Foto
Categorieën
  • etymologie (77)
  • ex libris (74)
  • God of geen god? (172)
  • historisch (27)
  • kunst (6)
  • levensbeschouwing (243)
  • literatuur (41)
  • muziek (75)
  • natuur (7)
  • poëzie (93)
  • samenleving (231)
  • spreekwoorden (12)
  • tijd (12)
  • wetenschap (55)
  • stuur me een e-mail

    Druk op de knop om mij te e-mailen. Als het niet lukt, gebruik dan mijn adres in de hoofding van mijn blog.

    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    interessante sites
  • Spinoza in Vlaanderen
  • de blog van Lut
  • Uitgeverij Coriarius
    Archief per maand
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 12-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 04-2018
  • 01-2018
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
    Kroniek
    mijn blik op de wereld vanaf 60
    Welkom op mijn blog, mijn eigen website en dank voor je bezoek. Ik hoop dat je iets vindt naar je zin.
    Vrij vaak zijn er nieuwe berichten, dus kom nog eens terug?
    Misschien kan je mijn blog-adres doorgeven aan geïnteresseerde vrienden en kennissen, waarvoor dank.
    Hieronder vind je de tien meest recente bijdragen. De jongste 200 kan je aanklikken in de lijst aan de rechterkant; in het overzicht per maand, hier links, vind je ze allemaal, al meer dan 1400! De lijst van de categorieën bevat enkel de meest recente teksten; klik twee maal op het pijltje naar links onderaan voor nog meer teksten in dezelfde categorie.
    Als je een tekst wil gebruiken, hou dan rekening met de bepalingen van de auteurswet van 1994 en vraag me om toelating.
    Bedenkingen? Stuur me een mailtje: karel.d.huyvetters@telenet.be
    15-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.water
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Indian Summer (zie mijn bijdrage hierover in het overzicht hiernaast, ik heb ze een beetje versluierd onder de titel wonne, dat prachtige woord dat we ten onrechte verwaarlozen en dat precies zegt waarover het gaat: het gevoel dat we iets gewonnen hebben, een warme gloed die ons diep gelukkig maakt) doet het dit jaar wel heel erg goed. De dakwerkers die nog net voor de herfst echt begint een gedeelte van ons dak vernieuwd hebben, liepen er bloot en fluitend bij. En het is inderdaad fris van zodra de zon ondergaat, en ’s morgens hebben we ook nevel en mist.

    We horen die combinatie in dit seizoen zowat elke dag: nevel en mist. Wat is het verschil? Het is allebei waterdamp die door de afkoeling van de temperatuur dichter en daardoor zichtbaar wordt.

    Nevel ontstaat door condensatie boven waterlopen en vochtige lage weilanden en braakgronden, je kan dat heel mooi zien als je ’s avonds gaat wandelen of met de wagen over minder druk bebouwde wegen rijdt. Die nevelslierten zijn heel plaatselijk. Ze zijn ook niet echt heel dicht, ze blijven wazig en doorzichtig grijswit. Het zicht is nauwelijks beperkt, je wordt er niet echt door gehinderd, tenzij het gaat vriezen.

    Mist is niet zó plaatselijk, niet gebonden aan water of vochtige grond. De waterdamp is veel dichter, en dus minder doorzichtig, ook al omdat mist, zelfs mistbanken, veel groter zijn dan nevelslierten. Mist hangt overal op de grond, ook waar geen water of vocht is. Het zijn (zeer) laaghangende wolken, mist komt dus van boven, mist valt. De zichtbaarheid kan uiterst beperkt zijn, soms zit het helemaal dicht en zie je geen meter voor je uit, zelfs niet met mistlichten, die wel de mist verlichten maar het zicht niet echt verhogen.

    Wij hebben wel meer problemen met water. Ook de regen is vaak een bron van ergernis, vooral tijdens de vakantie. Vandaar dat we massaal naar het zuiden trekken, hoewel de gemiddelde neerslag hier bij ons veel beter is dan in de zogenaamde vakantielanden. In augustus was het hier ook weer erg nat. En in juli was het dan weer te droog en té warm.

    Ik hou meer van de herfst dan van de zomer, meer van de regen dan van de zon. Als het lang droog blijft en de natuur begint te verdorren, dan voel ik dat gemis aan water fysiek aan, ik begin te snakken naar de regen, naar de vochtige omgeving waarin alles gedijt. Want zonder regen, zonder water kunnen we niet voort.

    Water, zuiver en drinkbaar water, en niet olie, uranium of coltan, wordt wellicht in de 21ste eeuw het kostbaarste goed op aarde, waarvoor mensen mekaar zullen bevechten, zoals nu reeds hier en daar gebeurt, onder meer tussen Israel en Palestina. De waterhuishouding, op wereldschaal en ook hier in onze achtertuin, is uiterst belangrijk voor ons comfort en ons voortbestaan. We geven er steeds meer geld aan uit, en dat zal niet veranderen, want er is geen alternatief. De olievoorraden zijn beperkt, net als andere energiebronnen, maar we zoeken en ontdekken voortdurend nieuwe bronnen, onder meer… water. Maar voor water is er geen vervangmiddel. Dat is eigenaardig, want zowel wijzelf als de rest van de natuur bestaan voor het grootste gedeelte uit water. Er is water genoeg, alleen niet altijd waar en wanneer het moet, en niet altijd bruikbaar, vooral omdat wij het zelf onbruikbaar gemaakt hebben. Zelfs de regen, het goud dat uit de hemel valt, hebben we zuur gemaakt, zodat onze planten erdoor afsterven en onze kathedralen wegslijten.

    En ook de enorme natuurlijke zoetwatervoorraden die de ijskappen op het land en aan de polen vormen, beginnen af te takelen en ons te bedreigen onder invloed van de miljarden mensen die de aarde bevolken en teisteren.

    De mens zocht sinds hij begon na te denken naar een element in de natuur dat de ultieme en onmisbare bouwsteen was. Water was daarvoor een eerste kandidaat, naast aarde, vuur en lucht. Van die vier elementen is juist het meest overvloedige het meest bedreigde. Misschien is het juist die overvloed die ons dat onterechte vertrouwen geeft dat er niets kan verkeerd gaan, dat alles wel terechtkomt, dat de regen alles weer als nieuw maakt, zoals het rosse zomergras weer groen kleurt, en de boeren de oogst toch weer binnen halen.

    Vermetelheid is in deze context een beter woord dan vertrouwen; het komt van meten: iemand die zich ver-meet, heeft zich overschat, zoals iemand die een te zware last wil optillen zich ver-pakt, en iemand die een foute gok doet zich ver-gist. Ons vermetel vertrouwen in de natuur, ondanks duidelijke tekenen van dreigende catastrofe, is onbegrijpelijk. In het geval van de USA is het een agressieve maar uiteindelijk faliekante bescherming van de eigen economie en welvaart ten koste van het overleven van de rest van de wereldbevolking. Het Aziatisch ontsluiten van de economie, het Arabische terrorisme en de Afrikaanse emigratiedruk zijn slechts symptomen van een globale onrust over het lot van onze planeet.

    Dát zijn de echte termen van het conflict dat zich aftekent voor ons en onze nakomelingen.


    12-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ex libris John Le Carré: The Mission Song
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Je zou wel denken: leest hij niet meer?

    Toch, toch, en hoe! Enkele dagen geleden vond ik namelijk bij Club zomaar de nieuwe Le Carré: The Mission Song, 339 pp. hardcover met een mooi zwart bladwijzerlintje of hoe zeg je dat. Er is een tijd geweest dat ik wachtte tot de paperback versie verscheen, en dat was als de verkoop van de hardcover stilviel, een paar jaar na verschijnen. Met de laatste vijf, zes van zijn boeken heb ik niet meer geaarzeld om me meteen de mooie versie aan te schaffen.

    Al van op de eerste bladzijde ben je weer thuis bij Le Carré. Mensenlief wat kan die man schrijven… Ik voelde me meteen aangesproken toen bleek dat de hoofdfiguur, hoe dan ook een alter ego voor de auteur, Rioja als lievelingswijn verkoos en net als ik het boek van Dame Antonia Fraser gekocht had: Cromwell, our chief of men. Misschien is het toch waar dat iedereen uiteindelijk zelfbevestiging zoekt, confirmatie of zelfs consecratie van je eigen overtuigingen, gewoonten, hebbelijkheden. Bij Le Carré is dat voor mij op elke bladzijde het geval. Hij slaagt er steeds weer in om zijn overtuigingen etc. naar voren te brengen, straightforward of door innuendo, in de dialogen, monologen, interviews, briefings en de-briefings, ondervragingen al dan niet met foltering, telefoon- of afgeluisterde gesprekken, brieven, herinneringen, speculaties, stream of consciousness, flash back en forward en wat nog meer die het verhaal boeiend, zelfs spannend, afwisselend en zeer direct aansprekend maken. En ondertussen tovert hij ons de meest levendige en geloofwaardige beelden voor het oog van een brede waaier van gebeurtenissen, verschillend in tijd en plaats, van Zuid-Afrika tot het noorden van de Noordzee, van Amerika tot Kongo, van de immigrantensloppen van London tot de recepties van de high flyers en nog zoveel meer.

    Het Engels is een feest, zonder de soms wat vergezochte wendingen en woordenschat van Updike, maar zo ingeleefd in de personages dat je soms onwillekeurig zit te monkelen of halfluid mee te praten in een of ander idioom of typetje.

    Helden zal je bij Le Carré niet vinden en evenmin heldendaden, daarvoor kent hij de mens té goed, menselijke mensen des te meer, in alle kleuren van de regenboog.

    John Le Carré behoort sinds vele jaren tot die kleine groep van auteurs die ik lees van zodra ze iets publiceren. Stilaan begin ik me wel al wat zorgen te maken: hij wordt immers straks 75, op 19 oktober; ik hoop dat hij blijft schrijven, maar wellicht hebben we het meeste toch wel al gehad. The Mission Song is een Le Carré pur sang, mis hem niet als je al meer van hem las, en in het onwaarschijnlijke geval dat je nog nooit van hem gehoord hebt: koop meteen al zijn werken, je vindt ze tweedehands aan zachte prijzen, hardcover of paperback, liefst in het Engels, maar anders in het Nederlands en tientallen andere talen.

    In het Nederlands is The Mission Song verschenen onder de titel De luistervink.


    10-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Omgedicht: Shakespeare Sonnet 128
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    CXXVIII

    How oft when thou, my music, music play'st,
    Upon that blessed wood whose motion sounds
    With thy sweet fingers when thou gently sway'st
    The wiry concord that mine ear confounds,
    Do I envy those jacks that nimble leap,
    To kiss the tender inward of thy hand,
    Whilst my poor lips which should that harvest reap,
    At the wood's boldness by thee blushing stand!
    To be so tickled, they would change their state
    And situation with those dancing chips,
    O'er whom thy fingers walk with gentle gait,
    Making dead wood more bless'd than living lips.
    Since saucy jacks so happy are in this,
    Give them thy fingers, me thy lips to kiss.

    (W. Shakespeare)

    Als jij, mijn muze, het klavier bespeelt
    het zalige hout die wondere klank ontsteelt
    met vingers zacht als vilt en wiegend samenspant
    om met snaren mijn zinnen te sussen
    hoe benijd ik dan hun gretig kussen
    in de tere holte van je binnenhand
    terwijl mijn lippen naar je liefde smachten
    en boude houten toets jaloers verachten

    Om zo door jou beroerd te worden ruil ik anders
    graag vlees en bloed met de dansende spaanders
    waarover je vingers zo lieflijk glijden
    met hun gunsten het dode hout verblijden
    en mijn bevende levende lippen mijden

    Als dat die ondeugende snaken verblijdt,
    geef hen dan je vingers, terwijl je mij je lippen wijdt.

    (vertaling Karel D’huyvetters oktober 2006)


    09-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verkiezingen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De dag na de verkiezingen. Het was pijnlijk, gisteren, om te kijken en te luisteren naar de partijleiders die door gehaaide reporters onbeschaamd gedwongen werden om nederlagen toe te geven, overwinningen te minimaliseren, status quo’s te accepteren, en dat niet een keer, maar wel tien keer op een avond.

    En wat is er gebeurd? Op Antwerpen na, bijna niets, en zelfs in Antwerpen heel weinig, al bij al.

    Het VB breekt overal door, zegt men. In feite is het VB nu in meer gemeenten vertegenwoordigd in de gemeenteraad dan zes jaar geleden, omdat ze op meer plaatsen lijsten ingediend hebben. De percentages zijn soms spectaculair, maar dat is zo voor álle partijen; gemiddeld halen ze twintig procent of zo, het is een partij van de grootte van de socialisten of de liberalen. De christendemocraten steken daar een beetje bovenuit, zeker bij de gemeenteraadsverkiezingen, maar in feite zijn ze alle vier ongeveer even groot.

    Maar niemand wil het VB erbij nemen, ook niet om een meerderheid te maken of te breken. Ze zullen dus ook nu nergens mogen meebesturen, en wie iets afweet van gemeentepolitiek zal wel weten dat je als oppositielid totaal niets te vertellen hebt.

    Soms vraagt men zich af waarom de mensen blijven stemmen op het VB, als men toch zeker weet dat die partij uitgesloten blijft van het bestuur. Ik vermoed echter dat een echte VB-er daar niet van wakker ligt. Hij is het gewoon, verwacht niets anders. Hij is zelf meestal ook uitgesloten van de meeste structuren, heeft zelf ook geen macht, beweegt zich ergens aan de rand van de maatschappij, of in de zwijgende massa. De dag dat het VB ergens mee beslissingen moet nemen, haken die kiezers af.

    Het VB vertegenwoordigt die mensen op de gepaste manier, namelijk door zure oprispingen en klachten over allerlei echte of vermeende misstanden, zonder zelf oplossingen voor te stellen, en zonder ooit enige verantwoordelijkheid te moeten nemen voor een beslissing.

    Een veredelde vorm van cafépraat dus, maar wel op onze kosten. Want de VB-verkozenen, zij vullen de zakken van hun dure pakken. Het is de prijs die we moeten betalen voor de democratie, want ook de kiezers van het VB hebben recht op hun goedbetaalde vertegenwoordigers.

    Wat ik me wel afvraag is waarom de media zoveel aandacht besteden aan een middelgrote maar onbeduidende partij die zichzelf uitsluit van de macht. Het zijn dezelfde media die ook bij voorkeur de spots zetten op alles wat buiten de norm valt: dikke, magere, korte, lange, oude, perverte, misdadige, extreem arme of rijke mensen, wonderkinderen, BV’s (en dat is het omgekeerde van VB), kortom alle uitzonderingen. De media denken dat ze het moeten hebben van wat anders is, speciaal, uitzonderlijk, opvallend, dus niet zoals u en ik. Het is stilaan een freakshow aan het worden. En de partijvoorzitters doen daaraan vlot mee. Heb je ze gisteren bezig gezien?

    Weet iemand nog wat een staatsman/vrouw is?


    07-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.300?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We gaan er geen gewoonte van maken, maar vandaag willen we toch even vermelden dat we de vijfduizend pageviews bereiken. Zoveel keer heeft iemand een van de teksten op mijn blog aangeklikt en ook gelezen, hopelijk. Dat doet me natuurlijk veel plezier en ik voel me daardoor aangemoedigd om ermee door te gaan.

    Een lezeres merkte onlangs op dat er ook filosofie op mijn blog voorkomt. Ik had de indruk dat ze dat niet op verwijtende toon deed. Blijkbaar ziet ze in mijn bedenkingen, mijmeringen, overwegingen, opinies iets dat haar aan filosofie doet denken. Zelf heb ik die pretentie niet, al vond een andere lezer mijn kritisch stukje over Camus’ Mythe de Sisyphe net wél pretentieus: kleine Karel die tegen de benen van de grote Camus pist…

    Ik lees wel wat filosofische dingen, maar vind er zelden wat ik zoek. Meestal word ik teleurgesteld en dus afgeschrikt door de diepe afgrond die gaapt tussen het ingewikkelde systematisch denken en spreken, en de prangende vragen die een mens zich kan stellen over zichzelf en de samenleving. Filosofen zijn vaak bezig met het oplossen van problemen uit de filosofie, niet, of niet direct, met antwoorden op vragen die u en ik hebben.

    Daarom aarzel ik om te beamen dat ik aan filosofie doe. Enerzijds uit eerlijke bescheidenheid en respect voor échte filosofen, die ook de wetenschappelijke opleiding hebben en die als filosoof de wereld tegemoet treden in woord en daad, maar anderzijds ook omdat ik niet tot die groep wéns te behoren.

    Ik ben wie ik ben, wens niet te zijn wat ik niet kan zijn. Ik probeer wel zo goed te zijn als ik kan zijn, ook als dat niet ‘de beste’ is, ook als ik faal.

    Het grafschrift van Leonidas en zijn driehonderd gezellen bij de Thermopylen-pas luidt: Voorbijganger, als je in Sparta komt, zeg hen dat wij gevallen zijn, maar dat wij onze opdracht hebben vervuld.


    05-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seksuele revoluties
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Freud had het er al over: de mens heeft seksuele aandriften, hij wil seks. Dat zit ingebakken in het beestje, zoals in alle beestjes. Biologen zullen dat de voortplantingsdrang noemen, een van de belangrijkste drijfveren voor alle dierlijk gedrag.

    Boire sans soif et faire l'amour en tout temps, madame, il n'y a que ça qui nous distingue des autres bêtes, zei Beaumarchais in Le marriage de Figaro. De menselijke (zin in) seks blijkt niet zoals bij de dieren beperkt tot een bepaalde periode, namelijk die waarin het wijfje vruchtbaar is. En hoewel de aandrift natuurlijk met voorplanting te maken heeft, heeft de mens precies dat gevolg van seks proberen vermijden, met andere woorden: seks en voortplanting scheiden.

    Seks wordt zo een doel op zich, omwille van het fysieke en emotionele genot, allicht, en omdat het een uitzonderlijke vorm van intimiteit en vertrouwen meebrengt. Al de aspecten die seks aantrekkelijk maken zodat de voortplanting gegarandeerd wordt, blijven hun aantrekkelijkheid blijkbaar ook behouden als de bedoeling van voortplanting afwezig is of zelfs angstvallig vermeden wordt.

    In sommige - meestal Oosterse - culturen heeft die autonome beleving van de seksualiteit een belangrijke plaats gekregen in de maatschappij en is men dat ultieme genotsmiddel gaan cultiveren in al zijn aspecten, ook de artistieke. India en ook Japan zijn daarvan goede voorbeelden.

    Andere culturen hebben, althans publiek, seksualiteit verdonkeremaand. Denk aan de raad die Britse moeders hun dochters meegaven voor de eerste huwelijksnacht: Close your eyes and think of England.

    Met de moderne voorbehoedsmiddelen en de meer definitieve chirurgische ingrepen is de voortplanting op mechanische manier geconcentreerd in de periode die daarvoor bij uitstek geschikt is, of die daarvoor gekozen wordt door de betrokkene(n), en tot de partners die men daarvoor uitkiest. Heel jonge meisjes nemen met grote vanzelfsprekendheid de pil, vrouwen die het gewenste aantal kinderen bereikt hebben kiezen vaker voor blijvende oplossingen. Dat maakt seksuele activiteit met andere partners, op andere momenten van het leven en met andere bedoelingen eindelijk mogelijk.

    In mijn jeugd was seksualiteit zo goed als onbespreekbaar. Onkuisheid was dé (dood)zonde. Wellicht moeten we dit zien als de maatschappelijke druk om ongewenste zwangerschappen te voorkomen: incest en inteelt, té jeugdige moeders of vaders, buitenechtelijke kinderen. Maar meteen was ook alle seksualiteit buiten de voortplanting ten strengste verboden: masturbatie, voorhuwelijkse betrekkingen, zoals dat toen heette, vreemdgaan, maar ook flirten, dansen, losse kledij, gezamenlijk zwemmen, gemengd onderwijs, sport, jeugdbeweging… Prostitutie kon niet uitgeroeid worden, maar omdat het daar heel specifiek om seks zonder voortplanting ging, was zowel de wet als de kerk ongemeen streng in zijn veroordeling, althans verbaal.

    Al die beperkingen aan de seksueel actieve mens opgelegd door maatschappij en geloof, konden niet zonder gevolgen blijven voor de betrokkenen; het frustreren van natuurlijke functies, eigenschappen of processen doet men nooit ongestraft, men leze er Freud, Havelock Ellis of gewoon de politierapporten van de ‘mondaine’ op na.

    De moderne medische techniek heeft voor een tweede seksuele revolutie gezorgd. Terwijl de eerste, dank zij de pil, seksualiteit losmaakte van voortplanting, is het nu meer en meer nodig om de voortplanting los te maken van de seksualiteit. Heel wat koppels slagen er niet in om zich zonder medische hulp voort te planten en steken vaak veel geld en moeite in allerlei fertiliseringsbehandelingen, met eigen ei- en zaadcellen of met koppel-vreemde. Wellicht draagt dit op zijn beurt bij tot de verdere emotionele vervreemding tussen wat ooit onverbrekelijk verbonden leek, seksualiteit en voortplanting.

    Dit alles maakt nu ook in de moderne Westerse wereld de weg vrij voor een intense en open beleving van het lichamelijke en de seksualiteit zoals we dat nog nooit gekend hebben. Er is zo ongeveer geen enkel taboe meer, omdat al de oude verboden enkel gebaseerd waren op het in goede banen leiden van de voortplanting. De maatschappij worstelt met die nieuwe situatie. Homoseksuelen mag men niet meer discrimineren, ze kunnen huwen, kinderen krijgen of adopteren, al is iedereen het daarmee niet eens. Niet-actieve pedofielen, dus mensen die hun heel specifieke seksuele geaardheid of afwijking beleven zonder daar anderen mee lastig te vallen, vragen zich verbaasd af waarom men hem vervolgt en bestraft voor het bekijken van kinderporno op internet of video bij hen thuis. Zij sluiten daarbij de ogen voor het misbruik van die kinderen bij de opnames. Maar laten we een stap verder gaan: gaat men hen ook bestraffen voor het lezen van pedofiele literatuur? Of animatie-kinderporno? Enkele jaren geleden nog heeft men een rechter, voorwaar, veroordeeld voor SM-seks met zijn eigen vrouw, die aan die vorm van seks behoefte had.

    De vraag stelt zich zeer concreet: is de afwijking, de perversie of geaardheid verkeerd en dus strafbaar, of alleen de strafbare feiten? De ontelbare processen die de maatschappij nog niet zo lang geleden voerde tegen pornografie en zelfs tegen ernstige literatuur en haar schrijvers waarin onbevangen over seksualiteit werd gesproken, zijn nu nog slechts een amusante anekdote. Wij vergeten daarbij dat mensen in de gevangenis beland zijn en levens gebroken, dat mensen zelfs gestorven zijn omdat ze dingen geschreven hadden die wij nu zelfs niet eens aangebrand of opwindend vinden.

    De grenzen vervagen, zodanig dat meer en meer mensen agressief de mogelijkheden gaan aftasten, met steeds minder scrupules of schuldbewustzijn. Niemand minder dan de president van de U.S. verklaarde uitdrukkelijk dat hij geen seks had gehad met een van zijn bewonderende ondergeschikten die hem oraal bevredigd had: een blow job is het spreken niet waard. Sekstoerisme is een miljardenindustrie, net zoals porno. Niet alleen de toeristen zelf hebben hun gène verloren, maar ook de vele duizenden providers, de kinderen, jongeren en ook hun ouders, evenals andere volwassenen die hun dagelijks brood ermee verdienen. Rosse buurten worden gesaneerd tot Eroscentra, luxueuze voorzieningen voor ongecomplexeerde seksualiteitsbeleving, een legitieme variatie op de alomtegenwoordige fitness centers.

    Een grote meerderheid zegt onomwonden dat er geen ‘onkuisheid’ meer bestaat tussen instemmende volwassenen (consenting adults).

    Voor de nadenkende mens stelt zich echter stilaan toch de vraag naar een nieuwe moraliteit, die op andere grondslagen gevestigd is, zoals het respect voor de persoonlijke integriteit en de menselijke waardigheid.

    Seksualiteit is voor de meeste mensen een zeer ingrijpende belevenis. De grote onzekerheid die onze moderne samenleving kenmerkt, vindt ongetwijfeld in belangrijke mate haar oorsprong in de enorme verschuivingen die de laatste tientallen jaren gebeurd zijn op dat gebied. Die onzekerheid en de angst die ermee gepaard gaat, zal niet ophouden vooraleer we individueel en als maatschappij beter hebben leren omgaan met onszelf en onze medemensen in alle aspecten van ons mens-zijn. Voor ons, die opgegroeid zijn met de waarden en vooral de verboden van de wereld vóór de seksuele revoluties, is dat helaas wat laat. Ik hoop dat onze kinderen en vooral onze kleinkinderen mogen leven zonder de hypocrisie en de morele banbliksems en zo een gezonder evenwicht zullen vinden in hun omgang met elkaar.


    01-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.etymon: mischien
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Misschien is een oud woord, Van Dale plaatst het in 1236!

    De etymologie is niet evident: mis, schien, het zijn geen bekende woorden of stammen die ons onmiddellijk in het oog springen. Maar dat maakt etymologie ook leuk, natuurlijk.

    Wij krijgen hulp uit wel erg onverwachte hoek. De ouderen onder ons zullen zich de bij uitstek Belgische voetbaltrainer en –kenner Raymond Goethals (1921 - 2004) herinneren, de flamboyante ‘ket’ die zonder enige valse schaamte zijn pittig Brussels dialect gebruikte in de vele interviews die hij gaf op radio en televisie. Als een jonge reporter met meer enthousiasme dan kennis weer eens een al te gemakkelijke conclusie naar voren bracht, of als Rik de Saedeleer zijn beroemde analyse stelde in zeven eindeloze complexe volzinnen en dan aan de Raymond oratorisch vroeg: vindt u ook niet, meneer Goethals? dan was het ontnuchterende antwoord steevast: “Maschien, maschien…”

    Dat mag nog altijd wat obscuur lijken, maar het brengt ons al een stap dichter bij de oplossing.

    ‘Maschien’ is de samentrekking van: ‘mag scien’. Daarmee hebben we al één element: mag.

    ‘Scien’ is ons moderne 'geschieden', eigenlijk ‘geschien’, de d is er maar achteraf tussen gekropen naar analogie met andere werkwoorden die eindigen op –den.

    Het mag dus geschieden, het kan zijn.

    Als we dan naar onze buren kijken, dan blijkt dat het daar veel duidelijker is: peut-être, maybe.

    In het Duits heb je vielleicht, en dat is ons ‘wellicht’, het Italiaanse forse is het Latijnse forsan, het Spaanse quizás is bij ons ‘wie weet’.


    28-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.etymon: arg

    Arg

    Sommige woorden lijken hun betekenis te verliezen als je ze er te lang op staart of tien keer na elkaar uitspreekt. ‘Ook’ is er zo eentje voor mij. Misschien is dat omdat het zo kort is, omdat er geen bekende elementen in zitten en er omzeggens geen woorden zijn waarin het een van de samenstellende elementen is: ik ken niet veel woorden die van ‘ook’ afgeleid zijn: alsook, …?
    Het is een Einzelgänger, een eenzaat. Daardoor mist het de kans om op zichzelf betekenis te krijgen, het mist de sterke steun van goede buren en vaste vrienden.

    Anders is het met ‘arg’.

    Het woord bestaat als een adjectief, een bijvoeglijk naamwoord, en is een oudere vorm van erg. Het betekent dus: zeer, of heel (veel), maar ook: slecht, en dat is de betekenis die het meestal heeft in de samenstellingen. Arg is het kwade, het boze, het gevaar.

    Er zijn verscheidene afleidingen:

    - argernis is de verouderde vorm van ergernis, en dat is alles wat aanleiding geeft tot het zich ergeren, aanstoot nemen aan iets, en dat was vroeger
    - argeren;
    - argeloos gebruiken we nog steeds: zonder kwade bedoelingen, zonder kwaad te vermoeden; vandaar
    - argeloosheid;
    - arglist is minder gebruikelijk: de kwade bedoeling, kwade trouw, maar
    - arglistig is dan weer wel ‘in’, evenals
    - arglistigheid, daarbij denken we aan Odysseus;
    - argwaan koesteren we allemaal wel eens: we vermoeden dat er iets niet pluis is, we zijn
    - argwanend, maar dat is de enige werkwoordvorm die we van het werkwoord
    - argwanen nog gebruiken, zelfs ik zou niet durven schrijven dat ik geargwaand heb.

    Aaaaargh!


    26-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Misdaad en straf
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Misdaad en straf, of schuld en boete.

    Het is stilaan een van de kernpunten van de politiek geworden, omdat het ook bij de gewone burger veel vragen oproept: misdaad en straf.

    We leven in een wereld die bijna volledig onkerkelijk is, geseculariseerd, zegt men. Iedereen doet wat hij wil, enkel geremd door zijn mogelijkheden en de eventuele gevolgen van zijn daden, en dan nog. Er is geen overheersende moraal, er is geen zonde meer en dus ook geen schuldgevoel. We zijn weer waar we begonnen zijn: de schaamte-cultuur. Stelen is niet erg, betrapt worden wel.

    En dan stelt zich de vraag wat we moeten aanvangen met mensen zonder scrupules, die gewoon uit zijn op een maximum aan kicks tijdens dit korte aards bestaan, zonder oog voor de gevolgen voor zichzelf of anderen, en die moorden en stelen, bedriegen, verkrachten, drugs gebruiken en verhandelen, en die uiteindelijk toch tegen de lamp lopen en veroordeeld worden?

    Laten we nu even het juridisch systeem terzijde, en concentreren ons op de eenvoudige vraag die vandaag ook de eerste minister formuleerde: moet een misdadiger behandeld worden als iemand die een vergissing begaan heeft, berouw toont, gestraft wordt en dan een nieuwe kans krijgt? Of stellen we een andere diagnose: een misdadiger is een ander soort mens, die we moeten opsluiten om ons ertegen te beschermen.

    De eerste houding is die van de christenen, van de begrijpende vader, van de eeuwige optimisten, van de sociale werkers.

    De andere begint stilaan veld te winnen.

    Er zijn natuurlijk soorten van misdaden en van misdadigers.

    Ongetwijfeld heeft het absoluut geen zin om iemand voor een kleine winkeldiefstal of simpel drankmisbruik op te sluiten, andere straffen zijn evident meer efficiënt, zowel voor de betrokkene als voor de maatschappij.

    Ongetwijfeld is er ook een speciale behandeling nodig voor de passionele misdaden, waarbij iemand onder de invloed van omstandigheden ‘door het lint’ gaat en iets doet dat hij of zij onder gewone omstandigheden nooit zou doen, zijn overspelige partner vermoorden bijvoorbeeld.

    En evident moet men nog een andere houding aannemen tegenover onverbeterlijke beroepsmisdadigers, die vastbesloten zijn om de wet aan hun laars te lappen.

    Omdat verscheidene instanties dit onderscheid niet maken, slaagt uiterst rechts er handig in om een sfeer van rechteloosheid te suggereren, die in de praktijk niet aanwezig is.

    De eerste schuldigen zijn, in de ogen van allen behalve zijzelf, justitie. Ik had het eerder al over summum ius, summa iniuria, of hoe het verkiezen van de letter boven de geest van de wet onvermijdelijk leidt tot wantoestanden. Dat bleek onlangs nog eens, toen een ongetwijfeld eminente academische juriste, maar van wie we helaas nog nooit gehoord hadden, ons op Tv kwam verklaren dat er niets verkeerds was met het voorlopig vrijlaten van een brutale misdadiger, want, zo zei ze letterlijk: de wet zegt dat hij daar recht op heeft. Ze zullen het wellicht nooit begrijpen, onze juristen. Het is waar, onze enige bescherming tegen willekeur zijn goede wetten. Góéde wetten, of een goede interpretatie van menselijke, dus feilbare wetten. Met zelfs één hersenhelft actief weet elke tooghanger dat men een dergelijke gangster nooit in een systeem van heropvoeding moet brengen: verloren geld, verloren moeite, wat hij zelf perfect duidelijk gemaakt heeft door voor die vriendelijke begeleiding naar re-integratie te bedanken, hij zal het wel op zijn eigen manier doen, we horen er ongetwijfeld nog van.

    Ook de politiek gaat niet vrijuit. Al te lang heeft men gedacht of gehoopt dat men de wereld kan veranderen met goede wil, dat de mens maakbaar is, zoals dat heet. Nee dus. De mens blijft wat hij al eeuwen is: in staat tot de meest wonderlijke verwezenlijkingen, en ook tot misdaden die met verstomming slaan. De politiek heeft justitie verwaarloosd, te weinig gecontroleerd, te weinig geïnvesteerd in mensen en middelen, te weinig intellectuele topkwaliteit ingezet, heeft het niet aangedurfd om die augiasstal uit te mesten. Men roept dan de scheiding der machten in: een onafhankelijke rechtsmacht is onze garantie voor eerlijk recht. Dat is zo, natuurlijk, maar vandaag en hier bij ons is het gevaar gelukkig niet zozeer de mogelijke afhankelijkheid van de rechtsmacht van de politiek of het particuliere belang, maar haar eigen inertie, zelfgenoegzaamheid, bekrompenheid, gebrek aan visie, maatschappelijke irrelevantie, aftandsheid, pompositeit en eigenwaan. De politiek moet dat inzien, en door de juiste wetgeving orde op zaken stellen. Als je dan ziet wie er de laatste decennia minister is geweest, dan weet je meteen dat die arme amateurs weinig weerwerk konden bieden tegen een kaste die zich sinds vele eeuwen gespecialiseerd heeft in het mooipraten en zakkenvullen. Dit is harde taal, ik weet het, maar ook hier geldt corruptio optimi pessima: als de bewakers zelf van het recht falen, is de hele maatschappij in gevaar.

    En ook wij, de gewone burgers zijn schuldig door nalatigheid. Wij hebben ons zowel door de politiek als door de juristen in de doeken laten doen. Het is overigens interessant om zien hoeveel politiekers ook jurist zijn, niet alleen van opleiding, vaak oefenen zij ook nog tijdelijk of deeltijds het beroep van advocaat uit, of juridisch adviseur, of hoe ze het ook verbloemen.

    Die onaantastbaarheid van justitie, die steeds onbetwist is gebleven, komt stilaan onder vuur te liggen. Het zijn geen goden, het zijn ook maar mensen. Het wordt tijd dat ze dat ook gaan inzien, hun toga verbranden, hun paleizen verlaten, hun honoraria driemaal halveren en een cursus Nederlands voor anderstaligen gaan volgen.

    Denk je dat we het nog zullen meemaken?


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.individu en maatschappij (6)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tegenstanders van de individuele vrijheid nemen graag excessen als toevlucht voor hun verdediging van een hard repressief optreden door de staat. Het klassieke doelwit van deze rechtse lieden is de allochtone gemeenschap, en dan zeker de al bij al beperkte groep uitdagende jongeren.
    Het is echter hoogst twijfelachtig of de individuele vrijheid die ik zo vurig verdedig de aanleiding of oorzaak zou zijn voor het onaanvaardbare of uitdagende gedrag van sommige jongeren. Jongeren van alle rassen en alle tijden rebelleren tegen elke beperking van hun ontwakende vrijheid, zij verkennen de grenzen, hebben dat altijd gedaan en zullen dat blijven doen, het individu is nu eenmaal veroordeeld om de geschiedenis te herhalen. Was er vroeger minder geweld? Of werd er minder media-aandacht aan besteed? Als er in Brugge vijf (dronken?) mensen vechten, staat dat op alle voorpagina's, vroeger wist hooguit de buurt ervan. Wat niet wil zeggen dat we racistisch geweld onder elke vorm niet ten zeerste moeten veroordelen.
    De mens laat zich niet intomen, hij/zij verzet zich tegen elk gareel, elke dwingeland, tegen alle wetten die hij als fnuikend ervaart. Maar dat maakt hem nog niet tot een baarlijke duivel, die niets of niemand ontziet en geen enkele waarde kent? Ik heb getracht mijn kinderen in die geest van vrijheid te begeleiden in hun groei, en ik maak me geen enkele zorg over hen, zeer integendeel. Vrijheid hoeft dus niet meteen tot excessen te leiden. Kijk toch eens om u heen, hoe goed het gaat, ook met die jeugd, en staar u niet blind op die al bij al zeldzame uitzonderingen die, ik geef het toe, het leven niet altijd gemakkelijker maken.


    Het opleggen van wetten waar mensen niet achter staan heeft nooit gewerkt en zal ook nooit werken. Wij Belgen bewijzen dat elke dag, op alle gebied: grootst percentage zwartwerk van al onze buurlanden, belastingontduiking als nationale sport, sociaal profitariaat…
    Opvoeding, daar komt het op aan. Jongeren, mensen overtuigen door woord én voorbeeld: een taak ook voor alle senioren.

    De vrijheid van het individu houdt ook gevaren in, zeker voor jongeren die nog niet geleerd hebben hoe ze tot een min of meer aanvaardbaar compromis moeten komen in hun eigen leven. Maatschappelijk onaangepast gedrag is vaak het gevolg. Zelfdoding bij jongeren is een groeiend probleem. Lezers van mijn blog zullen weten dat wij in ons gezin te maken hebben gehad met zelfdoding en dat wij sindsdien maandelijks een gespreksgroep bijwonen van ouders van kinderen die zo heengegaan zijn. Wij zijn ons dus vrij goed bewust van wat er op dat punt gebeurt. En ja, dat is zorgwekkend en nee, ik denk nog altijd niet dat het vroeger beter was, integendeel, het is nog nooit zo goed geweest en het wordt steeds beter. Het is anders, dat zeker, en gelukkig maar.

    Ook het toenemende drugsgebruik wordt als een bedreiging gezien voor de maatschappij, evenals het overmatig gebruik van medicatie om te overleven in de maatschappij. In feite is het in de eerste plaats een bedreiging van het individu zelf. Dat is zo voor elke vorm van drugs, te beginnen bij alcohol en dan verder naar medicatie en de zogenaamde vrijetijdsdrugs, en op een afschuwelijke wijze voor wat daarna nog komt aan recepten voor een langzame, vreselijke dood. Men zegt wel eens: als je dronken bent, komt je ware aard naar boven. Ik hoop van niet, als ik sommige dronken mensen bezig zie. Ik had het op mijn blog al over hoe sommige (de meeste?) mensen behoefte hebben aan externe factoren om te overleven, om te genieten...

    Als ik terugkijk naar het leven en de oude dag van mijn overleden ouders, of naar mijn eigen jeugd, dan ben ik er zeker van: wij hebben het veel beter! Mede dank zij hun werk, natuurlijk, en onze kinderen zullen van ons erven, materieel maar ook inhoudelijk, zij zullen rijker zijn dan wij, met onze spaarcentenmiljarden, maar ook rijker aan informatie en aan wijsheid. Ik geloof in de vooruitgang, in de positieve ontwikkeling van de mensheid, jazeker, en daar zullen geen dagelijkse al te nadrukkelijk pessimistische journaals en Panorama's van zuurpruimende meesmuilende journalisten me van bekeren. Mocht men aan al het goede nieuws evenveel belang hechten dan aan het slechte, dan waren er misschien wat minder mensen die wanhopig worden in al hun luxe en geluk.
    Is elk pleidooi voor het individu als bouwsteen van de maatschappij meteen progressief en links?

    Progressief, regressief, agressief, mensenlief, wat betekenen die woorden nog? Als mijn optimistische instelling en geloof in de mogelijkheid van vooruitgang progressief is, dan ben ik dat wel, ja, maar ben ik dan niet-conservatief? Lege waarden heb ik nooit kunnen tot de mijne maken, maar ben ik dan een mens zonder waarden? De echt waardevolle elementen uit het verleden, uit de klassieke oudheid, uit de oosterse wijsheid, uit het christendom, uit de burgerlijke moraal, draag ik met trots in mijn leven mee. Ben ik dan conservatief? Laten we mekaar niet te gauw een etiket op het voorhoofd plakken, dat verheldert niet, maar verbergt: ha, Karel is ne progressieve! Wat ik werkelijk denk is dan meteen irrelevant…


    24-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Etymon: Sidney
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het kan soms vreemd gaan met woorden.
    Neem nu Sidney.

    In Engeland en stilaan ook bij ons is het een jongensnaam.
    De oorspronkelijke Sidney heette echter waarschijnlijk Guillaume Saint-Denis en kwam uit Anjou, Frankrijk dus, en werd in Engeland kamerheer van koning Henry II. Dat was niet zo vreemd, want zijn meester Henry (5 maart 1133– 6 juli 1189) was Henri, de Franse graaf van Anjou, hertog van Normandië en van 1154 tot 1189 ook koning van Engeland; hij heerste verder over stukken van Wales, Schotland en Ierland en zelfs grote delen van west-Frankrijk. Een van zijn bijnamen was Curtmantle, omdat hij vaak een nieuw soort korte, praktische tuniek droeg: Kortjakje dus. Hij wordt de eerste Plantagenet-koning genoemd en geroemd als een van de belangrijkste middeleeuwse Engelse vorsten.
    Die plantagenet is niets anders dan onze brem, in het Engels broom, in het Latijn genista, bij ons ook wel ginst genoemd.
    In Frankrijk was hij als heerser over het rijk van de Angevins (= van Anjou) machtiger dan de Franse koning.

    Maar terug naar Sidney. Hij moet dus met zijn meester uit Frankrijk overgekomen zijn, en Saint-Denis werd al gauw Sidney.

    In Ierland is Sidney een meisjesnaam, oorspronkelijk Sidony, net zoals onze tante Sidonie, de bekende bonenstaak, die omwille van onze noorderburen later Sidonia moest heten, onze lokale Olive Oyl. Sidonius is Latijn voor ‘inwoner van Sidon’, de stad in het felgeteisterde Libanon.
    Een Sidonius kwam uit Ierland naar Frankrijk en stichtte er rond 670 een abdij dicht bij Rouen; de naam van de abdij was Saint-Saëns, en de stichter werd heilig verklaard als Sidonius van Saint-Saëns, soms zelfs Saëns zonder meer. Saëns gaat terug op sanctus, heilig; je vindt het vooral in Spanje als Saenz, een vorm van Sancho, en een naam die vooral bij bekeerde Joden voorkwam. Saint-Saëns is dus een heilige heilige, tweederden van het Sanctus. Wij kennen vooral de componist Camille met die naam Saint-Saëns, die van Le carnival des animaux.

    Maar weer naar onze mannelijke Sidney.
    In Frankrijk was Saint-Denis een belangrijke naam. De heilige Dionysius was de eerste bisschop van Parijs in de derde eeuw; hij bouwde een kerk waar nu de Notre Dame staat, op het Parijse eiland dus. Hij werd onthoofd door de bevolking op wat nu Montmartre is, martelaren-berg. De legende zegt verder dat hij zijn hoofd onder de arm nam en ermee tot aan de plaats liep waar hij later begraven werd en waar nu de faubourg Saint-Denis is, met het fameuze Stade de France. Dionysius, bijgenaamd de Cefalofoor, letterlijk ‘die zijn hoofd draagt’, werd prompt een Franse heilige en dus Saint-Denis. De vroege Franse koningen, die Parijs als hun centrum kozen en best enige goddelijke steun konden gebruiken voor hun aspiraties, bouwden er een belangrijke abdij en kozen Saint-Denis zowat als hun patroonheilige. De wapenkreet van de middeleeuwse Franse ridders was: Montjoie Saint-Denis! en werd ook gehoord -en gesmoord…- in de Kortrijkse beemden in 1302. Die montjoie is weer een ander verhaal, voor een andere keer misschien.
    In Engeland werd de voornaam Sidney vooral populair omwille van Algernon Sidney, Earl of Leicester (1622-83), een van de tegenstanders van Cromwell en van alle tiranniek bestuur. Zijn familienaam Sidney had hij van verre voorouders in het Franse Saint-Denis.
    Toen de Britse minister van binnenlandse zaken Thomas Townshend (+1800) in de adel verheven werd koos hij als adellijke naam Sydney, naar zijn voorouder de 2de Earl of Leicester, zoon van. Zo werd hij Viscount Sydney. Omwille van zijn inspanningen om de vroege Australische nederzettingen te redden van hongersnood werd een ervan Sydney Cove genoemd. Het is nu een van de belangrijkste steden van Australië, onder meer bekend van het prachtige moderne operagebouw.


    De wereld is klein: een Grieks-Romeinse Dionysius werd een Franse Saint-Denis en die werd een Engelse Sidney en een Australische Sydney. Een Ierse Sidonius werd een Franse heilige en de Ierse Sidney is onze ranke tante Sidonia.


    22-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.panta rhei
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is fascinerend om naar water te kijken. Het hoeft niet eens de Rijn te Schaffhausen te zijn, of de Seine onder de Parijse bruggen, de Cam met de punters, of de Yangtze die zich een weg baant tussen de rotsen, een wilde bergbeek in Zwitserland of de Donau die voortdrijft in zijn eigen logheid. Jaarlijks trekken mensenmassa’s naar de oevers van de zee als keren ze terug naar hun oorsprong. Water beweegt, zelfs als het stil staat in een bergmeer of een binnenzee, een kikkerpoel of een tuinvijvertje.

    Daarin lijkt het zich te onderscheiden van vaste materie.

    Maar is dat zo wel?

    Planten groeien en verslensen, hout rijst sierlijk op tot het rot, stenen barsten en verpulveren tot keien en stof, waarmee we dan weer beton maken. IJzer roest, staal wordt moe en breekt uiteindelijk. Zelfs diamant wordt gekloofd en geslepen. Zowel de mens als de natuur zelf verandert vorm en de substantie van de wereld voortdurend op de meest ingrijpende wijze.

    Ook de mens verandert onherroepelijk, gevangen in zijn bestaan waarvan hij de toekomst niet kent, de duur noch het einde. Elke dag die volgt op de andere is een stap dichter bij de dood, hoe veraf die ook is. Het mensenlichaam veroudert gestaag, elke gedachte aan onveranderlijkheid, aan blijvende rust of geluk is ijdel. Niets is zeker, behalve dat de tijd loopt. Vulnerant omnes, ultima necat prijkt op menige statige klok: elk uur kwetst, het laatste doodt.

    En zelfs als wij even menen dat wij ons trotse zelf blijven, dan hoeven we maar om ons heen te kijken om te zien hoe al het andere verandert, hoe de anderen veranderen, en onze omgeving, de wisseling van de natuur, het verval en de vernieuwing in wat de mens heeft opgebouwd.

    Herakleitos, die 2500 jaar geleden leefde in wat nu Turkije is, zei het al: panta rhei kai ouden menei, alles vloeit, alles beweegt en niets blijft hetzelfde. Je kan zelfs niet twee keer in dezelfde stroom afdalen: de tweede keer is de stroom anders, en jij ook.

    Naarmate de wetenschap vorderingen maakte, heeft zij ontdekt dat alle materie bestaat uit meer kleine deeltjes dan we kunnen begrijpen of onthouden: atomen, neutronen, protonen, quarks, snaren… Massa is energie in duizelingwekkende vortex. Alles is beweging, beweging is alles.

    De mens zoekt sinds zijn vroegste denken onverdroten naar constanten, naar onveranderlijk blijvende leidende principes, naar vaste grond onder de voeten. Maar de enige constante is dat alles verandert, en alle verzet daartegen is zo futiel als het proberen tegenhouden van het verouderingsproces.

    Toch hoef ik niet als een stuk wrakhout meegesleurd te worden in die maalstroom van voortdurende verandering. De mens met zijn verbluffende mogelijkheden is als een krachtig zwemmer, die handig gebruik maakt van stromingen en de verraderlijke onderstromen vermijdt, een ervaren schipper, die weet waar de zandbanken zijn, de uren van eb en vloed kent en in de wolken de wind en de regen kan lezen.

    Leven: scherp bewust, onvermoeibaar enthousiast, steeds nieuwsgierig, eeuwig verwonderd, eindeloos in bewondering van al wat verandert.


    21-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ex libris: Frank Herbert
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zo heb ik ze graag, mijn sciencefiction romans: een vlot verhaal met veel intriges en weinig zinloos geweld, met gevaren die hele werelden bedreigen en ook individuele ‘personen’, met goed gevonden neologismen, gedurfde technologische innovaties… Als de nieuwe wereld die ons wordt voorgesteld dan nog vol zit van de onze, maar dan in het kwadraat, om zo de vinger te leggen op de zere plekken waarmee we leven, dan is het genieten.

    Ondertussen kent zowat iedereen Frank Herbert (1920-1986), de auteur van Dune (1965, Duin) en de vier vervolgen daarop. De verfilming van het eerste boek was grandioos. De eerste Dune is voor mij zowat het beste dat er ooit aan SF geschreven is, en behoort zonder meer tot de top van de literatuur, tout court.

    Onlangs vond ik op de website van ’t Profijtelijk Boeksken een roman van Herbert uit 1977: The Dosadi Experiment, 342 pp., paperback, voor € 1,5. Kon ik niet laten liggen. En ik heb het me niet beklaagd: gisteren in één ruk uit. Waar kan je nog zo genieten voor zo weinig geld?

    Een van de problemen die Herbert behandelt is politiek, weliswaar galactisch, maar dat is gewoon die schaalvergroting die SF gebruikt om de aandacht te richten op een aspect in onze eigen wereld. Wie regeert, en hoe? Zeker in deze verkiezingstijd stellen wij ons daarover wel eens vragen. Zijn het inderdaad een aantal ongelooflijk rijke en machtige industriëlen die in het grootste geheim met elkaar overleggen wat ze met onze wereld zullen aanvangen? Of is de democratie een realiteit? En wat met centraal geleide economieën, zoals Rusland, dat ook politiek nog steeds vrij oligarchisch is? En wat vermag de kleine man? Is iedereen gewoon uit op eigen gewin en macht, of zijn er nog idealen?

    De geschiedenis met de gedelegeerd-bestuurder (als dat Nederlands is, dan hoeven we ons in het vervolg ook niet meer te bekommeren om dt-fouten, sterke en zwakke werkwoorden of het verschil tussen mijn en dein) van de VRT heeft wellicht ook bij u een wrang gevoel achtergelaten. Die man wordt aangetrokken om een staatsinstelling, de openbare omroep te leiden, krijgt daarvoor een meer dan royaal salaris en het vooruitzicht op een keizerlijke gouden handdruk. En wat dacht je? Hij maakt het zo bont dat men hem wel moet opzij zetten, niet met een stamp onder zijn gat, zoals bij de gewone werknemer, maar met toch nog de helft van de afgesproken vergoeding, een slordige € 775.000. Wat doet zo iemand, die zeker al niet onbemiddeld was toen hij bij de VRT begon, met zoveel geld? Ik heb een pensioen zoals iedereen, van € 1200, en wat spaarcenten, en ik heb, vind ik, niets tekort. Er zijn inderdaad mensen die waarschijnlijk zelfs niet weten hoeveel ze waard zijn, en die hebben ongetwijfeld veel macht. Maar ze hebben ook maar twee handen en twee benen, en niet meer genitaliën dan u en ik, en ook voor hen telt de dag maar 24 uren. Ze mogen dan al op vele manieren verschillen van de plaatselijke dorpsidioot, een jonge werkzoekende, een hardwerkende verpleegster, een gedreven leraar, of een rustzoekende gepensioneerde, toch zijn het ook maar mensen, en wacht hen onvermijdelijk vroeg of laat de dood.

    Dat is de uiteindelijke democratie: niemand ontsnapt aan de realiteit van deze wereld, niemand is onsterfelijk.

    Behalve in SF.


    20-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vaarwel, VRT
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vaarwel, VRT

    Het wordt me wat te veel, de laatste tijd, op de VRT.

    Laten we met Klara beginnen, mijn eerste liefde. Van in mijn prille jeugd was ik verslaafd aan radio, en van in mijn puberjaren aan klassieke radio. Ik genoot van de nieuwe mogelijkheden van FM en juichte toen dat uitgebreid werd tot een voltijds programma. Sindsdien heb ik vele uren genoten van het aanbod, al liet ik me ook wel eens verleiden door de RTBF.

    Stilaan hebben de praatvaars het zaakje overgenomen. Deze zomer ging het van kwaad naar erger: je kon geen programma meer vinden waar niet om de haverklap een interview, een quiz, een uitgebreide toelichting, een gesprek met een medewerker, een panel of, godbetert, een telefonisch contact met een uitvoerend kunstenaar ergens te velde opgevoerd werd. En waarover praten ze dan de hele tijd? Niet over de muziek zelf, want wat kan je daar voor zinnigs over zeggen?

    Muziek is om naar te luisteren.

    Ik heb dan maar, noodgedwongen en met pijn in het hart, besloten Klara op te geven. Ze doen maar, mij maakt het niet meer uit. Ik probeer af en toe Musiq3 (al ontgaat me de pointe van de naam). Op de PC luister ik volop naar 1.FM, met een ruime keuze van ononderbroken barok, klassiek, of volledige opera’s. Op de digibox van Telenet kan je ook Klara Continuo nemen, maar daar krijg je nooit volledige werken te horen; de selectie is wel interessant, moet ik toegeven. Vaak kijk ik op Tv naar wat Mezzo te bieden heeft ’s avonds. En daarnaast via satelliet de Duitse klassieke radiozenders, France Musique, BBC Radio3 en andere, je vindt altijd wel iets.

    Ik zet nu ook meer Cd’s op, zelfs als achtergrondmuziek.

    En dan Canvas, diepe zucht. Ik ben nooit een erg actieve Tv-kijker geweest, tenzij uit luiheid. Maar de laatste tijd kan ik zelfs dat niet meer opbrengen. Het nieuws is een ergerlijke opeenstapeling van ‘slecht’ nieuws; terzake doet dat nog eens breeduit over, panorama spant de zuurpruimkroon. En dan die verplichte agressieve interviewstijl van de zelfingenomen reporters, wiens enige verdienste het overigens is dat ze reporter zijn. Het is niet om aan te zien. Ze hebben zich voorgenomen om hun gasten eens flink op de rooster te leggen, en ze zullen hun venijnige vraagjes stellen, wat er ook gebeurt. Maar daarmee missen ze kansen om tot een echt gesprek te komen, om echt iets te vernemen dat ze nog niet wisten, en wij ook. Laatst nog met hun eigen bazen, wat een schertsvertoning: een VRT-medewerker legt de directeur-generaal en de voorzitter van de beheerraad het vuur aan de schenen, en die twee konden hun oren niet geloven, zaten erbij als van de hand Gods geslagen, weigerden gelukkig zich te verlagen tot het niveau van de reporter van dienst, die geen belangstelling had voor wat ze eventueel te vertellen hadden, enkel voor de venijnige vraagjes op zijn spiekbriefje.

    Het verkiezingsprogramma heb ik de eerste dag even bekeken, en dat was meer dan genoeg. Als ik een caféruzie wil meemaken, dan kan ik elke dag terecht in het dorp, vermoed ik.

    De VRT bezit duizenden uren opnames van heerlijke muziek uitgevoerd onder ideale omstandigheden door de beste orkesten en met uitmuntende solisten. En krijgen we daarvan ooit iets te horen? Nee hoor.

    Eindelijk was er een boekenprogramma. En wat is het geworden? Een leukerd die flauwe grapjes maakt met een BV. Onderwerpen die niet langer mogen duren dan de opvulling die ertussen gegooid wordt. Beoordeling van boeken door dezelfde BV’s of door het publiek. En een prijsvraag. En een voorstelling van meesterwerken op 60 seconden. Weer een programma over de receptie van boeken, niet over literatuur.

    Wel, ook hen zeg ik salut en merci, ik ga de jaren die me resten niet verspillen met dat soort vertier.

    Ik vind op onze Vlaamse media niet wat ik zoek, dat is duidelijk. De VRT wenst, zoals de commerciële zenders, enkel de massa te bespelen. Dan weten we wel welke kant het uitgaat: panem et circenses, brood en spelen, kijkcijfers gegarandeerd.

    Arm Vlaanderen.


    19-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pasen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het vaststellen van de datum waarop Pasen valt, is een zeer ingewikkelde zaak. In enkele werken die ik onlangs daarover raadpleegde, worden tientallen bladzijden aan deze problematiek gewijd. Gemakshalve staan de resultaten van de complexe berekeningen in tabellen weergegeven voor de volgende tweehonderd jaar.

    Onder de christelijke kerken is men het overigens niet eens over deze zaak, het is zelfs een van de belangrijkste twistpunten tussen de katholieke en de orthodoxe kerken.

    Men vraagt zich vertwijfeld af: waarom? Wat is er zo belangrijk aan die datum en waarom moet de berekening zo ingewikkeld zijn?

    Pasen is het feest van de verrijzenis van Christus, de jaarlijkse herdenking van een gebeurtenis op een bepaalde dag van het jaar. Maar over Christus had men geen historische gegevens, men wist niet eens of hij wel bestaan had… Volgens de overlevering was hij verrezen op het Joodse feest van Pascha; de Joden hadden sinds vele eeuwen een nauwkeurige kalender, dus hoefde men maar Pasen te vieren op hun Pascha. Nee dus.

    Aanvankelijk werd Pasen op verschillende plaatsen gevierd op andere momenten. Het was Constantijn die het nodig vond dat Pasen overal op dezelfde dag gevierd werd. Het heeft eeuwen geduurd voor men het daarover eens geraakte. Het is, om het te eenvoudig te zeggen, de zondag na de volle maan die volgt op de lente-nachtevening. Wanneer het volle maan is, en wanneer de lente-nachtevening valt, is echter niet astronomisch bepaald, maar op basis van vaste, maar onnauwkeurige kerkelijke tabellen, die teruggaan op de kalenderhervorming van 1582.

    De concrete datum kan van jaar tot jaar serieus verschillen: Pasen valt ten vroegste op 22 maart en ten laatste op 25 april.

    Nog niet zo heel lang geleden was het hele openbaar leven aan die sterk verschuivende datum gekoppeld, met alle vervelende gevolgen van dien. Stilaan is men daarvan beginnen afwijken, bijvoorbeeld voor de schoolvakanties. Men was het beu dat die nu eens heel vroeg kwamen, dan weer heel laat, en dat een schooltrimester niet steeds de volle drie maanden lang was. Nu zet men de paasvakantie zoveel mogelijk rond dezelfde periode, maar nog altijd met Pasen zelf als de uiterste begin- of einddatum.

    Het is en blijft een rare bedoening. Als men echt jaarlijks de precieze dag van het jaar wou gedenken waarop Christus verrezen was, dan zou men toch een vaste datum nemen, zoals voor zijn geboorte, 25 december?

    Het hardnekkig vasthouden aan een historisch gegroeid, astronomisch onjuist, onpraktisch, onlogisch, onvoorspelbaar en onnodig ingewikkeld systeem heeft uiteindelijk geleid tot de ongeloofwaardigheid van dit belangrijkste feest van de christenheid. Indien men het had vastgelegd op een afgesproken datum, zou men een maatschappelijke gewoonte gecreëerd hebben, zoals bij Kerstmis. Nu weet geen mens wanneer Pasen valt zonder het op te zoeken, en men houdt er dus ook geen rekening meer mee. De paasdatum is voor de moderne mens net zo onbegrijpelijk en irrelevant als de totaal voorbijgestreefde dogma’s van de kerk, zoals de Drievuldigheid, de onbevlekte ontvangenis en de hemelvaart van Maria, of de onfeilbaarheid van de paus.

    Toen destijds Karol Woitiwa, een fervent skiër, paus werd, deed in de Engelstalige wereld dit grapje de ronde: Why is the Pope so good at ski? Because he is infallible…

    Over die onfeilbaarheid was al enige twijfel gerezen toen een paus ooit verklaarde dat het zich laten inenten tegen de koepokken niet in overeenstemming was met het christelijk geloof. Na het ‘citaat’, de miskleun van wereldformaat door een intellectueel zwaargewicht als Joseph Ratzinger, kan zelfs de meest welwillende gelovige niet meer zeker zijn. Ratzinger was voor zijn ‘verkiezing’ stukken lucider en voorzichtiger dan erna…

    Geen wonder dat de kerken leeg zijn, zelfs met Pasen.

    De enigen die er tegenwoordig nog mordicus in willen, zijn de sans-papiers, en die worden er door de politie (!) meteen weer uit gesleurd.


    18-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.uniform
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Men kan zich de vraag stellen of zogenaamd religieuze of culturele symbolen, zoals hoofddoeken, keppeltjes, baarden, tonsuren, tatoeëringen, piercings etc. een uitdrukking zijn van de individuele vrijheid of juist een beperking ervan. Beide lijken me mogelijk. Men kan door het dragen van een of ander uniform, in de breedste zin van het woord, uitdrukken dat men tot een bepaalde groep behoort. Maar precies dat kan een teken zijn van (extreem) individualisme. Een jongeman die zich in een gotiek tenue steekt, schaart zich enerzijds onder die groep, maar anderzijds zet hij zich daarmee af tegen de burgerlijke maatschappij waartoe hij tot zijn ongenoegen behoort. Voor vele moslims, joden en andere herkenbare groepen is de klederdracht niet zozeer religieus maar wel cultureel bepaald: zij staan er niet bij stil, iedereen draagt het, heeft het altijd gedragen. Meer dan waarschijnlijk zijn die brave mensen stomverbaasd als ze zien hoe wij ons aankleden…
    Ik bepleit een zo groot mogelijke verdraagzaamheid. Ik vind bijvoorbeeld het argument dat je met moslimkleren niet zou kunnen werken onzinnig: alsof er in Arabische landen niet gewerkt wordt, alsof bijvoorbeeld in een West-Vlaams bedrijf een bekende moslimvrouw niet perfect geïntegreerd is, met hoofddoek en al, en ondanks laaghartige bedreigingen door 'onbekenden'.
    Ook heel wat (autochtone) Vlamingen dragen een uniform; bepaalde types kan je er zo uithalen: ietwat te gezet, boots, overwegend zwarte te nauwe kleren, gemillimeterd haar, sikkebaardje. So what? Moeten we ook aanstoot geven aan de klassieke senioren-outfit van ribfluwelen donkergroene broek, geel hemd, lichtbruine pull, daim jasje, loafers en 'klak'? Of het bobo pak van de wedstrijdcommissaris: grijze flanellen broek, brogues, blauwe blazer met schildje, grijzende slapen en een buikje dat krampachtig ademloos ingetrokken wordt, hopelijk voor de duur van de foto?
    We zijn met teveel opdat we allemaal origineel zouden kunnen zijn.
    Een suggestie: draag eens twee verschillende sokken, en hou in de gaten wie dat door heeft...
    Nog eens: laten we mekaar eerlijk in de ogen kijken, en niet naar het kostuum dat we dragen. Zoals een jonge vrouwelijke collega me onlangs zei: ik heb een tattoo, ja. Ben ik nu iemand anders? Al dat er gebeurd is, is dat er wat verf in mijn vel gespoten is. Ik ben nog net dezelfde als daarvoor, toch? Net zo is die moslimvrouw waar we het helaas tot in den treure over hebben net dezelfde als ze zich een gotiek pak aanmeet, of een overal, of helemaal niets op een naaktstrand. Het verplicht kostuum voor jonge Arabieren is wat blanke en zwarte Amerikanen al jaren dragen. Geen mens die daar problemen mee heeft, ginds.

    In The New Yorker stond destijds dit doordenkertje:
    It’s a pity that uniformed so often means uninformed.


    14-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.individu en maatschappij (5)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik ben een trotse Vlaming, ben zo opgevoed en zie geen enkele reden om dat niet te zijn. Ik behoor tot deze herkenbare groep, en niet tot een andere. Dat gevoel aanspreken, zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in Engeland tijdens the Last Night of the Proms, dat is formidabel, dat pakt je telkens weer, zoals vorige zaterdag nog. Wij hebben daar minder traditie van, maar ik krijg toch telkens rillingen als ik nog eens de fiere Vlaamse Leeuw mag aanheffen.
    Dit gezegd zijnde, verzet ik mij hardnekkig tegen het monopolie dat een of andere politieke partij meent te mogen claimen op het Vlaams-Nationalisme. Elke Vlaamse partij zou die gevoelens moeten delen en verdedigen in het onzalig Belgisch systeem waarin we nu eenmaal leven. Wij zijn zeer verschillend van onze zuiderburen en van de hoofdstedelingen nog meer. Dus moeten wij autonome structuren hebben voor alles wat we alleen willen doen en gemeenschappelijke voor wat we nog samen willen doen. En als dat restje van samen te klein wordt, dan moeten we maar uiteen gaan zoals twee partners doen als ze geen gezamenlijke toekomst meer zien. We verdoen onze tijd, energie en geld met die eindeloze discussies over Vlaamse autonomie. Iederéén in Vlaanderen wil die. Waarom is ze er dan niet? Waarom nemen we ze niet gewoon? Dat verwijt ik onze politiekers en vooral het type Vandenbrande destijds: grote woorden genoeg, zeker in verkiezingstijd, maar daarna…


    Vlaams-nationalisme was in oorsprong een algemeen Vlaamse verzuchting naar erkenning van onze groep. En dat nationalisme was wars van vreemdelingenhaat, die twee hebben met mekaar niets te maken, de leuze was Vlaming zijn om Europeeër te worden, het was een beweging van autonomie in een internationale bevrijdingsbeweging van onderdrukte volkeren en ethnieën. Wie vreemdelingen haat, heeft niet het recht de leeuwenvlag te zwaaien die onze ouders zo trots verdedigd hebben tegen een Belgicistisch, franskiljons en kapitalistisch, conservatief en onverdraagzaam religieus bestuur van uit de hoogte. Ik ben het niet eens met wat je nu overal hoort, dat Vlamingen racisten zijn. Als je ziet hoe goed vreemdelingen hier steeds onthaald zijn, ook nu nog, zelfs door mensen die steevast op die verkeerde partij stemmen... Vreemdelingen die men kent, dat zijn de goeie. Maar al die andere... Onze Poolse poetsvrouw (‘onze’ is hier abstract gebruikt, wij hebben er geen, voor alle duidelijkheid) is een goede, maar àl die Polen, dat is erg. Die vreemdelingen hier naast ons, dat zijn toffe mensen, maar àl die Turken hier, dat is teveel... Het is een paniekreactie. Ook de meest rabiate flaminganten hebben altijd wel begrepen dat de toekomst van Vlaanderen niet in het Belgisch keurslijf ligt, maar in een Europa van de regio's. Kijk naar Montenegro: onafhankelijk, ja, maar zo snel als mogelijk bij Europa!
    Laten we toch het flamingant zijn, zoals het vroeger heette, niet koppelen aan vreemdelingenhaat, dat is een historische vergissing. En als je Vlaams wil stemmen, en dat moet je zeker doen, dan heb je ruime keus. Kijk maar eens goed wat een partij voor de Vlaamse zaak gedààn heeft, niet hoeveel leeuwen er op de propaganda staan, dat is net zo'n obsceen misbruik als blonde kindjes of een ex-miss.


    13-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Der Untergang des Abendlandes
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Net zoals de meeste mensen van mijn leeftijd, die geboren zijn net na de tweede wereldoorlog, heb ik me meermaals afgevraagd hoe het mogelijk geweest is dat in een buurland, Duitsland, alles ooit zo uit de hand gelopen is als onder het Nazisme.

    Duitsland was zowat de kern van onze beschaving en onze democratie. De kunsten genoten er hoog aanzien, er was een onvoorstelbaar bloeiende cultuur. De bedrijfswereld kende enorme expansie, de handel bouwde op ambacht, ijver en een algemeen geloof in vooruitgang.

    De eerste wereldoorlog ligt veel verder van ons af, wat we erover lezen doet ons hoofdschudden: waanzin, gedreven door leiders die nog in het ancien régime leefden en met de kleine man als slachtoffer.

    Men zou denken dat men toen een les had geleerd: nooit meer oorlog!

    En dan begon in Duitsland een zelfdestructie van het maatschappelijk leven. Al het goede dat men had, werd opgeofferd in een ideologische strijd. De economie viel stil, de inflatie deed de rest. Een redder moest gevonden worden, en wat voor een…

    De enige manier om het land te redden, bleek een oorlogseconomie. De gevolgen lieten niet op zich wachten. En dan kwam de ware aard van het beestje tot uiting: machtswellust.

    Men kan nog begrijpen dat Duitsland de bezette gebieden terugnam. Of beperkte streken waar etnische Duitsers leefden. En zelfs Oostenrijk, dat zolang samen met Duitsland een politieke en taalunie vormde. Maar Polen? Tsjecho-Slowakije? Hongarije? En dan de overrompeling van heel Europa. Rusland.

    De steun die het Nazisme kreeg in de veroverde gebieden was marginaal, ze werden al zoveel als bevrijders binnengehaald als de Amerikanen in Vietnam en Irak. Het was duidelijk dat Duitsland nooit al die gebieden in de hand kon houden. Europa kon nooit hardhandig één worden in een Reich met Duitsland als dictator.

    Maar er was meer dan die geopolitieke tactische vergissing. Er was meer dan de landhonger. Er was nog erger dan de dictatoriale machtsgeilheid.

    Ik heb het over de immorele verschrikking van de uitroeiing van grote groepen medemensen, die als minderwaardige producten werden misprezen: de Joden; de Slavische volkeren; zigeuners, homo’s, psychisch gestoorden, lichamelijk gehandicapten, en uiteindelijk ook de gewone werkmens in de veroverde gebieden, die als slaven werden afgevoerd en meedogenloos uitgebuit om de oorlogsmachine draaiend te houden.

    Ik noemde de eerste wereldoorlog waanzin. Welke woorden hebben we dan nog om het Nazisme te benoemen? Hoe is onze beschaving, onze cultuur op zo’n korte tijd, vanaf 1925 tot 1935, zo verschrikkelijk diep kunnen vallen? Uiterlijke factoren hebben meegespeeld, maar kunnen nooit verklaren hoe een kramikkige partij, een stupide ideologie en een aantal verwaande domoren de wereld over de rand van de vernietiging geduwd hebben. Het moet met andere woorden iets zijn in de mens zelf, in elk van ons, iets dat ook nu nog aanwezig is, sluimerend of virulent.

    Machtswellust.

    Het gevoel dat je hebt als je een vuurwapen in de hand houdt, het richt, afdrukt en vele meters verder de inslag ziet, een levend wezen dat neergemaaid wordt, even schokt en niet meer is.

    De vinger op de knop van een machine.

    De handtekening onder een document.

    De macht over het lot van je medemens.

     

    Niet zelfdoding stelt ons voor de ultieme zinsvraag, maar agressie, moord, uitroeiing, of het onverschillig laten creperen.

     


    11-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Capriccio
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In volle Blitzkrieg, in 1940, schreef Richard Strauss - hij was toen al 76 – zijn laatste opera, Capriccio. De eerste opvoering vond plaats op 28 oktober 1942, in München, dat toen al elke nacht gebombardeerd werd.

    Het thema is, zoals bekend, de vraag wat nu het belangrijkst is: de tekst, of de muziek. Er zijn twee rivalen voor de hand van de Gravin, de dichter en de componist. De ene maakt een gedicht voor haar, de andere zet het op muziek.

    Voor het libretto deed Strauss aanvankelijk een beroep op Joseph Gregor, nadat de gelukkige samenwerking met de joodse Stefan Zweig (foto) onder dwang van de Nazi’s beëindigd was. Maar Gregor voldeed niet, en Strauss schakelde de dirigent en organisator Clemens Kraus in, samen met Hans Swarowsky, ook een dirigent, die ontslagen was door de Nazi’s. Het drietal genoot van de samenwerking.

    Stefan Zweig, ondertussen uitgeweken naar Brazilië, benam zich op 22 februari 1942, samen met zijn jonge vrouw, het leven, vertwijfeld over de gebeurtenissen in Duitsland. Hij was 61.

    Een van de bijdragen van Hans Swarowsky was het gedicht, dat vier keer voorkomt in de opera, tweemaal voorgedragen, tweemaal gezongen. Het is een sonnet, en wel van Ronsard (1524-85). Swarowsky zorgde voor de Duitse vertaling:

    Kein andres, das mir so im Herzen loht,
    Nein, Schöne, nichts auf dieser ganzen Erde,
    Kein andres, das ich so wie dich begehrte,
    Und käm' von Venus mir ein Angebot.

    Dein Auge beut mir himmlisch-süsse Not,
    Und wenn ein Aufschlag alle Qual vermehrte,
    Ein andrer Wonne mir und Lust gewährte, -
    Zwei Schläge sind dann Leben oder Tod.

    Und trüg' ich's fünfmalhunderttausend Jahre,
    Erhielte ausser dir, du Wunderbare,
    Kein andres Wesen über mich Gewalt.

    Durch neue Adern müsst' mein Blut ich giessen,
    In meinen, voll von dir zum Überfliessen,
    Fänd' neue Liebe weder Raum noch Halt.

    Het sonnet komt uit de bundel Continuation des amours de P. de Ronsard Vandomois uit 1555, onder de hoofding Sonetz en vers de dix à onze syllabes:

    XXVIII

    Je ne saurois aimer autre que vous,
    Non, Dame, non, je ne saurois le faire:
    Autre que vous ne me sauroit complaire,
    Et fust Venus descendue entre nous.
    Vos yeus me sont si gracieus et dous,
    Que d'un seul clin ils me peuvent defaire,
    D'un autre clin tout soudain me refaire,
    Me faisans vivre ou mourir en deux cous.

    Quand je serois cinq cens mille ans en vie,
    Autre que vous, ma mignonne m'amie,
    Ne me feroit amoureus devenir.
    Il me faudroit refaire d'autres venes,
    Les miennes sont de vostre amour si plenes,
    Qu'un autre amour n'y sauroit plus tenir.

    En dit is mijn eigen Nederlandse versie:

    een ander dan jou kan ik niet beminnen
    neen, geliefde, dat kan ik niet
    een ander dan jij behaagt me niet
    al kwam het aanbod van Vrouw Minne

    je ogen zijn gracieus, zo zacht
    dat een enkele blik me breken kan
    en nog een blik weer heelt daarvan
    leven of dood ligt eender in hun macht

    al zou ik vijf duizend eeuwen leven
    geen ander dan jou, geliefde
    kan ik ooit nog liefde geven

    men moest me wel een ander leven geven
    zo vol is het mijne van jouw liefde
    een andere kan ik geen plaats meer geven.


    08-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.etymon: schermutseling
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    schermutseling, schermutselen

    Weer zo’n ietwat vreemd woord. We weten wat ermee bedoeld wordt: een gevecht op kleine schaal, geen regelrechte veldslag, eerder het aftasten van elkaars getalssterkte en mankracht. Vandaar ook figuurlijk: redetwisten, over en weer elkaar plagen en uitdagen.

    We herkennen natuurlijk onmiddellijk ‘scherm’, zoals in beschermen, of schermen, als werkwoord, dat oorspronkelijk betekende: zich verdedigen, en pas later de schermkunst of –sport.

    Het is de -uts- die zo vreemd aandoet.

    Laten we even naar onze buurtalen kijken.

    Het Frans kent het woord escarm(o)uche al heel lang, het verschijnt la rond 1360 in de bekende betekenis. Het zou kunnen teruggaan op het Italiaans scaramuccia of het Spaanse escarmuza, of het Portugese escarmuça, maar dat is het probleem alleen maar verleggen: waar komt de -uz- dan vandaan? Wellicht heeft men een Germaanse stam ‘skirm’ tot een substantief gemaakt op de maat van andere substantieven die eindigden op –uccia of –uza.

    Het Duits heeft Scharmützel en het Engels skirmish.

    Men is het er dus niet over eens waar het woord het eerst opduikt, wat erop zou kunnen wijzen dat het zowat overal tegelijk verscheen. Dat is niet abnormaal voor een krijgsterm, want het oorlogvoeren was een internationale bezigheid, hoofdzakelijk bedreven door professionele huurlingen, die nu eens de ene, dan weer een andere vorst of veldheer dienden en vandaag in Spanje vochten en morgen in de Nederlanden.

    Het is helaas veelbetekenend dat het precies een krijgsterm is die als een echt Europees woord in al onze talen aanwezig is. De honderdjarige, dertigjarige en andere oorlogen zijn ook wat we ons het best herinneren uit de geschiedenislessen, met telkens plaats en datum van de zeer broze vrede die dan gesloten werd: Münster, Westfalen, Utrecht, Gent, en de zoveelste onbesuisde en arbitraire herverdeling van hele provincies, landstreken en steden, die al te vaak niet meer was dan een nieuwe broeihaard voor ongenoegen en verzet.

    Grenzen trekken op kaarten is gemakkelijker dan echte grenzen doen respecteren of valse grenzen opheffen.

    En de boer, hij ploegde voort.




    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Wees volmaakt zoals uw hemelse vader
  • Paul Claes Odyssee 2.0
  • Griekse tragedies: Sofokles
  • Thomas a Kempis, de Navolging van Christus
  • De Griekse bronnen van de Verlichting
  • Islam en christendom
  • Darwin, creationisme, intelligent design
  • Satan
  • Humanisme
  • Godsdienstvrijheid
  • Ethiek en humanisme
  • De vos en de egel
  • Perfide
  • Godsdienst na de dood van God?
  • Sceptisch
  • incest
  • Catechismus
  • Filosofen te koop
  • Democratie
  • De uitzondering en de regel
  • Etiketten
  • Extreemrechts
  • Waarheid en verzinsel
  • Over geloof en psychologie (recensie)
  • De misdadige geschiedenis van de Kerk
  • Judith Butler, Wie is er bang voor Gender? (recensie)
  • Erwten en kikkers
  • David Hume
  • Denken en geloven in de oudheid (recensie)
  • Kinderspel?
  • Over grenzen, Mark Elchardus
  • Robot
  • Vooruitgangsgeloof
  • Het kan me niet schelen!
  • Aurelius Augustinus, Belijdenissen
  • Buizingen, een parochie miskend
  • Main morte
  • Celsus?
  • Een betere zaak waardig.
  • 'De waarheid zal u bevrijden.'
  • Feminisme
  • Tijdverspilling
  • Anarchist
  • Sjostakovitsj
  • Om de liefde Gods
  • Het boek
  • Naastenliefde
  • Parabels
  • Alzheimer
  • Verkiezingskoorts
  • Cynthia
  • Sindh
  • Cicero, Wet en rechtvaardigheid (recensie)
  • Israël, Oekraïne
  • Godsdienst en religie
  • Abraham en de vreemdeling
  • Winterzonnewende 2023
  • Anaximander
  • Links? Rechts?
  • Willen jullie meer of minder Wilders?
  • Het Gemenebest
  • Jeremy Lent, Het betekenisveld, Stichting Ekologie, Utrecht/Amsterdam, 2023 (recensie, op eigen risico...)
  • Richard Wagner
  • Secularisme
  • Naastenliefde
  • Godsdienst en zijn vijanden
  • Geloof, ongeloof en troost?
  • Iedereen gelijk voor de wet?
  • Ezelsoren (recensie)
  • Hersenspinsels?
  • Tegendraads, of draadloos?
  • Pico della Mirandola
  • Vrouwen en kinderen eerst!
  • Godsdienst als ideologie
  • Jean Paul Van Bendegem, Geraas en geruis (recensie)
  • Materie
  • God, of de natuur
  • euthanasie, palliatieve zorg en patiëntenrechten (recensie)
  • Godsdienst of democratie
  • Genade
  • Dulle Griet, Paul Claes
  • Vagevuur
  • Spinoza- gedicht, Stefan Zweig
  • Stefan Zweig, Castellio tegen Calvijn (recensie)
  • Hemel en hel
  • Federico Garcia Lorca, Prent van la Petenera
  • als in een duistere spiegel
  • Dromen zijn bedrog
  • Tijd (recensie)
  • Vrijheid van mening en academische vrijheid
  • Augustinus, Vier preken (recensie)
  • Oorzaak en gevolg
  • Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Das Stunden-Buch (recensie)
  • Een zoektocht naar menselijkheid (recensie)
  • De Heilige Geest
  • G. Apollinaire, Le suicidé
  • Klassieke meesters: componisten van Haendel tot Sibelius (recensie)
  • Abelard en Heloïse (recensie)
  • Kaïn en Abel
  • Symptomen en symbolen
  • Voor een geweldloos humanisme
  • Bij een afscheid
  • Recreatie
  • Levenswijsheid
  • Welbevinden
  • De geschiedenis van het atheïsme in België (recensie)
  • Peter Venmans, Gastvrijheid (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 15
  • Secretaris
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 14
  • De boeken die we (niet) lezen, 2 WIlliam Trevor en Adriaan Koerbagh
  • Abortus
  • Verantwoordelijkheid (1)
  • Verantwoordelijkheid, deel 2
  • Mijn broeders hoeder?
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 13
  • Eerst zien, en dan geloven!
  • Homoseksualiteit
  • Sonja Lavaert & Pierre François Moreau (red.), Spinoza et la politique de la multitude (recensie)
  • Atheïsme: vijf bezwaren en een vraag, W. Schröder (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 12
  • Zoo: Een dierenalfabet.
  • De rede
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 11
  • Sinterklaas, Spinoza, en de waarheid
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 10
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 9
  • De boeken die we (niet) lezen. Over Karl May en Jean Meslier.
  • Waar men gaat langs Vlaamse wegen...
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 8
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 2), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Vrije Wil? Geef mij maar Vrijheid (deel 1), Patrick De Reyck
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 7
  • Fascinerend leven (recensie)
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 6
  • Recensie: Atheismus, Winfried Schröder.
  • Gastrubriek: Sophia De Wolf
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 5
  • Gastrubriek: Tijd als emergente eigenschap van het klassiek-fysische universum, Patrick De Reyck
  • Recensie: Wat loopt daar? Midas Dekkers
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 4
  • William Trevor, Een namiddag
  • recensie: Een kleine geschiedenis van de (grote) neus
  • Pascals gok
  • recensie: Rudi Laermans, Gedeelde angsten
  • 'Geef mij een kind tot het zeven is, en ik zal je de volwassene laten zien.'
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 3
  • Bias
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 2
  • Recensie: Epicurus
  • Gastrubriek: Leesportefeuille, Hugo D'hertefelt, 1
  • De waanzin van het kwaad
  • Het einde
  • God, of Christus?
  • Een onsterfelijke ziel?
  • Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving
  • Godsdienst en wapengeweld
  • Aloud atheïsme
  • de grond van de zaak: de neutraliteit van de staat?
  • Paul Claes, Het pelsken van Rubens
  • De persoon en de functie.
  • Chaos en orde
  • Godsdienst of cultuur?
  • Recensie: Hans Plets, Verdwaald in de werkelijkheid.
  • vrijheid van mening genuanceerd?
  • Het placebo-effect
  • De Maagdenburgse halve bollen
  • Godsdienst en secularisme
  • Overweging bij de moord op een Franse leraar: antiklerikalisme
  • Het Gele gevaar
  • Studentendoop, of moord.
  • orendul
  • orendul
  • Vergif uitademen
  • Si dolce e'l tormento
  • Pasen?
  • Melomaan, nogmaals
  • Socialisme, toen en nu
  • Le prisonnier de la tour
  • Nachtwandeling
  • 'Rassengelijkheid' en intelligentie
  • verantwoordelijkheid
  • al te vroeg gestorven
  • Melomaan
  • digitale revolutie: weerstations
  • Lof: Tantum ergo
  • Gnossiennes? Een etymologische bijdrage van gastauteur Paul Claes
  • God is groter. Het testament van Spinoza.
  • Dichtbundel Mia Loots: wie ik ben
  • Peter Venmans, Discretie (recensie)
  • Het geloof van de kolenbrander
  • Openbaring
  • pas verschenen
  • Luts verjaardag 2018
  • Beestenboek
  • Adam en Eva in het aards paradijs
  • Waarom? Daarom!
  • appartementisering
  • Gedichten-dag 2018


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!