Foto

Wij steunen
Spinoza in Vlaanderen

 

Veerle Afschrift
Amsterdamse Spinoza Kring

Jos Backx

Gerbert Bakx
Tinneke Beeckman

Mark Behets

Jonathan Bennett

Ingried de Beul

Etienne Bielen

Hubert Bierbooms
Rudmer Bijlsma
Johan Braeckman
Patrick Bruggeman
Kees Bruijnes
Wiep van Bunge
Manja Burgers
Arnold Burms

Filip Buyse
Paul Claes

Anton Claessens

Maria Cornelis †

Jean-Luc Cottyn

Leni Creuwels
Antonio Crivotti
Luc Daenekindt
Jean-Pierre Daenen
Andreas De Block

Robert De Bock

Firmin DeBrabander

Georges De Corte
Daniël De Decker
Herman De Dijn
Paul De Keulenaer
Koen De Maeseneir
Johan Depoortere

Deepak De Ridder
Lut De Rudder

Bert De Smet

Patrick De Vlieger
Luc Devoldere

Johan De Vos

Marcel De Vriendt

Peter de Wit
Hugo D'hertefelt
Karel D’huyvetters

Giuliana Di Biase

Hubert Eerdekens

Bas van Egmond

Willem Elias

Jean Engelen

Guido Eyckmans
Kristien Gerber

Herman Groenewegen

Bart Haers

Yvon Hajunga

Bert Hamminga
Cis van Heertum

Nico van Hengstum 
Bob Hoekstra
François Houtmeyers

Jonathan Israel
Susan James

Aryeh Janssens

Frank Janssens

Frans Jespers
Paul Juffermans
Jan Kapteijn

Julie Klein

Wim Klever

Jan Knol

Rikus Koops

Alan Charles Kors
Leon Kuunders

Theo Laaper

Mogens Laerke

Patrick Lateur

Sonja Lavaert
Willem Lemmens
Freddy Lioen

Patrick Loobuyck

Benny Madalijns

Gino Maes

Syliane Malinowski-Charles

Frank Mertens
Steven Nadler

Ed Nagtegaal

Jan Neelen

Fred Neerhoff

Dirk Opstaele

Gianni Paganini

Rik Pelckmans

Herman Philipse
Jacques Quekel

Ton Reerink

Jean-Pierre Rondas
Michael Rosenthal
Rudi Rotthier
Andrea Sangiacomo
Sjoerd A. Schippers
Eric Schliesser
Max Schneider
Winfried Schröder
Willy Schuermans
Herman Schurmans

Herman Seymus
Hasana Sharp
Anton Stellamans
JD Taylor

Herman Terhorst
Marin Terpstra
Paul Theuns
Tim Tielemans

Fernand Tielens
Jo Van Cauter
Henk Vandaele
Will van den Berg

Sven Van Den Berghe
Hubert Vandenbossche
Jan Baptist Vandenbroeck

Bea Van Den Steen

Daniël Vande Veire 

Patricia Van Dijck
Peter Van Everbroeck 

Joep van Hasselt 

Adelin Van Hecke
Miriam van Reijen

Jean Van Schoors

Paul Van Tieghem
Jasper von Grumbkow

Stan Verdult

Tessa Vermeiren
Corinna Vermeulen
Didier Verscheure
Pieter Vitse
Manon Zuiderwijk

 

Spinoza-links
  • Antiquariaat Spinoza - Amsterdam
  • Over Spinoza - Rikus Koops
  • Vereniging Het Spinozahuis
  • Spinoza & Hume - Herman De Dijn
  • Amsterdamse Spinoza Kring
  • Franciscus Van den Enden - Frank Mertens
  • Spinoza-blog - Stan Verdult
  • Spinoza Kring Lier - Willy Schuermans
  • Spinoza Kring Soest
  • Zoeken in blog

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
    Foto
    Spinoza in Vlaanderen
    meld je aan als sympathisant of geïnteresseerde: spinoza-in-vlaanderen@telenet.be
    17-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza en Borges

    Met niet geringe blijdschap en enige trots brachten wij als eerste inhoudelijke bijdrage op deze website de vertaling door Paul Claes van het bekende Spinoza-gedicht van Jorge Luis Borges.

    Enig speurwerk bracht ons op het spoor van een artikel gewijd aan Borges en Spinoza, van de hand van Paul Juffermans. Dr. Paul Juffermans (°1945) is arts en filosoof. Hij promoveerde in 1982 op een proefschrift over het overheidsbeleid in de gezondheidszorg in Nederland. In 1989 begon hij aan de studie filosofie met als specialisatie godsdienstfilosofie. In 2003 promoveerde hij op een proefschrift, getiteld Drie perspectieven op religie in het denken van Spinoza. Hij publiceert over Spinoza’s filosofie en over godsdienstfilosofie in het algemeen. Hij werkt als filosofiedocent aan diverse instellingen voor Hoger Onderwijs Voor Ouderen (HOVO).

    Het artikel verscheen destijds in het tijdschrift Streven, 2003(10), 896-906. Nu is Streven een eerbaar en in alle oogpunten aan te bevelen maandblad, maar wellicht onvoldoende bekend en verspreid in ons Nederlandse taalgebied. Het tijdschrift biedt op zijn website geen raadpleegbaar archief aan. Bovendien is tien jaar een lange tijd voor het geheugen van de meeste mensen.

    Om al die redenen kwam bij ons de snode gedachte op om dit artikel een tweede leven te gunnen door het op onze website aan te bieden. Ik nam daartoe contact op met Stijn Geudens van het redactiesecretariaat van Streven en legde hem mijn vraag voor. Al heel snel kreeg ik een positief antwoord, onder voorwaarden: enerzijds een volledige bronvermelding, waaraan we vanzelfsprekend graag voldoen; anderzijds moest ook de uitdrukkelijke toestemming van de auteur bekomen worden, maar zijn mailadres was gemakshalve toegevoegd.

    Dus trokken wij onze stoutste schoenen aan en richtten ons met kloppend hart tot dr. Juffermans. Vrijwel onmiddellijk kwam zijn bevrijdende reactie: niet alleen mochten wij zijn artikel publiceren, hij gaf ons ook toestemming om zijn naam op te nemen in onze lijst van sympathisanten.

    Gewapend met zijn mail klopten we opnieuw aan bij de heer Geudens van Streven: of hij nog een elektronisch exemplaar had van het artikel? Kort daarop kwam het verlossende bericht: na nijvere opzoekingen op ondertussen buiten dienst gestelde computers kon hij ons niet één, maar drie versies van het artikel bezorgen, luttele uren voor zijn vertrek op vakantie. Voor zoveel toewijding en beroepsijver kunnen wij alleen maar onze bewondering en dank betuigen.

    Wij hebben gekozen voor de originele tekst van dr. Juffermans, zoals hij die had aangeboden aan het maandblad Streven, met een zeer klein aantal niet-inhoudelijke correcties. In tegenstelling met onszelf heeft de tekst geen ouderdomsverschijnselen opgelopen sinds 2003. Het is en blijft een boeiende inleiding in het denken van Spinoza, aan de hand van twee (!) gedichten van Borges.

    Veel leesgenot!


    Categorie:Spinoza literair
    Tags:Spinoza
    16-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Juffermans, Spinoza door de ogen van Borges

    Paul Juffermans

     

    Baruch Spinoza door de ogen van Jorge Luis Borges

     

    De ontmoeting tussen een denker en een dichter

     

    Hoewel wij wellicht de stelling kunnen verdedigen dat het leven en denken van elke grote filosoof wordt gekenmerkt door enkele centrale gedachten, blijkt het vaak toch niet gemakkelijk deze gedachten met al wat daarin besloten ligt in een kort bestek uit de doeken te doen. De meest centrale gedachte van Spinoza (1632-1677) is misschien gelegen in de stelling dat God en de Natuur samenvallen en dat de mens evenals alle andere eindige bestaansvormen een wijziging (modus) is van één oneindige substantie, God. Daarmee komt elk onderscheid tussen natuur en bovennatuur te vervallen. Ik zou nu, uitgaande van deze grondgedachte, verder kunnen gaan met de ontvouwing van Spinoza’s denkstelsel, zoals dit is uitgekristalliseerd in zijn magnum opus, de Ethica. Maar een dergelijke samenvatting, waarin de betekenis en samenhang van begrippen als substantie, modus, attribuut, oneindigheid, eeuwigheid, noodzakelijkheid enzovoort wordt uiteengezet, zou onvermijdelijk een droog relaas worden, weinig geschikt om de fascinatie van de lezer voor de denker Spinoza te wekken. Ik heb daarom gekozen voor een andere benadering: die van de poëzie. Een dichter is wellicht in staat bepaalde grondgedachten van een denker in enkele beelden en woorden te vangen, voor de uitleg waarvan in een meer prozaïsch exposé vele begrippen en redeneringen nodig zijn. En vooral een dichter met een genuïne belangstelling voor filosofie in het algemeen en een speciale affiniteit met Spinoza in het bijzonder. Zo’n dichter is de bekende Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges (1899-1986).

     

    Borges geeft in zijn verhalen, gedichten en essays herhaaldelijk blijk van een grote belangstelling voor filosofische thema’s als de werkelijkheid van de externe wereld, de aard van de tijd, de identiteit van het zelf en de samenhang van al het gebeuren. Hij verwijst daarbij vooral in zijn essays regelmatig naar denkers als Plato, Scotus Eriugena, Leibniz, Hume, Kant, Schopenhauer en Spinoza.[1] Ook ondernam hij in de eerste helft van de jaren zeventig een diepgaande studie van Spinoza’s werken.[2] Hij nam zich zelfs voor een boek te schrijven met de titel Clave de Spinoza (Sleutel tot Spinoza), maar dit voornemen heeft hij nooit uitgevoerd, misschien omdat hij meende de sleutel niet te kunnen vinden. In een conversatie met een vriend gaf hij te kennen dat Spinoza altijd een zekere aantrekkingskracht op hem had uitgeoefend, maar dat hij hem niet begreep. Bovendien voelde hij als dichter een zekere weerzin tegen de geometrische vorm die Spinoza voor de ontvouwing van zijn filosofie gekozen had. Hij achtte deze vorm niet alleen overbodig, maar omschreef haar zelfs als een absurde machinerie die het begrip van de inhoud niet ten goede komt.[3] De dichter en essayist Borges had blijkbaar grote moeite met de rigoureuze systematicus die de denker Spinoza is.

     

    Borges was ook steeds op zoek naar de verborgen motieven achter dit filosofisch systeem, wellicht de uitroep van Nietzsche indachtig: man grabe doch einmal den Grund der Ethik und Theologie Spinoza’s auf![4] Met het woord Grund doelt Nietzsche, deze meester van de genealogie van het wantrouwen, niet zozeer op de filosofische rechtvaardiging van het denkstelsel als wel op de verborgen biografische motieven en emotionele drijfveren die eraan ten grondslag liggen. We zullen zien dat ook in de gedichten van Borges op deze motieven en drijfveren wordt gezinspeeld. Het gegeven dat de filosoof Spinoza met zijn geometrische vorm de stem van de rede in een onpersoonlijk timbre laat klinken, een timbre dat het sterkst tot uitdrukking komt in de Voorrede van het derde deel van de Ethica, waarin hij stelt de menselijke begeerten en handelingen op dezelfde wijze te beschouwen alsof er sprake is van lijnen, vlakken en lichamen, weerhield de dichter Borges er niet van op zoek te gaan naar de achterliggende motieven van de bedenker van dit doorzichtig labyrint, zoals hij de Ethica noemt, van de mens Spinoza met zijn individuele levensloop en zijn specifieke achtergrond als in ballingschap gezonden jood.

     

    Het eerste gedicht van Borges, dat ik hier wil bespreken, heeft de titel Spinoza en dateert uit 1964. Het gedicht is in het Nederlands vertaald door Barber van de Pol.[5] Ik zal het gedicht in gedeelten weergeven en van een toelichtend commentaar voorzien. Dit commentaar heeft niet zozeer ten doel de betekenis van het gedicht te interpreteren (het gedicht spreekt voor zichzelf) als wel te wijzen op bepaalde elementen, emotionele drijfveren en sleutelgedachten uit het leven en denken van Spinoza, die Borges in zijn gedicht heeft verweven of die men er althans mee in verband kan brengen. De lezer dient mijn persoonlijk commentaar op de gedichten van Borges over Spinoza te zien als een wat ongewone inleiding in het denkuniversum van deze boeiende filosoof.

     

    Eerste gedicht: Spinoza

     

    De doorschijnende handen van de jood

    Bewerken in de schemer de kristallen

     

    Borges zinspeelt hier op Spinoza’s ambacht als lenzenslijper en op zijn jood-zijn. Beide zaken houden nauw verband met elkaar. Spinoza werd namelijk op 23-jarige leeftijd verbannen uit de Sefardische gemeenschap in Amsterdam en hij moest daardoor zijn broodwinning als koopman opgeven. Om aan de kost te komen, koos hij het ambacht van lenzenslijper. Hierdoor gaf hij gehoor aan een Talmoedische wijsheid, namelijk dat het beoefenen van een studie het best gecombineerd kan worden met de uitoefening van een ambacht teneinde een zeker evenwicht te bewaren tussen theorie en praktijk. Dit ambacht vereiste eenzelfde concentratie als hij nodig had voor de geduldige uitwerking van zijn filosofie. Met dezelfde precisie waarmee hij zijn lenzen sleep, moet hij zijn begrippen hebben ‘geslepen’. De schemer, waarin de lenzen geslepen worden, houdt het midden tussen licht en duisternis. Licht en duisternis spelen niet alleen in Spinoza’s ambacht, maar ook in zijn denken een belangrijke rol. In navolging van de scholastiek en Descartes duidt hij de rede meestal aan als een natuurlijk licht. In zijn denken vergelijkt hij de verhouding tussen waarheid en onwaarheid met die tussen licht en duisternis: Voorwaar, zoals het licht zichzelf en de duisternis openbaart, zo is de waarheid norm van zichzelf en het valse.[6] De filosofie heeft als belangrijkste taak licht te brengen in een duistere zaak ofwel de zaak te begrijpen. De doorschijnende handen van de jood zijn niet alleen de slijpende handen van de vervaardiger van lenzen die ons in staat stellen het onzichtbare te zien, maar ook de schrijvende handen van de lucide denker die ons in staat stellen het duistere en verwarde helder en welonderscheiden te begrijpen. Wat de lenzen voor de slijper en de kijker door de microscoop zijn, dat zijn de bewijzen voor de filosoof en de lezer van zijn manuscript: De ogen van de Geest, waardoor deze de zaken ziet en waarneemt, zijn de bewijzen zelf.[7] Zoals de lenzen de dingen zichtbaar maken voor het oog, zo maken de bewijzen de dingen ‘zichtbaar’ voor het verstand. Spinoza koos een ambacht (de optica, een tak van de natuurkunde die nauw verweven is met de wiskunde), die het best lijkt te passen bij zijn geometrische stijl van denken.

     

    En de middag, angst en koude, gaat dood

    (Eén middag is het evenbeeld van alle.)

     

    De angst doet denken aan het motief van de vervolging in Spinoza’s eigen leven en in het leven van de gemeenschap waaruit hij afkomstig is. Deze gemeenschap bestond uit joodse bannelingen, die in de eerste helft van de zeventiende eeuw vanwege de vervolgingen van de katholieke Inquisitie uit Spanje en Portugal naar de Republiek der Nederlanden waren gevlucht. Spinoza zelf werd op zijn beurt in 1656 om nog steeds niet geheel opgehelderde redenen uit deze gemeenschap verbannen. Daarna bracht hij een groot deel van zijn verdere leven door in de schaduw van dreigende vervolging, omdat zijn denkbeelden over God en godsdienst in de ogen van de wereldlijke en geestelijke gezagsdragers van de Republiek geen genade konden vinden: hij werd veelvuldig van atheïsme beschuldigd en zijn werken werden verboden. In 1675 zag hij af van het publiceren van zijn zojuist gereed gekomen Ethica uit vrees voor represailles.[8] De angst was niet alleen een belangrijk motief in Spinoza’s leven, maar is het ook in zijn denken. In de Voorrede van zijn in 1670 anoniem gepubliceerd Theologisch-Politiek Traktaat wordt de angst aangewezen als de belangrijkste oorzaak van de superstitie, een vorm van religie, waarin illusoire gods- en mensbeelden de boventoon voeren en waarin de mens op magische wijze zijn lot probeert te bemeesteren door een geloof in en een manipulatie van een imaginair goddelijke wezen.[9]

     

    Met het woord koude doelt Borges wellicht op de eenzaamheid van Spinoza’s leven, door Nietzsche in het hiervoor genoemde fragment uit Jenseits von Gut und Böse een Einsiedler (kluizenaar) genoemd. Op deze eenzaamheid wordt ook gezinspeeld in de strofe over de monotone opeenvolging van de middagen, die elkaars evenbeeld zijn. Enigszins plechtstatig merken Jan en Annie Romein in hun biografische schets van Spinoza op dat wezenlijke eenzaamheid de prijs is die Spinoza voor zijn schepping betaalde.[10] Spinoza trok zich – wellicht noodgedwongen – enige tijd na zijn verbanning terug uit de rumoerige stad Amsterdam om zich in het stille dorpje Rijnsburg te wijden aan de uitwerking van zijn filosofie.

     

    Het is ook Nietzsche geweest die Spinoza’s Ethica heeft vergeleken met de Jungfrau, hetgeen zowel de benaming van een maagd als van een berg is. Spinoza bleef ongehuwd. Hij kende niet de warmte van een liefdesrelatie. Tegelijk heeft zijn filosofie iets van de ongenaakbaarheid van een hoge alp. Wanneer men op de top van de berg staat, kan men wel ver zien, maar het is er ook koud en eenzaam. Op de top kan men een blik werpen op het oneindig nachtelijk firmament, dat Pascal angst inboezemde maar Spinoza tot liefde bewoog. Deze liefde, die de angst en de kou doet verdwijnen, is de verstandelijke liefde voor God.

     

    De handen en de ruimte van een paarse tint

    Die allengs verbleekt binnen de ghettogrens

    Bestaan ternauwernood voor deze kalme mens

    Die droomt van een doorzichtig labyrint.

     

    De lenzenslijper is verbannen buiten het joodse getto. Maar het getto is tegelijk zijn verleden dat hij in zichzelf meedraagt. Zijn uitstoting betekent een verbreking van de banden met de joodse gemeenschap en met zijn familie. Dit verlies en de eenzaamheid, die er het gevolg van is, vormen de prijs voor een duur gewonnen vrijheid. Toch verdwijnt de pijn om dit verlies met de herinnering aan het getto, zoals de paarse tint van de avondlucht aan de horizon verbleekt bij zonsondergang. Zij bestaan nauwelijks meer voor de kalme mens Spinoza, die in zijn filosofie zozeer de nadruk legt op het verkrijgen van gemoedsrust. Angst, eenzaamheid, koude en pijn maken plaats voor een droom, de droom van een doorzichtig labyrint. De emotionaliteit van de mens lost op in deze heldere droom van de rede. De rede droomt een geometrisch geconstrueerd labyrint, de Ethica. De typering van Spinoza’s filosofie als een labyrint duidt ook op het enigmatische ervan. En dit enigmatische lijkt door de helderheid eerder toe- dan af te nemen. Dit enigmatische is het raadsel van de oneindige begrijpelijkheid van alles, zelfs van datgene wat wij raadselachtig en onbegrijpelijk noemen. Deze these van de begrijpelijkheid van alles kan men Spinoza’s grondintuïtie noemen.

     

    Borges noemt Spinoza’s filosofie ook een droom. Hij stond sceptisch tegenover de waarheidsaanspraken van Spinoza’s filosofie, van elke filosofie. Toch meende hij, teruggekeerd van een reis naar Knossos, waar zich, zoals bekend, het labyrint uit het verhaal van Theseus en Ariadne bevindt, dat elke mens de plicht heeft te reiken naar de draad in het labyrint van zijn leven: Het is onze dure plicht ons te verbeelden dat er een labyrint en een draad is. Wij zullen de draad nooit vinden. Wij kunnen ernaar reiken en hem verliezen in een daad van geloof, in een cadans, in een droom, in de woorden die we filosofie noemen, of in duidelijk en eenvoudig geluk.[11] Spinoza reikt ernaar in de woorden die we filosofie noemen. Zijn zoektocht naar het raadsel van het leven voltrekt zich door het bedenken van een helder labyrint. De wiskunde is zijn draad van Ariadne.

     

    Zijn roem, weerschijn van dromen in de droom

    Van een andere spiegel, geeft hem geen schroom

    Terwijl de gloed der deernen geen beletsel is.

     

    Evenals het labyrint is ook de droom een steeds terugkerend thema in Borges’ werk. Zijn aanhoudende belangstelling voor het boeddhisme en de filosofie van Schopenhauer draait rond het thema van het leven als droom.[12] Men kan dromen van roem of van de liefde van jonge vrouwen, maar in dat geval bevindt men zich in een ander gespiegeld droomuniversum dan dat van Spinoza, wiens dromen een helder denken is. De spiegel is ook het zinnebeeld van de ijdelheid in de dubbele zin van het woord. Deze strofen roepen regels in herinnering uit de autobiografisch getinte aanhef van Spinoza’s jeugdwerk, de Verhandeling over de verbetering van het verstand.[13] In deze aanhef noemt Spinoza het begeren van en streven naar eer, rijkdom en genot ijdel en futiel. Hij mikt op het heldere inzicht van de beschouwing, waarbij de geest niet wordt verstoord door begeerten en strevingen, die het denken in de boeien slaan en hinderen. In de droom van een helder labyrint verdwijnen niet alleen de angst en de eenzaamheid, maar ook de begeerte naar roem en seksueel genot. De ene droom neemt de plaats in van de andere. Het denken zelf wordt een passie en verdringt daarmee alle andere passies. Freud, tijdgenoot van Borges, zou dit eeuwen na Spinoza sublimatie noemen. De liefde voor eer, rijkdom en genot, uiteindelijk voor het ego als bron van al deze vormen van verlangen, wordt gesublimeerd in de verstandelijke godsliefde, kennis en liefde ineen. In het vierde hoofdstuk van zijn Theologisch-Politiek Traktaat herinnert Spinoza ons eraan dat het Hebreeuwse woord jada zowel kennis als liefde betekent.[14]

     

     

    Vrij van metafoor, van mythe, bewerkt de

    Mens een harde kristal: het onbeperkte

    Plattegrond van Hem die al Zijn sterren is.

     

    De metafoor en de mythe horen bij de openbaringsreligie, de verbeelding, het verhaal, de religieuze poëzie. Zij ontbreken in de kristallen begrippenwereld van de definities, axioma’s en stellingen van de Ethica, waarin het oneindige verschijnt als een onpersoonlijke allesomvattende substantie, niet als een persoonlijke en transcendente schepper.

    Maar de Ethica is niet alleen een plattegrond van God, maar ook de beschrijving van een weg naar kennis van God. Dit thema wordt in het tweede gedicht nader uitgewerkt.

     

    Het tweede gedicht: Baruch Spinoza

     

    Ook in dit tweede gedicht benadrukt Borges het jood-zijn van Spinoza door te kiezen voor de vroege Hebreeuwse naam Baruch en niet voor het latere Latijnse Benedictus, waarmee de filosoof na zijn verbanning uit de synagoge door het leven ging als blijk van zijn vertrek uit het getto en van zijn opname in de geleerde Europese cultuur. Borges schreef het in 1977 voor het Joods Museum van Buenos Aires ter gelegenheid van de herdenking van het feit dat de denker driehonderd jaar geleden stierf. Van dit gedicht bestaat een Nederlandse vertaling van de hand van Robert Lemm.[15]

     

    Waas van goud; de zinkende zon verlicht

    Het raam. Het gestadige manuscript

    Wacht, al geladen met oneindigheid

    In het clair-obscur bouwt iemand God.

     

    Weer kiest Borges aan het begin van zijn gedicht de vallende avond als decor. Het wegzinkend zonlicht valt door het raam naar binnen op het gestadig zich voltooiende manuscript van de Ethica. Het manuscript wordt vijftien jaar lang met geduld en volharding gewrocht, definitie na definitie, axioma na axioma, stelling na stelling, bewijs na bewijs. Het wacht, nog onaf, op zijn maker. Maar het is al van meet af aan met oneindigheid geladen. De belangrijkste definitie staat op de eerste pagina: Onder God versta ik een absoluut oneindig zijnde, dat wil zeggen een substantie, bestaande uit oneindig veel attributen, waarvan ieder een eeuwige en oneindige essentie uitdrukt.[16] In deze definitie komt drie maal het woord oneindig voor. Spinoza is de filosoof van de oneindigheid. Wij mensen, eindige wezens, zijn slechts te begrijpen vanuit de idee van de oneindigheid, dat wil zeggen: van God. Iemand, een mens, construeert deze oneindige God, zoals een wiskundige een oneindige bol construeert waarvan het middelpunt overal en de omtrek nergens is.[17] God zit in elk van zijn schepselen, maar geen van hen begrenst hem. In de constructie van God ligt de constructie van het construerend zelf besloten. Als de oneindige God een substantie is die in zichzelf is en door zichzelf begrepen wordt, dan is de eindige mens een modus die in het andere (in God) is en door God begrepen wordt. In het eerste gedicht spreekt Borges over het maken van een oneindige plattegrond van God, in dit tweede gedicht gaat hij nog een stap verder: het bouwen van God zelf in het clair-obscur van waarheid en onwaarheid.

     

    Een mens verwekt God. Het is een Jood

    Met droeve ogen en een vale huid;

    De tijd neemt hem mee zoals de stroom

    Een blad meeneemt op het water dat glooit.

        

    Een mens verwekt God. Een mens is de schepper van zijn Schepper. Een mens bedenkt datgene, waaruit hij voortkomt. De presocratische Xenophanes zei in de vijfde eeuw voor Christus, dat, als runderen en paarden handen zouden hebben, zij de goden zouden afbeelden als runderen en paarden. Daarmee leverde hij kritiek op de menselijke, al te menselijke goden uit Homerus’ geschriften. Spinoza, die meer gecharmeerd was van de wiskunde dan van vee, stelde in een van zijn brieven: …ik geloof dat als een driehoek kon spreken, hij op dezelfde manier zou zeggen dat God op eminente wijze driehoekig is, en dat de cirkel zou zeggen dat hij op eminente wijze cirkelvormig is. En zo zou ieder zijn eigen attributen aan God toeschrijven…[18] Zeg mij wie uw God is, en ik zal u zeggen wie u bent.

     

    De verwekker van God is een jood, met droeve ogen en een vale huid. Borges typeert hier de denker, die in zijn filosofie zozeer de nadruk legt op de blijdschap en die door de negentiende-eeuwse, Nederlandse spinozist Johannes van Vloten de blijde boodschapper der mondige mensheid werd genoemd, met een Nietzscheaanse omkering als droevig en - wellicht een toespeling op zijn longziekte door de voortdurende inademing van het glasslijpsel - als vaal van huid. Maar zoals de schone waterlelie wortelt in de modderbodem, zo kan het geluk van een denker wortelen in zijn ongeluk, zijn gezondheid in zijn ziekte. De filosofie was voor de jonge, pas verbannen Spinoza een geneesmiddel voor zijn zieke ziel: Ik begreep in groot gevaar te verkeren en gedwongen te zijn om met alle macht te zoeken naar redding, hoe onzeker ook – zoals een patiënt, lijdend aan een dodelijke aandoening en in het zekere vooruitzicht van de dood als er niets gedaan wordt, gedwongen wordt om met inspanning van al zijn krachten een geneesmiddel te zoeken, hoe onzeker ook, nu dat immers zijn enige hoop is.[19] Deze existentiële noodkreet, afkomstig uit de autobiografische aanhef van Spinoza’s jeugdwerk, de Verhandeling over de verbetering van het verstand, maakt ons iets duidelijk over de verborgen drijfveren die een filosoof kunnen aanzetten tot zijn zoektocht naar God, de eeuwige.

     

    Maar ook een filosoof, die op zoek gaat naar het eeuwige, wordt meegevoerd op de stroom van de tijd, zoals een blad wordt meegevoerd op het wateroppervlak van een rivier. Het is vanuit de bijzondere context van zijn tijd dat hij de eeuwigheid moet denken en God moet construeren. Vanuit de context van zijn gewezen jood-zijn, vanuit de wiskunde die bij alle zeventiende-eeuwse denkers hoog in aanzien stond, vanuit zijn schatplichtigheid aan Descartes en andere tijdgenoten. In de gereedschapskist van zijn bibliotheek en zijn geest liggen de begrippen die een tweeduizend jaar oude denktraditie hem aanreikt: substantie, modus, attribuut, oneindigheid, eeuwigheid enzovoort. Hij herijkt hun betekenis en gebruikt ze als onderdelen voor zijn constructie van God. Een filosoof stijgt in een nis van de tijd uit boven de beperkingen van de tijd en kan daardoor spreken tot de dichter, die leeft in een andere nis van een andere tijd. Zoals schoonheid ons over de grenzen van de tijd heen kan treffen, zo kan ook het inzicht ons treffen over de grenzen van de geschiedenis heen. Daarom zijn de tijd en de geschiedenis uiteindelijk niet van belang. Wat doet het ertoe voor een begrip van de geometrie dat de grondbeginselen ervan zijn opgeschreven door een Griek, genaamd Euclides, die leefde in de derde eeuw voor Christus? Wat maakt het uit voor een begrip van de Ethica dat de architect van dit heldere labyrint een gewezen jood is, genaamd Spinoza, die leefde in de zeventiende-eeuwse Republiek der Nederlanden?

     

     

    Wat maakt het uit. De tovenaar volhardt

    En houwt God met meetkundige precisie.

    Vanuit zijn ziekte, vanuit zijn niets,

    Gaat hij door God te bouwen met het woord.

     

    Vanuit de ziekte, vanuit de boven geschetste existentiële nood, ja, vanuit het niets wordt het Al geschapen, wordt God uitgehouwen. Niet met het beeld, maar met het woord. Met woorden die tegelijk geen woorden zijn, omdat zij het woordeloze moeten verwoorden: Een zaak wordt immers dan begrepen, wanneer zij met een zuivere geest buiten woorden en beelden om wordt gekend.[20] Het inzicht is er al voordat de woorden er zijn die het tot uitdrukking moeten brengen. En bij dit tot uitdrukking brengen staat de betekenis van de woorden in dienst van het begrip van de zaken. Zoals de getekende cirkel het illustratieve beeld vormt van het beeldloze begrip van de cirkel, zo vormt de woordelijke definitie de uitdrukking van het woordeloze inzicht dat aan het woord vooraf gaat. Borges typeert de bouwer van het geometrisch labyrint ook als een tovenaar. Een tovenaar, die met zijn geometrische woorden niet alleen God uithouwt, maar ook een magische kracht uitoefent op zichzelf en zijn lezers. Het bewijs, het inzicht heeft immers ook de kracht van de overtuiging. Het lijkt ontdaan van retorica, maar is daardoor tegelijk de meest sublieme vorm van retorica. Retorica en logica ineen. Een wiskundig tovenaar die met behulp van de logica het menselijk verstand vleugels wil geven op zijn vlucht in het oneindige. De tovenaar tovert vanuit het niets, en dit niets is even tijdloos als de alomvattende God die eruit ontspringt: een ware schepping vanuit het niets, creatio ex nihilo. Spinoza’s filosofie ademt de geest van het boeddhisme. Ook het boeddhisme is tijdloos. Wat maakt het uit dat prins Siddharta vijfhonderd jaar voor de christelijke jaartelling werd geboren in het noorden van het huidige India? No importa: het is niet van belang; het gaat om de leer, om het inzicht, om de beschouwing van de dingen sub specie aeternitatis (vanuit het oogpunt van de eeuwigheid).

     

    Hem viel de rijkelijkste liefde toe,

    De liefde die geen wederliefde hoeft.

     

    Het is mooi dat Borges zijn gedicht besluit met de liefde, daar waar hij begon met de droefheid. Liefde is bij Spinoza allereerst een vorm van blijdschap. Een blijdschap die ons bindt aan alles en iedereen (dat) die wij beminnen: onze partner, onze familie, onze vrienden en vriendinnen, onze boeken, onze muziek, onze lievelingsfilosoof. In de schoot van deze blijdschap bevindt zich de droefheid, want alles, waaraan wij ons binden, kan ons ontnomen worden: En de oorzaak van alle kwaad, zo scheen het mij toe, was het feit dat geluk en ongeluk slechts met één ding samenhangen, namelijk met de aard van datgene waaraan we liefdevol gehecht zijn (…) alle gemoedsbewegingen hebben immers hun oorsprong in het feit dat wat bemind wordt vergankelijk is. [21] In zijn filosofische autobiografie zegt Spinoza op zoek te gaan naar een onvergankelijk goed, een bron van eeuwige vreugde.[22] Deze vreugde wordt in het slotdeel van de Ethica verstandelijke godsliefde genoemd (amor dei intellectualis).[23] Wie God met deze liefde bemint, kan er niet naar streven dat hij wordt wederbemind.[24] Het is een menselijke liefde om niet die tegelijk een goddelijke liefde om alles is, want de menselijke liefde jegens God is een deel van de oneindige liefde, waarmee God zichzelf en daarmee alle dingen en alle mensen bemint.

     

    Misschien heeft Borges Spinoza toch beter begrepen dan hij zichzelf toestond te denken. In zijn beide gedichten lijkt de gedachte centraal te staan dat de mens in zijn creatie van God tegelijk zichzelf schept als afspiegeling van deze God. In het boek Zohar, het belangrijkste geschrift uit de joods-mystieke traditie van de kabbala, een traditie waarmee Spinoza in zijn jeugd vertrouwd was geraakt en waarover Borges een behartigenswaardig essay heeft geschreven, wordt gesproken over de tien sefiroth ofwel tien manifestaties van God.[25] Deze manifestaties van God kunnen ook worden beschouwd als wegen van de mens naar God. In Spinoza’s leven en denken speelt de goddelijke manifestatie van wijsheid en intelligentie een centrale rol. Voor deze filosoof van het begrip is God de oneindige grond van het begrijpen zelf en is kennis van God de koninklijke weg naar het begrijpen van zichzelf. Deze architect van een helder labyrint was niet alleen bouwer van God maar ook van de mens, van zichzelf.

     

                          

     

              

                 

     

                            



    [1] Jorge Luis Borges, Werken in vier delen, De geschiedenis van de eeuwigheid en andere essays, vertaling Barber van de Pol, Uitgeverij de Bezige Bij, Amsterdam, 1999.

    [2] De gegevens in dit artikel zijn voor een belangrijk deel ontleend aan: Marcelo N. Abadi, Spinoza in Borges’ Looking-Glass, Studia Spinozana Vol. 5 (1989) blz. 29 e.v.

    [3] Abadi, oblz. cit. blz. 36.

    [4] Friedrich Nietzsche, Jenseits von Gut und Böse, II, 25.

    [5] Revisor (1984) no. 1, blz. 49.

    [6] Ethica, deel 2, stelling 43, opmerking.

    [7] Ethica, deel 5, stelling 23, opmerking.

    [8] Spinoza, Briefwisseling, vertaald uit het Latijn en uitgegeven naar de bronnen alsmede van een inleiding en van verklarende en tekstkritische aantekeningen voorzien door F. Akkerman, H.G. Hubbeling en A.G. Westerbrink, Wereldbibliotheek, Amsterdam, Brief 75, blz. 387.

    [9]  Spinoza, Theologisch-Politiek Traktaat, uit het Latijn vertaald en van verklarende aantekeningen voorzien door F. Akkerman, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1997.

    [10] Jan en Annie Romein, Erflaters van onze beschaving, Querido, Amsterdam, 1973, blz. 427.

    [11] Geciteerd naar Abadi, oblz. cit., blz. 33.

    [12] Jorge Luis Borges, De geschiedenis van de eeuwigheid en andere essays, op. cit., blz. 431 e.v.

    [13] Spinoza, Verhandeling over de verbetering van het verstand, vertaald, ingeleid en van een nawoord voorzien door Theo Verbeek, Historische Uitgeverij, Groningen, 2002.

    [14] Spinoza, Theologisch-Politiek Traktaat, op cit., blz. 168.

    [15] Jorge Luis Borges, Gedichten, Keuze, nawoord, vertaling en noten Robert Lemm, Uitgeverij de Bezige Bij, Amsterdam, 1984, blz.138-139.

    [16]  Ethica, deel 1, definitie 6.

    [17] Jorge Luis Borges, De geschiedenis van de eeuwigheid en andere essays, op. cit., blz. 136 e.v.

    [18] Spinoza, Briefwisseling, op. cit., Brief 36, blz. 331.

    [19] Spinoza, Verhandeling over de verbetering van het verstand, op. cit., blz. 29.

    [20] Spinoza, Theologisch-Politiek Traktaat, oblz. cit., blz. 164.

    [21] Spinoza, Verhandeling over de verbetering van het verstand, op. cit., blz. 30.

    [22] Idem, blz. 27.

    xxiii  Ethica, deel 5

    [24] Ethica, deel 5, stelling 14.

    [25]  G. Scholem, Les grands courants du mysticisme juif, Paris, 1960, blz. 253. Zie ook: Jorge Luis Borges, De geschiedenis van de eeuwigheid en andere essays, op. cit., blz. 477 e.v.


    Categorie:Spinoza literair
    14-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza links en rechts

    Spinoza links en rechts

    Spinoza is nadrukkelijk aanwezig op het web. Om je een beetje wegwijs te maken in dat aanzienlijke aanbod, vermelden we hier enkele interessante websites, in willekeurige volgorde, met wat commentaar. Vooral Nederlandstalige sites komen hier nu aanbod. Artikels in online encyclopedieën en Wikipedia kan je zelf wel vinden; ze zijn vaak interessant en bevatten veel verwijzingen.

    Als eerste dient Stan Verdult vermeld: http://spinoza.blogse.nl/, ongetwijfeld de meest actieve site. Je vindt van alles op zijn blog: bijna dagelijkse mededelingen en nieuws, aankondigingen van publicaties en gebeurtenissen, boeiende artikels, een forum met vaak pittige discussies, lijsten met interessante links en nog veel meer. Elke rechtgeaarde Nederlandstalige (en buitenlandse, blijkbaar) Spinoza-liefhebber kan daar terecht.

    Daarnaast heeft Stan ook een Spinoza website, voor een meer systematische behandeling.

    Van een gans andere aard is de site die de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek aan Spinoza wijdt, in haar afdeling Denker op het scherm. Het is een uiterst verzorgde presentatie van leven en werk van onze filosoof, met talrijke illustratie en veel verwijzingen, onder meer naar gedigitaliseerde versies van de werken van Spinoza, zoals het manuscript van de Korte Verhandeling. Een uitstekende vertrekplaats.

    Professor Herman De Dijn is zowat eigenhandig verantwoordelijk voor het bekendmaken van Spinoza in Vlaanderen. Op zijn fraaie persoonlijke website heeft hij een afdeling Spinoza & Hume, waar hij al zijn publicaties vermeldt en heel wat interessante gegevens verzamelde, onder meer een leesgids voor de Ethica. Verscheidene publicaties zijn online te lezen.

    Professor Piet Steenbakkers heeft een degelijke en verzorgde site, ideaal voor een eerste kennismaking met leven en werk van onze filosoof.

    De Vereniging Het Spinozahuis, opgericht in 1897, stelt zich ten doel het aan leven en werk van de filosoof Benedictus de Spinoza (1632-1677) gewijde museum te Rijnsburg te beheren en de belangstelling voor en de studie van zijn werk te bevorderen. Zij organiseert lezingen en studiebijeenkomsten en geeft de Mededelingen vanwege Het Spinozahuis uit.

    Sinds kort is er een eigen site voor de Korte Verhandeling. Rikus Koops hertaalde de tekst van het manuscript, dat van rond 1750 dateert, in modern Nederlands en gaf het uit in een zeer degelijk boek. Een deel daarvan is online te raadplegen. Daarnaast biedt de site een forum aan, evenals een boeiende, gedetailleerde toelichting door de auteur bij elk van de hoofdstukken, allemaal gratis toegankelijk. Er zijn al zeven afleveringen verschenen. Wij verlenen onze bescheiden medewerking aan het project.

    De Amsterdamse Spinoza Kring is zeer actief. Ze organiseren onder meer de jaarlijkse Spinoza dag. In 2012 is Jonathan Israel een van de sprekers. Hun website biedt uitvoerige informatie.

    Rudolf W. Meijer woont in het Vlaamse Overijse bij Brussel en heeft een site hoofdzakelijk in het Engels en het Frans, met nuttige  links naar tekstuitgaven, commentaren enzovoort.

     

    Heb je zelf interessante links gevonden? Signaleer ze ons, zend ons een e-mail.

     

     


    Categorie:Spinoza links en rechts
    Tags:Spinoza
    13-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Spinozahuis en de bibliotheek in Knack

    Knack over het Spinozahuis in Rijnsburg en Spinoza’s bibliotheek: http://www.knack.be/nieuws/boeken/nieuws/boekenmusea-2-het-spinozahuis-in-rijnsburg/article-4000138726134.htm


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het raadsel Spinoza, Irvin D. Yalom op Cobra

    Recensie van Het raadsel Spinoza, Irvin D. Yalom op Cobra.


    Categorie:Spinoza literair
    12-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza, J.L. Borges

    SPINOZA

    Las traslúcidas manos del judío
    labran en la penumbra los cristales
    y la tarde que muere es miedo y frío.
    (Las tardes a las tardes son iguales.)

    Las manos y el espacio de jacinto
    que palidece en el confín del Ghetto
    casi no existen para el hombre quieto
    que está soñando un claro laberinto.

    No lo turba la fama, ese reflejo
    de sueños en el sueño de otro espejo,
    ni el temeroso amor de las doncellas.

    Libre de la metáfora y del mito
    labra un arduo cristal: el infinito
    mapa de Aquél que es todas Sus estrellas.

     

     

    Jorge Luis Borges (1964)

    Obra poética, 2, Edición Emecé Editores (Buenos Aires, 1977)




     

     


    Categorie:Spinoza literair
    Tags:Spinoza
    11-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza, J.L. Borges vertaald door Paul Claes

    Spinoza

     

    De transparante handen van de jood

    Polijsten in de schemering het glas.

    De avond sterft een bange, kille dood.

    (De avond die als elke avond was.)

     

    De handen en de lucht van hyacint

    Die aan de uithoek van het Getto taant,

    Als niet voor die bedaarde man bestaand

    Die dromen blijft van een klaar labyrint.

     

    De roem beroert hem niet, dat spiegelbeeld

    Van dromen in een droom die hij niet deelt,

    De liefde voor de meisjes blijft hem verre.

     

    Verlost van metaforen en van mythen

    Polijst hij een hard glas zonder limieten:

    De hemelkaart van Hem in al zijn sterren.

     

     

    J. L. Borges, 1964 ~ Vertaald door Paul Claes, 10 juni 2012



     





    Categorie:Spinoza literair
    Tags:Spinoza
    10-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza-lezingen in Antwerpen

    Elcker-Ik Centrum organiseert op 3 en 10 oktober 2012 in Antwerpen twee lezingen over Spinoza, met Miriam van Reijen. Klik hier voor alle informatie.

    En hier voor de  website van Miriam van Reijen.


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza-nieuws

    Spinoza-nieuws

     

     

    De Koran lezen met Spinoza, artikel in De Standaard: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120711_00219133
    zie ook hier: http://amsterdamsespinozakring.nl/images/stories/pdf/ahmed_marcouch_-_spinozalezing_2010.pdf

     

    Herman De Dijn signaleert ons dat het 2de nummer van de 74ste jaargang 2012 van het Tijdschrift voor Filosofie gewijd is aan Spinoza. Klik hier voor de inhoudsopgave: http://poj.peeters-leuven.be/content.php?url=issue&journal_code=TVF&issue=2&vol=74

     

    Jacques Quekel bezorgde ons deze link naar het eerste deel van de inleiding van Monnikhoff bij manuscript B van de Korte Verhandeling: http://www.phil.uu.nl/~piet/Monnikhoff.html

     

    Meld ons je nieuws, stuur ons een mail.


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom

    Spinoza in Vlaanderen

    Met deze website willen we de kennis van de figuur en het gedachtegoed van Spinoza in Vlaanderen en in het Nederlandse taalgebied bevorderen. Dit is geen  vereniging. Er is geen voorzitter, er zijn geen leden, er is geen lidgeld verschuldigd. Op de website worden vrijblijvend de namen vermeld van personen of instellingen die het initiatief steunen. Iedereen kan zich aanmelden als geïnteresseerde of sympathisant. Daarnaast is er ruimte voor essays en kortere bijdragen, interessante links, bibliografische gegevens, nieuws enzovoort. Alle bijdragen zijn welkom, zowel van wetenschappers als van liefhebbers. Anderstalige bijdragen worden indien mogelijk door ons in het Nederlands vertaald.

    De website wordt belangloos onderhouden door initiatiefnemer Karel D’huyvetters. Alle vrijwillige medewerking is welkom.

    Aanmeldingen voor de lijst, bijdragen, suggesties en vragen stuurt men naar de website, via de knop ‘e-mail Spinoza in Vlaanderen’.  Alle mails worden beantwoord.


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza


    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Van oud naar nieuw
  • La langue maternelle de Spinoza
  • Mark Behets, Spinoza's eeuwige geest
  • Maria Cornelis, 1940-2016
  • E5p31-42 vertaling
  • E5p31-42 toelichting
  • E5p21-30 vertaling
  • E5p21-30 toelichting
  • E5p11-20 vertaling
  • E5p11-20 toelichting
  • E5P1-10 vertaling
  • E5p1-10 toelichting
  • E4 appendix vertaling
  • E4 appendix toelichting
  • E4p67-73 vertaling
  • E4p67-73 toelichting
  • E4p64-66 vertaling
  • E4p64-66 toelichting
  • E4p59-63 vertaling
  • E4p59-63 toelichting
  • E4p37-58 vertaling
  • E4p37-50 toelichting
  • E4p51-58 toelichting
  • E4p26-36 vertaling
  • E4p26-36
  • E4p15-25 vertaling
  • E4p15-25 toelichting
  • E4p9-14 vertaling
  • E4p9-14 toelichting
  • E4p1-8 vertaling
  • E4p1-8 toelichting
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, vertaling
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, toelichting
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, vertaling
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, toelichting
  • E3p51-59 vertaling
  • E3p51-59 toelichting
  • E3p36-50 vertaling
  • E3p36-50 toelichting
  • E3p27-35 vertaling
  • E3p27-35 toelichting
  • E3p12-26 Vertaling
  • E3p12-26 Toelichting
  • E3p3-11 vertaling
  • E3p3-11 toelichting
  • E3p1-2 vertaling
  • E3p1-2 toelichting
  • Ideeën en gedachten
  • E2p44-49 vertaling
  • E2p44-49 toelichting
  • E2p32-43 Vertaling
  • E2p32-43 Toelichting
  • E2p25-31 Vertaling
  • E2p25-31 Toelichting
  • E2p19-24 vertaling
  • E2p19-24 toelichting
  • E2p19
  • E2p14-18 toelichting
  • E2p14-18 vertaling
  • De kleine fysica, toelichting
  • De kleine fysica, vertaling
  • E2p11-13
  • E2p11-13 Toelichting
  • E2p1-10 Vertaling
  • E2p1-10 Toelichting
  • Spinoza in Vlaanderen 2012-2015
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's, toelichting
  • E1 Appendix
  • E1 Appendix Toelichting
  • E1p24-36 Vertaling
  • E1p24-36 Toelichting
  • E1p15-23 Vertaling
  • E1p15-23 Toelichting
  • E1p9-14
  • E1p9-14 Toelichting
  • E1p1-8
  • E1p1-8 Toelichting
  • Ethica, deel 1: de axioma's
  • E1def8 Eeuwig
  • E1def7 Vrij of gedwongen
  • Spinoza door Christel Verstreken
  • God - E1def6
  • Ethica E1def5
  • E1def4 Attribuut
  • Het begin van het begin: E1def1
  • Ethica E1def3
  • Sprekende bomen en mensen geboren uit stenen (E1p8s2)
  • E1def2 nogmaals
  • De Brieven over God: brief 82
  • De Brieven over God: brief 83
  • De Brieven over God: brief 82 en 83, toelichting
  • De Brieven over God: brief 70
  • De Brieven over God: brief 72
  • De Brieven over God: brief 70 en 72, toelichting
  • De Brieven over God: brief 65
  • De Brieven over God: brief 66
  • De Brieven over God: brief 65 en 66 Toelichting
  • Te kwader trouw (E4p72)
  • De Brieven over God: brief 63
  • De Brieven over God: brief 64
  • De Brieven over God: brief 63 en 64 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 59
  • De Brieven over God: brief 60
  • De Brieven over God: brief 59 en 60, toelichting
  • Dirk Opstaele, Optreden in de geheugenzaal.
  • De Brieven over God: brief 57
  • De Brieven over God: brief 58
  • De Brieven over God: brief 57 en 58, toelichting
  • De Brieven over God: de depositie van Steno
  • De Brieven over God: de depositie van Steno, toelichting
  • De Brieven over God: brief 54
  • De Brieven over God: brief 54, toelichting
  • De Brieven over God: brief 55
  • De Brieven over God: brief 55, toelichting
  • De Brieven over God: brief 56
  • De Brieven over God: brief 56, toelichting
  • De Brieven over God: brief 50
  • De Brieven over God: brief 50, toelichting
  • De Brieven over God: brief 34
  • De Brieven over God: brief 34 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 35
  • De Brieven over God: brief 35, toelichting
  • De Brieven over God: brief 36
  • De Brieven over God: brief 36, toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • Antoine Arnauld, de bekering van Nicolaus Steno en Albert Burgh
  • De Brieven over God: brief 76
  • De Brieven over God: brief 76 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67
  • De Brieven over God: brief 67, toelichting
  • De Brieven over God: brief 43
  • De Brieven over God: brief 43 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 42
  • De Brieven over God: brief 42 Toelichting
  • Spinoza over de Islam
  • De Brieven over God: brief 79
  • De Brieven over God: brief 79 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 78
  • De Brieven over God: brief 78 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 77
  • De Brieven over God: brief 77 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 75
  • De Brieven over God: brief 75 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74
  • De Brieven over God: brief 73
  • De Brieven over God: brief 73 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 71
  • De Brieven over God: brief 71 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 68
  • De Brieven over God: brief 68 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 62
  • De Brieven over God: brief 62 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 61
  • De Brieven over God: brief 61 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 33
  • De Brieven over God: brief 33 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 32
  • De Brieven over God: brief 32 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 31
  • De Brieven over God: brief 31 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 30
  • De Brieven over God: brief 30 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 29
  • De Brieven over God: brief 29 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 25
  • De Brieven over God: brief 25 Toelichting
  • Twee betekenissen van 'attribuut'?
  • De Brieven over God: brief 16
  • De Brieven over God: brief 16, toelichting
  • De Brieven over God: brief 14
  • De Brieven over God: brief 14, toelichting
  • De Brieven over God: brief 13
  • De Brieven over God: brief 13, toelichting
  • De Brieven over God: brief 11
  • De Brieven over God: brief 11, toelichting
  • Syliane Malinowski-Charles, Rationalisme of subjectieve ervaring.
  • De Brieven over God: brief 7
  • De Brieven over God: brief 7, toelichting
  • De Brieven over God: brief 6
  • De Brieven over God: brief 6, toelichting
  • John Stuart Mill, On Nature
  • De Brieven over God: brief 5
  • De Brieven over God: brief 5, toelichting
  • De Brieven over God: brief 4
  • De Brieven over God: brief 4, toelichting
  • De Brieven over God: brief 3
  • De Brieven over God: brief 3, toelichting
  • Bart Haers
  • De Brieven over God: brief 2, toelichting
  • De Brieven over God: brief 2
  • De Brieven over God: brief 1 toelichting
  • De Brieven over God: brief 1
  • De Brieven over God: inleiding
  • Spinoza opnieuw veroordeeld
  • Joseph Almog, Everything in its Right Place
  • Paul Claes, Het Kristal

    Categorieën
  • atheïsme (4)
  • Brieven (110)
  • Compendium Grammatices Lingae Hebraeae (1)
  • Ethica (107)
  • Spinoza (t)weetjes (7)
  • Spinoza links en rechts (11)
  • Spinoza literair (28)
  • Spinoza-nieuws (77)
  • Spinoza-onderzoek ontsloten (40)
  • Tractatus Politicus (24)


  • Blog als favoriet !


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!