Aantekeningen
1. De citaten uit de Tractatus Theologico-Politicus zijn door de vertaler omgezet in het Nederlands. Een volledige Nederlandse vertaling vindt men in Spinoza: Theologisch-Politiek traktaat, vertaling F. Akkerman e.a., Uitgeverij Wereldbibliotheek.
2. De citaten uit de Ethica zijn door de vertaler omgezet in het Nederlands. Er zijn verscheidene Nederlandse vertalingen van de Ethica voorhanden.
3. Hoewel sommige recente commentatoren herhaaldelijk verwijzen naar zijn ideeën als revolutionair in de zin dat ze een radicale paradigmaverschuiving veroorzaakt hebben, bestempelen ze Spinoza als een radicaal of revolutionair denker veeleer in de wetenschappelijke dan in de politieke betekenis van het woord (zie Jonathan Israel, Democratic Enlightenment: Philosophy, Revolution, and Human Rights 17501790 [Oxford: Oxford University Press, 2011]). Nochtans beweert Israel dat zijn ideeën anderen hebben aangezet tot politieke revoluties; en toch wijzen Spinoza-specialisten vaker op zijn politiek conservatisme (zie Omri Boehm, review of Democratic Enlightenment, by Jonathan Israel, Notre Dame Philosophical Review [February 2011]: 1066 en Michael Rosenthals vaststelling dat er weinig of niets is dat [Spinoza] zegt ten gunste van radicale politieke verandering (Michael A. Rosenthal, The Siren Song of Revolution: Spinoza on the Art of Political Change, Graduate Faculty Philosophy Journal 34:1 [2013]). Maar de Marxistische traditie van de Spinoza-interpretatie brengt zijn wetenschappelijk radicalisme vaker in verband met een politiek radicalisme (zie bijvoorbeeld Louis Althusser and Étienne Balibar, Reading Capital, trans. Ben Brewster [New York: Verso, 1970] en Antonio Negri, Insurgencies: Constituent Power and the Modern State, trans. Maurizia Boscagli [Minneapolis: University of Minnesota Press, 1999]). Deze traditie vindt echter maar weinig weerklank in de Engelstalige filosofie.
4. Hanna Arendt, On Revolution (New York: Penguin Books, 1965), p. 24. Dit en alle andere citaten zijn ook door de vertaler omgezet in het Nederlands.
5. Ibid.
6. Alle citaten uit de Tractatus Politicus zijn overgenomen uit de vertaling van Karel Dhuyvetters die in het najaar van 2013 verschijnt bij uitgeverij Wereldbibliotheek.
7. Karl Marx and Friedrich Engels, De Duitse Ideologie, op deze website: http://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1845/duitse_ideologie/
8. Cf. Arendt, o.c., blz. 37.
9. Zie bijvoorbeeld E4app7.
10. Zie Genevieve Lloyd, Dominance and Difference, in Feminist Interpretations of Benedict de Spinoza, ed. Moira Gatens (University Park: Pennsylvania State University Press, 2009), p. 37.
11. TTP 20 7; TP passim. Zie Erik Stephenson, Spinoza and the Ethics of Political Resistance (Ph.D. diss., McGill University, 2011).
12. We moeten echter toegeven dat Spinoza geneigd is die massa voor te stellen als exclusief mannelijk.
13. Arendt, o.c., blz. 1.
14. Steven B. Smith, Spinoza, Liberalism, and the Question of Jewish Identity (New Haven: Yale UP, 1997), pp. 22, 131.
15. Er is geen gelegenheid om ons daar nu mee in te laten, maar ik vermeld kort dat de basis voor gelijkheid bij Spinoza aantoonbaar ligt in zijn gemeenschappelijke begrippen, en die basis is zeker erg problematisch, omwille van verscheidene redenen die ik hoop te bespreken in een ander artikel. Bovendien vereist bij Spinoza de metafysische basis voor gelijkheid niet dat een staat ze formeel erkent (zie TP 11. 3-4).
16. Étienne Balibar, Spinoza and Politics, trans. Peter Snowdon (New York: Verso, 1998), p. 121.
17. Zie E3def1.
18. Étienne Balibar, Spinoza: From Individuality to Transindividuality, Mededelingen vanwege het Spinozahuis 71 (1997), pp. 336.
19. Zie Balibar, art. cit., p. 24.
20. Men moet er echter wel op letten dat verenigd worden met wat gemeenschappelijk is niet noodzakelijk hetzelfde is als daarmee identiek of homogeen gemaakt worden. Hoewel de gemeenschappelijke begrippen dezelfde zijn, worden de individuen die in natuur (of kracht) overeenstemmen daardoor niet opgelost in een individu van een hogere orde. Spinoza stelt dat we overeenstemmen (van het Latijn convenire, samenkomen) in natuur in de mate dat we overeenstemmen in macht (E4p32d), wat enkel betekent dat onze machten samenwerken om een bepaald effect te veroorzaken, maar niet noodzakelijk dat ze hun eigen kwaliteit verliezen als onderscheiden expressies van de macht van de natuur.
21. Smith, o.c., blz. 138.
22. Balibar, Spinoza and Politics, blz. 121.
23. For example, see Lewis S. Feuer, Spinoza and the Rise of Liberalism (New Brunswick, NJ: Transaction, 1987).
24. Filippo Del Lucchese, Conflict, Power, and Multitude in Machiavelli and Spinoza: Tumult and Indignation (New York: Continuum, 2009).
25. E4p35c2. Dit is een bekrachtiging van mijn bewering dat gemeenschappelijk niet moet begrepen worden als homogeen of identiek.
26. Marx en Engels, o.c. blz. 65-6.
27. Ibid., blz. 66, onze cursivering.
28. Zie de beschrijving die Marx geeft van de Parijse Commune: De veelheid van interpretaties die de Commune heeft ondergaan, en de veelheid van belangengroepen die haar in hun voordeel heeft bewerkt, wijzen erop dat het ging om een grondig expansieve politieke beweging, terwijl al de vorige bestuursvormen uitgesproken repressief waren geweest, Karl Marx, De burgeroorlog in Frankrijk: de Parijse Commune.
29. René Descartes, Vertoog over de methode.
30. Zie bijvoorbeeld Lee Rice voor een enigszins verouderd maar desondanks nuttig overzicht van deze kwestie: Tanquam Naturae Humanae Exemplar: Spinoza on Human Nature, The Modern Schoolman 68:4 (1991), pp.291303.
31. Spinoza ziet echter niets als totaal levenloos, zie E3p13s.
32. Zie bijvoorbeeld TP 4.4.
33. Toen ik deze tekst voorbracht op het Arendt-Shürmann Symposium in Political Philosophy vreesde een antropologe onder de toehoorders dat ik een voorstander zou zijn van een vast concept van de menselijke natuur, gelet op de radicale diversiteit van de levenswijze van de mens. Ik kan hier niet helemaal op haar bezorgdheid antwoorden, maar geef alvast deze twee bedenkingen:1° Spinozas opvatting over de menselijke natuur vereist niet dat er een universeel kenmerk is van menselijke wezens dat niet eveneens kan toegekend worden aan niet-menselijke wezens; 2° de retorische aantrekkelijkheid van een gemeenschappelijke menselijke natuur in Spinozas tijd is erg verschillend van onze tijd. Denkers zoals Hobbes, Descartes en Spinoza argumenteerden, zij het op verschillende metafysische grondslagen, tegen het aloude geloof in een natuurlijke menselijke hiërarchie en boden aldus een basis voor het gelijkheidsbeginsel. Vandaag zien wij ernstige gevaren in unitaire concepten van de menselijke natuur; maar ik denk dat als we haar goed verstaan, Spinozas metafysische opvatting die gevaren vermijdt. Ik bepleit de kwaliteiten van zijn gans eigen antropologie overal in mijn boek, Hasana Sharp, Spinoza and the Politics of Renaturalization (Chicago: University of Chicago Press, 2011).
34. Zie hiervoor Étienne Balibar, Spinoza, the Anti-Orwell: The Fear of the Masses, Rethinking Marxism 2:3 (1989), pp.10439.
Categorie:Spinoza-onderzoek ontsloten
Tags:Spinoza
|