegeven boekje bevat bijdragen van 88 dichters von A bis W: Anna Achmatowa tot en met Gabriele Wohmann.
WENN DIE ENGEL KOMMEN
Wenn die Engel kommen erzählen sie gerne Geschichten etwas ungereimt freilich Engel lieben Unsinn informieren uns über Gott und die Schöpfung alles frei erfunden sehen aus wie Paradiesvögel oder junge Propheten oder schöne geflügelte Damen flatterhaft aber mit dieser Aura nobler Unschuld selbst wenn sie uns bedrängen uns mit ihren Flügeln zudecken den Himmel öffnen Müttern erscheinen sie als Putten werde geherzt und entfleuchen wieder Auf Denkmälern sitzend putzen sie sich wie die Schwalben
Alfred Brendel (geb. 1931) Uit: Störendes Lachen während des Jaworts Wien, München 1997 (Hanser Verlag) ____________
DER ENGEL IM WINTER
Ich aber traf ihn nachmittags im Wald. Ein Wunder das durch Buchenräume ging, So menschenfern, so stegend die Gestalt, Daß blaue Luft im Fittich sich verfing;
Das Antlitz schien ein reines, stilles Leid, Sehr sanft und silbrig rieselte das Haar, In großen Falten schritt das weiße Kleid. Er schaffte nichts, er sagte nichts; er war.
Und nichts an ihm, was schreckte, was verbot. Und dennoch: keines Sterbens Weggenoß, Daß meine Lippe, ob auch unbedroht, Erstaunten Ruf, die Frage stumm verschloß.
Ein Blatt entwehte an sein Gürtelband, Vergilbt und schon ein wenig krausgerollt; Er fing und trug es in der schmalen Hand Wie ein Geschenk aus Bronze und aus Gold.
Wer sah ihm zu? Das Eichhorn, rot am Ast, Und Rehe, die das Buschwerk schnell verlor. Und Erlen wanden schon im Abendglast Wie schwarze Schlangen züngelnd sich empor.
Er regte kaum die dünne Blätterschicht Mit weichem Fuß. Es hatte ewig Zeit. Und zog: wohin? In Stadt und Dörfer nicht. Er wallte außer aller Wirklichkeit.
Nicht unsre Not, nicht unser armes Glück, Nur keusche uhe barg sein Schwingenpaar. Ich folgte nach und stand und blieb zurück. Er brachte nichts, er sagte nichts; er war.
Getrud Kolmar (1894-1943) Uit: Gedichte
Der Engel neben dir Gedichte zwischen Himmel und Erde Herausgegeben und mit einem Nachwort von Hans Stempel und Martin Ripkens. 176 Seiten, Paperback, Originalausgabe. Deutscher Taschenbuch Verlag, München, december 2007; ISBN 978-3-423-13625-9. Prijs 8,50 (in de BRD en in Amsterdam bij Boekhandel Die Weisse Rose).
Afbeeldingen 1. Voorplat van de dtv-uitgave met gedichten over engelen. 2. De Pianist, eessayist und lyricus Alfred Brendel, die heden 77 jaar geworden is. De Foto werd enige decennia geleden genomen. 3. Die lyrische dichteres Gertrud Kolmar. Ze werd vermoedeljkh in Auschwitz omgebracht. 4.
Die beide auteurs van de anthologie, Hans Stempel en Martin Ripkens. De
Foto von Ursula Zeidler werd van de achterflap van het omslag van hun
boek Das Glück ist kein Haustier Eine Lebensreise (dtv 24227) overgenomen.
Der Mann im Strom, film naar de roman van Siegfried Lenz, aanstaande vrijdagavond op het eerste Duitse televisienet ARD/Das Erste
Roman-verfilming Vrijdag,
4 januari, is 23:30 uur 's avonds, als aanvangstijdstip gepland voor
de, als televisiefilm aangekondigde, omzetting in beelden van de roman
van Siegfried Lenz (1926), die in 1957 voor het eerst is uitgekomen.
Deze verfilming, met een lengte van anderhalf uur, van Lenz' thema
een 55 jaar oude bergingsinspecteur in de Hamburgse haven ziet zich
genoodzaakt zijn uiterlijk en zijn papieren aan te passen, waardoor hij
als redelijk jongere man weer als duiker aan de slag zou kunnen is in
2006 gerealiseerd door Nikolaus Stein von Kamienski voor het eerste
Duitse televisienet ARD/Das Erste, en werd eerder reeds uitgezonden op
15 maart 2006. Dat thema is in de halve eeuw volgend op de
verschijningsdatum van het boek steeds actueler geworden, ook buiten de
beroepen die als eerste een kerngezond, jong lichaam vereisen.
Jan Fedder als Hinrichs De
rol van de middelbare Hinrichs die wel degelijk enige last van
ouderdomskwalen begint te vertonen, oorsuizen en druk in de hartstreek,
doch deze niet tot zijn bewustzijnsniveau wil laten doordringen,
evenmin als de beklemming die hij ondergaat in diepere wateren wordt
gespeeld door de zelf 52 jaar oude Jan Fedder, die vele (vooral Noord-)Duitsers kennen als de politieman met grote mond en klein hartje, in de serie Großstadtrevier, en als plattelandsman in de Neues aus Büttenwarder.
Hoewel hij in die laatstgenoemde rollen wel eens wat opgelegd pandoer
presenteert, is zijn inleving in de figuur van Hinrichs uit Siegfried
Lenz' roman, en de omzetting daarvan, zeer geloofwaardig en van een
weldadige ingetogenheid. Naast Jan Fedder die in het werkelijke
leven vegetariër is, zo'n 50 sigaretten per dag rookt, en zich
daarnaast onder meer bekommert om kinderen met aids spelen Lea
Draeger en Moritz Grove. Deze roman van Siegfried Lenz is in 1958
reeds verfilmd, toen door Eugen York, met de zo populaire Hans Albers.
Ook die film duurde anderhalf uur. __________ NB: Meer over Siegfried Lenz en zijn werk is later deze week op de zustersite Tempel der Letteren te vinden. ____________ Afbeeldingen 1. Omslag van de eerste pocket-editie uit 1963 (toen dtv 102; thans dtv 19124)
van Siegfried Lenz' roman. Hier met het gehele omslagonwerp van de
recentelijk gestorven, Zwitserse illustrator Celestino Piatti. Zie
daartoe de beschrijving van de afbeeldingen in het verjaardagsartikel
over de schrijfster Angelika Schrobsdorff in Tempel der Letteren. 2. Jan Fedder als Hinrichs in de film Der Mann im Strom.
Zaterdag 29 december is de dag van de filmklassiekers op de beeldbuis, van Nederland 2, via Canvas, tot en met BBC 2
Het
lijkt wel of de diverse zenders het hebben afgesproken: een dag van de
filmklassieker, maar het is waarschijnlijker dat het met de tijd van
het jaar te maken heeft. Zaterdag 29 december worden er maar liefst
vier filmklassiekers uitgezonden, en gelukkig allemaal op zenders, die
niet met nasynchronisatie komen aanzetten.
Chaplins Modern Times op Nederland 2 Het begint om half drie in de middag op Nederland 2 met Modern Times
uit 1936 van en met Charles Chaplin (1889-1977). Deze film duurt
anderhalf uur. Het is een inmiddels klassiek verhaal en een klassieke
film over de steeds voortschrijdende industrialisering in de
twintigste eeuw, met alle machtsverhoudingen tussen werkgevers en
werknemers en de daaraan gekoppelde elementen, die heden ten dage in
een enorme uitvergroting via camera's veel meer registereren dan alleen
de handel en wandel van het personeel in een bedrijf. De bekendste en
ongetwijfeld meest voorgestelde scène uit die film in de vorm van een
(al dan niet grote) foto is het moment waarop Chaplin als sleutelende
onderhoudsarbeider tussen de raderen van een grote machine bekneld
dreigt te raken. Kan de voorstelling van de feitelijke werksituatie en
de daaraan onverbrekelijk verbonden structuren niet alleen de op meer
en meer macht beluste werkgever, maar tevens die van het machinepark;
iets dat we vandaag de dag in extreme uitvergroting meer en meer
ondergaan nog representatiever worden uitgebeeld? Naast Chaplin
spelen Paulette Goddard (1910-1990; heette in werkelijkheid Marion
Pauline Levy) en Stanley J. Sanford (1894-1961), die al eerder met
Chaplin had gewerkt.
Canvas zendt Casablanca uit Het tweede Nederlandstalige Belgische televisienet Canvas zendt eveneens een klassieker uit, waarvan de laatste zin tot de categorie gevleugelde woorden is gaan behoren: Casablanca uit 1942, van Michael Curtis. Met Citizen Kane van Orson Welles strijdt deze
film (passief) om de kwalificatie "beste film aller tijden", een
zinloos gebeuren: beide films zullen nog lang tot de categorie "beste
van het witte doek" blijven behoren. Casablanca werd
onthaald op drie Oscars. Gezien de omstandigheden waaronder de rolprent
werd gerealiseerd, verwachtte helemaal niemand dat deze een succes zou
kunnen worden. Naast Humphrey Bogart (1899-1957) spelen Ingrid Bergman
(1915-1982) en Paul Henreid (1908-1992).
Klassieker van ander kaliber Een klassieker van geheel andere structuur en uitwerking is The Graduate
uit 1967, van Mike Nichols. Dustin Hoffman, Anne Bancroft (1931-2005),
Katherine Ross en Murray Hamilton (1923-1986) spelen daarin de vier voornaamste personages. Deze rolprent werd al
snel een cultfilm, omdat deze zich inhoudelijk afzette tegen de toen
heersende moraal van grote delen van mensen, de ouders moesten
verbeelden, maar daar in het kader van hun zware frustraties, niet in
de laatste plaats op seksueel gebied heel ernstig faalden. Dustin
Hoffman bracht het
met deze film tot de status van internationale ster. Hij wist de
onervarenheid van een jongeman, die als een blok valt voor de charmes
van een 'oudere' vrouw goed over te brengen, en hele volksstammen
konden zich heel gemakkelijk met de sitautie, en het daaraan gekoppelde
verlangen van intimiteit met een rijper wezen, identificeren. De muziek
is bij velen over de hele wereld blijven hangen in het repertoire van
de in die dagen zeer populaire duo (Paul) Simon and (Art) Garfunkel. De
film duurt een uur en drie kwartier en wordt tegenwoordig geschikt
geacht voor kijkers vanaf zes jaar. Eigenlijk is het al zaterdag als de
film begint, maar in de programmering staat deze op vrijdag. Het
begintijdstip is gepland om 00:20 uur, en als einde staat 01:50 uur;
dat is niet de lengte van 105 minuten die in de gegevens van de
filmografie staat.
Philip Marlowe Private Eye Sedert Edward Dmytryk (1908-1999) in 1944 de Amerikaanse film Murder, my sweet
heeft uitgebracht, is het hoofdpersonage, de privé-detective Philip
Marlowe, uit de boeken van thriller-schrijver Raymond Chandler
(1888-1959) door diverse beroemde filmacteurs voor het voetlicht
gebracht. In deze rolprent naar Chandlers boek Farewell, my lovely
heeft de tot dan toe smartlappenzanger Dick Powell (1904-1963) het tot
Holywood-acteur weten te brengen, een carrière-onslag die groter niet
had kunnen zijn, gezien de successen die zouden volgen. Later zou hij
nog een eigen show krijgen met internationale vermaardheid. Zoals
dat in de vervolgens als 'hard-boiled' gekarakteriseerde verhalen van
Chandler, en dienovereenkomstig in de verfilmingen daarvan nu eenmaal
gebeurt, gaat het altijd weer om een mysterie met veel geweld en
aantrekkelijke vrouwen. Verder blinkt Dmytryks vertolking van Chandlers
roman uit door een als 'hallucinogeen' omschreven scène, die zijn
weerga niet kende totdat Alfred Hitchcock zich meer en meer in
Hollywood ging profileren. BBC 2 zendt deze film uit in de nacht van zaterdag 29 op zondag 30 december, tussen 03:05 uur en 04:45 uur.
____________ Afbeeldingen
1. Filmposter voor Modern Times. 2. Paulette Goddard.
3. Paul Henreid en Humphrey Bogart in Casablanca.
4. Dustin Hoffman en Anne Bancroft in flagranti.
5. Filmposter voor The Graduate.
6. Bovenste helft van de Penguin-paperback-versie (groene Crime-serie) van Raymond Chandlers boek Farewell, my lovely, dat ten grondslag heeft gelegen aan de film Murder, my sweet. 7. Regissseur Edward Dmytryk.
Richard Strauss: 'Vier letzte Lieder' en 'Tod und Verklärung' zaterdagmiddag met mijmeringen rond de dood in het programma 'Aladdin' op Klara-Radio
Op zaterdag 29 december kunt u in het muziekprogramma Aladdin, dat tussen 13:10 uur en 15:05 uur wordt gepresenteerd door de Begische, Nederlandstalige radiozender Klara, naar twee composities van Richard Strauss: de Vier letzte Lieder, welke aanleiding hebben gevormd voor een mijmering over de dood. Tevens zal van dezelfde componist Tod und Verklärung worden
uitgezonden, en verder werken van Richard Wagner, Franz Schubert en
Orlando di Lasso. Op de website van Rond1900.nl, in het fin de siècle
magaine All art is quite useless, heb ik een uitgebreid artikel opgenomen over die laatste Strauss-liederen, onder de titel De dood als contrapunt.
Voor meer informatie, dwarsverbindingen en een beeld van de tijd,
alsmede de invloeden die hebben geleid tot deze wonderbaarlijke
compositie, verwijs ik u dan ook graag naar mijn bijdrage op die website. _______________ De tekening van Richard Strauss is van Jarko Aikens, Groningen 1984, en is afkomstig uit het archief van Heinz Wallisch.
Buster Keatons slapstick 'The Blacksmith' uit 1922 woensdagochtend op Arte-televisie
Woensdagochtend tussen 09:30 uur en 10:00 uur kunt u op Arte-televisie kijken naar de slapstickThe Blacksmith De Hoefsmid
uit 1922 van en met Buster Keaton. Co-regisseur is Malcolm St. Clair.
Deze beide heren hebben samen tevens het draaiboek geschreven. De film,
die op 21 juli 1922 voor het eerst werd vertoond, valt in de categorie
Silent Movies met intertitles
tussentitels in witte letters op een zwarte ondergrond. De film heeft
een lengte van 25 minuten, en werd geproduceerd door Joseph M. Schenck.
Voor de cinematografie tekende Elgin Lessley. Drie
rollen telt de prent: de smid wordt vertolkt door Joe Roberts, Buster
Keaton die in werkelijkheid de voornamen Joseph Frank droeg is de
assistent van de smid, en de vrouw met het paard krijgt, bij elke
vertoning opnieuw, gestalte in Virginia Fox.
De Duitse schrijfster Angelika Schrobsdorff blinkt uit in fijnzinnigheid en een groot observatievermogen ' Vandaag is ze tachtig jaar geworden
Jauchzet, frohlocket! Angelika
Schrobsdorff, de fijnzinnige, veelzijdige Duitse schrijfster wordt
vandaag tachtig jaar, en haar uitgever Deutscher Taschenbuch Verlag,
heeft de pers daar tijdig opmerkzaam op gemaakt, en als uitgever zie je
vanzelfsprekend althans in de meeste gevallen niets liever dan dat
er veel aandacht aan zo'n bijzondere gebeurtenis wordt besteed,
aangezien dat bijna altijd eveneens, in ieder geval enige, extra
aandacht voor de boeken van de auteur in kwestie genereert. Voorzover
dat de romans, verhalen, herinneringen en overpeinzingen van Angelika
Schrobsdorff betreft, valt daar niets tegenin te brengen, aangezien al
deze zijn geschreven met een vakmanschap dat meer inhoudt dan alleen
het in de juiste volgorde zetten van de benodigde woorden om een
aanvaardbare of interessante zin te creëren. Deze auteur is er,
decennialang, in geslaagd de meerwaarde, die tussen de regels van het
door haar geschrevene te vinden is, op hetzelfde niveau te houden en de
ironie en kritiek daarin zodanig te doseren dat er steeds opnieuw een
verrassend resultaat uitgekomen is.
Voor een zeer uitgebreid artikel met details over haar boeken verwijs ik u naar mijn artikel op de Nederlandse website Tempel der Letteren (één van de twaalf thema-afsplitsingen van de oorspronkelijke Cultuurtempel).
Karel du Jardin, Amsterdam kunstschilder uit de Gouden Eeuw met een exposite in het Rijksmuseum, Amsterdam en een nieuw, tweetalig, groot prachtboek
Gevierd penseelkunstenaar De
Nederlandse schilder Karel du Jardin (1626-1678) was één der meest
veelzijdige kunstenaars van zijn tijd, die middein de Gouden Eeuw lag.
Onder zijn penseelstreken kwamen niet alleen toestanden en
gebeurtenissen uit de geschiedenis bijna letterlijk tot leven,
hetzelfde geldt voor de personages, die hij heeft geportretteerd,
meestal in opdracht van de adel van die dagen. En laten we vooral niet
zijn adembenemende landschappen in Italiaanse stijl vergeten, die lang
op het netvlies van de beschouwer blijven 'nawerken'. Daaraan moet
worden toegevoegd dat hij uitzonderlijke thema's 'oppakte' voor
uitbeelding, welke tot op dat moment niet in aanmerking waren gekomen
voor uitbeelding, en al zeker niet in het kader van de tot dan toe
bekende Nederlandse schilderkunst.
Tentoonstelling en nieuw boek Sedert de opening van de expositie van schilderijen van Karel du Jardin, op 14 december, in het Rijksmuseum te Amsterdam (tot medio maart volgend jaar), is er een uitzonderlijk fraai boek van de persen gerold dat ons
in de tweetalige tekst (Nederlands en Engels) niet alleen, in kort maar
helder bestek, inzicht verschaft in de diverse fasen van zijn leven,
maar ons tevens laat zien welke schitterende werken in de bovengenoemde
disciplines deze Nederlandse kunstenaar wiens naam toch niet
bestorven ligt in de mond van veel liefhebbers van vaderlandse
schilderkunst, en daarmee voorziet deze uitgave eveneens in een leemte
aan ons cultuurbezit heeft toegevoegd. Gelukkig bevindt één van de
grootste collecties met schilderijen, die zijn signatuur dragen, zich
in het Rijksmuseum te Amsterdam. Het voortreffelijk geschreven en tot
in de puntjes verzorgde boek is een coproductie van dat
cultuurinstituut in samenwerking met Nieuw Amsterdam Uitgevers.
Du Jardins leven Het
levensverhaal van deze voor de geschiedenis van de schilderkunst van
ons land zo belangrijke kunstenaar wordt op de achterzijde van het boek
zo mooi omschreven met de Engelse uitdrukking "from rags to riches".
Karel du Jardin werd geboren in één van de zijstraten van de
Amsterdamse binnenstad in een relatief armelijk gezin, maar hij slaagde
er met zijn kunst in zich op te werken totdat hij zich in één der
vooraanstaande grachtenpanden op de Keizersgracht kon vestigen. Hij
onderhield contacten met tal van uitzonderlijke persoonlijkheden, zoals
de 'zeeheld' Michiel de Ruyter, wiens portret hij in 1669 heeft
gerealiseerd: een staaltje vakmanschap van het hoogst denkbare niveau. De
goede man hield ook van reizen, en bezocht in dat kader Frankrijk en
Italië. Tijdens zijn laatste reis naar dat land, kwam hij uiteindelijk
terecht in Venetië, waar hij werd overvallen door koorts, maar zich
desondanks heeft overgegeven aan een zeer overvloedig maal, en dat is
hem noodlottig geworden. Hij overleed aan de gevolgen van
voedselvergiftiging. __________ Jennifer Kilian: Karel du Jardin, 1626-1678. 80 pag., 24,5 x 28,5 cm; rijk geïllustreerd. Amsterdam, Rijksmuseum en Nieuw Amsterdam, Uitgevers, 2007. ISBN 978-90-868-9030-9. ____________ Afbeeldingen 1. Voorplat van het onlangs verschenen boek over Karel du Jardin. 2. Portret van een man, 1650, perkament, 9,4 x 8 cm. (Preussischer Kulturbesitz, Staatliche Museen, Kupferstichkabinett, Berlin.)
Sergej Prokofjevs opera 'Oorlog en Vrede' zaterdagavond rechtstreeks vanuit de Metropolitan Opera in New York via Klara en BBC Radio 3
Radio-uitzending De Russische componist Sergej Prokofjev (1891-1953) heeft in 1941 de lijvige roman Oorlog en Vrede (1865-69)
van Lev Nikolajevitsj Tolstoj ter hand genomen en daarvan, in
samenwerking met Marina Mendelssohn, een libretto gemaakt voor een
opera, die hij in 1941 heeft gerealiseerd in dertien
lyrisch-dramatische scènes en een koorepiloog. Zowel de Belgische
radiozendgemachtigde Klara (voor Klassiek Radio), alsook BBC Radio
zenden deze opera uit op het moment dat deze als matinee in de New
Yorkse Metropolitan Opera wordt gegeven en dat is vanaf 18:00 uur onze tijd door het koor en orkest van dit
instituut, onder leiding van de ook in ons land zeer bekende Russische
dirigent Valery Gergiev. Solistische medewerking zal worden verleend door onder meer Marina Poplavaskaya, Natasha Rostova en Ekaterina Semenchuk.
Grootse epiek De
grandioze epiek van graaf Tolstoj (1828-1910) heeft diverse bewerkers
geïnspireerd tot hoorspelen, toneelbewerkingen en, vanzelfsprekend,
verfilmingen, waaronder die in Hollywood, waarin de werkelijkheid van
het boek op grote schaal geweld is aangedaan, en alles van een
honigzoete strooplading werd voorzien. Audrey Hepburn, Henry Fonda en Mel Ferrer
speelden in deze
productie, met een speelduur van 200 minuten de belangrijkste rollen. Later, in 1966/67 heeft de Russische regisseur
Sergej Bondartsjoek (1920-1994) zich in de Sovjetunie heel wat meer moeite getroost
zo liet hij machines enorme hoeveelheden sneeuw maken, aangezien de
opnamen vooral buiten de wintermaanden werden gerealiseerd de
werkelijkheid te benaderen. Het is een lange film geworden, en een
tijdlang is de onverkorte versie inclusief de pauzes negen uur
bioscoopverblijf in diverse arthouse-bioscopen van ons land vertoond.Tegenwoordig is deze versie op 5 dvd's alom verkrijgbaar. Zeer binnenkort is er op de televisie een nieuwe verfilming te zien, en kort daaraan voorafgaand zullen we mogelijkerwijs op deze, maar in ieder geval op onze zustersite Tempel der Filmkunst aan die nieuwe productie aandacht schenken, tevens met wat meer achtergronden over het boek en zijn schrijver. ____________ Afbeeldingen 1. Sergej Prokofjev, tekening in Oostindische inkt van Jarko Aikens, Groningen, 1985. Collectie Heinz Wallisch. 2. Lev Nikolajevitsj Tolstoj, portret uit 1887 door Ilja Rjèpin (1844-1930).