Inhoud blog
  • BBC Radio 3: Rabindranath Tagore vijf keer een kwartier in 'The essay'
  • BBC Radio 3 presenteert donderdagmiddag het muziekdrama Telemaco van Christoph Willibald von Gluck
  • Ergerlijke geluiden als thema van vijf maal een kwartier The essay van BBC Radio3
  • De Britse schrijver en journalist George Orwell overleed op 21 januari 1950
  • Koning Friedrich II van Pruisen en de muziek; twee programma's achtereen op Duitse radiozender NDR Kultur
    Zoeken in blog

    Cultuurspectrum
    Woord en beeld
    27-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drie reportages op Arte-TV over drie verschillende soorten klassieke, handgeknoopte tapijten
    Traditionele vervaardiging
    De Frans-Duitse cultuurzender Arte verzorgt vroeg op de avonden van maandag 27 tot en met woensdag 29 oktober drie maal een uitzending van drie kwartier — steeds tussen 19:00 uur en 19:45 uur — met daarin een reportage over traditioneel handgeknoopte tapijten uit verschillende delen van de wereld.
    Op maandag begint de korte serie met de aflevering Berberteppiche —Geknüpfte Zauberzeichen over de traditie van het tapijtknopen door Berbers in het Atlasgebergte.
    Dinsdag is de beurt aan Iran. De aflevering draagt de titel Perserteppiche — Der Orient unter den Füßen. De titel indiceert al dat het dan zal gaan over Perzische tapijten.
    De korte reeks wordt afgesloten op woensdagavond als de tapijten uit Tibet aan de beurt zijn in de aflevering Tibetteppiche — Knüpfkunst vom Dach der Welt.


    Boeken
    Een persoonlijke noot zij mij hierbij vergund over de literatuur dienaangaande. Tegenwoordig is het niet meer zo moeilijk als het decennia geleden was om goede literatuur, al dan niet met illustraties te vinden over de betere Afrikaanse en Oosterse tapijten. Dat was toen een (relatief) schaars artikel. In mijn boekhandelstijd zou ik zeker het vijftigvoudige aan uitgaven over deze vorm van kunst, gekoppeld aan kunstvaardigheid, hebben kunnen verkopen, doch bijna nooit had je iets. Heden ten dage vind ik niet zelden in kringloopwinkels of in de opruimingskratten van antiquariaten boeken over tapijtkunst, al dan niet op enigerlei wijze beschadigd, maar in het laatste geval ook voor zeer weinig geld.
    __________
    Afbeelding: Tekst- en illustratiegedeelte van het voorplat van het deeltje over Oosterse tapijten in de reeks Orbis Pictus. Uitgeven door Hallwag S.A te Bern in 1968, eveneens in dat jaar in een Nederlandse vertaling bij Zomer & Keuning te Wageningen.


    27-10-2008 om 12:34 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verfilming van Kurt Tucholsky's Rheinsberg
    Film uit 1967
    In de nacht van maandag 26 op dinsdag 27 oktober presenteert de Duitse televisiezender ARD/Das Erste de romantische komedie Rheinsberg als speelfilm, die in 1967 werd gerealiseerd door Kurt Hoffmann. Mensen die toevallig geen Cornelia Froeboess-allergie hebben, zullen haar wellicht op hun netvlies kunnen verdragen, en misschien dat het feit dat deze film alweer vier decennia geleden werd gemaakt, enigszins verzachtende invloed zal hebben op de aanwezigheid van dat vreselijke kotsmiddel, dat geen enkel gevoel voor proporties of enig zelfinzicht vertoonde: kortom, een in haar jonge jaren al te zeer over al te veel paarden getilde juffrouw, die zich in de loop der jaren ook nog eens heeft ontwikkeld tot een uitzinnige karikatuur van wat een actrice zou moeten zijn.
    Kurt Tucholsky (1890-1935) schreef een behoorlijk omvangrijk oeuvre dat in tien paperback-delen hier en daar nog wel verkrijgbaar is en een rijke bron van zowel diepzinnige literatuur biedt, alsook het nodige ter ontspanning en vermaak. De roman Schloß Gripsholm is daarvan een uitstekend voorbeeld, en datzelfde geldt voor Rheinsberg, voor het eerst gepubliceerd in 1912 en ook als losse paperback-uitgave in diverse oplagen en uitvoeringen in de rororo-reeks is verschenen.
    Twee jaar geleden is het boek eveneens uitgekomen in de dtv-serie Erstausgaben, een reeks die als doel heeft de oorspronkelijke tekst in een nieuw jasje opnieuw uit te brengen. Het is een verzameling klassieke, Duitstalige literatuur die onder redactie van Joseph Kiermeier-Debre staat en veelal door deze kenner eveneens van een nawoord wordt voorzien.


    Literaire miniatuur
    Rheinsberg
    wordt beschouwd als een innemende literaire miniatuur, die meer dan eens is op één lijn is gesteld met Heinrich Heine's Harzreise. Twee mensen uit de grote stad begeven zich tijdens de redelijk onbezorgde dagen van het jaar 1912 in een weekeinde naar het plaatsje Rheinsberg en beleven daar een paar dagen vol charme en erotiek. Vandaar ook dat de ondertitel Ein Bilderbuch für Verliebte zo treffend is gekozen.
    ____________
    Kurt Tucholsky — Rheinsberg —
    Ein Bilderbuch für Verliebte.
    Berlin 1912, hernieuwde editie, herausgegeben von Joseph Kiermeier-Debre, in de reeks
    Bibliothek der Erstausgaben, dtv 2664.
    96 pag., incl. Nawoord, kleine paperback.
    Deutscher Taschenbuch Verlag, München,
    Mai 2006. ISBN 3-423-02664-2. Prijs € 5,—
    (in de BRD, alsmede in Nederland bij
    Boekhandel Die Weisse Rose, Amsterdam).

    ____________
    Afbeeldingen
    1. Titelpagina van Rheinsberg in de uitgave van 1912.
    2. Auteur Kurt Tucholsky.
    3. Tekening van Kurt Szafranski, uit de eerste druk van 1912 en later op de achterzijde opgenomen van de paperbsk in de rororo-uitgave van 1958.
    4. Voorplat van de BdE-uitgave van dtv uit 2006.

    27-10-2008 om 11:21 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    26-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Little Dorrit van Charles Dickens op BBC One als vierdelig kostuumdrama vanaf zondag 26 oktober
    Tweedelig boek in vier afleveringen
    Zondag 26 oktober wordt door de televisiezender BBC One, vanaf 21:00 uur onze tijd het eerste deel van vier uitgezonden met de inhoud van de tweedelige roman van Charles Dickens (1812-1870), getiteld Little Dorrit, waarvan de delen voor het eerst werden gepubliceerd in afleveringen in de periode 1855-1857.
    Het boek is in de loop der tijd in meer dan één Nederlandse vertaling verschenen, waarvan diverse met illustraties. De Prisma-editie die in 32 delen dat complete oeuvre — bij verschijnen te koop voor 32 maal ƒ 1,25 = 40 gulden — met de originele prenten beschikbaar heeft gesteld, werd gerealiseerd door een team van deskundige vertalers onder aanvoering van de kenner bij uitstek van de Engelstalige literatuur Prof. A.G. van Kranendonk (1884-1957), in samenwerking met J.W.F Werumeus Buning (1891-1958). De bekendsten onder hen: de dichter Bloem en Clare Lennart, Godfried Bomans, Antoon Coolen, C.J. Kelk en Emmy van Lokhorst.

    Daaraan voorafgaand, omstreeks de eeuwwisseling zijn er in ons land diverse andere vertalingen, respectievelijk bewerkingen in omloop gebracht, waarover men gerede twijfels kan aanmelden voorzover dat de tekstuele kwaliteit betreft. Wellicht dat de verhaallijn overeind gebleven is, maar hier en daar is Tante Betje zo dominant aanwezig dat je geneigd bent te denken dat er bewust is gekozen voor een dergelijke aanpak vol stilistisch onbenul — ook als men daarbij bedenkt dat het taalgebruik anno toen heel wat archaïscher was dan nu, en dat is niet per definitie een veroordeling. Maar ook binnen het kader van de taal van toen golden regels voor stijl.

    Het verhaal
    De roman is onderverdeeld in twee hoofdafdelingen: Armoede en Rijkdom. Het ligt voor de hand dat de vierdelige BBC-serie aan elk van de beide delen van het boek twee afleveringen zal wijden, die tesamen vier keer een uur op een zondagavond in het programma van de zender BBC One zullen vergen.
    William Dorrit heeft, door zijn uiterst lange verblijf in de speciale schuldengevangenis van Marshalsea de bijnaam Vader van de Marshalsea gekregen. Hij had de pech verantwoordelijk te zijn voor een niet gerealiseerd contract met een overheidsinstantie. De ellende die de man in die barre omstandigheden beleeft, wordt nadrukkelijk gerelativeerd door de toewijding van zijn dochter Amy, die Kleine Dorrit wordt genoemd — vandaar ook terechte bezwaren tegen de Nederlandse kwalificatie Dora — en in Marshalsea is geboren, en wier minimale verschijning wordt gecompenseerd door de grootheid de ze als persoonlijkheid met zich draagt. Amy heeft een zus, de snobistische Fanny en een broer, de volstrekte nietstnut Tip. Vader Dorrit en Amy zijn goed bevriend met Arthur Clenham, een man van middelbare leeftijd, die bij Amy meer dan gewoon in de smaak valt, doch haar gevoelens worden, althans aanvankelijk, niet beantwoord.
    De totaal onverwachte ontdekking dat vader Dorrit erfgenaam van een enorm fortuin is, brengt het gezin in grote welstand. Met uitzondering van Amy wordt elk ander gezinslid hooghartig en geldbewust. Arthur Clenham daarentegen raakt zijn geld kwijt door foutief te speculeren, en wordt op zijn beurt in de schuldengevangenis opgesloten. Hij wordt daar ziek van volstrekte wanhoop, maar kleine Dorrit komt hem daar troosten en verzorgen.
    Intussen heeft Clenham haar ware gevoelens ingeschat en hij begrijpt hoe zeer zij van waarde is in algemene zin en in het bijzonder voor hem, maar het feit dat zij nu in fortuinlijke omstandigheden verkeert, weerhoudt hem ervan haar een aanzoek te doen. Pas als ze opnieuw hun geld zouden verliezen, wordt dat een optie.
    Dit gegeven is de rode draad die het mysterie in de geschiedenis steeds verder zal ontrollen.

    (Wordt vervolgd)
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Voorzijde van het eerste van de twee Prisma-deeltjes met de complete roman.
    2. Voorplat van de Nederlandse editie, begin twintigste eeuw, verschenen bij Gebroeders Graauw's Uitgeverij, Amsterdam - Soerabaia.
    3. Charles Dickens bij het schrijven met een ganzenveer, in Gad's Hill Place.
    4. "Kleine Dorrit"-Amy komt de kamer binnen.

    26-10-2008 om 15:40 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    24-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Orlando Figes' standaardwerken over de Russische Revolutie en Leven onder Stalin nu als paperback
    Onovertroffen
    In een artikel van 7 augustus hebben we in deze rubriek gewezen op een paar bijzondere boeken over het leven in Rusland ten tijde van de zwaar gedegenereerde, krankzinnige, niet-seksuele sadist Josif Dzjoegasjvili, die aan de wereld beter bekend was en is onder één van zijn minimaal 39 pseudoniemen: Stalin — de man van staal. Eén van die twee boeken betrof een biografie van deze dictator als jongeman, het tweede betrof het volkomen ingesnoerde leven dat de meeste Russen hebben geleid — geleden zou je willen zeggen — ten tijde van de onnoemelijke terreur, die van overheidswege jegens hen werd verordineerd en die weliswaar in eerste instantie terugging op de persoon Stalin en diens wezen(loosheid), maar die nimmer zulke grillige en onmetelijke vormen had kunnen aannemen als daar niet een apparaat zou zijn ontstaan in de vorm van mensen, die hem klakkeloos zijn gevolgd en die machinaal hebben gehoorzaamd aan zijn bevelen.
    Voor dat boek is de auteur, Orlando Figes, op alle fronten internationaal hoog geprezen, en terecht, want zo'n thriller vol gruwelen, die enerzijds een belasting vormt door de vele — noodzakelijkerwijs! — beschreven wandaden van het regime Stalin, doch tegelijkertijd een toegevoegde waarde van hoog niveau weet te realiseren onder meer door de veelomvattendheid van de thematiek en de wijze waarop de auteur dat alles heeft verwoord.

    Geniale geschiedschrijving
    Voordat zijn Fluisteraars was verschenen, had Figes reeds in 1996 A people's Tragedy gepubliceerd, dat echter pas tien jaar later in een Nederlandse vertaling — evenals Fluisteraars door Toon Dohmen — is uitgekomen, en binnen twee jaar in de gebonden editie is uitverkocht, en sedert begin deze maand als paperback op de markt is gebracht, hetgeen tevens geldt voor Fluisteraars.
    Het is begrijpelijk dat de vakpers en de boekbesprekers zo positief over dit omvangrijke — meer dan 1100 pagina's omvattende — boek zijn. Het is de eerste keer dat een boek over de Russische Revolutie zich niet beperkt tot de tijd vanaf 1917, of eventueel vanaf 1905 toen er ook al flink werd gemord [1], maar een echte revolutie niet heeft kunnen plaatsgrijpen. Orlando Figes gaat echter terug tot het jaar 1891, waar hij de eerste aanzetten signaleerde tot dringend gewenste en evenzo noodzakelijke veranderingen in het maatschappelijk bestel van alledag, dat niet langer zou kunnen worden bepaald door de Romanovs en hun adviseurs, maar waarin ook echt plaats zou zijn voor het volk. Dat dit later, onder de aanvankelijk wellicht verbeteraars lijkende, protagonisten van de Oktoberrevolutie allengs is gedegenereerd tot een minstens zo ernstig schrikbewind als dat van de Tsaar en zijn machtsapparaat, hoeft niet (meer) te worden betwijfeld.
    Schreef Jacob Israël de Haan (1881-1924) zijn verbijsterende verslag over de situatie in Russische gevangenissen ten tijde van de Tsaar [2], en had zo'n halve eeuw tevoren de Fransman Jules Michelet (1798-1874) [3] reeds zijn traktaat over de verschrikkingen aldaar, van de Weichsel tot in het hart van Siberië, uitgegeven, waarin hij iedere Rus omschreef als een martelaar; het toptraktaat van Orlando Figes is superieur aan al die verdienstelijke werken. Niemand hoeft zich te schamen voor de gedachte dat de latere gevangenen van die figuren, welke wandelende uitwassen zijn geworden van diezelfde oorspronkelijk als positieve doelen nastrevende omwentelingen, het ook bepaald niet beter hebben gehad dan die van de blauwbloedige regeerders, die het voor de revolutie te zeggen hadden en hun bloedige lakens hebben uitgedeeld.

    Andere opzet
    Orlando Figes heeft zijn portret van de Russische revolutie volstrekt anders opgezet dan alle tot dusverre verschenen standaardwerken over dit fenomenale gebeuren. Hij biedt perspectieven vanuit diverse persoonlijkheden, die niet door de auteur als waarschijnlijk worden geacht of zijn geïnterpreteerd op basis van diens eigen voorkeuren, maar geconstrueerd naar aanleiding van persoonlijke verslagen, die veelal berichten over een tragisch verloop van diverse individuele geschiedenissen. Dat alles heeft Figes verweven met het objectieve verhaal over de ontwikkeling van alle aan de Revolutie gelieerde fenomenen. Die mijlpaal in de historie van het enorme rijk tussen de Weichsel en het verre Vladivostok heeft een enorme betekenis gehad — en zal die houden — voor niet alleen de bewoners van het Rusland van toen en hun talrijke nazaten tot in minimaal het vierde geslacht, maar tevens voor de ontwikkeling van de geschiedenis van de Balkanlanden en die staten, welke direct grenzen aan het vrijere West-Europa — aan de andere kant van het IJzeren Gordijn, waar het gras nu eenmaal groener was.

    Mensenwerk
    Orlando Figes laat zien dat de Raderen der Geschiedenis niet een op zichzelf werkzaam mechaniek vormen dat naar willekeur kan draaien, maar dat dit altijd afhankelijk is van menselijk handelen of het uitblijven daarvan op cruciale momenten. Hij heeft met zijn aanpak een stuk monnikenwerk verricht dat momenten van toen nu tot monumenten binnen de levensloop van in eerste instantie Europa zijn gepromoveerd, waarvan we weten dat de invloeden ervan nog altijd veel verder reiken dan de grenzen van de Oude Wereld.
    Orlando Figes onderscheidt binnen die elfhonderd bladzijden vier perioden: de eerste van het Oude Regime, als voorloper met ondergronds reeds gistende indicaties voor de wens naar wijzigingen; dan volgt de meer dan een kwart eeuw beslaande periode van de Gezagscrisis (1891-1917). Het derde onderdeel omvat de periode der daadwerkelijke Revolutie tussen februari 1917 en maart 1918. Het omvangrijkste hoofdstuk is het vierde, dat handelt over de burgeroorlog en het ontstaan van het sovjetsysteem in de jaren 1918-1924.
    Tragedie van een volk heeft als thema de mijlpaal in de westerse geschiedenis, welke als Russische Revolutie bekend gebleven is, en het boek is zelf al heel snel een mijlpaal gebleken binnen de bestaande vakliteratuur over de toestanden en gebeurtenissen, die hun schaduwen reeds gedurende een kwart eeuw hadden vooruit geworpen in het leven van zowel de Tsarenfamilie alsmede van de miljoenen Russen in de verschillende lagen van de bevolking. En tot op de huidige dag zijn op tal van fronten in diverse landen en streken de schaduwen van de gevolgen van diezelfde omwentelingen objectief aanwijsbaar en, niet te vergeten, voor zo menigeen subjectief voelbaar.
    Met een zeer hoog ontwikkeld fingerspitzengefühl heeft Roland Figes met zijn boeken over het land en volk dat we onder de verzamelnaam Rusland kennen — en dat eigenlijk zoveel landen en volkeren omvat — zelf geschiedenis geschreven op het hoogst denkbare niveau.
    Dankzij vertaler Toon Dohmen zullen nu veel meer lezers kennis kunnen nemen van de inhoud van deze gedetailleerd beschreven historie dan wanneer zijn boek(en) niet ook in het Nederlands zouden zijn verschenen. HULDE.
    __________
    [1] De Rus Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) schreef drie Revolutie-symfonieën: de Tweede (opus 14 — 1927) draagt als titel Октябр (Oktober); de Elfde (opus 103 — 1957) heet Het jaar 1905; de Twaalfde (opus 112 — 1961) draagt de naam Het jaar 1917.

    [2] Jacob Israël de Haan: In Russische gevangenissen. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1913.

    [3] Jules Michelet: Les Martyrs de la Russie (1854); in het Nederlands vertaald en van aantekeningen voorzien door S.J. Bouberg Wilson. Wereldbibliotheek, Amsterdam, zonder jaartal.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Rug van de Nederlandse paperback-editie van het boek in kwestie.
    2. Auteur Orlando Figes (Foto Erik van den Boom).
    3. Eén van de vooraanstaande vrouwen in de omwentelingen was Alexandra Kollontaj (1872-1952). Hier staat ze, in 1919, samen met de befaamde anarchiste Emma Goldman (links).
    4. Dmitri Sjostakovitsj. Tekening van Jarko Aikens, Groningen 1984. Collectie Heinz Wallisch.
    5. Voorplat van Orlando Figes' boek in de meest recente Nederlandse editie.

    Orlando Figes: Tragedie van een volk —
    De Russische Revolutie 1891-1924.
    1120 pag., grote paperback, met acht fotokaternen.
    Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam.
    September 2008 (tweede druk; gebonden editie oktober 2006).
    ISBN 978-90-468-0486-5.

    24-10-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    22-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nicolò Paganini componist van de week op Radio 4 in Nederland '” van maandag 27 tot en met vrijdag 31 oktober
    Componist van de week
    Terwijl Gustav Mahler van maandag 27 tot en met vrijdag 31
    oktober op BBC Radio 3 als Composer of the Week fungeert — met elke dag een uitzending van een uur, welke in de latere avonduren ook nog eens wordt herhaald —, moet de uitverkoren componist van de week op Radio 4 in ons land het doen met steeds één half uur, vroeg in de avond: tussen 19:30 uur en 20:00 uur. De komende week is de beurt aan Nicolò Paganini, de Italiaanse duivelskunstenaar op haren en snaren.


    Strijk- en tokkelvirtuoos

    De beroemdste van alle virtuozen op snaren en strijkstok was — en is nog altijd — Nicolò Paganini. Als van geen ander gold zijn techniek van dubbelgrepen, staccato, flageoletten en het pizzicato van de linkerhand als duivelskunst. Dat hij al heel jong — negen jaar oud — voor het eerst een optreden had verzorgd, heeft die faam alleen maar versterkt.
    Paganini werd op 27 februari 1782 in Genua geboren; al heel jong kreeg hij mandolineles. Zijn eerste vioollessen zou hij iets later krijgen van de dirigent en operacomponist Francesco Gnecco (ca. 1769-1810) te Genua. Die studie zou hij afronden bij Alessadro Rolla (1757-1841) in Parma.
    Nog maar elf jaar oud verliet Nicolò zijn ouderlijk huis teneinde in Noord-Italiaanse plaatsen solistisch op te treden. In 1804 keerde hij naar Genua terug en in het jaar daarop kreeg hij een aanstelling als soloviolist en kapelmeester te Luca, bij vorstin Elisa Bacchiocchi (1777-1820), de zuster van Napoleon, met wie hij tegelijkertijd in het vriendschappelijke vlak betrekkingen heeft onderhouden. Toen deze vrouwe in 1809 ook nog groothertogin werd van Toscane en om die reden naar Florence verhuisde, kwam er een einde aan het dienstverband en is Paganini op een grote concerttournee door geheel Europa gegaan. Met name in Wenen en in Duitsland, in Parijs en Engeland, Ierland en Schotland trad hij met overweldigend succes — voor zeer exclusieve honoraria — op.
    Om gezondheidsredenen moest hij zich later in het milde klimaat van Zuid-Frankrijk terugtrekken. De laatste winter van zijn leven bracht Paganini in Nice door, waar hij op 27 mei 1840 overleed. Hij liet een aanzienlijk vermogen in geld na en eveneens een aantal uitermate kostbare Stradivari-strijkinstrumenten. Zijn lievelingsviool was een Guarneri-del-Gesù, die hij aan zijn geboortestad Genua heeft vermaakt. Eens per jaar krijgt één van de beroemdste vioolvirtuozen toestemming om ter ere van wijlen de grootmeester dit instrument te bespelen.

    Composities
    Paganini heeft al zijn composities voor viool uitsluitend voor eigen gebruik geschreven, en hij waakte er dan ook zeer nadrukkelijk voor dat niemand deze te zien kreeg. Solopartijen en orkestpartijen werden dan ook altijd afzonderlijk geschreven. Hij presteerde het zelfs om tijdens een generale repetitie tegen de overige musici te zeggen "En zo voort, en zo voort", opdat dezen nog weinig over de solopartij wisten en derhalve 's avonds tijdens het concert ook nog een verrassing kregen.
    Tijdens Paganini's leven zijn alleen de 24 Capricci per Violino Solo, opus 1 in druk verschenen. Van de zes Vioolconcerten zijn de nummers 4 en 6 pas geruime tijd na zijn verscheiden aan het licht gekomen. De muzikale waarde daarvan is echter relatief gering. Daarentegen bieden deze wel in ruime mate de mogelijkheid om dit éne aspect van het virtuozendom tot volle ontplooiing te brengen.
    De composities voor gitaar, die Paganini heeft geschreven, bewijzen dat hij ondanks die kanttekeningen wel degelijk een musicus in hart en nieren was, want daarin klinkt heel wat meer door dan alleen virtuositeit in die ene betekenis. Hij componeerde zes Sonates voor dat instrument, voorts zes Sonates voor gitaar en viool, 60 Variaties voor viool en gitaar en ook nog veel kamermuziek voor een andere bezetting.
    Stilistisch gezien behoort dat alles tot de bloeiendste periode van de Romantiek. Nicolò Paganini's opus 1 kan worden beschouwd als een Hogeschool voor de Violistiek. Robert Schumann, Franz Liszt en Boris Blacher (1903-1975) hebben deze capriccio's hetzij bewerkt, dan wel thema's daaruit gevarieerd.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Nicolò Paganini, getekend door Jarko Aikens, Groningen, 1985. Archief Heinz Wallisch.
    2. Elisa Bacchiocchi, geboren Bonaparte, samen met haar dochtertje Elisa Napoleona. Schilderij uit 1810 van François Gérard (1770-1837).

    22-10-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    21-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dynamisch-wijze woorden ter momentane ondersteuning
    Aanmoediging en opmontering
    Het universele genie Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) was de mening toegedaan dat je moest beginnen met dagene wat je kunt doen en waarvan je droomt. De moed daartoe bezit, volgens Goethe, zowel genie alsook kracht, alsmede een vorm van beovering. Deze, door de Duitse dichter bij uitstek geverbaliseerde, gedachte kan voor aldegenen, die ook deze moed in zich bergen, een duwtje in de rug zijn om op het juiste moment datgene te initiëren dat tot het gewenste doel kein leiden.
    Iris Seidenstricker, een veertigjarige schrijfster die in Wenen woont heeft filosofie en pedagogie gestudeerd en wat ze in deze beide vakgebieden is tegengekomen, heeft ze kunnen gebruiken bij de samenstelling van enkele bundels met Wijze Woorden, waarvan de derde deze maand is verschenen en voor waarlijk een habbekrats (minder dan vijf euro) te koop is.
    Al de filosofische elementen, welke in die wijze opbeurende woorden te vinden zijn, die ze voor deze laatste publicatie — Worte, die stärken — heeft geselecteerd, dienen vanzelfsprekend een pedagogische component te bevatten — eigenlijk een vanzelfsprekendheid bij elke vorm van constructieve filosofie — en dat de samenstelster daarin is geslaagd, blijk uit het brede scala waaruit Iris Seidenstricker heeft geput: uitspraken van de antieke Grieken en Romeinen, van kerkvaders en mystici, van politici en dichters, van journalisten en van grootheden uit de wereld der wetenschappen, alsmede wijsheid uit verzamelingen spreuken.
    Dat het ter harte nemen van die wijze woorden — welke op dat moment kunnen aanslaan wanner ze dringend benodigd zijn — tot constructief en zelfs creatief omgaan met situaties kan leiden, heeft de geschiedenis bewezen. Dat de lezers en luisteraars daarbij selectief en kritisch dienen te onderscheiden tussen pijnlijke cliché's en eventuele waarheden, die eigenlijk voor zich spreken, maar die net even dienen te worden uitgesproken, ligt voor de hand. Het mooie van deze nieuwe bundel is, dat alle op- en aanmerkingen, aansporingen en vertroostingen in de juiste context hun waarde reeds hebben bewezen. Sommige daarvan blijken, voorsalsnog, eeuwigheidwaarde te bezitten, zoals die van protagonisten uit de antieke wereld: de Griekse tragedieschrijver Sofokles of de Romeinse keizer Marcus Aurelius, via opvallende figuren uit de middeleeuwen, zoals Franciscus van Assisi, tot en met Abraham Lincoln in het niet al te verre verleden en schrijvers uit de twintigste eeuw, al dan niet nog rondwandelend op het ondermaanse.
    Dierenliefhebber Franciscus van Assisi (1181-1226) vond dat je eerst het noodzakelijke moest doen, en daarna datgene wat mogelijk is, en plotseling blijk je in staat te zijn het onmogelijke te realiseren.

    Voorbeelden uit de bewuste bundel
    Het boek is onderverdeeld in veertien hoofdstukken, die alle een bepaald thema als zwaartepunt hebben, zoals de liefde, vriendschap, geloof, moed, verandering, hartskwesties, de kleine dingen van het leven, etcetera.
    Het ligt voor de hand dat diverse van die wijze woorden in meer dan één categorie zouden passen.

    Die wichtigste Stunde ist gerade die Gegenwart, der bedeutendste Mensch der, der dir gerade gegenübersizt, das Notwendigste ist stets die Liebe.
    Meister Eckhart (ca. 1260-1328)

    Bereit sein ist viel; warten können ist mehr. Doch erst den rechten Augenblick nutzen, das ist alles.
    Arthur Schitzler (1862-1931)

    Nur wer für den Augenblick lebt, lebt für die Zukunft.
    Heinrich von Kleist (1777-1811)

    Wenn die Zeit kommt, in der man könnte, ist die vorüber, in der man kann
    .
    Marie von Ebner-Eschenbach (1830-1916)

    Mancher große Mann hätte nie an sich geglaubt, wenn ihn nicht gute Freunde entdeckt hätten.
    Paul Heyse (1830-1914) — Nobelprijs Literatuur 1910.

    Das Glück kommt zu denen, die es erwarten. Nur müssten sie die Tür auch offen halten.
    Thomas Mann (1875-1955)

    Es ist unmöglich, die Fackel der Wahrheit durchs Gedränge zu tragen, ohne jemanden den Bart zu versengen.
    Georg Christoph Lichtenberg
    (1742-1799)

    Der Traum ist der beste Beweis dafür, dass wir nicht so fest in unserer Haut eingeschlossen sind als es scheint.

    Friedrich Hebbel (1813-1863)

    Erst im Altwerden sieht man die Seltenheit des Schönen und welches Wunder es eigentlich ist, wenn zwischen den Fabriken und Kanonen auch Blumen blühen und zwischen den Zeitungen und Börsenzetteln noch Dichtungen leben.
    Hermann Hesse (1877-1962) — Nobelprijs Literatuur 1946

    Am Anfang war die Kraft.
    Paula Modersohn-Becker (1876-1907)
    __________
    Worte die stärken — Weisheiten für den Augenblick
    Herausgegeben von Iris Seidenstricker.
    144 pag., paperback, Originalausgabe (dtv 34503).
    Deutscher Taschenbuch Verlag, München, Oktober 2008.
    ISBN 978-3-423-34503-3. Prijs (in de BRD en in Amsterdam
    bij Boekhandel Die Weisse Rose) € 4,95.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Voorzijde van de bundel in kwestie.
    2. Sofokles; detail van een Grieks standbeeld.
    3. Franciscus van Assisi. Oudst bekende afbeelding.
    Fresco in het klooster van San Benedetto in Subiaco.
    4. Paul Heyse, geschilderd door Adolph von Menzel (1815-1905).
    __________
    NB: De links die in drie van de auteursnamen voorkomen, geven toegang tot bijdragen — op de Nederlandse cultuursite  Tempel der Wijze Woorden — die zijn gewijd aan alleen die schrijfster of auteur in kwestie.


    21-10-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    20-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijzonderheden rondom de fantastische, sprookjesachtige romanKrabat van Otfried Preußler, die vandaag 85 jaar wordt en de verfilming van het boek beleeft
    Verfilming
    Het is vandaag precies 85 jaar geleden dat de imiddels wijd en zijd bekende Duitse auteur Otfried Preußler in de Noord-Boheemse plaats Reichenberg werd geboren. Hij is de laatste maanden dikwijls in het nieuws geweest in verband met de verfilming van zijn roman Krabat,


    zoals dat met tal van boeken van vooraanstaande schrijvers gebeurt. Hoewel hij veel succes heeft geboekt met literatuur voor kinderen, heeft hij ook diverse romans en bundels met verhalen op zijn naam staan. Zijn populariteit — alsmede die van fantastische vertellingen — heeft er echterniet voor gezorgd dat Otfried Preußler een plaats heeft gekregen in de meest bekende literatuurlexica. Ook in het relatief recente Roman Lexikon van Reclam komt Krabat niet voor. Desniettemin werd er met belangstelling uitgezien naar de flm, die inmiddels in de Duitse biscopen zal worden vertoond en zonder twijfel een succesronde door dit taalgebied zal maken.
    Tussen de berichtgeving, nu enige weken geleden, over de enorme nederlaag van de christelijk-sociale unie in het oer-Beieren, werd op de Deutschlandfunk gemeld dat de film naar dit boek gereed was en dat de auteur vandaag 85 jaar zou worden. Er werd aan toegevoegd dat degenen, die nu eindelijk zijn optekeningen uit de tijd van zijn Russische gevangenschap zouden verwachtten, toch nog enig geduld moeten oefenen, aangezien de auteur had medegedeeld dat deze teksten pas na zijn overlijden zouden mogen worden gepubliceerd.

    Boekversies
    Het gaat hierbij om het fascinerende verhaal over de veertienjarige weesjongen Krabat — die heel nadrukkelijk was gewaarschuwd zich verre te houden van "de molen aan het zwarte water" — wiens enorme nieuwsgierigheid groter is dan zijn terughoudendheid en zich als leerling-molenaar aanmeldt in de uiterst geheimzinnige sfeer aldaar. Hier ligt het startpunt voor tal van veel wonderbaarlijke en pijnlijke, humoristische en dubieuze avonturen, die liefhebbers van sprookjes en fantastische literatuur zal blijven boeien. Van het boek, dat voor het eerst in 1971 werd uitgegeven, bestaan naast de gebonden edite twee paperback-uitgaven: een gewone en een met een grotere letter: de zogeheten Großdruck. Allerwegen wordt Krabat als Preußlers beste boek beschouwd. Van de paperback-editie is in april dit jaar alweer de 24ste druk verschenen.
    Ook de beroepsmatige lezers, zoals recensenten en literatuurhistorici, worden meegesleept door de invoelend beschreven toestanden en gebeurtenissen en voordat je erop verdacht bent, heb je in je eigen voorstelling al veel meebeleefd — zo intens beeldend heeft Otfried Preußler dat alles opgeschreven.
    __________
    Otfried Preußler — Krabat. Roman; 348 pag. (Großdruck); Deutscher Taschenbuch Verlag, München; april 2008 (24ste oplage). ISBN 978-3-423-25281-2; Prijs 8,95 (in de BRD en in NL bij Boekhandel Die Weisse Rose te Amsterdam).

    20-10-2008 om 14:19 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    19-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zestigste Frankfurter Buchmesse sluit vandaag haar poorten


    Alweer voorbij

    Om half zes hedenmiddag sluit de 60ste Internationale Buchmesse, die sedert woensdag in Frankfurt am Main wordt gehouden, haar deuren. Dan zal blijken dat er toch nog meer weer bezoekers zijn geweest dan verleden jaar. Een enkeling zal dat verbazen, aangezien men aan de jeugd merkt dat de belangstelling voor het fenomeen boek in de klassieke vorm steeds meer afneemt, ook al moet daaraan direct worden toegevoegd dat de omzet aan boeken verleden jaar in Duitsland en ook in ons land juist enige percenten is toegenomen. Het gros van de jeugd leest op het computerscherm, en voor diegenen die zo zijn opgegroeid zal het niet direct als een gemis voelen dat ze niet het materiaal dat de tekst bevat — papier, band, omslag, kortom het hele wezen van een boek — kunnen betasten en daarmee nog beter leren kennen. Dat geldt ook en vooral voor de talrijke verschillende uiterlijkheden van het boek.
    Literaire grootheid en successchrijver Günter Grass vierde tijdens deze boekententoonstelling zijn 81ste verjaardag. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om flink uit te halen naar literatuurpaus Marcel Reich-Ranicki [1] en diens bezwaren, enkele dagen eerder jegens de beeldschermfestiviteiten rondom de Deutsche Fernsehpreis. Grass verweet de jarenlange topcriticus van het Duitstalige literaire circuit dat juist hij degene is geweest die de literatuur heeft gerivialiseerd in zijn jarenlang op de beeldbuis verschijnende uitzendingen van Das literarische Quartett. Hoewel dat verwijt wel degelijk enig hout snijdt, moet het wel direct worden gerelativeerd, aangezien deze bezwaren door Grass pas voluit werden geventileerd nadat Marcel Reich-Ranicki — overigens volkomen ten onrechte — uitzinnig van leer was getrokken jegens Grass' roman Ein weites Feld in 1993. Dat heeft toen zelfs tot in omringend landen van de Duitse Bondsrepubliek tot felle protesten geleid. Onze eigen Harry Mulisch heeft toen eveneens zijn zeer duidelijk geformuleerde afwijzing èn afkee van Reich-Ranicki's opstelling kenbaar gemaakt.
    Zo'n vierhonderdduizend verschillende nieuwe boeken zijn er dit jaar op de Buchmesse tentoongesteld. Het spreekt vanzelf dat heel veel daarvan vakliteratuur zal zijn, die ook vrijwel uitsluitend zal worden bekeken, en later eventueel gekocht, door de direct betrokkenen. Zwaartepunt was voor de organisatie dit jaar het gastland Turkije. De premier van dat land en de minister van buitenlandse zaken van de Bondsrepubliek Frank-Walter Steinmeier hebben bij de opening, jongstleden woensdag, acte de présence gegeven. Laatstgenoemde stak niet onder stoelen of banken dat aldaar nog heel wat aan democratisering in Turkije zal moeten plaatsgrijpen alvorens het land volwaardig lid van de Europese Unie zal kunnen worden. Aan de vele misstanden in zijn eigen land en de vernietging van democratische waarden en rechten door zijn collega Schäuble ging deze Steinmeier voorbij, en daarmee begeeft hij zich in de sfeer van de totale ongeloofwaardigheid.
    Hoogtepunt in gunstige zin van de Buchmesse is meestentijds de uitreiking van de Friedenspreis des Deutschen Buchhandels, die zondag 19 oktober, 's ochtends in de Frankfurter Paulskirche zal worden uitgereikt aan de schilder Anselm Kiefer — geboren in 1945 te Donaueschingen. De plechtige gebeurtenis zal vanaf 11:00 uur via het eerste Duitse televisienet ARD/Das Erste rechtstreeks worden uitgezonden. Dat een beeldend kunstenaar voor deze prijs in aanmerking kon komen, kon niet alleen op veler instemming rekenen, maar ook op totaal onbegrip en afwijzing: hij was immers geen schrijver. Alsof alleen schrijvers boeken maken. Deze schilder heeft er overigens meer dan honderd gerealiseerd. Hoewel hij eigenlijk schrijver had willen worden, koos hij toch voor de beeldende kunsten en die keuze heeft hem onder de streep meer bekendheid in het buiteland opgeleverd dan in de Duitse Bondsrepubliek. Wel heeft men kennis kunnen nemen van het feit dat zoveel van zijn werk is georiënteerd op niet alleen zijn identificatie met zijn vaderland, maar tevens op zijn strijd tegen het collectieve verdringen van het verleden in datzelfde Duitsland.

    Anselm Kiefer: Dem unbekannten Maler

    In zijn rede annex dankwoord waarmede de plechtigheid werd besloten, wees de bekroonde nogmaals op zijn intense verbondenheid met de natuur en met de literatuur. Dat twee naoorlogse Duitse dichters — Paul Celan (1920-1970) en Ingeborg Bachmann (1926-1973) — veelvuldig bij hem op de voorgrond zijn getreden, mag niet tot de conclusie leiden dat de klassieken der Duitse literatuur bij hem tekort komen. Zo vindt Anselm Kiefer even zeer aansluiting bij Goethe en Hölderlin, bij Novalis en tal van anderen. Wat hij uit hun oeuvre absorbeert, vindt zijn weerslag — ook al is dat niet altijd even opzichtig en/of doorzichtig — in zijn kunstprojecten, die bij tijd en wijle voor veel opschudding hebben gezorgd door hun confronterende werking. Een uitgestrekte arm werd niet zelden geïnterpreteerd als Kiefers aansluiting bij de boosaardigheid van de nazi-beesten, maar dat hij daarmee de toeschouwers nog weer eens aan het denken wilde zetten, kwam bij zo menigeen helaas niet op.
    Wellicht mede gelet op het feit dat de onderscheiding nu voor het eerst aan een niet-literator, wijsgeer of maatschappelijk uitzonderlijk functionerende publicist is gegaan maar aan een beeldend kunstenaar, heeft Kiefer nogmaals herinnerd aan de grote schande van de boekverbrandingen van april 1933.
    Wat dat laatste betreft zou hij nog wel eens veel Aufklärungsarbeit en Anregungen zur Erinnerung moeten realiseren, aangezien in zijn vaderland de Hitler-Nachfolgestaat steeds meer gestalte krijgt door de onverminderde pogingen van de Architect van dat Vierde Rijk, Wolfgang Schäuble, dit zo snel mogelijk werkelijkheid te laten worden. Kritische stemmen zullen door de dan als nooit tevoren met macht en alle middelen uitgeruste Nieuwe Gestapo worden bestreden. En reeds Heinrich Heine wist, dat waar eens boeken branden, ook mensen zullen branden.
    [1]:
    http://blog.seniorennet.be/cultuurspectrum/archief.php?ID=137413

    19-10-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    17-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Turkse volkssprookjes bieden een zeer boeiende wereld: vol adellijke mensen en bijzondere dieren

    Sprookjeswereld

    De sprookjessfeer vormt een wereld op zich, waarin zoveel absurds voorkomt, evenals wenselijks en ongelooflijks, doch die tegelijkertijd zo fascinerend is, niet in de laatste plaats omdat we daarin — of we ons dat nu bewust zijn of niet — een spiegel voorgehouden krijgen, die ons laat zien hoe mensen werkelijk zijn, ook als diverse dieren de protagonisten in de verhalen zijn. Daarbij mag men nimmer uit het oog verliezen dat het juist mensen zijn (geweest) die deze verhalen hebben verteld, verzameld en verspreid. Dat geldt zowel voor de verzamelingen van sprookjes in de westerse wereld, welke vooral zijn verbonden aan grote namen — Andersen, de gebroeders Grimm, Ludwig Bechstein en Johann Karl August Musäus — alsook voor de sprookjes die de oosterse wereld als toneel hebben. Weliswaar zijn de beroemdste uit de contreien de verhalen uit Duizend-en-een-nacht, maar daarnaast ook losse geschiedenissen en samengevoegde, bij elkaar horende verhalen, welke zich alle in die wereld afspelen, doch inhoudelijk zijn ook die sprookjes in eerste instantie leerstukken over het leven van mensen met hun talrijke tics en dwaasheden, alsmede hun eventuele verhevenheid. Dat daarin prinsen en prinsessen een speciale rol spelen, is niet zo uitzonderlijk als het lijkt, aangezien ook deze niet anders dan als rolmodel dienen, en dat geldt — mutatis mutandis — voor daarin optredende sprekende dieren, die immers al in de fabels van de antieke wereld voorkomen.

    Nu juist deze week in Frankfurt am Main tijdens de alweer zestigste Internationale Buchmesse opnieuw een enorme hoeveelheid nieuwe uitgaven worden voorgesteld — het zijn er, om enigszins precies te zijn, deze keer 400.000 —, zou de ware liefhebbers van het fenomeen boek en — in het kader van deze bijdrage — van sprookjes er niet van afhouden, zich te oriënteren. Dat laatste woord past hier ook met nadruk op het gastland van dit jaar: Turkije. Daar bestaat al geruime tijd een groep auteurs die allen groot voorstander zijn van het opgaan van hun vaderland in de Europese Unie.
    Tenzij — en helaas lijkt het daar steeds meer op — de door en door verdorven minister van Binnenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland erin slaagt zijn wil door te drijven en het Vierde Rijk met een Supergestapo werkelijkheid te laten worden, hetgeen dan geen sprookje maar bittere werkelijkheid zal zijn. Want dan is het beter dat niemand meer boeken koopt met sprookjes, aangezien die — eerst in het nieuwe Mofrika en snel daarna in de gehele EU — als subversieve lectuur zullen worden aangemerkt. Want al die massa's leeghoofden van de geheime politie zien in alles wat hun in handen valt een mogelijke terroristische aanslag op de dan volkomen terecht doodverklaarde democratie, die er in geheel Europa, maar vooral in de voormalige Hitler-staat en toekomstige SS (Schäuble-Staat) reeds nu uitermate slecht voor staat. Maar is er eigenlijk iemand van de verantwoordelijken die het merkt en er iets tégen wil ondernemen?
    Zolang het echter nog mogelijk is zonder direct te worden opgepakt, moesten — ook buiten het Duitse taalgebied — de liefhebbers van dit literaire genre zichzelf maar trakteren op de deze maand verschenen verzameling Türkische Volksmärchen, ook en vooral omdat daarin opnieuw de meest ongelooflijke verhalen zijn opgenomen over onder meer prins(esse)en, peri's en andere wezens uit de grote tovercirkel, evenals avonturen van mensen uit het eenvoudige volk, en niet in de laatste plaats ook enige dierenverhalen.


    De redactrices die het boek hebben samengesteld — één ervan uit Turkije, de andere uit Italië — zijn beiden in Duitsland gepromoveerd in de Turkologie: ook geen sprookje, maar realiteit — wat een mens toch niet al kan leren als deze zich de kortst denkbare biografische opsommingen ter harte neemt. In ieder geval is het de dames gelukt een verzameling te realiseren, die je je met veel genoegen in handen van alle denkbare sprookjesliefhebbers — vooropgesteld dat deze Duits kunnen lezen — kunt voorstellen.
    __________
    Türkische Volksmärchen
    Ausgewählt und nacherzählt von Sevgi Ağcagül und Elisabetta Ragagnin. Met illustraties van Elisabetta Ragagnin. 288 pagina's, paperback, Originalausgabe.
    Deutscher Taschenbuch Verlag, München, oktober 2008.
    ISBN 978-3-423-13699-0 (dtv 13699); Prijs (in de BRD) € 9,90.
    __________
    Die Afbeelding auf de omslag van de dtv-Ausgabe toont het Portrait of Sultan Mehmet II (Türkische Schule)/Bridgeman Giraudon.
    De andere illustraties zijn afkomstig uit het boek en werden getekend door Elisabetta Ragagnin.

    17-10-2008 om 23:05 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    16-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst en Oktober in het dichterlijke werk van Theodor Storm
    Herbstnachmittag

    Halbschläfrig sitz ich im Lehnstuhl;
    Vor der Tür auf dem Treppenstein
    Schwatzen die Mädchen und schauen
    In den hellen Sonnenschein.

    Die Braunen, das sind meine Schwestern,
    Die Blond' ist die Liebste mein.
    Sie nähen und stricken und sticken,
    Als sollte schon Hochzeit sein. —

    Von fern das Kichern und Plaudern
    Und um mich her die Ruh,
    In den Lüften ein Schwirren und Summen —
    Mir fallen die Augen zu.

    Und als ich wieder erwache,
    Ist alles still und tot,
    Und durch die Fensterscheiben
    Schimmert das Abendbrot.

    Die Mädchen sitzen wieder
    Am Tisch im stummen Verein;
    Und legen zur Seite die Nadeln
    Vor dem blendenden Abendschein.

    Theodor Storm (1817-1888)
    Uit: Gedichte.
    In: Sämtliche Werke

    * * * * * * * * * *

    Oktoberlied

    Der Nebel steigt, es fällt das Laub;
    Schenk ein den Wein, den holden!
    Wir wollen uns den grauen Tag
    Vergolden, ja vergolden.

    Und geht es draußen noch so toll,
    Unchristlich oder christlich,
    Ist doch die Welt, die schöne Welt,
    So gänzlich unverwüstlich!

    Und wimmert auch einmal das Herz, —
    Stoß an, und laß es klingen!
    Wir wissen's doch, ein rechtes Herz
    Ist gar nicht umzubringen.

    Der Nebel steigt, es fällt das Laub;
    Schenk ein den Wein, den holden!
    Wir wollen uns den grauen Tag
    Vergolden, ja vergolden.

    Wohl ist es Herbst; doch warte nur,
    Doch warte nur ein Weilchen!
    Der Frühling kommt, der Himmel lacht,
    Es steht die Welt im Veilchen.

    Die blauen Tage brechen an;
    Und ehe sie verfließen,
    Wir wollen sie, mein wackrer Freund,
    Genießen, ja genießen!
    ____________
    Afbeelding: Theodor Storm in 1886.

    16-10-2008 om 01:03 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    13-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Schoone Herfst van Johan Gustaaf Danser
    DE SCHOONE HERFST

    Naar dezen herfst had ik ontroerd gewacht
    Als naar een nacht van zwoel-doorgeurde droomen:
    Naar 't koele licht en naar de gouden boomen
    In grauwen nevel langs de smalle gracht.

    De dagen waren vreemd van veege pracht,
    Een felle gloed scheen alles te doorstroomen:
    De bloemen baarden huivrend-zoete aromen
    En wreede kleuren, bont en brandend-zacht.

    En als ik trad onder het droeve woeden
    Van stilte en weelde en lust den dood gewijd
    Voelde ik een beven door mijn leven spoeden,

    Maar ook, diep in mijn ziel, die bang-verblijd
    Den rijkdom dronk, het matelooze bloeden
    Van schrijnende angst en heete onzekerheid.

    Johan Gustaaf Danser (1893-1920)
    Uit: Verzameld Werk
    De Beuk, Amsterdam 1957

    13-10-2008 om 18:51 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    12-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duitse literatuurpaus Marcel Reich-Ranicki weigert de Deutsche Fernsehpreis
    Schandaal
    De beslist niet altijd even redelijk optredende Marcel Reich-Ranicki — één van de meest vooraanstande literatuurcritici in het hele Duitse taalgebied en veelal gezien als de literatuurpaus bij uitstek in het kader van de literatuur in het algemeen en de Duitstalige in het bijzonder — heeft dit weekeinde voor veel ophef gezorgd door de Deutsche Fernsehpreis te weigeren wegens gebrek aan niveau in het bewuste medium.
    Je kunt in diverse kaders best één en ander tegen Reich-Ranicki in stelling brengen, je kunt van harte met hem van mening verschillen over bepaalde boeken, zoals Günther Grass' roman Ein weites Feld, waartegen Reich-Ranicki een privé-oorlog heeft gevoerd, puur op basis van vooringenomenheid en totale insensitiviteit bij het lezen van dat boek. Maar deze faux pas kan men niet als maatstaf nemen voor zijn algehele functioneren, en het gaat evenmin aan om hem te verwijten dat hij voor een schandaal zorgt als hij — op basis van zijn, weliswaar veelal extravert emotioneel geuite, oprechte bezwaren — iets ten rechte aan de kaak stelt. De man heeft in deze context het gelijk volkomen aan zijn zijde.
    Presentator van de avond waarop al die Fernsehpreise zouden worden uitgereikt Thomas Gottschalk — waarmee onmiddellijk het bezwaar van de al te grote oppervlakkigheid jegens het medium televisie in de Duitstalige gebieden niet beter kon worden onderstreept — heeft hem daarop voorgesteld een discussie te organiseren tussen de directe hoofdverantwoordelijken voor het verzamelmedium televisie in die contreien enerzijds en aan de andere kant Marcel Reich-Ranicki. "Ich akzeptiere das. Mal sehen was daraus wird," luidde de reactie van de inmddels 88-jarige.[1]
    Dat hoeft geen zinloze aangelegenheid worden, zeker niet als men voor een rechtstreekse uitzending zorgt, waarin niet (meer) kan worden geknipt. Wel moet die Gottschalk als 'moderator' daar verre van blijven, aangezien de totale zinloosheid anders van tevoren vaststaat.

    [1] Zo luidde een mededeling binnen de melding van de Tagesschau van het eerste Duitse televisienet ARD/Das Erste. Het dagblad Frankfurter Rundschau daarentegen meldt dat het aanbod een uitzeding van een uur inhield, die Reich-Ranicki naar eigen inzicht gestalte zou mogen geven.

    12-10-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    10-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfstwee in de beleving van de Vlaamse dichter René de Clercq
    Een dwarse dichter
    De Vlaamse dichter René de Clercq heeft welzeker een veelbewogen leven geleid, niet in de laatste plaats als gevolg van de politieke en maatschappelijke keuzes die hij op tal van fronten heeft gemaakt.
    Ooit heeft hij gepleit voor opheffing van de Belgische staat — een wens die we aan het begin van onze huidige, eenentwintigste eeuw ook niet zelden uit datzelfde land hebben horen klinken, een goede eeuw nadat De Clercq dat een optie leek—, maar De Clercq kwam het op een beroepsverbod te staan, door de koning persoonlijk ondertekend
    René de Clercq werd in 1877 geboren te Deerlijk — hetgeen in dit geval een exogeen Nomen est omen verdient — en hij is in 1932 te Maartensdijk overleden.





    HERFSTWEE.

    In reke.
    langs de beke,
    en lijk bijeengevlucht,
    ]vol schamelheid en schaamte,
    geraamte bijgeraamte,
    de boomen in de schemerlucht.
    hoog riujzen ze in hun rildheid,
    die reuzen, bronzig bruin,
    en steken vol gestildheid,
    lijk stommen, kruinbij kruin.
    Hun breede voeten
    duiken ze in het boordevolle bed
    der beweeggaande wateren, die met
    een lagen zang hun hooge smert verzoeten.
    Grauw omendomme ligt de wee
    die 's zomers groenegroeiend deinde,
    en zong gelijk een zachte zee,
    geluidloos in een weedom zonder einde.
    Geen kalfjes rond een luie koe
    die hippewippend huppelen.
    Geen koeien kerft een wilgeroe
    tot wisschen en tot knuppelen.
    Alleenig ligt het gras nu, moe
    en tenden tot besterves toe,
    vol dikke, matte druppelen.
    En lijze, onhoorbaar haast,
    doch zichtbaar
    aan den drijf der avonddoomen
    blaast
    een doodenadem nog een loverke uit de boomen,
    rolt het, glazig-nat en nersch,
    alover 't streuvelende gers,
    tot in de biezen die de beek omzoomen;
    en laat het dan,
    gevallen, van
    het laagste lisch, heel langzaam boven 't water stroomen.

    Uit: Land, opgenomen in de
    verzamelbundel Gedichten


    Op de titelpagina van het fraai vormgegeven boek ziet u dat mijn exemplaar er een is uit de tweede, Vermeerderde druk en dat de boekversieringen zijn gerealiseerd door J.B. Heukelom (1875-1965). De eerste druk van het — dus verminderde boek — was uitgekomen in1896.
    De uitgave bij Van Looy uit 1911 is verschenen in de Roo' Rozen Serie. Opvallend is de prijs die het in die dagen moet hebben gekost: een geïllustreerd en gebonden boek van 260 bladzijden met opdikkend papier. De bewuste bundel neemt drie nummers van de reeks in beslag; dat betekent dat het boek ingenaaid voor 50 cents per nummer — één gulden vijftig dus — verkijgbaar was. Indien men een gekartoneerde versie wenste, kostte dat 30 cents per nummer extra, in de gebonden editie 50 cents per deel extra. Het luxe geheel heeft bijna een eeuw geleden slechts drie gulden gekost. Wat een glorieuze boekentijd was dat.

    10-10-2008 om 11:52 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    07-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pol de Mont, dichter in Vlaanderen, over een avond in Oktober
    Een ware, klassieke bard
    De Vlaamse meester-dichter Pol de Mont (1857-1931) was degene, die ervoor heeft gezorgd dat Hélène Swarth een Tachtiger werd en niet in het Frans bleef schrijven en publiceren. Hij had de ware dichteres in haar herkend. De titel van zijn bundel Zomervlammen, op 1 september 1922 weliswaar gedrukt te Antwerpen, maar in Leiden uitgegeven door A.W. Sijthoff 's Uitgeversmaatschappij, is in zoverre — vanuit de lezer gedacht — misleidend, aangezien deze in principe niet verwacht dat ook daarin eveneens herfstgedichten te vinden zullen zijn. Doch aangezien nergens wordt gepretendeerd dat er alleen zomerse toestanden in dat boek te vinden zullen zijn, is het een goede zaak om eerst eens de inhoudsopgave te bekijken, dan zal men zien dat ook de maanden april en mei erin voorkomen, en ook die zijn, van oudsher althans niet doorspekt met zomervlammen — althans, tot dusver niet, want je weet immers niet exact wat er door die klimatologische veranderingen op onze planeet over achttien of over tachtig jaar zal zijn gebeurd.
    Zomervlammen telt 200 bladzijden met in totaal 122 gedichten. Het exemplaar dat ik, nu vijf jaar geleden, heb gekregen, is één van de honderd genummerde exemplaren: 97 staat erin met een numeroteur. Deze spciale exemplaren werden gedrukt op oud-Engels papier en door de dichter 'getekend'.


    OKTOBERAVOND

    Een uitspansel van lood... Heel hoog, inktzwarte
    traag heendrijvende wolken; lager, bij
    de oneffen horizon, die van het Zuiden
    onmerkbaar glooiend naar het Noorden loopt,
    pikdonkre strepen op groenachtige grond,
    en — lager nog, de kimme rakend schier,
    een dunne, rode, helverlichte strook...
    Daaronder strekt, beeld van verlatenheid
    en arme, zich een onfzienbare vlakte:
    steenachtig land, waarop slechts hier en daar
    wat pover onkruid wegteert, wijl, heel ver,
    een enkle boom, verwrongen door de storm,
    wat schaduw spreidt. —
    Krijtachtig loopt, gelijk
    een lange slang, een smalle wegel dwars
    door 't eenzaam veld, en pikzwart, slechts van binnen
    geelrood verlicht, verrijst uit twintig schouwen
    een dikke smoor uitpaffend, de fabriek,
    zwoegend uit hese longen in de stilte
    van vallende avond door het eenzaam veld,
    zuchtend, als wilde de onbezielde stof
    te zamen vatten in één enkle zucht
    al 't menslik lijden, dat die muren bergen...

    Uit: Natuur (1890-1922) als onderdeel
    van de bundel Zomervlammen (1922)


    07-10-2008 om 19:50 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    01-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In het Amerikaanse weekblad TIME Magazine van 6 oktober staat het wereldwijde milieu centraal
    Milieu-helden in middelpunt
    De editie van het Amerikaanse weekblad TIME van 6 october — die echter al bij de Europese abonnees zal zijn binnengekomen, en die bij de diverse soorten tijdschriftenhandelaren dan ook al we verkrijgbaar zal zijn — heeft het wereldwijde milieu, maar vooral de mensen en de organisaties die zich daarvoor inzetten, als centraal thema, dat met veel schakeringen groen op de voorpagina wordt aangekondigd. Opvallend is wel dat de gebruikelijke rode rand van het magazine hier niet overheerst, maar juist het vele groen op een witte ondergrond de aandacht vraagt. Heroes of the environment kopt het blad nu en het kondigt rechtsonder aan dat het Special Report in dit extra dikke, 112 pagina's binnenwerk omvattende, nummer de jaarlijkse focus op die mensen heeft gericht die in dit kader de wereld veranderen.


    Ieder die het milieu een warm hart toedraagt en even de tijd neemt de diverse artikelen door te nemen, zal geraakt worden door de inzet van zoveel verschillende mensen — particulier of als onderdeel van een organisatie — voor zoveel verscheiden aspecten van dit onderdeel van onze cultuur en beschaving. Desondanks gaat het desastreuze kappen van het tropisch regenwoud dag in, dag uit verder en zijn de vooruitzichten dienaangaande niet bepaald hoopgevend, terwijl het Principe Hoop nu juist zo'n voortreffelijke impuls aan al de daaraan noodzakelijkerwijs gekoppelde handelingen kan geven.
    Aanbevolen!

    01-10-2008 om 19:30 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    27-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Puccini's Madama Butterfly van De Nationale Reisopera zaterdag 27 september op de Nederlandse klassieke zender Radio 4 en daarna nog live in vijf Nederlandse theaters
    Neerlands Nationale Reisopera op tournee
    Nu de vakantieperioden van de cultuurinstituten in de lage landen er weer opzitten en het kunstbedrijf in het algemeen weer op volle toeren werkt, zijn ook de muziektheateractiviteiten weer ruimschoots te zien en te horen. Niet alleen de De Nederlandse Opera toont de voorstellingen van Richard Strauss' Die Frau ohne Schatten, in het Amsterdamse Muziektheater, Neerlands Nationale Reisopera is sedert twee weken ook weer zichtbaar en hoorbaar actief. Het seizoen werd zaterdag 13 september geopend in schouwburg Orpheus te Apeldoorn, met Madama Butterfly van Giacomo Puccini. Opera Zuid komt over enige tijd ook met de eerste productie.
    Normaal gesproken worden de opnamen die tijdens de première worden gemaak, pas via de radio uitgezonden omstreeks het einde van de tournee langs de grotere steden in ons land. Madama Butterfly daarentegen kan men op zaterdag 27 september, 's avonds vanaf 19:02 uur via de Nederlandse klassieke zender Radio 4, in de reeks Opera live van de NPS, beluisteren. Na deze datum wordt dit muziekdrama in de versie van De Nationale Reisopera nog in vijf theaters van ons land voorgesteld. Zie daartoe de Speeldata op de website van het gezelschap.
    Het Gelders Orkest en het koor van de Nationale Reisopera staan onder leiding van Alexander Polianichko. Voor de overige medewerkenden — solisten, regisseur en anderen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze productie — zij eveneens verwezen naar het hoofdstuk Bezetting op de website van het instituut.
    __________
    Afbeelding: Scènefoto uit Madama Butterfly in de voorstelling door de Nationale Reisopera.
    (Foto: Hermann und Clärchen Baus.)

    27-09-2008 om 06:51 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gustav Mahlers Zesde Symfonie, getiteld Tragische '” Bekentenisliteratuur op notenpapier
    Tweemaal in de ether
    Het Orchestre National de France geeft de komende zondagmiddag, vanaf 14:02 uur, op Radio 4 een uitvoering van de Zesde Symfonie van Gustav Mahler. Dat betreft een opname van 13 december 2007, gemaakt in het Théâtre des Champs Elysées te Parijs. Dirigent voor die gelegenheid was Daniele Gatti.
    Op woensdag 1 oktober klinkt dezelfde symfonie, met beelden, op de muziekzender Mezzo, vanaf 's ochtens 11:50 uur. Daarbij gaat het om een opname van 2007 tijdens het Festival in het Zwitserse Luzern. Het naar die gebeurtenis genoemde gelegenheidsorkest — dat in 2o03 door Claudio Abbado nieuw leven isingeblazen Hij leidt ook de uitvoering van Mahlers Zesde. Helemaal vlekkeloos was die uitvoering overigens niet.

    Katalysator
    Hoewel Gustav Mahler (1860-1911) zonder enige twijfel de belangrijkste voorloper van de moderne muziek is geweest, lopen de meningen ook heden ten dage, een eeuw na diens overlijden, nog altijd sterk uiteen. Aanhangers bestempelen hem tot een buitengewoon genie, zijn tegenstanders vinden hem weinig meer dan een componerende charlatan en kwalificeren zijn muziek als rommel. Tussen die uitersten ligt een historisch waardeoordeel, en hoe men het ook wendt of keert, Gustav Mahler heeft een uitzonderlijke bijdrage geleverd aan de muzikale omwenteling die rond 1900 heeft plaatsgehad. Hij heeft gefungeerd als katalysator: via hem liep de lijn van de harmonische verfijning uit de negentiende eeuw tot in de nieuwe klankwereld, die Arnold Schönberg (1874-1951) met zijn Wiener Kreis heeft geopend. Schönberg had dan ook een hoge dunk van Mahler, en op grond daarvan zal hij zijn Harmonielehre wel aan zijn voorganger en tijdgenoot hebben opgedragen. "Ik geloof er zeer vast en onwankelbaar in dat Gustav Mahler één van de grootste mensen en kunstenaars was," vatte Schönberg zijn ideeën over deze componist en dirigent eens samen.

    Persoonlijke vereenzaming
    In de privésfeer was Mahler nadrukkelijk op zichzelf gericht. Hij had een ijzersterke wil en het opvallende was dat hij deze steeds wist door te zetten. Hij kende maar één (gecombineerd) doel in zijn leven: het bereiken van zijn idealen en het vervullen van de taak, die hij zichzelf had gesteld. Hij gunde zichzelf nimmer rust, en mede daarom moet zijn geest een soort van perpetuum mobile geweest zijn. Het was steeds opnieuw het werk dat hem riep, of dat nu het componeren was of zijn optreden als dirigent van opera's en concerten.
    Steeds opnieuw werden Mahler sleutelposities in het Europese en overzeese muziekleven aangeboden, en dat zorgde er mede voor dat het vereenzamingsproces in de persoon Mahler zich langzaamaan sneller ging voltrekken. Als gevolg van zijn instelling ― de houding die hij, overeenkomstig de structuur van zijn karakter, vrijwel altijd aannam ― bevond hij zich op een moeizame weg, die hij volstrekt alleen moest afleggen. De functies die hij bekleedde, legden daar nog eens extra de nadruk op. Ook de manier waarop hij zich in woord en geschrift heeft geuit, toont dat duidelijk aan. Hij sprak en schreef op een manier die een uitzonderlijk sterk egobewustzijn aan de dag legde. Met zijn bij tijd en wijle aanstootgevende gedrag ― af en toe zelfs grof ― gaf hij dikwijls de indruk dat hij mensenschuw was. Dat was echter niet aan de orde als het ging om mensen met wie hij samenwerkte. Hij trakteerde het orkest meer dan eens op een 'bieravondje' waaraan hij dan zelf kort deelnam.

    Niveau handhaven
    Met laster en aanverwante, laag bij de grondse uitingen wilde Mahler niets van doen hebben. Hij was de mening toegedaan dat hij verheven diende te zijn boven dergelijk inferieur gedrag. Kenmerkend in dat verband zijn de woorden: "Ik moet bovenaan blijven. Ik kan me door niets laten irriteren of naar beneden laten halen. Het is al moeilijk genoeg om me steeds op niveau te handhaven."
    Opvallend was tevens dat hij de karaktereigenschap bezat, mensen blindelings te vertrouwen, maar als hij eenmaal was bedrogen, dan kende zijn wantrouwen ook geen grenzen meer. En dat past uitstekend in het kader van Mahlers onvermogen tot het erkennen van grenzen, als mens en als kunstenaar.

    Bekentenisliteratuur
    Gustav Mahlers 'Tragische' Symfonie, de Zesde, vormt het middenstuk van een drietal zuiver instrumentale werken ― samen met de eraan voorafgaande Vijfde en de erop aansluitende Zevende ― die dezelfde stilistische principes hebben. Alleen zijn laatste complete symfonie, de Negende, is ook weer geheel instrumentaal, en dat geldt eveneens voor het Adagio van de onvoltooide Tiende Symfonie. Na de eerste, Der Titan [1], volgden drie symfonieën met vocale partijen, voordat Mahler opnieuw aan een 'blok' symfonieën zonder de menselijke stem ging werken. Die periode duurde van 1901 tot 1905.
    Formeel is Mahler in zijn Zesde Symfonie 'teruggekeerd' tot het oude, vierdelige model: Allegro, Scherzo, Andante, Finale. Toch is juist zijn 'Tragische' nog wel het verst verwijderd van alles wat tot op dat moment als symfonie gold. Daar komt nog bij dat dit opus de meest persoonlijke bekentenis vormt van de mens Gustav Mahler, al gaat één en ander zelfs in dat kader nog extreem ver. Er is niet alleen sprake van een 'presentatie'-zonder-enig voorbehoud ― de componist stelt zichzelf in dit werk grandioos aan de kaak, op een wijze zoals het Noodlot dat dikwijls doet met zijn Held.

    Pessimisme
    Het is op zijn zachtst gezed opvallend dat Mahler een tragische symfonie schreef tijdens een periode waarin het hem in meer dan één opzicht goed ging. Toen hij in 1903 aan zijn Zesde begon, bevond hij zich op het hoogepunt van zijn roem als dirigent. Daarnaast werd het succes van de componikst ook allengs groter. In de persoonlijike sfeer verliep ook alles beter dan ooit tevoren, en volgens zijn vrouw Alma voelde Mahler zich in die periode ook werkelijk gelukkig en zelfverzekerd. Toch is Mahler in zijn gehele oeuvre nergens zo pessimistisch als in deze symfonie, al stamt de benaming 'Tragische' ― althans voorzover wij nu weten ― niet van hemzelf. Het is echter wel een feit dat diverse auteurs, onder wie Simon Vestdijk (1898-1971) [2] beweren dat die kwalificatie wel degelijk van Mahler zelf afkomstig is. Wanneer we alle tien symfonieën [3] nader beschouwen, blijkt dat alle in grote terts eindigen, met uitzondering van de Zesde.

    Onbewuste sfeer
    Zelfs de Negende Symfonie, die ontstond in een periode waarin Mahler zich pijnlijk bewust was van een hartkwaal, en die dan ook één en al de sfeer van afscheid ademt, maar met nog extra nadruk in het slotdeel. Daarin spelen weemoed en verlangen een doorslaggevende rol. Desondanks heeft die laatste voltooide symfonie als uiteindelijke toonsoort toch nog weer majeur. En dat geldt al evenzeer voor Das Lied von der Erde, waarvan het laatste onderdeel zelfs als titel Der Abschied heeft.
    Er is wel vaker gespeculeerd over dat einde van de Zesde: zo zou het te maken hebben met Mahlers extreme gevoeligheid en in het kader daarvan zou hij onbewust allang hebben opgevangen wat het Noodlot voor hem in petto had, wat dus ook in een andere sfeer dan onze alledaagse reeds zijn schaduwen vooruit wierp: de kristallisatie van een andere wereld. Wat echter ook de oorzaak moge wezen, het tragische element speelt de hoofdrol: het gevecht tegen het Noodlot, waarvoor de componist gebruik heeft gemaakt een zeer uitgebreid arsenaal aan instrumenten.

    Instrumentatie
    In de Zesde Symfonie gaat Gustav Mahler zeer ver met zijn instrumentatie. Het voor traditionele begrippen toch al sterk bezette orkest, met een grote strijkersgroep en veelvuldig bezet hout en koper, wordt nog eens versterkt met een enorme batterij slagwerk, waarin een roede en een hamer een zeer symbolische betekenis krijgen. Daarmee worden de opstandige elementen gekarakteriseerd, met als tegenhanger de 'koebellen', die een pastorale sfeer overbrengen. Echter ook die is vol symboliek, want waar wordt het klankbeeld in het menselijk oor bepaald door koebellen? In de pastorale eenzaamheid van het hooggebergte! Daar waar de mens wordt 'gedwongen' tot worsteling met zichzelf.
    Mahler-exegeet Eggebrecht [4] schrijft in zijn boek over diens muziek dat de motieven en thema's van deze componst bij de toehoorder associaties wekken met muziek, die men reeds van elders kent, die men al in het gehoor heeft, als iets dat 'er al was'. Als een kenmerk van het universele, het onderhuidse van Mahlers kunst.
    Die uitzonderlijke instrumentatie is overigens dikwijls onderhevig geweest aan kritiek, tot in het karikaturale toe. Zo verscheen er in een satirisch tijdschrift in Wenen een tekening, waarop Mahler bij een batterij slagwerk staat afgebeeld, met een deel van het nooit erder gebruikte instrumentarium. In zijn hand houdt hij een claxon, aan zijn voeten ligt een houten knuppel. Mahler grijpt zich bij het hoofd en 'zegt': "Herrgott, daß ich die Hupe vergessen habe! Jetzt kann ich noch eine Sinfonie schreiben."

    Thematiek
    Vanzelfsprekend is Mahlers muziek niet denkbaar zonder die van zijn grote voorgangers, met name die van Beethoven, Schumann, Wagner, Liszt en Bruckner. Thema's uit hun werken zijn dan ook bij herhaling in het oeuvre van Mahler te vinden, onder meer in deze Tragische Symfonie. En dat is niet het geval als gevolg van zijn andere functie en hij uit hoofde daarvan dirigentenmuziek schreef. Dat is echter wel vaker over Mahler beweerd. De verwijzingen in zijn muziek naar werk(en) van andere componisten, evenals de afgeleiden en de letterlijke citaten, vervullen hun normale functie binnen het kader van de Zesde Symfonie.

    Trivialiteit
    Eén van de verwijten, welke veelvuldig jegens Mahlers muziek zijn gemaakt en tot het herkenbare standaardrepertoire van de tegenstanders zijn blijven behoren, is de verwijzing naar het triviale, wat weer op hevig verzet stuit van zijn vereerders. Ongetwijfeld vallen er elementen in Mahlers muziek aan te wijzen, die een kern van trivialiteit in zich bergen. Maar ook hier zij gezegd: het is en blijft van groot belang wie wat, waar en hoe schrijft. De enorme discrepantie die er bestaat tussen de in noten verpakte 'verdovende middelen' en de eventuele trivialiteit van de activerende noten uit de koker van een muzikaal genie, valt nauwelijks in woorden te vatten, maar is voor de oplettende toehoorder tamelijk snel te onderkennen. Waar er in Mahlers composities al sprake zou kunnen zijn van trivialiteit, blijft deze onder alle omstandigheden ― in ieder geval in zijn symfonieën ― Edelkitsch. Zo kan men in het Andante van de Zesde Symfonie weliswaar een aanzet tot 'overspanning' bespeuren, maar alles blijft weer net binnen de begrenzingen van het aanvaardbare, en vanzelfsprekend kan een dirigent daar zijn invoed ― zowel ten faveure, alsook ten detrimente ― zeer nadrukkelijk doen gelden. Mahlers verfijnde instrumentatiekunst en de technische uitwerking van het materiaal zorgen ervoor dat het klinkende resultaat nergens is gedegenereerd tot een instrumentale smartlap. Integendeel: Mahler weet zich in deze Zesde Symfonie te manifesteren als een instrumentale Orpheus.

    Volgorde der delen
    Oorspronkelijk had Mahler het Scherzo als tweede deel geconcipieerd, doch later wijzigde hij de volgorde door het Andante vóór het Scherzo te plaatsen. Na de eerste uitvoering draaide hij die ingreep weer terug. Op geluidsdragers vinden we heden ten dage nog steeds versies van deze symfonie waarin de gewijzigde volgorde wordt aangehouden. Er is muzikaal gezien, ook wel wat voor te zeggen om dat Andante als tweede deel te spelen, omdat dit veel meer aansluit op de geladen coda van het Allegro.
    Het vierde deel heeft als betiteling uitsluitend Finale, maar daarmee is volstrekt niet voldoende uitgedrukt, omdat juist dit deel de kern van het hele opus vormt. Hierin komt het tot de definitieve confrontatie tussen de Held en zijn Noodlot, al gaat hier de Held tragisch ten onder, hetgeen nog eens symbolisch wordt benadrukt door de hamerslagen.

    Wijzigingen
    Soms werd Mahler volstrekt wanhopig wanneer hij met een orkest een eigen symfonie repeteerde, maar het kon nog erger worden wanneer hij eenmaal een uitvoering had geleid. Als gevolg daarvan onderwierp hij elke nieuwe symfonie dan ook aan een revisie, en hij bleef daarin zo lang wijzigingen aanbrengen ― ook in de instrumentatie ― totdat hij ervan overtuigd was dat zijn bedoelingen beter zouden worden begrepen. Enkele van die revisies waren echter zo ingrijpend dat er uiteindelijk een geheel nieuwe symfonie ontstond, zoals dat het geval is geweest met de Eerste en later met de Vijfde. Nergens heeft hij echter zo intens en tot in het kleinste detail gevarieerd als in zijn Tragische Symfonie.
    Enkele van die wijzigingen zijn zeer markant: zo wilde Mahler aanvankelijk dat de celesta('s) in F zou(den) zijn, maar later liet hij die aanduiding achterwege. Met nadruk laat de componist weten dat de celesta twee- of zelfs meervoudig bezet dient te zijn. En met betrekking tot de harpen bestonden op een gegeven moment ook vragen, omdat Mahler in zijn opsomming weliswaar twee noemt, maar later in de symfonie om "mehrere" vraagt, en nog weer verderop zeer gespecificeerd vier aangeeft. Mahler-expert Hans Ferdinand Redlich (1903-1968) lost dat in de Eulenburg-versie van de partituur heel handig op door bij de 'Orkestbezetting' weliswaar 2 harpen te noemen, doch daar direct aan toe te voegen: "doppelt besetzt".

    Koebellen
    Opvallend is tevens dat Mahler in zijn revisie een opmerking maakt met betrekking tot de koebellen. Wanneer er een theater-uitvoering van de Zesde zou worden gegeven, wilde hij dat de koebellen 'acher de coulissen' zouden klinken. 'Revisionist' Erwin Ratz laat deze opmerking van de componist in zijn in 1963 verschenen, gereviseerde versie van de Zesde echter zonder enig commentaar achterwege. En zo is er nog veel meer waaraan de componist heeft zitten veranderen, en dat zo lang heeft doorgezet totdat hij tevreden was.
    Ondanks al die specialistische en zeer gedetailleerde ingrepen is er in de Zesde Symfonie helemaal geen sprake van een nader gedefinieerd 'programma'. Daartegenover staat echter de intens verweven eenheid van het thematische materiaal.

    Meningen
    "De enige Zesde, ondanks de 'Pastorale'," zei Alban Berg (1885-1935) over deze symfonie. Mahler zelf was van oordeel dat zijn 'Tragische' "raadsels zal opgeven", althans dat schreef hij in een brief aan zijn vriend Richard Specht (1870-1932) in 1904. Twee jaar later schreef de componist aan zijn Nederlandse vriend en voorvechter Willem Mengelberg: "Mijn Zesde schijnt weer een hade noot te zijn, die door de zwakke tanden van onze kritiek niet gekraakt kan worden." En verderop in diezelfde brief laat hij weten dat hij zich al verheugt op de uitvoering in Amsterdam. "Moet ik de koebellen meebrengen?" vraagt hij.
    Overigens was niet iedereen even enthousiast over de componist Gustav Mahler. De redelijk met talent begiftigde Richard Strauss zei eens over het compositorische genie Mahler: "Helemaal geen componist, alleen maar een heel groot dirigent."

    Uitvoeringen
    De eerste uitvoerng van deze Zesde Smfonie werd gegeven onder leiding van de componist op 27 mei 1906, ter gelegenheid va het 42ste Toonkunstenaarsfestival in Essen. Naast de musici van het stedelijk orkest aldaar werkte het Utrechts Stedelijk Orkest aan dat concert mee.
    Alma Mahler wijst erop dat er geen ander werk is geweest dat de componist zo heeft aangegrepen toen hij het voor het eerst hoorde. En ook suggereert zij dat Mahler één en ander moet hebben voorvoeld, omdat hij voor de finale het begrip Antizipando gebruikt [5].
    Minder dan twee jaar nadat de componist zijn werk aan de eerste versie van deze symfonie had afgesloten [6], klonk de eerste uitvoering. Het opus werd echter niet met groot enhousiasme ontvangen en het beleefde ook niet zoveel presentaties. Nog steeds geldt de Zesde als de minst gespeelde van Mahlers symfonieën, al is de belangstelling hievoor gedurende de laatste decennia steeds meer gegroeid. In Amerika, waar Mahler tijdens de laatste jaren van zijn leven veel heeft gedirigeerd, zou het concertpubliek pas in 1947 kennis kunnen nemen van dit opus. In Engeland zou Anton von Webern omstreeks 1936 een uitvoering leiden, maar hij moest op het laatste moment worden vervangen door Adrian Boult.

    Francis Travis
    In Nederland heeft de Amerikaans-Zwitserse Mahler-specialist Francis Travis ― die in de jaren zestig en zeventig veelvuldig gastdirecties bij de orkesten in o.a. Groningen en Utrecht vervulde, diverse Mahler-symfonieën met die ensembles geleid, maar de Zesde alleen in Utrecht. Graag had Travis, in zijn opeenvolgende reeks Mahler-symfonieën met het (toenmalige) Noordelijk Filharmonisch Orkest, eveneens de Zesde gedaan, maar het mocht niet meer zo zijn. [7]
    Dat Francis Travis een heel bijzondere band had met de muziek van Mahler en daarover ook uitstekend kon communiceren [8], is onder meer door de leiding van sommige orkesten niet voldoende onderkend. Mahler-specialist bij uitstek, dirigent en componist Otto Klemperer (1885-1973), die zelf veelvuldig werd toegejuicht voor zijn Mahler-interpretatie, was eens aanwezig tijdens de repetitie, in Zürich, van de Zesde onder Travis. Klemperer, die toen al in een rolstoel zat ― hij werd voor de concerten die hij nog leidde, ook altijd in zijn stoel het podium opgedragen ― verzocht de orkestinspeciënt om Travis te vragen of hij bij hem wilde komen. In het daaropvolgende gesprek vertrouwde Klemperer hem toe dat hij zelf nooit aan Mahlers Zesde was toegekomen, en dat hij dat ook niet meer hoefde nu hij Travis' versie had gehoord. En lof uit de koker van Klemperer moet werkelijk iets hebben betekend, zeker als men bedenkt dat hij eens vanaf een der voorste rijen in het Amsterdamse Concertgebouw een muziekavond onder leiding van Herrgott von Karajan bijwoonde, en daar toen luid uiting gaf aan zijn misnoegen: "Ein Drecksdirigent!" Klemperer had echt verstand van muziek en dirigenten.
    Otto Klemperer correspondeerde veel, onder meer met zijn vriend Ernst Bloch en dat daarin de naam Gustav Mahler meer dan eens aan de orde kwam, zal niemand verbazen, gezien de voorliefde van de beide briefschrijvers.

    Ernst Bloch: utopie en realiteit
    In 1923 schreef de wijsgeer Ernst Bloch (1885-1977) in zijn Zur Philosophie der Musik dat 'onze oren' nog steeds niet over voldoende 'vermogen' zouden beschikken om de grootheid van Mahler te begrijpen. In een bewerkte editie van dat boek, verschenen in 1964 [9] heeft Bloch die kwalificatie laten staan, en datzelfde geldt voor zijn opmerking naar aanleiding van het feit dat menig "ellendig 'krantenschrijver' het waagt om zelfs maar zonder schaamrood te vragen of Mahler er wel toe was voorbestemd te componeren." Na de tweede wereldoorlog heeft dirigent Leonard Bernstein (1918-1990) eens een essay gepubliceerd onder de titel Seine Zeit ist gekommen, daarmee doelend op Mahlers eigen uitspraak van (thans) ongeveer een eeuw geleden: "Meine Zeit wird kommen."
    Veel wijst er al enige decennia op dat dat nu inderdaad het geval is. Na de oorlog is er veel in beeld van de concertganger met betrekking tot deze componist gewijzigd. Dat is zeker niet in de laatste plaats te danken aan de vele, soms fervente, pleitbezorgers die Mahler altijd heeft gehad. Ook vóór die oorlog en tevens reeds voorafgaand aan de eerste grote oorlog heeft Mahler in ons land steun gehad, van onder meer van dirigent Willem Mengelberg (1871-1951), die voor de aanvaarding van Mahlers composities baanbrekend werk heeft verricht, en dan Bruno Walter (1876-1962), die zelfs nog twee decennia met Gustav Mahler bevriend is geweest.
    Ernst Bloch was ook als correspondent zeer actief. Een weerslag daarvan is te vinden in de tweedelige verzameling brieven, welke tussen 1903 en 1975 werden geschreven [10]. In een brief aan 'Lieber Djoury' [11] schrijft hij op 5 juni 1915 over de vorderingen van zijn schrifturen: "Ich schreibe jetzt die Musik, da wird ein ungeheurer Gedanke drin stecken, den Du noch nicht kennst. (Titel: »J.S. Bach oder die doppelte Ordnung der Melodik.« Gustav Mahlers Andenken gewidmet)."
    Met zijn gedachten aangaande de toekomst van zijn eigen muziek onderstreepte Mahler een uitspraak van Ernst Bloch uit diens Geist der Utopie, waarin deze fiosoof beweert: "De utopie van vandaag is de realiteit van morgen."

    [1] Zie over Mahlers Eerste Symfonie ons artikel Natuurliefde als katharsis... op woensdag 23 augustus 2006 geplaatst op de website All art is quite useless van Rond.1900.nl .
    [2] Simon Vestdijk: Gustav Mahler ― Over de structuur van zijn symfonisch oeuvre. Verschenen als vierde deel in de tiendelige serie Vestdijks Verzamelde Muziekessays. Meulenhoff, Amsterdam, 1983; ISBN 90-29-1625-6.
    [3] Voor de duidelijkheid zij erop gewezen dat hiermee worden bedoeld de Eerste tot en met de Negende Symfonie, en daarnaast Das Lied von der Erde, eveneens een symfonie.
    [4] Hans Heinrich Eggebrecht: Die Musik Gustav Mahlers. Piper Verlag, München; ISBN 3-492-02747-4.
    [5] Alma Mahler-Werfel: Mein Leben. Fischer Tashenbuch Verlag, Frankfurt am Main; ISBN 3-596-20545-X. Prijs € 9,95. Alma Mahler-Werfel: Erinnerungen an Gustav Mahler. Ullstein Taschenbücher.
    [6] Gustav Mahler werkte gedurende zijn zomervakanties te Maiernigg in 1903 en 1904 aan zijn Zesde Symfonie. De partituur was op 9 september 1904 gereed.
    [7] Pas in 1986 werd in de Noordelijke provincies de Zesde gespeeld door een gecombineerd ensemble van honderdnegen (109) instrumentalisten uit de twee orkesten, van Gronngen en Leeuwarden, als opmaat van de in Den Haag geplande verdere versobering in het wingewest: de vestiging van één noordelijk orkest voor drie provincies. Franz-Paul Decker leidde de zes uitvoeringen in de drie provincies: twee in de stad Groningen, twee in Leeuwarden, één in Drachten en één in Emmen.
    [8] Een weerslag van de gesprekken die ik met Francis en Brigitt Travis ― bij mij thuis en elders, met name in de jaren zestig en zeventig, heb gevoerd over vooral Gustav Mahler ― zou te ver voeren in deze context, omdat het voornamelijk over details ging van de oorspronkelijke teksten en bewerkingen, door Mahler zelf en anderen (Erwin Ratz, Deryck Cooke).
    [9] Ernst Bloch: Die Philosophie der Musik in: Geist der Utopie. Suhrkamp Verlag, Frankfurt am Main. Paperback stw 35; Als gebonden boek met de titel Zur Philosophie der Musik in de reeks Bibliothek Suhrkamp ISBN 3-518-01398-X.
    [10] Verschenen bij Suhrkamp met ISBN 3-518-57713-1. De twee gebonden delen behelzen correspondentie met tal van grootheden uit die periode, o.m. Klaus Mann, Thomas Mann, Franz Werfel, Walter Benjamin, Hermann Broch, Theodor Adorno.
    [11] Djoury is de filosoof Georg Lukács (1885-1971).

    Afbeeldingen
    1. Dirigent Claudio Abbado, mei 2008.
    2. Gustav Mahler. Tekening — oostindische inkt met cocktailprikker — van Tonny Groenhuijsen, Buitenpost. Collectie Heinz Wallisch.
    3. Portretbuste van Gustav Mahler door Auguste Rodin.
    4. Gustav Mahler als dirigent. Serie tekeningen van Otto Böhler.
    5. Voorzijde stofomslag van Vestdijks Mahler-boek.
    6. Handtekening van Gustav Mahler.
    7. Satirische prent in Die Muskete, Humoristische Wochenschrift, van 18 januari 1907.
    8. Gustav Mahler, geschilderd door Akseli Galén-Kalela (1907).
    9. De componist Alban Berg.
    10. Mahler-specialist Francis Travis (geb. 1921), hier na een uitvoering van Mahlers Vijfde met het Noordelijk Filharmonisch Orkest in maart 1975, in de grote zaal van Cultuurcentrum De Oosterpoort in Groningen.
    11. Voorzijde van het omslag van Zur Philosophie der Musik van Ernst Bloch.
    12. De filosoof Ernst Bloch in een van zijn karakteristieke poses.
    13. Dirigent Franz Paul Decker (geb. 1923).

    27-09-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    26-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De levende dom van Sint Stephan in Wenen '” Documentaire op Arte, vrijdag 26 september


    Flora en Fauna
    Op vrijdag 26 september presenteert de Duits-Franse cultuurzender Arte-televisie een documentaire over de Sint Stephanskathedraal te Wenen. Wat weinigen zullen verwachten, is dat daar heel wat flora en fauna te vinden blijkt. Dat verrassende element is onderwerp van de film, die in 1997 als Oostenrijks celluloid-product is gerealiseerd door Georg Riha.
    In 1997 bestond de Sankt Stephansdom 850 jaar en dat vormde toen voor de filmer Georg Riha aanleiding om eens wat nader onderzoek te doen binnen de kathedraal. Zijn expeditie is niet zonder resultaat gebleven en menigeen zal een ongelovig gezicht opzetten als hij hoort dat de goede man niet alleen exotische vlinders en roofdieren heeft aangetroffen, maar zelfs een boom.
    Georg Riha's filmteam heeft de zuidelijke, 136 meter hoge, toren van de dom van binnen aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen en uit de 'gevonden voorwerpen' mag zonder meer worden geconcludeerd dat deze kathedraal het meest verbazingwekkende stukje natuurgebied van geheel Oostenrijk is.
    Zo'n bijzondere documentaire — die vrijdagavond tussen 20:15 uur en 21:00 uur, op het formaat 16:9, slechts eenmalig door Arte wordt uitgezonden — kan men alleen maar heel nadrukkelijk aanbevelen in de belangstelling van een ieder, die ook maar in de geringste mate geïnteresserd is in natuurfenomenen.
    ___________
    Afbeelding: De Stephansdom in Wenen. Originele tekening op zijde, 16 x 22 cm, door H. Welser. Collectie Heinz Wallisch.

    26-09-2008 om 09:09 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    20-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boekjesreeks Zilveren Verpoozingen uit het begin van de vorige eeuw


    Kleurrijke reeks
    De reeks kleine, gebonden boekjes Zilveren Verpoozingen, die we in een
    bijdrage elders — over een bundeltje met verhaaltjes van het schrijverspaar Scharten-Antink — al even noemden, blijkt nu bijna een eeuw geleden al aardig te zijn ingekleurd qua thematiek.
    Op de laatste bedrukte bladzijde van het opgemelde boekje met zes vertellingen staat een lijst met twintig andere titels, die in dezelfde reeks zijn verschenen. De daarin voorkomende auteurs beperken zich niet tot ons eigen taalgebied: onder de internationaal befaamde namen treffen we die van Hans Holbein aan, die met zijn Doodendans — met bijschriften van Theun de Vries — is vertegenwoordigd, en de Noorse dramaschrijver Henrik Ibsen, wiens Peer Gynt in de serie is opgenomen. Romancière Ina Boudier Bakker (1875-1966) en de ijveraar voor een zuiver taalgebruik Charivarius (1870-1946) [1] zijn Nederlandse schrijvers, die toen volop in de belangstelling stonden, maar nu onder de jeugd niet bepaald grote faam genieten, zijn in die lijst beiden eveneens met elk één titel vertegenwoordigd. De Vlaamse auteur Felix Timmermans (1886-1947) nam in die eerste reeks een vooraanstaande plaats in met maar liefst vijf titels, althans op dat moment; het kunnen er later nog meer geworden zijn.
    Overigens kwamen daarin ook enkele, in ieder geval voor ons, onbekende namen voor, maar dat komt wellicht doordat ze buiten het ruime gebied van de schone letteren vallen, hetgeen sommige van de bij die mensen behorende titels zouden doen vermoeden. Ene C.A. van der Gen is met twee uitgaafjes aanwezig: Zomerbloemen, en ook dat kan nog van alles zijn: roman, verhalen, gedichten, maar, veel waarschijnlijker, een bundel over de natuur; en die gedachte wordt kracht bijgezet door de tweede titel van deze auteur: Langs wegen en dijken. Eveneens met twee titels komt mevrouw J.M. IJssel de Schepper-Bekker voor; titels, die weliswaar beide tot de verbeelding spreken, maar ook al in meer dan één rubriek zouden kunnen vallen: Het laatste stadium — gezien de tijd waarin dat boekje in de reeks is verschenen, is het niet realistisch te denken aan eventuele voorbereidingen voor stervenshulp — en Wat niet mag.
    Wat zeker niet mag, is zonder nadere kennis, en eventueel in te winnen informatie, denigrerend te doen over sommige titels, die wellicht enige prikkelingen in de lachspieren zouden kunnen veroorzaken.



    20-09-2008 om 23:02 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    19-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duits cabaretfestival houdt u bijna vier uur bezig
    Vooraanstaande narren
    Voor de liefhebbers van pittig cabaret belooft de nacht van vrijdag 19 op zaterdag 20 september een klein festijn te worden. Het tweede Duitse televisienet ZDF zendt tussen 00:10 uur en 03:55 uur een lange special uit met daarin hoogtepunten van het recentelijk gehouden Cabaret- en Comedyfestival 3satfestival 2008. Slechts éénmaal wordt de uitzending onderbroken door een aflevering van Heute met daarin actualiteiten van de afgelopen dag, gepresenteerd door de redactie van dat dagelijkse nieuwsprogramma van deze zender. Dat zal een minuut of vijf à tien duren, tenzij er recentelijk iets heel bijzonders is gebeurd: dan wil het programma nog wel eens het dubbele aantal minuten in beslag nemen.


    Optreden zullen onder meer Urban Priol, die eigen gasten ontvangt.
    Deze veelal professorale Beierse cabaretier met zijn onverwisselbare uiterlijk — alleen al diens aparte haardracht prikkelt niet zelden tot lachsalvo's, maar dat kapsel wordt heel snel vergeten als men wordt geconfronteerd met zijn meer dan sappige kritiek op de dagelijkse, vooral Duitse, politiek, op bedrijfsleven, sport, spel en alle daarbij behorende burgermensen — is vooral bekend door het maandelijkse ZDF-programma Neues aus der Anstalt, waarin hij een psychiater in een inrichting speelt die nog wel eens de rollen omdraait en zich uit tegenover patiënten, die echte flink met medicatie worden rustig gehouden, respectievelijk: zulks wordt getracht. Maar de scheidslijn tussen de zielenknijper en diens clièntele is zeer dikwijls tijdens de gesprekken al meer en meer aan het vervagen, waardoor uiteindelijk de rollen totaal lijken omgekeerd. Lijken, want die Onkel Doktor keert altijd op zijn schreden terug, beledigd dat hij zich heeft laten meeslepen.
    Dat programma zit altijd vol vaart en briljante vondsten, en ook heel vergaande kritiek jegens de regerenden en tevens ten opzichte van degenen die dat binnenkort zouden willen doen, is soms zo duidelijk negatief en tot in het fundament afbrekend jegens de behandelde personen dat zelfs een Oooh of Aaah uit de monden van een zaal vol aanhangers klinkt.

    19-09-2008 om 23:12 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Inhoud blog
  • BBC Radio 3: Rabindranath Tagore vijf keer een kwartier in 'The essay'
  • BBC Radio 3 presenteert donderdagmiddag het muziekdrama Telemaco van Christoph Willibald von Gluck
  • Ergerlijke geluiden als thema van vijf maal een kwartier The essay van BBC Radio3
  • De Britse schrijver en journalist George Orwell overleed op 21 januari 1950
  • Koning Friedrich II van Pruisen en de muziek; twee programma's achtereen op Duitse radiozender NDR Kultur
  • Hedendaagse zoektocht naar de herkomst van het Gulden Vlies
  • Zevende Symfonie van Sjostakovitsj en praten daarover in 'Radio 3 live in concert' via BBC Radio 3
  • Heden exact een halve eeuw gelden stierf de dichter Gerrit Achterberg tijdens een autorit
  • Jan van Parijs blijkt ook een opera te zijn, hier met de Italiaanse titel Gianni di Parigi
  • Drieënnegentig jaar geleden werd de filosofe en communiste Rosa Luxemburg door militairen in Berlijn vermoord
  • Jos van Immerseel en Anima Eterna met Berlioz'Symphonie fantastique deze week tweemaal op Arte-tv
  • Rossini's Assepoester ─ La Cenerentola ─ in 'Opera live' van Radio 4-NL
  • BBC Four-documentaire over de grammar school en de opheffing ervan
  • Op 12 januari 1876 werd de internationaal vermaarde auteur Jack London geboren
  • Tweede deel speelfilm À la recherche du temps perdu deze week tweemaal via TV5 Monde
  • Twee Europese treinreizen op twee verschillende televisiezenders
  • De wilde schoonheid van India, in vijf afleveringen via Arte-tv
  • België EEN vertoont 'de fraaiste liefdesfilm uit de geschiedenis', Brief encounter uit 1945
  • Sterfdag Paul Verlaine heden herdacht
  • Twee verschillende programma's over de componist George Gershwin op de Britse tv-zender BBC Four
  • TV5Monde vertoont A la recherche du temps perdu uit 2011 in twee afleveringen
  • Twee avonden vol monarchen op de beeldbuis thuis: België, Engeland en Frankrijk
  • Verfilmd drama van Paul Claudel: Partage de midi te zien op TV5 Monde
  • Louis Daguerre maakte op 2 januari 1839 de eerste foto van de Maan
  • Oratorium Elijah van Mendelssohn hedenavond in 'Avondconcert' van Radio 4-NL
  • Canvas presenteert Lawrence of Arabia uit 1962, van David Lean
  • Wagners Meistersinger von Nürnberg' op nieuwjaarsdag uit Covent Garden in 'Opera on 3'
  • Jevgeni Onegin van Tsjajkovski op nieuwjaarsdag te zien in 'NTR Podium' op Nederland 2-tv
  • Arte vertoont opnieuw de zijgende klassieker Metropolis
  • Gebroeders Lumière trekken op 28 december 1895 eerste betalende bezoekers voor filmvoorstelling
  • De ware levensgeschiedenis van Elisabeth (Sissi) van Oostenrijk op TV5 Monde
  • Veertien maal een half uur uit Irrungen Wirrungen van Theodor Fontane in 'Am Abend vorgelesen'
  • In 1897 op tweede kerstdag werd WIlly Corsari in het Brusselse Sint-Pieters-Jette geboren
  • Op 25 december 1741 stelde Anders Celsius zijn thermometer voor; het werd anders
  • Het effect van muziek op de mens is neurobiologisch nader onderzocht
  • Op 23 december 1900 experimenteerde Reginald Fessenden, op Cobb Island, met radiogolven
  • Reportage over het kleinste theater voor Grand Opera ter wereld, Manhattan, New York; te zien op Arte-tv
  • Exact zeven decennia geleden stierf de literaire VS-reus Frances Scott Fitzgerald
  • The essay van BBC Radio 3, vijf avonden een kwartier over de kracht van het oeuvre van Charles Dickens
  • Herdenking sterfdag Antonio Stradivari: overleden 18 december 1737
  • Christina Rossetti staat centraal in literatuurprogramma The verb van BBC Radio 3's
  • Man over woord van Canvas-tv: Is Antwerps de oudste taal ter wereld?
  • Tinker Tailor Soldioer Spy, naar gelijknamige roman van John Le Carré, heden in de bioscopen
  • Fictieve documentaire over Napoleons falen op zee, tijdens de slag bij Trafalgar in 1805
  • Geboortedag (1816) van uitvinder-industrieel Ernst Werner von Siemens herdacht
  • Documentaire over schilder Jan Sluijters in Avro's Close up, dinsdagavond via Nederland 2-tv
  • Op 13 december 1797 werd de Duitse, romantische dichter Heinrich Heine geboren
  • 11 en 12 december zijn gekoppeld aan de Italiaanse radiopionier Guglielmo Marconi
  • Words and music van BBC Radio 3 deze zondagavond over 'onze relatie met alcohol'
  • België EEN presenteert op zondag 11 december 'de meest inspirerende speelfilm aller tijden'


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!