In mijn voetbalperiode, nu meer dan 45 jaar terug, was het "hoe vettiger, hoe prettiger". Jullie moeten weten dat het in die tijd niet zo vanzelfsprekend was dat je op 'n mooi voetbalveld kon spelen, het waren eerder patattenvelden dan groene akkers. Ik stond als verdediger in de ploeg, rechtsachter, en 'n sliding meer of minder in het slijk, dat deerde mij in het geheel niet. Als mijn rechtstreekse opponent maar tijdig kon gestopt worden in zijn rush naar het doel.
En dat moddergevoel ben ik nooit kwijtgespeeld, ik zal zelden mijn beoogde wandeling veranderen omwille van de slijkerige paden. Uiteraard zal ik niet moedwillig in de plassen en het slijk stappen, als ik er omheen kan gaan, bvb. via de rand van het naastliggende veld, dan doe ik dat. Maar toch, deze wegen en paden schrikken mij nog altijd niet af.
Ik wilde vandaag even de grens oversteken, naar het dorp Oud-Caberg. Ik vertrok via die gele leuning aan de Industrieweg en de kop van het fietspad richting Smeermaas en Veldwezelt. Aan het Lanakerveld kreeg ik al 'n eerste modderstrook onder de voeten. Iets verderop kom je dan in het authentiek gebleven kerkdorp Oud-Caberg. Vele huisjes ademen nog de sfeer uit van het einde van de 19de eeuw, begin van de 20ste eeuw. De Heilig Hart van Jezuskerk werd in 1877 ingezegend. Het is 'n Rooms-Katholieke kerk.
Terugkeren deed ik via de straat met de toepasselijke naam "Lanakerweg". Aan de veldkapel ging ik rechtsaf en daar begon in feite de grootste ellende. Nu ellende ..., ik wist dat het daar niet al te proper was, en zoals gezegd, ... het hoort erbij, geen probleem voor mij. Via de oude spoorbrug en de Grensstraat was ik rap terug in Smeermaas.
En mijn schoenen, jullie zien het, vuil ... maar ze brengen mij al 20 jaar overal heen. Dat was het weer, 'n mooie twee-daagse, vandaag 'n flinke wandeling, gisteren 'n schitterende fietstocht.
|