Inhoud blog
  • BBC Radio 3: Rabindranath Tagore vijf keer een kwartier in 'The essay'
  • BBC Radio 3 presenteert donderdagmiddag het muziekdrama Telemaco van Christoph Willibald von Gluck
  • Ergerlijke geluiden als thema van vijf maal een kwartier The essay van BBC Radio3
  • De Britse schrijver en journalist George Orwell overleed op 21 januari 1950
  • Koning Friedrich II van Pruisen en de muziek; twee programma's achtereen op Duitse radiozender NDR Kultur
    Zoeken in blog

    Cultuurspectrum
    Woord en beeld
    20-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boekjesreeks Zilveren Verpoozingen uit het begin van de vorige eeuw


    Kleurrijke reeks
    De reeks kleine, gebonden boekjes Zilveren Verpoozingen, die we in een
    bijdrage elders — over een bundeltje met verhaaltjes van het schrijverspaar Scharten-Antink — al even noemden, blijkt nu bijna een eeuw geleden al aardig te zijn ingekleurd qua thematiek.
    Op de laatste bedrukte bladzijde van het opgemelde boekje met zes vertellingen staat een lijst met twintig andere titels, die in dezelfde reeks zijn verschenen. De daarin voorkomende auteurs beperken zich niet tot ons eigen taalgebied: onder de internationaal befaamde namen treffen we die van Hans Holbein aan, die met zijn Doodendans — met bijschriften van Theun de Vries — is vertegenwoordigd, en de Noorse dramaschrijver Henrik Ibsen, wiens Peer Gynt in de serie is opgenomen. Romancière Ina Boudier Bakker (1875-1966) en de ijveraar voor een zuiver taalgebruik Charivarius (1870-1946) [1] zijn Nederlandse schrijvers, die toen volop in de belangstelling stonden, maar nu onder de jeugd niet bepaald grote faam genieten, zijn in die lijst beiden eveneens met elk één titel vertegenwoordigd. De Vlaamse auteur Felix Timmermans (1886-1947) nam in die eerste reeks een vooraanstaande plaats in met maar liefst vijf titels, althans op dat moment; het kunnen er later nog meer geworden zijn.
    Overigens kwamen daarin ook enkele, in ieder geval voor ons, onbekende namen voor, maar dat komt wellicht doordat ze buiten het ruime gebied van de schone letteren vallen, hetgeen sommige van de bij die mensen behorende titels zouden doen vermoeden. Ene C.A. van der Gen is met twee uitgaafjes aanwezig: Zomerbloemen, en ook dat kan nog van alles zijn: roman, verhalen, gedichten, maar, veel waarschijnlijker, een bundel over de natuur; en die gedachte wordt kracht bijgezet door de tweede titel van deze auteur: Langs wegen en dijken. Eveneens met twee titels komt mevrouw J.M. IJssel de Schepper-Bekker voor; titels, die weliswaar beide tot de verbeelding spreken, maar ook al in meer dan één rubriek zouden kunnen vallen: Het laatste stadium — gezien de tijd waarin dat boekje in de reeks is verschenen, is het niet realistisch te denken aan eventuele voorbereidingen voor stervenshulp — en Wat niet mag.
    Wat zeker niet mag, is zonder nadere kennis, en eventueel in te winnen informatie, denigrerend te doen over sommige titels, die wellicht enige prikkelingen in de lachspieren zouden kunnen veroorzaken.



    20-09-2008 om 23:02 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    19-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duits cabaretfestival houdt u bijna vier uur bezig
    Vooraanstaande narren
    Voor de liefhebbers van pittig cabaret belooft de nacht van vrijdag 19 op zaterdag 20 september een klein festijn te worden. Het tweede Duitse televisienet ZDF zendt tussen 00:10 uur en 03:55 uur een lange special uit met daarin hoogtepunten van het recentelijk gehouden Cabaret- en Comedyfestival 3satfestival 2008. Slechts éénmaal wordt de uitzending onderbroken door een aflevering van Heute met daarin actualiteiten van de afgelopen dag, gepresenteerd door de redactie van dat dagelijkse nieuwsprogramma van deze zender. Dat zal een minuut of vijf à tien duren, tenzij er recentelijk iets heel bijzonders is gebeurd: dan wil het programma nog wel eens het dubbele aantal minuten in beslag nemen.


    Optreden zullen onder meer Urban Priol, die eigen gasten ontvangt.
    Deze veelal professorale Beierse cabaretier met zijn onverwisselbare uiterlijk — alleen al diens aparte haardracht prikkelt niet zelden tot lachsalvo's, maar dat kapsel wordt heel snel vergeten als men wordt geconfronteerd met zijn meer dan sappige kritiek op de dagelijkse, vooral Duitse, politiek, op bedrijfsleven, sport, spel en alle daarbij behorende burgermensen — is vooral bekend door het maandelijkse ZDF-programma Neues aus der Anstalt, waarin hij een psychiater in een inrichting speelt die nog wel eens de rollen omdraait en zich uit tegenover patiënten, die echte flink met medicatie worden rustig gehouden, respectievelijk: zulks wordt getracht. Maar de scheidslijn tussen de zielenknijper en diens clièntele is zeer dikwijls tijdens de gesprekken al meer en meer aan het vervagen, waardoor uiteindelijk de rollen totaal lijken omgekeerd. Lijken, want die Onkel Doktor keert altijd op zijn schreden terug, beledigd dat hij zich heeft laten meeslepen.
    Dat programma zit altijd vol vaart en briljante vondsten, en ook heel vergaande kritiek jegens de regerenden en tevens ten opzichte van degenen die dat binnenkort zouden willen doen, is soms zo duidelijk negatief en tot in het fundament afbrekend jegens de behandelde personen dat zelfs een Oooh of Aaah uit de monden van een zaal vol aanhangers klinkt.

    19-09-2008 om 23:12 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    15-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een Symphonie der Tausend van Anna Meredith vormt geen alternatief voor de enige waarachtige
    Massale uitvoering
    Jongstleden zaterdagavond werd in het kader van de massaliteit, die de Last Night of the Proms traditioneel met zich meebrengt, tijdens het gedeelte na de pauze, de wereldpremière gepresenteerd van de opdrachtcompositie Froms, die speciaal voor deze avond werd geschreven door de dertigjarige Schotse Anna Meredith.
    Daartoe zat niet alleen het hele podium in de Londense Albert Hall vol met instrumentalisten en twee BBC-koren, ook in Hyde Park en in andere steden van dat land — Glasgow, Dublin en elders — waren ensembles gereed om hun bijdrage te leveren, op het juiste teken van hun respectieve centurio's, die allen onder hoofdverantwoordelijke leiding stonden van Roger Norrington, ondersteund door een enorme staf aan technisch personeel alsook de daarvoor benodigde snufjes, zoals satellieten en nog weer recentere, nieuwerwetse parafernalia.
    Zou het nog erg veel tijd vergen voordat de eerste interstellaire, dan wel interplanetaire, Uitspanselomroep-Prom een feit kan worden? Zolang zich mensen in de ruimte bevinden, die zijn voorzien van een enorme batterij aan technische uitrustingen en communicatiematerieel, is het technisch vast al wel uitvoerbaar. Mocht er tegen die tijd ook nog een groen wezentje bereid zijn de gewenste medewerking te verlenen, dan speelt zo'n Prom heel mooi in op de wensen en tevens eisen van de toekomst: mooi groen en zeer verantwoord. Dat is nog eens iets anders dan een gesimuleerde Big Bang onder het alom toeziende oog van de Biggest Brotherhood.
    Enfin, het resultaat was acht minuten spectaculaire geluiden, geheel in overeenstemming met het concept, en de componiste leek tevreden met het resultaat, zoals ze van tevoren tegen presentatrice Suzy Klein had gezegd dat ze er vol spanning naar uitzag. Hoeveel competente componisten is het overigens gegeven zo'n omvangrijk stuk te concipiëren en vervolgens mee te helpen aan de realisatie ervan. . . .
    En laten we even heel nuchter zijn: zelfs als je van tevoren beseft dat het nieuwe werk zeker geen repertoirestuk zal worden en — gezien de hoge eisen die aan iedereen alles en eromheen worden gesteld — ook niet kan worden: veel extra naamsbekendheid is gegarandeerd, en ook de gedachte dat een kleine miljard mensen jouw werk dan zullen beluistren, is niet bepaald zonder prikkelende bijgedachte.


    Geheel in overeenstemming met wat we konden, en tevens mochten, verwachten, was het — qua omvang en presentatie — massale werk bepaald geen verrassing. Heel letterlijk genomen kan het wel als een Symphonie der Tausend worden gekwalificeerd, aangezien ook Gustav Mahler maar achthonderd uitvoerenden voor zijn werk met die naam beschikbaar had en er sym-fonie — sun: samen; fonia: klank — werd geproduceerd, maar naar de geldende maatstaven was het zeker geen symfonie en heeft de maakster ook niet geïndiceerd dat ze die indruk wilde wekken.
    Gustav Mahlers oeuvre, en met name die Achtste Symfonie, werd op geen enkele wijze bedreigd door het nieuwe stuk dat wel groot maar zeker niet groots is. Maar ook dat wilde Anna Meredith ons geenszins doen geloven, en mede daarom is een felicitatie zeker op haar plaats.

    15-09-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    14-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jack Kerouac in de herhaling op BBC Two, in de uren van zondag 14 op maandag 15 september
    Een uur reizen in de tijd
    Onder
    verwijzing naar ons lop maandag 10 december 2007 op dit net, willen we u erop attenderen dat de filmreportage die Russell Brand voor de BBC maakte "in de voetsporen van de Amerikaanse schrijver Jack Kerouac" zondag 14 september, laat in de avonduren tot in de nacht op maandag 15 september, zal worden herhaald. De titel van de film luidt Russell Brand on the road, en deze zal worden gepresenteerd tussen 23:45 uur en 00:45 uur. Kerouac is de literaire held bij uitstek voor deze opvallende en somtijds nietsontziende Russell Brand, die — als u het mij al zou vragen — vast en zeker ook in de tijd van Kerouac zelf, en waarschijnlijk toch ook wel heel graag met hem on the road had willen doorbrengen. Een uiterst romantische voorstelling, die ongetwijfeld ontluisterend zou blijken als men zich, eenmaal door omstandigheden gedwongen, dan wel uit volgehouden vrije wil, aan zo'n experiment had willen onderwerp: in de ijzige kou of gloeiende hitte in een goederenwagon over het uitgestrekte Yankse spoorwegnet en dan de kans lopen te worden gegrepen door honger, dorst en een (al dan niet semi-) sadistische spoorwegambtenaar in hart en nieren.
    Fascinerende film, vooral in een huiskamer op temperatuur en een minimum aan eten en drinken, zoals vele bevoorrechten dit thans kunnen bekijken, overdenken en navertellen.
    U begrijpt het vast al wel: van harte aanbevolen.

    14-09-2008 om 18:09 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goethe's Werther in een egentijdse vormgeving als verfilmde theateruitvoering nog tweemaal op Arte
    Die Briefe eines klugen Mannes enthalten immer den Charakter der Leute, an die er schreibt. Dieses kann in einem Roman in Briefe sehr schön gezeigt werden. — Georg Christoph Lichtenberg. (1742-1799)
    _________
    Recente verfilming van theatervoorstelling

    Gisteravond heeft de Frans-Duitse cultuurzender Arte het programma besloten met de dit jaar gereedgekomen speelfilm Werther van Uwe Janson. De rolprent zal op dezelfde zender worden herhaald op zondag 14 september, tussen 09:15 uur en 11:05 uur, en op de 23ste van deze maand nogmaals.
    Het is een aan de huidige tijd aangepaste versie van de roman in brieven Die Leiden des jungen Werther in 1774 voor het eerst gepubliceerd door de toenmalige uitgever van het universele cultuurgenie Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832). Dertien jaar later is de tweede versie daarvan verschenen.
    De hoofdpersoon, Werther, een overgevoelig jongmens dat iets te subjectief in het leven staat, en daardoor steeds opnieuw problemen ondervindt met het accepteren van de realiteit en het (v)erkennen van de grenzen daarvan. Die houding neemt hij eveneens aan in sterk persoonlijke relaties: hij wordt verliefd op de met zijn vriend Albert verloofde Lotte, en voelt zich daarbij overmatig gelukkig, maar door ongewilde, gedwongen confrontatie met de werkelijkheid slaat deze himmelhoch jauchzende stemming om in een van zum Tode betrübt, helaas ook daar zonder grenzen, alsmede iets minder strak lopende begrenzingen te onderkennen, waardoor de al net zo buitensporige droefenis letterlijk tot de dood leidt: zelfdoding om daarmee zijn eenheid met de natuur te herstellen.

    Hysterische persoonlijkheid
    Met deze Werther heeft de auteur Goethe zichzelf kunnen bevrijden van de in de dagelijkse werkelijkheid opdoemende conflicten tussen de als nagelen diep ingeslagen affecties aan de ene kant en sociale normen en waarden daartegenover. Het is ook niet verbazingwekkend dat tal van componisten deze gevoelsmatig complexe stof zeer geschikt achtten voor een muziekdrama, dat het dan ook van kunstig geuite emoties moet hebben: zowel in de vocale bijdragen, alsook in de instrumentale vanuit de orkestbak. Dat men daabijr soms — door welke oorzaken dan ook — overdadig zwaar aangezette melodieën heeft kunnen waarnemen, ligt eventueel aan de componist, maar uiteindelijk toch ook en vooral aan degene die qua muzikale leiding de handen in het spel heeft.
    In sommige literatuur over Werther wordt over deze hoofdpersoon gesproken als een nerveus karakter. Dat is wellicht binnen de Sturm und Drang-periode een aanvaardbare kwalificaitie, aan het einde van de maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste twee eeuwen zouden wij eerder geneigd zijn te spreken van hyperbolische uitingen tot en met vormen van uiterste hysterie.

    Beeldaanpassingen
    In de film — die uiterlijk in een modern jasje is gestoken en waarin op basis daarvan rekening is gehouden met de sociale wijzigingen in de directe omgeving van de protagonisten alsook in hun middelen van communicatie, alsmede hun onvermogen tot werkelijk communiceren — zien we toeterende en overmatig snel rijdende automobielen in plaats van de briesende en hoeven stampende paarden. Daar staat tegenover dat de gevoelsuitingen tussen de mensen onderling, zij het tussen gelieven of vermeende, dan wel eertijd hartstochtelijke vrienden, min of meer dezelfde gebleven zijn, al zou Goethe van sommig woordgebruik misschien moeten wennen. Dat er veel aan coprolalie wordt gebezigd in de aan de tegenwoordige staat van een dergelijke woordenwisseling kennelijk geheel onverbrekelijk verbonden taaluitingen, zou die Johann Wolfgang von Goethe wellicht minder afschrikken dan menigeen — op grond van de voortgeschreden tijd — denkt, vooral als men niet op de hoogte is van het feit dat ook het universele genie Goethe erotica heeft geschreven waarin paard en wortel, merrie en pruim hun opwachting maken.
    __________

    Zie ook onze bijdrage op onze zustersite Tempel der Theaterkunsten in verband met een documentaire over Goethe als dramaticus. Die wordt op Arte uitgezonden in aansluiting op de film Werther.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Scène uit de verfilming door Uwe Janson van Werther. Stefan Konarske als Werther en Hannah Herzsprung als Lotte.
    2. Titelpagina van het eerste deel van de oorspronkelijke editie van Werther, verschenen in 1774 bij de Weygandsche Buchhandlung.
    3. Werther maakt door middel van een pistoolkogel een einde aan zijn leven. Verbeeld in een anonieme aquarel, waarvan wordt aangenomen dat deze voor 1780 is vervaardigd, maar geheel zeker is men daarvan niet.

    14-09-2008 om 02:47 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    12-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Platgetreden paden bezaaid met overbekende melodieën tijdens BBC's Last Night of the Proms
     
    Massaliteit alom
    Talloos veel miljoenen kijkers en luisteraars, verspreid over onze globe, zullen aanstaande zaterdag 's avonds opnieuw voor het huiskamerscherm zitten om het jaarlijkse klassieke muziekfestijn bij uitstek — The Last Night of the Proms met nog onaardig wat meer spektakel, en doorgaans erg flauwe, grappen en dito grollen, dan dat elke Nieuwjaarsdag weer vanuit Wenen het geval is — door, voorzover dat de muziek betreft, een podium met instrumentale en vocale uitvoerenden — en niet te vergeten een dirigent —, die een gevarieerd programma voor de pauze zullen presenteren, en na de pauze zowaar een première en een door Benjamin Britten (1913-1976) bewerkt, reeds veel langer bestaand muziekstuk.
    Daarna komt de herhaling van elk jaar steeds maar weer hetzelfde van Elgar, Vaughan Williams, Thomas Arne, en — voorafgaande aan de National Anthem — Jerusalem van Charles Hubert Hastings Parry (1848-1918), die zijn internationale bekendheid aan precies dit werk te danken heeft. Op veel scholen in het Verenigd Koninkrijk en in de voormalige vazalstaten is Jerusalem nog altijd een verplicht nummer 's ochtends vroeg in de aula, alvorens de lessen mogen beginnen. Het is dus niet voor niets dat zoveel mensen dit, op zich helemaal niet zo beroerde stuk, Jerusalem intens haten. "Ik wil het nooit meer horen!" is een niet zelden geuite verzuchting.

    Pijnlijke onderwaardering
    Het zal je, als kunstenaar, toch maar tijdens je ondermaanse bestaan reeds overkomen: je naam blijft ten eeuwigen dage voornamelijk verbonden aan slechts één werk, ook al zijn er, verspreid voorkomend, mensen en instellingen die iets meer over je weten en tevens proberen die kennis in woord, geschrift en daad, en, mutatis mutandis, in gepaste klanken, te blijven verspreiden. Bijna elk land heeft wel zo'n figuur in de verschillende disciplines van de cultuur. Kent iemand in Nederland nog de bekwame musicus, componerend in neoromatische stijl, Peter van Anrooy (1879-1954), van iets anders dan de Piet Heyn Rhapsodie? En hoevelen, die niet dagelijks gedichten uit het klassieke repertoire lezen, kennen Hendrik Marsman (1899-1940) van een ander literair werk dan het gedicht Denkend aan Holland...? In de Duitse cultuur vergaat het Ludwig van Beethoven (1770-1827) in tal van kringen nauwelijks beter: het pianodeuntje Für Elise weet menigeen stante pede op te hoesten, en, afhankelijk van de context, meer nog het, ten onrechte als zodanig gekwalificeerde, Noodlotsthema dat de Vijfde Symfonie opent. En is het Friedrich von Schiller (1759-1805) beter vergaan? Bijna ieder, die in zijn middelbare schooljaren Duits heeft gehad, roept terecht Die Glocke, daarentegen is het aantal mensen te verwaarlozen, dat weet dat hij ook de auteur is van de ode An die Freude, die als koortekst dient in het laatste deel van Beethovens Negende Symfonie.
    In het Verenigd Koninkrijk blijft de naam (Charles) Hubert (Hastings) Parry — componist van tal van werken in uiteenlopende disciplines van de muziekcultuur — voor de eeuwigheid, helaas, vrijwel uitsluitend verbonden aan zijn toonzetting van Jerusalem dat de dichter en beeldend kunstenaar William Blake (1757-1827) omstreeks 1803 heeft geschreven.

    Groot talent

    Parry werd in 1848 in Bornemouth geboren als kind van welgestelde ouders. Gedurende zijn primaire scholing in Eton kreeg hij reeds muzieklessen van George Elvey (1816-1893) van de Saint George's Chapel. Eenmaal in Oxford, ging hij compositie studeren bij Henry Hugo Pierson (1815-1873). Al die invloeden, in combinatie met het muzikale talent dat hem gegeven was, zorgden ervoor dat Parry als tweeëntwintigjarige reeds Bachelor of Music van Oxford werd. Maar nadat hij was afgestudeerd, ging hij eerst drie jaar werken op het bekende kantoor van Lloyds (of London) Verzekeringsmaatschappij. Tegelijkertijd kreeg hij compositieles van Edward Dannreuther [1] (1844-1905), die Parry met de muziek van Richard Wagner (1813-1883) in contact bracht, en die hem in kleine kring wel een aardig podium voor zijn composities in de sfeer van de kamermuziek bood: tijdens eigen huisconcerten. Dertig jaar oud was Parry toen hij zijn eerste orkestwerk publiceerde: het Pianoconcert in fis-klein.

    Bijbelse invloeden
    Vervolgens schreef Parry een hele reeks werken in tal van muzikale disciplines: kamermuziek, odes, koorwerken, cantates, liederen en libretti. Drie oratoria heeft hij de (in principe Britse) luisteraars geschonken: Judith (1888), Job (1892) en Koning Saul (ca. 1894).

    Naar aanleiding van dat vele componeren is wel eens beweerd dat die Parry desnoods de complete Bijbel op muziek zou zetten. Je ontkomt niet aan de indruk dat dit enigszins denigrerend is bedoeld geweest, zeker als men daarbij bedenkt dat de componist nog zoveel andere functies vervulde en steeds, op ieder vrij moment, er weer even voor ging zitten. Zoals gezegd: een vakman, die als componist door de wol was gekleurd en alles kon, behalve de muzikale hemel bestormen en waarlijk nieuwe wegen inslaan. Een ander saillant detail is dat tal van musciologen en critici van mening waren dat velen zo intens van zijn muziek hielden omdat de man zo'n beminnelijk wezen was.... Hubert Parry was niet de eerste kunstenaar die dat is overkomen, en hij zal al evenmin de laatste geweest zijn.

    Nevenfuncties
    Vanaf 1883 doceerde Parry aan het Royal College of Music, waar hij opklom tot directeur, een positie die hij vanaf 1894 tot aan zijn overlijden in 1918 heeft bekleed. Daarnaast werd hij in 1900 ook nog professor in Oxford. Eén van zijn beroemdste studenten was Ralph Vaughan Williams (1872-1958), die enorme bewondering koesterde voor de structuur van Parry's compositietechiek voor koorwerken.
    Naast zijn functies als directeur en componist heeft Parry ook nog diverse boeken geschreven, waaronder: The Art of Music (1893, 1896) en The Music of the Seventeenth Century (1902, als deel III van de Oxford History of Music), in 1909 weer gevolgd door Johann Sebastian Bach, en in 1911 door Style in Musical Art.
    Vanaf 1877 was Parry, op uitnodiging van de initiator, George Grove (1820-1900), tevens medewerker van diens befaamde Dictionary of Music.
    Het heeft de successieve Engelse majesteiten van anno toen behaagd de kunstenaar te onderscheiden. In 1898 werd hij door Victoria geridderd, en vijf jaar later verleende Eduard VII aan Hubert Parry de titel baronet.

    Tweeslachtige bejegening
    Erg opvallend is de zeer tweeslachtige bejegening van de componist Parry, niet alleen door musicologen en critici, maar al evenzeer door muziekhistorici en aanverwante kenners. De beroemde, maar evenzo beruchte, muziekscribent George Bernard Shaw (1856-1950) was in zijn afwijzing van Parry's muziek zeer duidelijk, en dat zorgde wel eens voor wat onbegrip. Maar, geplaatst binnen de context van Shaws voorkeuren ― minder muzikaal talent en genie dan Richard Wagner vond in zijn ogen per definitie geen genade ―, kregen ook Johannes Brahms en Antonín Dvořak dezelfde 'behandeling', wat de afwijzing van zijn landsman vanzelfsprekend wel weer wat relativeert.

    Literatuur
    Tal van boeken die de Engelse muziek van, ruim genomen, de laatste eeuw behandelen, noemen Parry slechts terloops of laten slechts één of enkele titel(s) uit zijn rijke oeuvre de revue passeren. Werken die specifiek gericht zijn op de Engelse muziek van de twintigste eeuw noemen steevast Edward Elgar (1857-1934), Ralph Vaughan Williams (1872-1958), Frederick Delius (1863-1943) en diverse andere directe tijdgenoten van Parry, maar al deze laten onze protagonist van hun vaderlandse muziekwereld en zijn oeuvre links liggen. De Nederlandse musicus Marius Flothuis (1914-2001) doet in zijn boek Hedendaagse Engelse componisten, ongeveer een halve eeuw geleden verschenen, evenmin een poging om Parry in zijn overwegingen te betrekken.

    Uitgebreide informatie
    Hoewel Charles Hubert Hastings Parry in een overzichtswerk van de twintigste eeuwse muziek in Scandinavië, Engeland en Nederland ― geschreven door de componist Humphrey Searle (1915-1982) en Robert Layton (geb. 1930) ― eveneens slechts in één alinea voorkomt, wordt daarin wel vermeld dat zijn muziek, ondanks het feit dat deze zeer weinig meer wordt gespeeld, echter een zodanig niveau heeft dat het alles overstijgt wat eerder in de negentiende eeuw werd geschreven.
    Een andere autoriteit op het gebied van de Engelse muziek, Henry Raynor, wijst erop dat slechts twee werken van Parry de tand des tijds hebben doorstaan: het eerder genoemde (en jaarlijks voor een ontelbaar aantal televisiekijkers en radioluisteraars in de Albert Hall te Londen gespeelde Jerusalem) en de psalmbewerking I was glad, gecomponeerd in 1902 ter gelegenheid van de kroning van Edward VII. Deze psalmversie kreeg, inmiddels een kleine vier decennia geleden, een aardig wat ruimere bekendheid buiten het Verenigd Koninkrijk door het Kings College Choir van Cambridge, dat het eveneens op de uiterst succesvolle grammofoonplaat The Psalms of David vertolkt.

    Oxford-standaardwerk
    In schril contrast daarmee is de relatief uitgebreide aandacht die Ernest Walker (1870-1949) besteedt aan Hubert Parry en diens muziek. Hij doet dat in zijn standaardwerk A History of Music in England uit 1907 (Oxford University Press). Die datum ― Parry leefde toen nog ― zou op zich een gedeeltelijke verklaring kunnen zijn voor het feit dat er zo'n dertig van zijn werken in het boek aan de orde komen. Maar ook in de herdrukken is het belang van deze componist in historisch perspectief gelijk gebleven, hetgeen in het kader van de opzet van zo'n boek weliswaar principieel geen verwondering wekt, maar in de praktijk niet altijd een wet van Meden en Perzen is gebleken.
    Walker geeft een beknopt overzicht van Parry's leven en hij besteedt bijna vier pagina's aan diens werk. Verder komen de componist en afzonderlijke van zijn stukken in de loop van de geschiedenis weer aan bod waar dat noodzakelijk dan wel nuttig is.

    Renaissance
    Die opvatting wordt onderbouwd door de analytische muziekscribent Eric Blom (1888-1959), die de rehabilitatie van de kwaliteit in de muziek, met het niveau van Purcell, en daarmee het begin van de renaissance, toespitst op de jaren 1880-1900. Het is Hubert Parry geweest die, met zijn koorwerk op scènes uit Prometheus Unbound van Percy Bysshe Shelley (1792-1822), tijdens het Gloucester Three Choirs Festival van 1880, hiertoe de aanzet heeft gegeven. Weliswaar is het geen spectaculair-revolutionaire compositie, maar de nieuwe richting was hiermee onomkeerbaar aangegeven.

    De Nationale Hymne van Parry werd gecomponeerd in 1916 en zes jaar daarna georkestreerd door Edward Elgar:

    JERUSALEM:
    And did those feet in ancient time
    Walk up on England's mountains green?
    And was the Holy Lamb of God
    On England's pleasant pastures seen?

    And did the countenance divine
    Shine forth upon our clouded hills?
    And was Jerusalem builded here
    Among those dark satanic mills?

    Bring me my bow of burning gold!
    Bring me my arrows of desire!
    Bring me my spear! O clouds unfold!
    Bring me my chariot of fire!

    I will not cease from mental fight,
    Nor shall my sword sleep in my hand,
    Till we have built Jerusalem
    In England's green and pleasant land.


    Ritueel gebruik
    William Blake's Jerusalem is opgenomen in het hoofdstuk National Hymns (nr. 640; zie de afb.) van The Church Hymnary (with music) van de Oxford University Press, ten gebruike tijdens de eredienst in tal van (meestal presbyteriaanse) kerken in het Verenigd Koninkrijk. Parry is in dat boek eveneens vertegenwoordigd met zijn toonzetting van The Lord Jesus Christ op tekst van Charles Wesley (1707-1788) en The Christian Life van de thans bijna vergeten dichter John Geenleaf Whittier (1807-1892).
    __________

    [1] Edward Dannreuther heeft de tekst van Über das Dirigieren van Richard Wagner — dat in 1869 gelijktijdig in de Neue Zeitschrift für Musik en in de New York Musik-Zeitung was verschenen —, vertaald als On Conducting.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Benjamin Britten.Tekening uit 1987 van Eildert Beeftink.
    2. De veelvuldig onderschatte componist Charles Hubert Hastings Parry.
    3. De Engelse dichter William Blake, in 1807 geschilderd door Thomas Phillips (1770-1845).
    4. Saul wordt gezalfd. (I Samuel X, 1). Afbeelding uit de Printbybel A.D. 1696.
    5. Muziekscribent George Grove, initiator van GROVE Dictionary of Music and Musicians.
    6. Muziekcriticus en een der grootste dramaschrijvers van de eerste helft der twintigste eeuw, George Berard Shaw.
    7. De componist Frederick Delius.
    8. Tekst op de voorzijde van het stofomslag van de editie 1970 van Walkers boek uit 1907.
    9. Portret van de dichter Percy Bysshe Shelley.
    10. Pagina uit de Church Hymnary met de muziek en de tekst van Jerusalem.


    12-09-2008 om 08:42 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    11-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Humor volgens één der vele Leekedichtjes van onze taalgenoot Petrus Augustus de Génestet
    Geliefd vanwege zijn toegankelijkheid
    De goden moeten simpelweg de Nederlandse theoloog en dichter Petrus Augustis de Génestet (1829-1861) wel bijzonder hebben bemind, want hij is nog geen tweeëndertig jaar oud geworden. Zelfs het volgens niet de geringsten onder ons werd zelfs het universele muziekgenie Mozart tenminste nog vijfendertig jaar, maar diens Spaanse tegenhanger Juan Chrisostomo de Arriaga. Of onze dichtergrootheid De Génestet, uit de eerste helft van de negentiende eeuw, ook tot die grote hoogten in kwaliteit mag worden gerekend, zou enigszins in twijfel mogen worden getrokken, maar zijn toenmalige populariteit — op basis van de ruime toegankelijkheid van zijn gedichten die enerzijds een gevoelige snaar konden raken en aan de andere kant werden gedragen door het fenomeen humor — is daaraan niet onderhevig.
    Zijn Leekedichtjes — 114 in getal — zijn in 1861, zijn sterfjaar, voor het eerst verschenen. Opvallend is dat in de geïllustreerde bibliografie van de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage deze verzameling consequent — en tevens zichtbaar op diverse titelpagina's — als Leekedichtjens, dus met een extra N, wordt gespeld.
    Meer daarover op onze zustersite Tempel der Letteren van heden.
    In die Leekedichtjes staat een korte bijdrage, nummer 111 met een titel die op specifiek deze site past:

    CXI

    H U M O R

    Een rijke taal vol geest en — ingehouden tranen,
    Vol zin — ook zéér geschikt tot leren en vermanen,
    Mits maar de vrienden haar verstaan.
    Want velen klinkt ze als Grieksch; voor anderen weer — profaan.
    __________

    Op de Nederlandse cultuursite Tempel der Wijze Woorden kunt u in een bijdrage, eveneens van heden, nog een tiental voorbeelden vinden van Leekedichtje(n)s van deze dominee-dichter.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. P.A. de Génestet.
    2. Voorplat van De Dichtwerken van P.A. de Génestet, in eenuitgave van 1886, Elsevier, Rotterdam (zevende druk). Zie ook de bijdrage op Tempel der Letteren voor een andere band van dezelfde druk uit 1886.
    Bijzonderheid hieraan is dat we hier nu een goed voorbeeld hebben van een halflinnen band. Het voorplat zelf is er één van in de tijd passend gemarmerd papier met een waaiermotief, c.q. pauwenveren-ornamenen. Ten onrechte nemen inmiddels hele volksstammen, inclusief boekhandelaren, aan dat alleen een rug in het materiaal dat wordt benoemd, vldoende is om van halflinnen, halfleer, etc. te spreken, doch dan gaat het om kwartleer, etc.. Pas als de twee direct zichtbare hoekjes van het voor of achterplat eveneens zijn aangepast, mag men spreken van halflinnen of ander materiaal.

    11-09-2008 om 19:33 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    09-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jozef Cantré's bijzondere Jaakske met zijn fluitje

    Onverwacht
    Aan het eind van de vorige eeuw kwam ik door een puur toeval in het bezit van het boekje waarvan u hierboven het voorplat — met enige waterschade — ziet afgebeeld. Hoe die er sedert het tijdstip van verschijnen, in het jaar 1932, op terecht gekomen is, weet ik echter niet; ik kreeg het pas een jaar of dertien geleden in handen gedrukt en mocht het meteen houden. Degene die me dat toen offreerde, meldde daarbij nog: "Jij houdt wel van mooie kleurenplaatjes." En mooi zijn ze, die verschillende door de maker van de afbeeldingen met de hand ingekleurde afdrukken van de houtjes die hij voordien zelf had gesneden: Jozef Cantré (1890-1957). Als u goed kijkt, zult u kunnen zien dat op het voorplat een accent grave op de laatste letter van diens naam staat, maar dat op de titelpagina van het boek — die u hieronder afgebeeld kunt zien — zijn naam wel juist is gespeld.


    Cantré snijdt hout
    De houtjes voor de kleurenillustraties zijn gesneden in de jaren 1926 en 1930. De oplage van het boekje bedraagt in totaal tweehonderd exemplaren, die alle zijn genummerd, en gedrukt op Hollandsch Van Gelder Zonen. Dat zeer geringe aantal — verspreid over Vlaanderen en Nederland — heeft het boekje tot een bijzonderheid gemaakt.
    Zoals de titelpagina reeds vermeldt, is het verhaal binnenin geheel in overeenstemming met het oude Vlaamse volksboek. Daarin staat dat Jacobus, de zoon van Hans van Tichelen en zijn lieve huisvrouw, net als alle anderen met die voornaam, Jaakske — of soms ook wel Jak of Jakes — werd genoemd. Nog maar zes jaren oud, werd dit manneke halfwees, en vanaf dat moment beginnen zijn eigenlijke avonturen, die in prachtig-archaïsche bewoordingen worden verteld. De daarbij behorende drukletters zijn van een intense duidelijkheid, die de wens doen opkomen dat menig boek heden ten dage eveneens zo zoude worden afgeleverd. Maar zodra er sprake is van een bibliofiele editie met een zo geringe oplage, is ook de prijs dienovereenkomstig, en nieuwe boeken zijn per definitie niet (meer) echt gunstig qua prijs.


    Kleine oplaag
    En als er al een kunstenaar te vinden zou zijn, die zelf eerst houtjes snijdt om die later met de hand in te kleuren alvorens deze in het drukproces hun plaatsje kunnen krijgen, dan kan het helemaal niet anders dan een zeer prijzig gebeuren worden, alleen al vanwege de tijdverslindende elementen in dat proces. Waarmee overigens niet gezegd wil zijn dat zo'n boek dan te veel zou kosten, maar wel dat het voor vele geïnteresseerden niet meer tot de categorie der vervulbare wensen behoort.
    Voor de volledigheid moet daaraan wel worden toegevoegd dat zo'n genummerd exemplaar uit een oplage van tweehonderd ook niet te grabbel zal worden gegooid voor een klein stapeltje euro's.
    In de loop van het verhaal komen die Jaakske en zijn stiefmoeder in aanraking met 't Geestelijk Hof, doordat een kluizenaar had beweerd dat hij verwondingen had opgelopen door het fluitspel van Jaakske. De Officiaal van het Hof wil daarvan echter dan wel eens persoonlijk kennisnemen, en die situatie leverde bij Jozef Cantré de hierboven zichtbare illustratie op.


    Uiterst kwalijke stiefmoeder
    Zo'n volksverhaal zit — net als ons huidige, ware dagelijks leven — vol valkuilen en liederlijke lieden, die vervuld zijn door het onbedaarlijke verlangen om macht uit te oefenen door kwaad te doen, en zo kwaad bloed te zetten. Niet alleen door het verspreiden van leugens, laster, lagen en listen — zoals tal van regeringsleiders dat heden ten dage jegens hun volk doen in een grotere mate dan een boze stiefmoeder ten opzichte van een fluitspelend stiefkind —, doch eveneens door het afleggen van een valse getuigenis. In Jaakske's geval leidde zulk een misdrijf van de stiefmoeder ertoe dat die jongen gevangen gezet werd, al had dit met de van een waarlijk onfris karakter doordrenkte stiefmoeder — die, indien onderzocht, wellicht genetisch gelieerd had blijken te zijn aan die van Assepoester — moeten gebeuren.
    Nauwelijks komt die jongen opnieuw vrij en keert die naïeveling terug naar huis, of dat stiefmederlijke secreet — dat te veelvuldig blazend met haar achterkwartier ook anderen in haar eigen onfrisheid laat delen — verbrandde Jaakske's fluitje "te pulver".
    Dat heeft Cantré — hierboven zichtbaar — zeer treffend uitgebeeld: de stiefmoeder heeft een tronie die ook bij een mensenetende reus, vampier of andere massamoordenaar niet zou misstaan.

    Monnikenwerk
    et totale aantal illustraties in kleuren binnenin dit uiterst fraai vormgegeven, maar — met in het geheel veertig blazijden inclusief het voorwerk — niet omvangrijke boek beloopt zevenentwintig, inclusief de initialen aan het begin van ieder nieuw hoofdstuk, waarmee de aloude traditie van het monnikenwerk, zij het in een ietwat moderner jasje, in ere is gehouden.
    Kort en goed, het verhaal wordt niet alleen verteld in een dusdanig bloemrijke taal dat menigeen van de jongere generaties het als een archaïsch geheel zal ondergaan, met uitzondering wellicht van enige Vlamingen, die op diverse punten iets meer gevoel voor dergelijke tradities hebben en deze ook nog wat meer schijnen te onderhouden.

    Colofon
    In het Colofon dat in het boek over Jaakske, tegenover de titelpagina staat, hetgeen betekent bladzijde 4, aangezien het schutblad, in dit geval niet van een andere papiersoort, wordt gevolgd door een blad met op pagina 3 een zogeheten Franse titel. In de teksten hierboven reeds zo één en ander aan informatie daaruit aan u te hebben gepresenteerd, rest mij nog te melden dat het boekje is gedrukt door J.-E Buschmann te Antwerpen, en dat het met de hand aangebrachte nummer (41) onder het Colofon en boven het vignet van Jozef Cantré staat.

    09-09-2008 om 23:08 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    08-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CIA gebruikt aloude nazi-methoden van folteren en tal van aanverwante misdadigheden
    Beestachtige moffenmethoden als leidraad
    In de documentaire reeks Die Story — een volstrekt onzinnige titel voor een Duitstalige serie televisieprogramma's — presenteert de Westdeutsche Rundfunk (WDR) maandag 8 september, in de avond, tussen 22:00 uur en 22:45 uur, een documentaire over de geheime foltermethoden, die allang niet meer zo geheim zijn, en die in opdracht van de hoogste politieke verantwoordelijken worden toegepast. Dat die Bush junior loog toen hij in de camera bezwoer dat zulke methoden niet werden gebruikt in en/of door het vrije Amerika, kon ieder aan zijn lichaamstaal zien. Vervolgens is hij wel de uiteindelijk verantwoordelijke en dient hij in te staan voor al die gebeurtenissen in Aboe Ghraib, de voormalige gevangenis van Sadadm Hoessein — die door diezelfde uiterst verachtenswaardige president als "de folterkelders van Saddam" werden omschreven, maar intussen was verworden tot een nieuw folterinstituut in wederrechtelijk bezet gebied door dat Yankentuig, en dat hij eveneens verantwoordelijk  is voor nog veel meer aan beestachtigheden — zoals zijn eigen concentratiekamp op Cuba —, valt evenmin te ontkennen en is ook in ruime mate aan de wereld bekend. Dat hij slechts wordt gestraft met het predikaat "slechtste president in de geschiedenis van de Verenigde Staten" zou wellicht een heel even pijnlijk bijverschijnsel voor hem kunnen zijn, maar zijn geldelijke beloningen en baantjes zal ook dit geïncarneerde dieptepunt in de geschiedenis van de Nieuwe Wereld wel van dubieuze vriendjes toegeschoven krijgen. Helaas is daar niet een pak speciaal gebakken beschuit met cyaankali bij.
    Hoewel films over folteren en gefolterden tot het meest onappetijtelijke behoren wat het huiskamerscherm te bieden heeft, is het voor elk vrijheidslievend mens noodzakelijk kennis te nemen van de methoden van een zichzelf als democratie afficherende natie, die deze via een speciaal Handboek simpelweg hebben overgenomen van de nationaal-socialistische, sadisten en anderzins geestelijk gestoorden uit het Derde Rijk.
    Kort en goed, tel uit de winst van meer dan zes decennia na de ingebeelde ondergang van de mentaliteit der Gestapo en aanverwante dood en verderf zaaiende instituten uit het Derde Rijk.
    __________
    Foto: George Bush, één van de gruwelijkste (oorlogs)misdadigers uit de geschiedenis van de mensheid, en een vleesgeworden dieptepunt binnen de maatstaven der menselijkheid.

    08-09-2008 om 12:03 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (1)
    07-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Associatieve kanttekeningen bij de nog lopende reeks BBC Proms 2008, die zijn laatste week is ingegaan
    Nog zes dagen na vandaag worden er in de Albert Hall in de Engelse hoofdstad concerten gegeven in de reeks BBC Proms 2008, maar dan is het voorbij, en zal men af en toe een concert op BBC Radio 3 in de herhaling kunnen horen of zelfs op de televisie — meestal is dat BBC Four television — opnieuw kunnen zien. Doch voordat het geijkte, sterk nationalistisch getinte gedeelte na de pauze van de Last Night of the Proms op zaterdag 13 september weer eens over talloos veel miljoenen kijkers en luisteraars, verspreid over de globe zal worden uitgestort, en door een uitzinnig, voornamelijk kritiekloos publiek zal worden bejubeld — waarmee opnieuw zal worden bewezen dat applaus in vrijwel geen enkel geval nog als graadmeter kan dienen —, zullen de zes dagen daaraan voorafgaand nog diverse composities op het podium van de Royal Albert Hall worden uitgevoerd..
    Daarbij komt dat er niet zelden tijdens de Proms tussen de delen van een symfonie of soloconcert wordt geapplaudisseerd. Een oud zeer, dat meestal wordt afgedaan als uiterst provinciaal, daarmee doelend op de onbekendheid met de gebruiken in een concertzaal. Diverse solisten en dirigenten klagen daar dan ook al wel een eeuw over. Soms leidt dat ertoe dat men tijdens een praatje vooraf nog eens het verzoek tot het publiek richt om niet tussen de delen te applaudisseren, veelal met een averechts effect.
    Ooit heb ik daar een kritische kanttekening bij geplaatst in een orkesttijdschrift, doch daarvan raakte de toch al niet zo bekwame publiciteitsmedewerkers nogal geïrriteerd. "Liever te veel applaus dan dat de mensen door zo'n kritiek wegblijven," vond het leeghoofd.
    Doch gelukkig zijn er nog altijd mensen die zich willen inzetten voor een zo aangenaam mogelijk verloop van een concert, niet alleen voor de toehoorders, doch evenzeer voor de executanten. Prommer Jon Jacob heeft zo zijn gedachten daarover.

    Beethovens Vijfde
    Dat kritiekloze bleek hedenavond ook weer toen het BBC Symphony Orchestra —onder leiding van zijn principal guest conductor David Robertson — een weliswaar redelijke, maar alles behalve vlekkeloze en in het geheel niet moverende uitvoering heeft gerealiseerd van Beethovens Vijfde Symfonie met een strijkerskwintet op basis van acht contrabassen. Dat alleen al is in schrijnende tegenstelling met de nadrukkelijk heel wat schaarsere strijkersbezetting welke door de componist was voorgeschreven. Nu is die Albert Hall, met plaats voor vijf- tot meer dan zesduizend bezoekers, een andere ruimte dan de zalen waarin Beethovens werken in première werden gegeven, maar een klein barokorkest valt daar ook uitstekend te volgen, dankzij de voortreffelijke akoestiek.


    Het leek zelfs op tal van momenten dat Robertson een imitatie wilde geven van de gebaren en uitschieters van Bernard Haitink — ook al zo'n onbegrijpelijkerwijs hoog geschatte dirigent, voor wie men mij nog met geen stok de deur uit krijgt.

    David Robertson
    Dat die David Robertson het ooit tot zo'n internationaal aanzienlijke positie zou kunnen schoppen, had ik na enige concerten, nu alweer twee decennia geleden in het Noorden van Nederland — zowel direct gecontracteerde en tevens als invaller —, zelfs niet kunnen dromen. Wat er ook werd gespeeld, het leek allemaal op. . . . . ja op wat? In ieder geval veel te weinig op datgene wat in het programma stond aangekondigd. Nog nooit had ik Mahlers Vijfde Symfonie zo beroerd gehoord: dat was een heel slechte karikatuur. Wat de man verder heeft getracht te dirigeren bij het toen nog Noordelijk Filharmonisch Orkest, is me volstrekt niet bijgebleven, ondanks dat op mijn harde hersenschijf alle overige bezochte concerten tijdens de laatste halve eeuw met plaatsen in binnen- en buitenland, vervangingen van dirigent of solist(en), programma-onderdelen en de wijzigingen daarin, de kwaliteit, alsmede nog zoveel andere details zijn opgeslagen. Kortom, een erg pijnlijke saaiheid werd toen steeds opnieuw als een tulen gordijn over de toehoorders uitgespreid.

    Gebrek aan interactie
    Voor de volledigheid moet daar nog aan worden toegevoegd dat een mislukt concert of een reeks minder geslaagde optredens niet alleen afhankelijk is van de kwaliteiten van een dirigent, maar tevens van een ensemble en vooral van het ontbreken van de overslaande vonk in de interactie. Immers, zet een slechte dirigent voor een toporkest en je kunt in het gunstigste geval nog horen dat er een voortreffelijk ensemble zit te spelen, en omgekeerd: zet een uitnemende dirigent voor een middelmatig of goed, maar — door welk conglomeraat van omstandigheden dan ook — ingeslapen of anderzins versuft orkest, en je hoort opeens kwaliteiten die meestal slechts incidenteel de kop opstaken.
    Nu maakte die David Robertson indertijd ook niet de geringste indruk enige belangstelling te hebben voor de mensen achter de lessenaars en dat gold vice versa. Een toenmalig directielid van het ensemble in kwestie heeft me in die dagen eens toevertrouwd dat geen van de orkestleden ooit na afloop in de kamer van deze gastdirigent was gesignaleerd — ook niet als er meer dan 100 musici concerteerden, zoals dat gebeurde tijdens de samenwerkingsconcerten met het Frysk Orkest dat toen nog in Leeuwarden was gevestigd.
    Bij één gelegenheid wekte deze toen nog relatief jonge maestro de lachlust van het publiek door voor de eerste maat met een gekromde wijsvinger de orkestinspeciënt bij zich te halen — die nog net de deur naar het podium niet had gesloten — om de lessenaar iets te komen bijstellen. Zoiets kan een dirigent natuurlijk ook niet zelf.

    Sabelende vrouwen
    Het wordt echter wel steeds moeilijker dirigenten hun sabelende stok te verwijten, vooral nu er allengs meer vrouwelijke collega's op het schavotje plaatsnemen, en kennelijk geloven dat ze, met een soms dodelijk neurotiserende, al te metrische, slagtechniek de — inderdaad volstrekt onterechte, jawel: zeer schandalige — achterstand op hun mannelijke maatstaf spelende collega's, respectievelijk voorgangers, moeten inhalen.
    Dat begon met de bekroning, in 1966 van de Zwitserse Sylvia Caduff, die in op New York het Mitropoulos Dirigentenconcours de eerste prijs won. Onderdeel van die eerste prijs vormde een openbaar optreden met The New York Philharmonic, doch dat kon volgens de statuten van dat, al te pijnlijk mannelijke, clubje helemaal niet en derhalve moesten in allerijl deze statuten worden herzien om die belofte alsnog te kunnen realiseren. Zo onnadenkend was men geweest, dan wel: zozeer waren de heren der schepping ervan uitgegaan dat wel weer één der hunnen het pleit zou winnen. [1]

    Tegenvaller
    Mij verheugde die uitkomst, maar toen ik de dame in kwestie — die als eerste vrouw in Europa in Solingen een vaste aanstelling kreeg (1977-1986) en zelfs eenmaal in de lijst van gastdirigenten van het Limburgs Symfonie Orkest voorkwam — eenmaal had zien dirigeren, geloofde ik het ook al snel wel weer. En nu we dan toch bij dat thema zijn: heeft iemand van ulieden wel eens de totale verwildering gezien welke zich meester maakt van lijf en alle leden van Simone Young, dirigente van de Hamburgische Staatsoper? De geringste maatwisseling leidt tot wapperende haren voor haar gezicht, doch daarvoor bestaat niet de geringste aanleiding. Alles aan maatslaan kan met mate(n) en zelfs me de nodige schwung zonder dat er direct sprake moet zijn van een atletiekwedstrijd met het eigen lichaam. Verleden week werd ons in de pauze van de toen zaterdagse Prom, in een korte filmimpressie, een nieuwe vrouwelijke ster aan het firmament der orkestleiders getoond: ook zij liet daarin zien hoe goed ze kon sabelen; aandacht voor nuances en details had ze wat minder.

    Last Night op 13 september
    De BBC Proms staan er internationaal voor bekend dat de prijzen zo moderaat zijn dat ook tal van minder draagkrachtigen daar terecht kunnen, meestentijds voor ongeveer 10 pond of nog minder en dat is een fractie van datgene wat moet worden opgehoest voor concerten bij ons.
    Maar tijdens de Last Night lopen de bedragen voor de betere plaatsen aardig op. Omgerekend is dat een kleine duizend euro (£ 645), die dan moet worden betaald voor de beste Stalles-plaatsen.
    Zoals gebruikelijk is die laatste avond vooral een circusvertoning met veel interrupties en rotgeintjes vanuit het te joilige publiek dat zich, vooral op de vloer voor het podium, clownesk tot verregaand imbeciel gedraagt met toetertjes en andere vreselijke geluiden veroorzakende voorwerpen: volstrekt nodeloze en nutteloze, en meestentijds uiterst humorloze tussenwerpsels.
    Het programma bestaat traditoneel uit twee afdelingen met enkele kortere stukken voor de pauze. Deze zullen rechtstreeks worden uitgezonden op BBC 2 TV. Komende zaterdag zullen er twee stukken klinken van Beethoven, met daar tussenin één van Wagner, Puccini en Verdi. Vocale solist is de bas-bariton Bryn Terfel; de pianopartij in Beethovens Koorfantasie zal worden uitgevoerd door Hélène Grimaud. De BBC Singers en het BBC Chorus doen de rest, ondersteund door het BBC Symphony Orchestra onder leiding van Roger Norrington.
    Het gedeelte na de pauze — dat integraal door BBC One Television zal worden uitgezonden— wordt door hetzelfde ensemble verzorgd en naast de gebruikelijke stukken van Ralph Vaughan Williams, Edward Elgar, Thomas Arne en Charles Hubert Hastings Parry, wordt er ook een gloednieuwe compositie van Anna Meredith — een opdrachtwerk voor deze gelegenheid — gegeven.
    Daarmee wordt aangetoond dat er geen totale, vrouwen afwerende houding bij de organisatoren van de Proms bestaat, al had men nu eindelijk eens kunnen proberen een ietwat ruimer gedeelte van de meer dan zestig concerten in handen van enkele niet al te sabelende dames te geven.
    __________

    [1] Dat het er inmiddels, verspreid over dit ondermaanse geheel anders uitziet qua aantal damesmeisjes als orkestleider, bewijst de lijst Women Conductors, samengesteld door de Kapralova-Society.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Achtergrond boven het podium in de Londense Albert Hall met de Proms-logo's.
    2. Prom-publiek in de Albert Hall.
    3. Jon Jacob, prommer met ideeën over applaus tussen de delen van een compositie.
    4. Deel van de buitenzijde van de Royal Albert Hall.
    5. Gustav Mahler. Karikatuur getekend door de tenor Enrico Caruso (1873-1921), New York 1908.
    6. De Australische Simone Young, dirigente van de Hamburgische Staatsoper.
    7. Ludwig van Beethoven in 1820, geschilderd door Joseph Karl Stieler (1781-1858).

    07-09-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verliefd op Adolf Hitler '” Documentaire over Eva Braun, maandagavond op Canvas-tv
    Eva Hitler, geboren Braun
    Op maandag 8 september, 's avonds tussen 22:05 uur en 22:55 uur, zendt het tweede Nederlandstalie Belgische televisienet Canvas een Engelse documentaire In love with Adolf Hitler, die Isabelle Clarke en Daniel Costelle hebben gemaakt over de maîtresse en op het allerlaatste moment — toen zelfs de leider van het Mofrikaanse rijk inzag dat alles van, voor en om hen heen, definitief verloren was — ook nog de echtgenote van één der krankzinnigste, wezenloze zoogdieren uit de geschiedenis der mensheid: Eva Anna Paula Braun (1912-1945), die gedurende haar verbintenis met die monsterlijke, doldwaze Dolfje, steeds de tweede vioolhad moeten spelen. Aan de hand van recentelijk vrijgekomen fotomateriaal van Eva Braun persoonlijk en van Professor Doctor Heinrich Hoffmann (1885-1957), Reichsberichtersatter der NSDAP — onder meer auteur van het fotoboek op klein atlasformaat Hitler wie ihn keiner kennt, dat in 1938 het aantal van vierhonderdduizend exemplaren reeds had overschreden. Hij was intiem bevriend geraakt met Hitler en had tal van foto's gemaakt en deze zodanig weten te verkopen dat zowel de Führer als hijzelf van elk gepubliceerd exemplaar, zelfs die op postzegels, royalties kreeg, hetgeen hem tot een zeer vermogend man heeft gemaakt.
    De documentaire die op Canvas te zien zal zijn, portretteert de vrouw die weliswaar altijd in de schaduw van de voorganger der Duitse waanzinspolitiek stond, maar die hem, althans volgens insiders, heeft gekend als geen ander.
    Zie ook onze bijdrage van maandag 16 juli 2007, Divadom en demonie — Liefde en Waanzin ter grotere glorie van het beestachtige nazi-wezen, als één der eerste artikele op de moedersite Cultuurtempel, over de vrouwen van de nazi-bonzen.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Eva Anna Paula Braun samen met Hitler op de Berghof.
    2. Voorzijde van het stofomslag van één van Hoffmanns fotoboeken met zijn vriendje Dolf in de hoofdrol.

    07-09-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    06-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Suggestieve spanning in Un jour d'été op Arte
    Vriendschap
    Op zaterdag 6 september, 's namiddags tussen 15:20 uur en 17:00 uur wordt door ARTE-televisie voor de, vooralsnog, laatste keer de Franse speelfilm Un jour d'été vertoond, gerealiseerd in 2006 door Franck Guérin, die samen met Agnès Feuvre het draaiboek heeft geschreven. De protagonist van deze ruim negentig minuten durende, veelzijdige, suggestief-spannende film is Sébastien, een jongeman, die zich nog bevindt tussen zijn puberteit en volwassenheid, met als gevolg dat hij nog veel van de wereld, en in eerste instantie nog meer over zichzelf, moet ontdekken. Overdag werkt Sébastien in de garage van zijn vader en is daar een tamelijk gesloten wezen dat alleen nog opbloeit in gezelschap van zijn boezemvriend Mickaël. Hun jongemannen-vriendschap is dan ook doortrokken van de gebruikelijke homoërotische sfeer. Tezamen maken zij het kleine stadje op hun ondeugende manier onveilig, waarbij Mickaël een echte rouwdouwer is, die hondsbrutale opmerkingen tegen jonge vrouwen maakt. Hun beider passie is echter voetballen, en dat doen ze dan ook allebei in de plaatselijke club. Dat wordt redelijk in het begin van het verhaal in duidelijke scènes gepostuleerd.

    Tragedie
    Als Sébastien tijdens een voetbalwedstrijd zijn aandacht niet bij het spel heeft, een overtreding begaat en daarvoor een rode kaart krijgt uitgereikt, verlaat hij het veld. In zijn afwezigheid voltrekt zich op het veld een tragedie: Mickaël wordt geraakt door een omvallend doel, raakt daarbij zwaar gewond en overlijdt korte tijd later aan de gevolgen. Dat is niet alleen voor Mickaëls familie een ongekende schok, maar het stuurt tevens Sébastiens leven volkomen in de war.
    Daarna gaan de verschillende verhaallijnen pas goed dooreenlopen. Die van Sébastien en van de zwaar onder vuur liggende burgemeester (Jean-François Stévenin) — die als (mede) verantwoordelijk wordt gezien voor het slechte onderhoud aan de sportvoorzieningen —, de rol van de moeder van Mickaël, die vindt dat ouders hun kinderen niet behoren te overleven, en het hieraan gekoppelde emotionele proces aanvankelijk niet aan kan.

    Alledaagse gevolgen
    Het ligt voor de hand dat er ook spanningen komen tussen Sébastien en zijn vader doordat de jongen zich, als gevolg van de ingrijpende gebeurtenissen, minder goed op zijn werk kan concentreren en bij tijd en wijle letterlijk dan wel figuurlijk op de vlucht slaat. Ook daarin komt het proces van volwassen worden onder zware druk te staan, als gevolg van de sterke verbondenheid — noem het maar gerust liefde — voor Mickaël, die zich niet meer langs een min of meer natuurlijke weg kan ontwikkelen.
    De spanningen als gevolg van het gebeurde op dat voetbalveld laten in zo'n relatief kleine gemeenschap eveneens diepe sporen na, waardoor worden de elementen schuld en verantwoordelijkheid sterker worden ondergaan, en vanzelfsprekend in de verhaallijnen gaan domineren.

    Sterk spel alom
    De rol van Sébastien wordt grandioos, want geloofwaardig tot in het kleinste detail, gespeeld door Baptiste Bertin. De rol van de moeder van Mickaël — gespeeld door Catherine Mouchet — en die van de burgemeester zijn eveneens zeer sterk bezet.
    Over al die personages en hun vertolkers kunt u hier meer lezen. Helaas worden de gegevens niet ondersteund door fotomateriaal: er was zelfs geen filmposter voor de tekst op de Internet Movie Database ( iMDb) beschikbaar. Gelukkig is dat wel het geval op de website van de film zelf. Maar wie de moeite neemt de film te gaan zien, zal daarvoor worden beloond. Franck Guérin (geboren in 1972) heeft met Un jour d'éte — oorspronkelijk voor Arte France — een rolprent van grote klasse gerealiseerd: zinnelijk en zinnenprikkelend in menig opzicht, waarin ruimte is voor het activeren van de toeschouwer, en alleen daardoor steekt de film heel ver uit boven zo menig simpelweg onderhoudend verhaal in beelden.Die worden in sterke mate ondersteund door de muziek van Sébastien Schuller.

    Baptiste Bertin
    De hoofdrolspeler van Un jour d'été, Baptiste Bertin, heeft helemaal geen opleiding als acteur genoten. Hij werd op een dag gesignaleerd toen hij zijn lyceum te Nantes verliet, en enkele dagen later kmocht hij in Parijs auditie doen. En zo verscheen hij uiteindelijk op het witte doek. Hij was zelf achttien jaar toen de film werd opgenomen. Baptiste Bertin werd in 1987 geboren te Meudon; tegenwoordig leeft hij in Angers.
    ____________
    Afbeeldingen:
    1. Baptiste Bertin als achttienjarige, tijdens de opnamen van Un jour d'été.
    2. Jean-François Stévenin als burgemeester van het stadje.
    3. Catherine Mouchet vertolt de rol van de moeder van de omgekomen Mickaël in Franck Guérins rolprent Un jour d'été.
    4. Baptiste Bertin in een buitenopname van de film.

    06-09-2008 om 10:54 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    02-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hugo von Hofmannsthal '” Die Frau ohne Schatten
    Aangezien deze maand september in Nederland acht voorstellingen worden gegeven van een nieuwe enscenering van de opera Die Frau ohne Schatten, in 1919 gecomponeerd door Richard Strauss (1864-1949), op basis van een oorspronkelijk sprookjesverhaal uit hetzelfde jaar van Hugo von Hofmannsthal (1874-1926), leek het ons wel een goede gedachte ook een uittreksel uit 1915 van een gelijknamig gedicht van dezelfde auteur onder de aandacht te brengen, en daarmee meteen een selectie uit diens gedichten waarin dit fragment is opgenomen, in uw belangstelling aan te bevelen.

    DIE FRAU OHNE SCHATTEN (Auszug — 1915)

    Die Ungeborenen

    Hört, wir gebieten euch:
    Ringet und traget,
    daß unser Lebenstag
    herrlich uns taget!
    Wasihr an Prüfungen
    standhaft durchleidet,
    uns ists zu strahlenden
    Kronen geschmeidet!
    . . .

    Vater, dir drohet nichts,
    siehe, es schwindet schon,
    Mutter, das Ängstliche,
    das euch beirrte.

    Wäre denn je ein Fest,
    wären nicht insgeheim
    wir die Geladenen,
    wir auch die Wirte!
    __________
    Hugo von Hofmannsthal:
    Die scheue Schönheit kleiner Dinge —
    Gedichte.
    Auswahl und herausgegeben von Dorothea Tetzel von Rosador.
    160 pagina's, kleine paperback; Deutscher Taschenbuch Verlag, München, 2004. ISBN 978-3-423-13256-6. Prijs € 7,50 (in de Bondsrepubliek en bij Boekhandel Die Weisse Rose in Amsterdam).

    02-09-2008 om 02:15 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    01-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwe versie van Richard Strauss' Die Frau ohne Schatten met de bejubelde Doris Soffel in de rol van Amme
    Acht voorstellingen
    Op maandag 1 september geeft de Nederlandse Opera in het Amsterdamse Muziektheater de première van een nieuwe enscenering van de opera Die Frau ohne Schatten uit 1919 van Richard Strauss (1864-1949). De rol van de Amme —  de voedster — zal worden vertolkt door Doris Soffel, die zich reeds heeft weten te onderscheiden van zovele andere vocale interpreten, en met name in het niet bepaald gemakkelijke repertoire van Richard Wagner en Richard Strauss, waarvoor zij intense ovaties heeft geoogst.
    Na de première worden er nog zeven voorstellingen in Amsterdam gegeven: op vrijdag 5, dinsdag 9, vrijdag 12, dinsdag 16, zaterdag 20, dinsdag 23 en zondag 28 september. Meer over de vocale en instrumentale, alsmede alle andere sleutelfiguren binnen deze productie, is te vinden op de website [1] van De Nederlandse Opera.

    Het verhaal
    Het libretto stamt van Hugo von Hofmannsthal (1874-1929). Nog in hetzelfde tijdsbestek verwerkte de auteur de verzonnen handeling in een verhaal dat ook nog in 1919 in Berlijn is verschenen, en sedert twee jaar in een heruitgave van die eerste editie opnieuw verkrijgbaar is. Andere bronnen beweren echter dat eerst het boek is geschreven en de auteur vervolgens het libretto voor de opera heeft gerealiseerd. Deze Erzählung geldt als een van de kostbaarste juweeltjes van de Weense neoromantiek. Het gaat daarbij om een sprookje dat nadrukkelijk is voorzien van heel veel symboliek die op tal van manieren kan worden geduid. De basisgedachte is dat de menselijke liefde pas vruchtbaar kan zijn als de twee bij elkaar horende partners door middel van beproevingen, waarachtig lijden en zelfinzicht de weg tot elkander hebben gevonden.
    In deze geschiedenis heeft de keizer eens jacht gemaakt op de dochter van de geestenleider Keikobad; zij had toen de gestalte van een gazelle, die hij tot keizerin heeft gemaakt. Na een jaar samenleven heeft de keizerin nog steeds geen schaduw weten te verwerven: het teken van moederschap. Op het moment van die vaststelling resten haar nog drie dagen voordat de termijn die haar vader heeft gesteld, is afgelopen en zij naar het geestenrijk moet terugkeren. De keizer zal dan tot steen verstarren.
    Helaas wordt de keizerin begeleid door haar diabolische voedster, en samen dalen zij af naar de mensenwereld, waar ze de vrouw van ene Barack ertoe overhalen haar schaduw af te staan. De keizerin beseft echter dat ze hierdoor bij Barack in het krijt zal staan en daarom aarzelt ze die schaduw aan te nemen. Vervolgens worden die beide echtgenoten in een onderaardse kerker van elkaar gescheiden. Voor de tempel van de geesten scheidt de keizerin van haar voedster om haar laatste beproeving te ondergaan. Door af te zien van het water des levens en de schaduw van de vreemde vrouw, kan zij zichzelf verlossen, evenals de reeds versteende keizer. Door deze vorm van zelfoverwinning wordt haar de genade deelachtig en krijgt zij een eigen schaduw. Het uiteengerukte echtpaar wordt opnieuw vereend, doordat ook die twee mensen, evenals het keizerpaar, erin is geslaagd de weg tot elkander opnieuw te vinden.
    Pas in de jaren zeventig van de twintigste eeuw heeft deze opera van Richard Strauss internationaal meer aanzien gekregen doordat dirigent Karl Böhm (1894-1981) zich er nadrukkelijk voor heeft ingezet en vasthoudend is gebleven, ondanks de enorme eisen die het werk aan alle betrokkenen stelt.

    Drie bedrijven
    Strauss schreef op basis van die Hofmannsthal-tekst een opera in drie bedrijven, die op 10 oktober 1919 in Wenen in première is gegaan onder leiding van Franz Schalk (1863-1931). Strauss was in de jaren 1919-1924 directeur van de Wiener Oper, een functie die hij met Franz Schalk deelde. De in die dagen internationaal in hoog aanzien staande sopraan Maria Jeritza zong bij die gelegenheid de titelrol. Pas dertien jaar later werd er een voorstelling in Salzburg geven en het zou tot 1940 duren voordat de Milanese Scala zich over het werk ontfermde. In 1966 volgde New York, een jaar later Londen en in 1972 triomfeerde Die Frau ohne Schatten in Parijs.
    Dit prachtige en terecht pretentieuze stuk muziektheater bergt tal van stijlen en verschillende muzikale uitingsvormen in zich: elementen van het oratorium — die passen bij het hier en daar ietwat bijbels-ideologische sfeer —, maar daarnaast ook de in het fenomeen opera zo passende lyriek, die erin slaagt de inhoud enigszins boven het afstandelijk-epische van de handeling uit te tillen.
    __________
    [1]: http://www.dno.nl/index.php?m=performances&sm=season&s=237&c=teamAndCast

    Hugo von Hofmannsthal: Die Frau ohne Schatten — Erzählung.
    Berlin 1919. — Neuausgabe 2006, herausgegeben von Joseph Kiermeier-Debre in de reeks Bibliothek der Erstausgaben (dtv 2667). Deutscher Taschenbuch Verlag, München. ISBN 978-3-423-02667-7. Prijs € 8,— (alleen in de Bondsrepubliek Duitsland en in Amsterdam bij Boekhandel Die Weisse Rose.)
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Zangeres Doris Soffel. Foto van Boris Streubel.
    2. Librettist Hugo von Hofmannsthal.
    3. Componist Richard Strauss. Tekening van Jarko Aikens, Groningen 1984. (Archief Heinz Wallisch.)
    4. Dirigent Franz Schalk.
    5. Voorzijde van de heruitgave 2006 van de oorspronkelijke tekst van de Hofmannsthals Erzählung Die Frau ohne Schatten.

    01-09-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    21-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nogmaals Edgard Varèse, nu diens Amériques
    49 ste BBC Prom 2008
    Op zaterdag 23 augustus kunt u alweer — of nog steeds; het is maar hoe u het beziet — een BBC
    Promconcert beluisteren: het gaat om het negenenveertigste van dit seizoen, dat ook weer wordt gegeven in de Albert Hall te Londen. Deze keer valt het concert niet alleen vanaf 19:30 uur (onze tijd) te beluisteren op BBC Radio 3, maar — vanaf 20:30 uur! — eveneens via BBC 2-televisie.
    Via de radio zullen vier werken klinken, op de televisie drie, gevolgd door een terugblik op het optreden, verleden jaar tijdens de Proms, van het Simón Bolivar Youth Orchestra of Venezuela gedirigeerd door Gustavo Dudamel, dat na een fraai concert voor de toegiften een weerzinwekkend staaltje nationalisme ten beste gaf doordat alle musici een jack aantrokken met de vlag van hun land. Alleen: in de Albert Hall vinden ze dat natuurlijk allang prachtig, want ze blijven toch nog veelal Britannia rules the waves-luisteraars. Helaas.

    Banaliteiten in overvloed
    Immers, we hebben het wel meegemaakt tijdens een Last Night of the Proms in september, nog niet zo heel lang, maar zekeral wel weer een decennium, geleden dat een soliste die de partij in C.H.H. Parry's Jerusalem zong, na de laatste maat haar japon openknoopte en de Union Jack tevoorschijn toverde. Walgelijk! Stuitend, gruwelijk en zo meer. Maar ja, je krijgt, mede onder druk van dolgedraaide politici in ons eigen land ook steeds meer van dergelijke smakeloosheden: de toekomstige koning in een oranje broek te Beijing: niet alleen maar smakeloos — alsof dat niet erg genoeg is —, het is allemaal ook nog eens fantasieloos. Je zou je kunnen afvragen, welk van die beide aspecten het ergst is.
    En, nu we het toch over smakeloosheid hebben: na het grandioze Amériques van Edgard Varèse worden de luisteraars nog getracteerd op twee grote, in banaliteit nauwelijks te overtreffen composities, die toch echt maar beter ten eeuwigen dage op een onvindbare plek hadden kunnen worden opgeborgen: Sergej Rachmaninovs Vierde Pianoconcert, nog weer erger dan de drie daaraan voorafgaande, en vervolgens de pijnlijk overbodige, van syncopen aan elkaar hangende, ellendige en meer dan stomvervelende Derde Symfonie (1944-46) van Aaron Copland (1900-1990) [1]. De radioluisteraar krijgt daarna nog van dezelfde componist de Fanfare for the Common Man (1942), ook al zo'n ongelooflijk flutstuk dat zijn sporen in het laatste deel van die Derde Symfonie heeft nagelaten.
    Dat alles zal worden gespeeld door het Britse National Youth Orchestra onder
    Antonio Pappano, een toprigent die je eigenlijk in het geheel niet in verband wilt brengen met zulke grenzeloze banaliteiten.

    Zeer grote bezetting

    In de jaren 1920-21 heeft Edgard Varèse in New York zijn Amériques gecomponeerd, waarvan de definitieve, gereviseerde, versie in 1929 te Parijs werd gerealiseerd. De eerste uitvoering werd twee avonden achtereen gegeven te Philadelphia, op 9 en 10 april 1926, en in New York nog eens op de 13de van diezelfde maand. Alle drie presentaties stonden onder leiding van Leopold Stokowski (1882-1977). De boven reeds aangehaalde, definitieve versie werd op 30 mei 1929 in Parijs gespeeld; dirigent was bij die gelegenheid Gaston Poulet (1892-1974), die vooral roem als uitzonderlijk violist had geoogst. Na die uitvoering is het werk tot 1965 niet meer gespeeld.
    Die allereerste versie vereiste 142 uitvoerenden, de aangepaste kan het echter met ongeveer 125 doen. De orkestbezetting kan veelzijdig worden genoemd: een vijfvoudig bezette houtblazersgroep, waaronder, naast de gebruikelijke piccolo's en gewone fluiten, ook een altfluit is voorzien, in de hobogroep vinden we, benevens drie normale en een Engelse hoorn ook nog een heckelfoon [2]. De klarinetten daarentegen vertonen geen opvallende afwijkingen: één Es-klarinet, 3 Bes-klarinetten en een Basklarinet (ook in Bes), en bij de fagotten is evenmin iets spectaculairs voorzien: 3 gewone en twee contrafagotten.
    Er zijn in totaal 21 koperblazers benodigd: 8 hoorns, 6 trompetten; en 5 trombones, waarvan 3 tenoren, 1 bas en 1 contrabas; alsmede 2 tuba's: 1 bas en 1 contrabas.
    Verder heeft de componist 2 harpen voorgeschreven, en zes pauken waarvoor twee spelers zijn vereist, en daarnaast nog zestien andere slaginstrumenten, die door 8 uitvoerenden kunnen worden bediend: xylofoon, glockenspiel, celesta, roffeltrommel, ratel, tamboerijn, zweep, gong, triangel, grote trom, hangend bekken, castagnetten, klokken, bekkens, trommel en sirene.
    Een strijkkwintet, ruim bezet, zoals dat in een groot orkest gebruikelijk is — veelal minimaal 60 instrumenten op basis van acht contrabassen, hetgeen betekent 16 eerste en 14 tweede violen, 12 alten, 10 celli en 8 bassen —, maar in dit geval zullen het er zo'n vijf meer zijn, aangezien er circa 125 instrumentalisten vereist zijn, en het totaal van de hierboven genoemde niet-strijkers komt op 60.
    De compositie bestaat uit 535 maten, en heeft een duur van 22 à 23 minuten — Antonio Pappano doet er nog een minuut langer over —; de oorspronkelijke versie van acht jaar eerder duurde goed anderhalf keer zo lang: 35 minuten.
    Het was de eerste compositie die Varèse na zijn overtocht naar Amerika voltooide, en de titel moest volgens de maker worden beschouwd als een symbool voor het nieuwe, voor ontdekkingen op aarde, in de ruimte, en niet in de laatste plaats in het persoonlijke leven van de mens.
    __________

    [1] Als je die Derde Copland-symfonie thuis beluistert, is dat een hele beproeving, tenzij je tegelijkertijd iets anders gaat doen. Als je het treft een live-uitvoering bij te wonen, is er echter sprake van een ernstige beproeving. Dat overkwam mij met een vriendin toen we het openingsconcert van het Holland Festival 1976 in de Haagse Houtrusthallen bezochten waar Leonard Bernstein (1918-1990) — die zich langdurig en heel nadrukkelijk voor de muziek van Copland heeft ingezet — met zijn (toen al net niet meer eigen) New York Philharmonic optrad, met Gershwin en dat dodelijk vermoeiende, platvloers-eclectische Copland-nummer. En ik steeds maar denken aan Alice Nahon: "Ik heb zo'n honger naar muziek", zittend aldaar op een houten klapstoel. Eenmaal weer buiten riep de vriendin, rillend, "Brrrr", maar niet doordat het toen was gaan regenen en de temperatuur nogal was gedaald.
    [2] Een heckelfoon is een baritonhobo, vervaardigd van esdoornhout, met een lengte van 1.40 meter, die in 1904 werd geconstrueerd door Wilhelm Heckel (1856-1909). Het kleppensysteem lijkt op dat van de hobo, de vingerzetting is identiek. Het instrument werd voor het eerst gebruikt in de opera Salome (1903-05) van Richard Strauss (1864-1949), en daarna nog weer in diens opera Elektra (1906-08) en in (1911-15). Paul Hindemith (1895-1963) schreef in 1928 een Trio voor altviool, heckelfoon en piano.
    Aangezien het instrument, dat heden ten dage bijna niet meer wordt gebouwd en mede daardoor min of meer in onbruik is geraakt, worden die oude heckelfoonpartijen meestal gespeeld door een sopraansaxofoon. De helderheid van toon van de heckelfoon maakt het instrument uitermate geschikt voor speciaal het hoge register.

    Afbeeldingen
    1. The Royal Albert Hall in Londen.
    2. Dirigent Antonio Pappano.
    3. De Franse violist en dirigent Gaston Poulet.
    4. De massieve klankblok-kop van Edgard Varèse.
    5. De Amerikaanse componist Aaron Copland.
    6. De heckelfoon.

    21-08-2008 om 11:09 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    19-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Edgard Varèse, de componist en diens oeuvre '” nog altijd pionier voor de muziek van morgen (1)
    Tweemaal Varèse tijdens Londense Prom van 19 augustus
    Dinsdag 19 augustus, tussen 20:00 uur en 23:00 uur (onze tijd), geeft het BBC Scottish Orchestra onder leiding van Ilan Volkov in de Royal Albert Hall te Londen het vijfenveertigste concert in het kader van BBC Proms 2008. Op het programma staan zes werken, die we echter — ondanks al de onderlinge verschillen — alle als eigentijds kunnen kwalificeren. De twee laatste composities zijn beide aan de wereld toevertrouwd door de Fransman Edgard Varèse (1882-1965): Poème électronique(1958) en Déserts (1950-54).
    Bepaald omvangrijk is het Varèse's oeuvre niet. Een goed dozijn vormt het wezen van al hetgeen hij heeft gepubliceerd.


    Georganiseerd geluid
    Een niet zelden gehoord 'verwijt' jegens de muziek van Edgard Varèse is dat het daarbij om 'massieve klankblokken' gaat, om 'cerebrale uitingen'. Dat mag in sommige gevallen zelfs juist zijn, doch dat blijft slechts een bescheiden deel van de werkelijkheid aangaande datgene wat de componist voor ogen stond en — aanvankelijk in zijn hoofd en vervolgens in levend(ig)e klanken — gestalte kreeg.
    Zijn muziek is meer dan eens bestempeld als georganiseerd geluid, van een 'kaliber' dat voor de toehoorder af en toe zeer veeleisend kan zijn. Voor iemand die daarentegen intensief met muziek bezig is — en derhalve niet alleen maar uit is op ontspanning door muziek — mag dat echter geen criterium zijn, omdat goede muziek nu eenmaal onder alle omstandigheden participatie van de luisteraar vereist.

    Schandalen
    Edgard Varèse werd op 22 december 1882 geboren te Parijs. Hij studeerde bij onder anderen Vincent d'Indy (1851-1931) en Albert Roussel (1869-1937). In 1916 verliet hij Frankrijk, tien jaar later zou hij zich definitief in de Verenigde Staten vestigen. Enkele van zijn composities hebben schandalen veroorzaakt, en niet alleen bij de eerste uitvoering. Tegelijkertijd toonden ze echter aan dat Varèse een profetische pionier was.
    In een tijdsbestek van vier decennia — voornamelijk tussen 1920 en 1960 — schreef hij veertien stukken, die zijn oeuvre nadrukkelijk kenmerken. Wat hij voordien had geschreven, had hij zelf vernietigd of was bij een brand verloren gegaan.
    Zo'n vijfendertig jaar geleden zijn uit dat oeuvre tien werken verschenen op geluidsdragers, uitgevoerd door het Columbia Symphony Orchestra onder leiding van Robert Craft. Binnen zeer korte tijd waren deze echter al niet meer verkijgbaar, en dat was niet het gevolg van grote belangstelling van de zijde der muziekliefhebbers, doch juist van het tegendeel. [1] Het was in die dagen enerzijds begrijpelijk dat een firma de magazijnen ruimt, maar het belang van een componist, wiens werken men weredkundig maakt, dient daar zorgvuldig tegenover te worden gesteld.

    Poème électronique
    Het Poème Électronique werd in 1958 door Varèse voltooid. Het betrof een opdrachtcompositie voor het Philips-paviljoen van de Brusselse Expo in dat jaar. Samen met de Griekse architect en componist Yannis Xenakis [2] zorgde Varèse ervoor dat dit gedicht — dat de mogelijkheden belichaamt welke de elektriciteit ons biedt — tot klinken kwam via geluidsbanden met wat de componist toen zelf als "organized sound" betitelde. Daarvoor maakte hij gebruik van 425 luidsprekers, met als resultaat een klankmassa, die is samengesteld uit piano-akkoorden, geluiden die door machines worden gemaakt, koren en 'verminkte' klanken van klokken.
    Eén en ander werd aangevuld met tal van akoestische effecten, hetgeen leidde tot een 'ruimtelijke compositie', waarbi het lijkt of er 'geluidlichamen' door het vertrek zweven.
    Tijdens die Brusselse presentatie, nu een halve eeuw geleden, zal het ongetwijfeld nog veel meer indruk hebben gemaakt dan via de groeven van een (nu ouderwetse) grammofoonplaat, die men in de eigen ruimte kan laten klinken. Voor sommigen zal het zeker een voordeel zijn geweest dat men thuis zelf de geluidssterkte kan regelen, hetgeen bij een 'live-uitvoering' nu eenmaal niet mogelijk is.
    Dat organiseren van effecten was overigens niet nieuw of uniek binnen de ontwikkeling van de westerse muziek. De Amerikaan Charles Ives (1874-1954) was Varèse daarin voorgegaan, en na hem zijn er nog velen geweest die deze mogelijkheden — met meer of minder succes — hebben toegepast.

    Déserts
    De instrumentale gedeelten van Déserts ontstonden tussen medio 1950 en eind 1952. De interolaties op magneetband werden gerealiseerd van begin 1953 tot eind 1954, waarna nog versies volgden in augustus 1960, april 1961 en een definitieve in augustus 1961. De première daarvan werd in aanwezigheid van de componist gegeven op 2 december 1954 te Parijs, onder leiding van Hermann Scherchen (1891-1966). Naast 2 fluiten, 2 klarinetten, 2 hoorns, 3 trompetten, 3 trombones en 2 tuba's is er een omvangrijke batterij slagwerk vereist van 47 instrumenten.
    Voor de componist zijn 'déserts' niet alleen woestijnen in de zin van eindeloze vlakten zand, water of bergen, maar evenzeer onherbergzame gebieden in de menselijke geest. Zelf had Varèse naar alle waarschijnlijkheid enige tijd in een creatieve woestenij doorgebracht, want 15 jaar lang had hij gezwegen. Doch met Déserts presenteerde hij weer een meesterwerk, alleen van nog grotere diepgang dan tot op dat moment.
    Déserts vormt een aanklacht tegen barbarij en gruweldaden [3], en tegelijkertijd wil het een hartekreet om communicatie zijn. De drie gedeelten die de instrumentale onderdelen aaneen moeten verbinden, bestaan uit geluiden, die zijn opgenomen in metaalgieterijen, zagerijen en fabrieken te Philadelphia.
    Déserts mag worden gezien als Varèse's hoofdwerk.
    __________
    [1] Hetzelfde gebeurde niet al te lang daarna met een lp waarop drie Varèse-composities, door Pierre Boulez opgenomen voor dezelfde maatschappij (toen CBS), maar toch bleef CBS nieuwe platen met stukken van Edgard Varèse uitbrengen. Opnieuw onder leiding van Boulez verscheen er in 1984 een zevental stukken van, nadat kort tevoren een heruitgave van zes werken die in 1960 onder Robert Craft was uitgebracht, op hetzelfde label.

    [2] De in Roemenië geboren Griekse componist Yannis Xenakis (1922-2001), die zich tot Fransman had laten naturaliseren, was voor het vak architectuur onder meer student van de wereldvermaarde Le Corbusier (1887-1965).

    [3] Gezien de ontwikkelingen van de afgelopen tien dagen met betrekking tot de krijgshandelingen tussen de Davidsstaat Georgië en de goliath Rusland, had deze compositie nauwelijks op een beter tijdstip — één dag na de officiële terugtrekking van de Russische troepen — geprogrammeerd kunnen worden.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Edgard Varèse in 1910.
    2. Dirigent Robert Craft, geboren in 1923.
    3. Componist/architect Yannis Xenakis (1922-2001).
    4. Atomium, het pronkstuk van de Brusselse Wereldtentoonstelling van 1958.
    5. Dirigent Hermann Scherchen (1891-1966).

    19-08-2008 om 06:13 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    18-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de voor- en nadelen van tal van vooroordelen '” het nieuwste boek van essayist Theodore Dalrymple in uitstekende Nederlandse vertaling beschikbaar
    Mancher hält sich für vorurteilslos, dieweil er nur unfähig ist, zu urteilen. (Fritz Brupbacher; 1874-1945).

    Het fenomeen preoccupatie

    Leve het vooroordeel
    ! luidt de titel van de Nederlandse vertaling van Theodore Dalrymple's nieuwste boek dat vanaf heden hopelijk tevens in de Belgische boekhandels ligt — en naar we weten eveneens in die van hun directe noorderburen — ligt. De titel is nogal provocerend, aangezien binnen onze cultuur iemand, behept met vooroordelen, als een buitenbeentje, als niet salonfähig, geldt. Zo iemand wordt veelal naar de marge verwezen, of, als het heel erg met haar of hem gesteld is, zelfs het liefst helemaal buiten de gemeenschap gesteld, omdat zij of hij zorgt voor een prikkelend onbehagen binnen onze cultuur. Maar daarbij wordt gemakshalve vergeten dat wij allen — van jong tot oud, van hoog tot laag, van rooms tot rood en van links tot en met rechts — van vroeg tot laat generaliserend discrimineren, discriminerend generaliseren, en ons daarbij voortdurend laten leiden door bijna altijd gevoelsmatig ingekleurde vooroordelen, die we echter zelf niet als zodanig herkennen, omdat ze zich in een andere bewustzijnslaag bevinden. En ook dat is alweer zo'n vooroordeel dat we maar liever niet ingewreven krijgen.

    Sigmund Freuds diagnose
    In 1915 schreef de inmiddels wereldwijd bekende Weense psychiater Sigmund Freud (1856-1939) in een essay (Zeitgemäßes) über Krieg und Tod over affectieve preoccupatie [1], en in grote lijnen komt het erop neer dat je met duizend rationele bewijsstukken van het tegendeel kunt komen aanzetten, de gevoelsmatig bevooroordeelde zal het altijd beter weten. Dat is een uiterst bedenkelijke vorm van vooroordeel, en waartoe een dergelijke instelling in uiterste consequentie kan leiden, is in de loop der geschiedenis duidelijk geworden, niet in de laatste plaats gedurende de twintigste eeuw, die een zeer zwaar stempel op de tot dusver zwartste pagina's in de Annalen der Geschiedenis heeft gedrukt. Weliswaar heeft die verwrongen geesteloosheid van Adolf Hitler het antisemitisme niet uitgevonden, maar mede en vooral door zijn toedoen is dit tot de toppen van extremistische krankzinnigheid opgejaagd. Dat geldt, mutatis mutandis, voor alle niet-Georgiërs in de optiek van die ene Hitler-tegenpool en -handlanger, diens oudere 'tweelingbroer' binnen de (on)menselijke destructiviteit van anno dazumal, welke zich voornamelijk heeft gemanifesteerd in een uitzinnig niet-seksueel sadisme: Josif Dzjoegasjvili, die in een vlaag van onbedaarlijke idiotie — welke eigenlijk zijn voortdurende geestesgesteldheid heeft weergegeven, maar waarbinnen zich toch nog weer pieken hebben voorgedaan — tegen zijn rechterhand Andrej Zjdanov riep dat deze ervoor moest zorgen dat "de volgende dag" de niet-Georgiërs uit het Centraal Comité zouden worden verwijderd.
    Die lijst met gepatenteerde, levensgevaarlijke dwazen — die de wereld van pool tot pool in vuur en vlam kunnen zetten en dat voor een al te groot deel reeds hebben gedaan — kan ad libitum worden aangevuld met figuren die anno nu de eigen, persoonlijke en ambtsbegrenzingen niet (willen) kennen en zich te buiten gaan aan handelingen, die eveneens zonder uitzondering hun oorsprong vinden in diezelfde preoccupatie: Bush, Poetin, Mugabe, alsmede leiders van grootmachten en mini-staatjes.

    Familie en vrienden
    Ook wanneer we ons beperken tot de veel kleinere schaal waarop de dagelijkse drama's — die alle worden ingegeven door een positief of negatief vooroordeel — zich afspelen, moeten we constateren dat deze een minimale afspiegeling (kunnen) vormen van al datgene wat zich op het wereldtoneel voordoet, heel dikwijls toch met maximale gevolgen binnen dat eigen kader. Wat derhalve voor iedereen een bittere noodzaak is, ligt opgesloten in een leerproces dat inzicht verschaft in de eigen handelingen die ook worden aangestuurd door dieper liggende meningen, fictie en feiten. Al zulke discriminatoire gedragingen — die ervoor (kunnen en veelal tevens zullen) zorgen dat gezinnen, families en vriendenkringen voorgoed uiteengeslagen worden — moeten binnen het dagelijkse blikveld worden geplaatst, alvorens ze een uitwerking ten faveure kunnen realiseren. Daarin ligt dan ook het onmetelijk belangrijke onderscheid met de gevolgen van maatregelen die de bovenomschreven vertegenwoordigers van het Eeuwige Kwaad indertijd te Berlijn en Moskou hebben aangericht en welke niet meer kunnen worden teruggedraaid. Sedertdien zijn en worden er nieuwe en steeds weer vreselijkere misdaden tegen de menselijkheid, die zijn gebaseerd op een conglomeraat van pijnlijke vooroordelen, bekokstoofd in tal van centra in de wereld, waar de onmetelijke boosaardigheid steeds opnieuw zegeviert; in het kort gezegd: in Het Witte Kremlin nummer 10. Voor individuen ligt zoiets gelukkig anders, althans de mogelijkheden daartoe zijn gegeven. Zelfs mensen met heel pijnlijke vooroordelen zijn, in principe, wel in staat om hun verstand in te schakelen en, ook nog zonder gezichtsverlies als gevolg, over hun schaduwen te springen, als ze dat werkelijk willen.
    Het allernieuwste boek van Theodore Dalrymple — niet te omvangrijk en ook niet al te intellectueel geschreven — kan daarbij een goede leidraad vormen. Tot leringe ende vermaek. Een geschenk voor vaders en zonen, voor docenten en studenten, voor schrijvers en lezers.

    De auteur en zijn boek
    Theodore Dalrymple is het pseudoniem van Anthony A.M. Daniels, die in 1949
    werd geboren. Hij is gepensioneerd als arts en eveneens als forensisch psychiater, die lange tijd patiënten in gevangenissen heeft behandeld. In beide functies zal hij zonder enige twijfel in aanraking zijn gekomen met een enorm scala aan destructieve vooroordelen, hetgeen zijn nadere beschouwing van het fenomeen beslist in de hand zal hebben gewerkt. Dat hij echter onder de streep toch pleit voor de instandhouding van bepaalde vooroordelen, moet derhalve stoelen op nauwkeurige afwegingen. In negenentwintig hoofdstukken behandelt Dalrymple stap voor stap de talrijke aspecten van het fenomeen preoccupatie, en niet in de laatste plaats de uitingsvormen van het vooroordeel jegens het vooroordeel.
    Zo toont de schrijver aan dat de geschiedenis ons dat kan leren wat we erin willen vinden, en we hoeven maar in het maatschappelijke gebeuren van alledag te kijken om vast te stellen dat voorstanders van een bepaalde positie precies datgene erin kunnen vinden wat ze willen. Dat zien we aan destructieve politici als Wilders en Verdonk steeds opnieuw. Zoiets noopt derhalve in alle gevallen tot relativeren, eventueel te realiseren door nadrukkelijk observeren, deduceren en combineren, waarbij zelfstandig, en niet te zwaar met vooroordelen belast, nadenken zeer veel steun kan geven.
    Dan kan ook zonder al te veel moeite worden geconcludeerd dat de opvoeding van kinderen onmogelijk langs de gewenste lijnen kan verlopen zonder dat men zich daarbij toch laat ondersteunen door vooroordelen, want hoe men het ook wendt of keert: ook de positie men mag niet worden geleid door een vooroordeel is vanzelfsprekend een gepreoccupeerde instelling. Hoe men die ten detrimente dan wel ten faveure van de doelstellingen aanwendt, is een ander chapiter.
    Het gaat er maar om welke vooroordelen iemand kiest om zelf en zijn gezin, vrienden en kennissen, haar leerlingen of patiënten verder te helpen. Dat in alle gevallen zorgvuldig zal moeten worden gewikt en gewogen, zou geen betoog nodig moeten hebben.
    Wie zich na het lezen van de veelzijdige behandeling door Dalrymple van het Verschijnsel Vooroordeel en zijn talrijke gezichten niet nog eens beraadt op de eigen meningen aan de hand van aangereikte feiten en mogelijkheden, zou wel eens sterk, jawel, veel te sterk, vastgeroest kunnen zitten in een conglomeraat van onwrikbare vooroordelen. Zo stelt hij de vraag of (een eenmaal aangenomen) gewoonte verkeerd is omdat het (een) gewoonte is, en daarmee reikt hij meteen een zeer geschikt discussiethema aan voor bijvoorbeeld gezinsleden van verschillende generaties, met evenzo verschillende achtergronden en ervaringen, eventueel uit te breiden naar anders samengestelde groeperingen. En zo, veronderstelt Dalrymple, kan het enorm verkeerd zijn een bepaalde stelling, al dan niet uitgewerkt in een omvangrijk essay of zelfs dikke turf, niet tot het einde te lezen als men erover wil discussiëren dan wel een mening verkondigen. "Ongebreideld egoïsme"
    is volgens onze, medisch en maatschappelijk veelzijdig geschoolde, essayist het resultaat. De titel van hoofdstuk 19 luidt: Is onderscheid maken altijd slecht? Daarmee relativeert de auteur in de praktijk heel duidelijk, en het is aan de lezer zoiets te onderkennen en ermee in de slag te gaan. Immers de vraag kan met één woord extra — het woord geen op de tweede plaats — niet alleen eenzelfde effect sorteren, maar tevens een wereld van onderscheid aanbrengen.
    Zo behelst dit boek dat nog tal van aspecten biedt — die eveneens aanleiding geven tot doordenken, discussiëren en overwegen — enkele van de belangrijkste aspecten, die goede, betere of zelfs de best denkbare boeken bieden: het prikkelen van de zinnen — dat wil zeggen: het animeren in een veelzijdiger betekenis dan bepaalde meisjes in zekere situaties trachten te doen, hetgeen nu juist weinig op het principiële animo en veel meer op het animale is gericht —, want juist het activeren van de eigen mogelijkheden bij de lezer is in het onderhavige boek ruimschoots aanwezig, en daarmee kan de gepensioneerde arts en psychiater met een middel, dat nimmer erger kan zijn dan de kwalen, die het misschien of waarschijnlijk niet kan genezen, maar in ieder geval kan uittillen boven de alledaagse platvloersheid die wordt gecreëerd door onwrikbaar vastgeroeste preoccupatie. Hiermee kunnen zonen van vaders leren en andersom, hier kunnen methoden — ook als die ietwat simplistischer zijn dan in de optiek van Cartesius — worden getoetst op hun werkzaamheid.

    Dalrymple's essay leest heel vlot en ook dat draagt bij tot een positieve, kort en krachtige conclusie: Bijzonder waardevol — ook en vooral in onze tijd vol met al te veel verschillende vooroordelen, die elkaar danig in de wielen (kunnen) rijden. Dat vertaler Jabik Veenbaas daartoe het zijne heeft bijgedragen, mag hier niet onvermeld blijven. Hij is één van de helaas niet meer zo velen, die weten wanneer ze een komma moeten plaatsen die bijdraagt tot de leesbaarheid van een tekst. Dat alleen al is een aspect dat bij zo menig scribent zodanig in onbruik is geraakt dat je welhaast geneigd bent om aan te nemen dat zij allen slachtoffer zijn geworden van eventuele vooroordelen.
    __________
    [1] Opgenomen in de bundel met Freud-opstellen Das Unbehagen in der Kultur.
    ____________
    Theodore Dalrymple: Leve het vooroordeel!  De noodzaak van vooropgezette ideeën. Nederlandse vertaling, door Jabik Veenbaas, van In Praise of Prejudice. The Necessity of Preconceived Ideas. 144 pag., paperback; Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam 2008. ISBN 978-90-468-0413-1.
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Vooroordelen-essayist Theodore Dalrymple.
    2. De Weense, oudere collega van Dalrymple: Sigmund Freud, zenuwarts te Wenen anno toen.
    3. De onbedaarlijke krankzinnige
    Josif Dzoegasjvili, beter bekend als J. Stalin: afsplitsing van het Gespuisbeest uit de Afgrond en tevens broertje-dood van de Führer.
    4. Ivan Sergejevitsj Toergenjev, auteur van o.a. Vaders en zonen, geschilderd door Ilja Rjèpin (1844-1930).
    5. René Descartes, oftewel Cartesius (1596-1650). Portret uit 1648, geschilderd door Frans Hals (1583-1666).
    6. Voorplat van de Nederlandse vertaling van Leve het vooroordeel!, vanaf vandaag in de boekhandel verkrijgbaar.

    18-08-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (1)
    17-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Namaak als actueel wereld-misdaadfenomeen '” twee zondagavonden in Panorama op Canvas
    Veelzeggende details
    De actualiteitenrubriek Panorama van het tweede Nederlandstalige, Belgische televisienet (Ketnet/Canvas), toont zondag 17 augustus, tussen 20:10 uur en 20:55 uur, het eerste deel van een uitgebreide reportage van William van Laeken — die als de grijze eminentie van de Vlaamse televisie wordt beschouwd — over namaakmerken en alle parafernalia die daarmee te maken hebben. Van Laeken koppelt aan het bestaan en de aankoop door tal van gretige mensen, vooral in het buitenland, van zogeheten topmerken, de vraag of men er wel zeker van is dat men ook werkelijk een product heeft gekocht van de maker wiens/wier naam de tas, de schoenen of het T-shirt, siert. Juist nu duiken steeds meer kritische vragen op met betrekking tot de materialen die tal van mensen — uit overwegingen van kwaliteitsbesef of status, dan wel een combinatie van die beide elementen — aanschaffen. Eén land van herkomst treedt daarbij steeds meer op de voorgrond: de Volksrepubliek China dat verantwoordelijk is voor het verspreiden van zo'n tachtig procent van alle nepproducten. En daarvoor is een logistiek in het leven geroepen, die gezien de aard van het fenomeen, een open deur biedt aan lieden, overal ter wereld, met niet al te beste bedoelingen en geen andere doelstelling dan Geld, zo veel als maa enigszins mogelijk is. De bestudering van diverse details van die nep zou de koper in spe al argwanend moeten maken. Zou een firma als Hugo Boss de tweede S in de eigen naam vergeten? En zo zijn er nog tal van andere fabrikantennamen, die spelfouten vertonen.

    Enquête
    Verleden jaar is er in België onder duizend consumenten een enquête gehouden, die verbijsterende cijfers opleverde: meer dan 50% van alle Belgen tussen 15 jaar en de klassieke pensioengerechtigde leeftijd had wel eens zo'n namaakproduct aangeschaft. Daarbij bleek tevens dat juist mannen, stadbewoners en Vlamingen de meeste keren door de knieën waren gegaan: maar liefst zestig procent. Daar staat tegenover dat de Walen voor 'slechts' 44% het schip in waren gegaan. Andere opvallende uitkomst is dat de aanschaf — in tegenstelling tot wat men in eerste instantie zou verwachten — nauwelijks via het internet werd gerealiseerd, maar tijdens vakanties in het buitenland. In de meeste gevallen ging het om kleding, maar ook parfums en cosmetica, beeld- en geluidsdragers, juweliersproducten, handtassen en portemonnees.
    In de VPRO-Gids, die een artikel aan de reportage besteedt, vraagt de scribent zich in de laatste alinea af of deze tweedelige documentaire — waarvan volgende zondag de andere helft zal worden uitgezonden — echt van William van Laeken is of dat we weer eens met een nepuitzending — een specialisme èn specialiteit van de min-of-meer-Nederlandstalige zuiderburen — worden opgezadeld.
    Mocht dat laatste het geval zijn, dan hebben we te maken met een Grap over een zeer Ernstige Zaak, en dat zouden Flaminganten toch nimmer doen . . . . .?

    17-08-2008 om 10:27 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    14-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Facsimile van het gedicht Selige Sehnsucht in het handschrift van Johann Wolfgang von Goethe
    Fascinerende handschriften
    Zondagochtend jongstleden was een oude vriend van me — een antiquaar die in barre weersomstandigheden onderweg was naar een boekenmarkt — zo royaal, mij tussen veel meer andere, een boek te schenken met facsimile's van dichterhandschriften uit de Duitse literatuur, van Martin Luther (1483-1546), via Ludwig Uhland (1787-1862), tot en met Rainer Maria Rilke (1874-1926). Aangename bijkomstigheid daarvan is dat een lezeres in Wenen van mijn Duitse cultuurwebsite Kulturtempel enkele uren na publicatie van de facsimile van een Rilke-gedicht [1] reeds liet weten, daar zeer gelukkig mee te zijn. Op mijn Nederlandse literatuursite Tempel der Letteren heb ik heden een gedicht van Novalis [2] in die vorm gepubliceerd.


    Johann Wolfgang von Goethe
    Twee van de ruim veertig gedichten — die in het bewuste boek op diezelfde manier zijn opgenomen — stammen van de grote dichtervorst Herr Geheimrat Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832), die niet alleen ongekende vaardigheden met de literaire schrijverspen aan de dag heeft gelegd, doch evenzeer als filosoof en tekenaar, als jurist, politicus en minister. En in al die functies heeft hij heel wat letters, krullen, strepen en andere ornamenten aan het papier toevertrouwd. Zijn jeugdwerk dat in zes relatief dikke delen is verschenen, bestrijkt de periode tot 1775. Menig ander auteur begint tegen de tijd dat ze zesentwintig jaar zijn, iets van blijvende waarde te produceren, Goethe had toen reeds een enorm oeuvre uit zijn ganzenveer laten vloeien.


    De verantwoordelijke redactie heeft zes van al die opgenomen gedichten achterin het boek tevens in een Fraktur-versie opgenomen met het oog op de eventueel moelijke leesbaarheid. Men moet daarbij bedenken dat de tweede druk van het bewuste boek in 1942 ten huize van Inse-Verlag te Leipzig is verschenen en boeken, alsmede tal van andere geschriften in Fraktur, toen nog aan de orde van de dag waren. Bij een herdruk nu zouden veel meer van die, zo niet alle opgenomen poëzie in het oorspronkelijke handschrift met een versie in een hedendaagse drukletter moeten worden aangevuld.
    Wij doen het hier voor u wel met het bovenstaande gedicht:

    SELIGE SEHNSUCHT

    Sagt es niemand, nur den Weisen,
    Weil die Menge gleich verhöhnet:
    Das Lebendge will ich preisen,
    Das nach Flammentod sich sehnet.

    In der Liebesnächte Kühlung,
    Die dich zeugte, wo du zeugtest,
    Überfällt dich fremde Fühlung,
    Wenn die stille Kerze leuchtet.

    Nicht mehr bleibest du umfangen
    In der Finsternis Beschattung,
    Und dich reißet neu Verlangen
    Auf zu höherer Begattung.

    Keine Ferne macht dich schwierig,
    Kommst geflogen und gebannt,
    Und zuletzt, des Lichts begierig,
    Bist du, Schmetterling, verbrannt.

    Und so lang du das nicht hast,
    dieses Stirb und werde!
    Bist du nur ein trüber Gast
    Auf der dunklen Erde.

    31 juli 1814
    __________
    [1]:
    http://kulturtempel.blogger.de/stories/1198240/
    [2]:  http://tempelderletteren.blogspot.com/2008/08/facsimile-van-een-novalis-gedicht-in.html
    ____________
    Afbeeldingen
    1. Titel van het boek in kwestie van Insel-Verlag te Leipzig, tweede druk, 1942.
    2. Facsimile van het Goethe-handschrift met het gedicht Selige Sehnsucht.
    3. Johann Wolfgang von Goethe; ets uit 1791 van Johann Heinrich Lips (1758-1817).

    14-08-2008 om 22:57 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)
    07-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Andere tijden met de Stalin-documentaire uit 2003 deze week op vrijdagavond opnieuw via Nederlands digitale themakanaal GeschiedenisTV
    Korte en krachtige diagnose
    Vrijdag 4 augustus wordt, tussen 23:25 uur en 23:54 uur, als laatste onderdeel van het avondprogramma op het digitale Nederlandse themakanaal Geschiedenis TV, in een herhaling van het programma Andere Tijden van de NPS, de documentaire herhaald, die Merel de Geus in 2003 heeft afgerond over de extreem-veelvuldig gespleten persoonlijkheid, die met één van zijn in ieder geval negenendertig pseudoniemen wereldwijd berucht werd: Stalin. Hij is het geïncarneerde kwaad, de totale ontmenselijking van de homo sapiens, het vleesgeworden cliché van de niet-seksuele sadist. Zijn ongekend monsterlijke bewind — dat qua aantal vermoorden en tevens op andere wijze omgekomen slachtoffers, die voor zijn rekening komen — in de twintigste eeuw alleen nog overtroffen door die andere communistische personificatie van extremistische krankzinnigheid en tot op het binnenste merg verdorven tweevoeter genaamd Mao Zedong. Die regeringsperiode in de geschiedenis van het Rusland — dat op tal van fronten lange tijd was gebukt gegaan onder de knoet van tal van opeenvolgende tsaren — munt uit in een even zo sterke, zo niet nog verachtelijker, willekeur van de zijde van de machthebbers die de tsarenfamilie uit de weg hebben geruimd, en die uitzinnig abjecte vorm van machtshonger en dito -misbruik vond zijn bekroning in de persoon van de Man van Staal, die zo werd gedreven door een innerlijke motoriek van onherstelbare destructiviteit dat je alleen maar meer kunt betreuren dat zijn ouders niet een degelijke vorm van anticonceptie hebben benut.

    Omvangrijke biografische boeken
    Al eerder hebben we in deze rubriek bericht over enkele biografische meesterwerken die deze figuur uit de geschiedenis van de Sovjetunie tot onderwerp hebben. Meer over de biografie Stalins Jeugdjaren, geschreven door Simon Sebag Montefiore, is te vinden in het langere artikel van zondag 20 januari 2008 op deze site.
    Dat het leven tijdens het bewind van die onbeteugelde leider, gedreven door het Kwaad gelijk opging met een ongekende vorm van propaganda heeft zo diep in het leven van de mensen in dat enorme rijk ingegrepen, en wel zodanig dat er, meer dan een halve eeuw na de dood van dit SuperMonster, nog altijd een ongelooflijke cultus van Stalin-verheerlijking in het huidige Rusland bestaat.
    Het leven in het stalinistische Rusland wordt uitvoerig beschreven in het boek van Orlando Figes, getiteld The Whisperers. Private Life in Stalin's Russia. Het is verleden jaar uitgekomen en niet alleen in de oorspronkelijke vorm, doch vrijwel gelijktijdig in ons land, bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam, in een vertaling door Ton Dohmen.
    Het boek is door de internationale pers met open armen ontvangen en getracteerd op juichende kritieken. De auteur, hoogleraar Geschiedenis aan de University of London, is erin geslaagd een veelomvattend portret te schetsen van de werkelijkheid met betrekking tot het leven van alledag in een land dat voortdurend wordt onderdrukt door een machtig apparaat van persoonlijke en politieke intimidatie en willekeur, en welke gevolgen heeft dat gehad in tal van persoonlijke relaties: vriendschappen, families, huwelijkspartners, ouders en kinderen. Orlando Figes schildert alle aspecten van het Rusland in de tijd van de Stalin-terreur zoals die van diverse kanten werd ondergaan, en hij laat daarbij geen groepering onbesproken. Daartoe heeft hij gebruim gemaakt van gegevens uit interviews, correspondenties en tal van memoires. Hoe diep moeten de verschrikkelijke keuzes zijn geweest waarvoor miljoenen Russen werden gesteld zonder een ware uitweg te zien, en hoe diep hebben de gevolgen zich in het wezen van die mensen en hun nakomelingen ingegrepen. Bijna alle Russen waren na korte of langdurige intimidatie zo murw dat zij veelvuldig zijn gedegenereerd tot collaborateurs van het totalitaire systeem dat, zoals zo dikwijls is gebeurd, nog erger was dan het door de machthebbers ervan bestreden systeem van de voorgangers. Fluisteraars biedt een omvangrijk verslag op alle fronten.
    ____________
    Orlando Figes: Fluisteraars —
    Leven onder Stalin.

    774 pag., geb., linnen, met stofomslag.
    Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam /
    Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 2007.
    ISBN 978-90-468-0244-1.

    Afbeeldingen
    1. Josif Dzjoegasjvili, alias Stalin, in 1902.
    2. Voorzijde van het stofomslag van de bografie over Stalins jeugdjaren.
    3. Orlando Figes, auteur van Fluisteringen.
    4. Voorzijde van het stofomslag van Figes' boek over het leven in Rusland tijdens het ongelooflijke schrikbewind van dat Beest uit de Afgrond.

    07-08-2008 om 00:00 geschreven door Heinz Wallisch  


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Inhoud blog
  • BBC Radio 3: Rabindranath Tagore vijf keer een kwartier in 'The essay'
  • BBC Radio 3 presenteert donderdagmiddag het muziekdrama Telemaco van Christoph Willibald von Gluck
  • Ergerlijke geluiden als thema van vijf maal een kwartier The essay van BBC Radio3
  • De Britse schrijver en journalist George Orwell overleed op 21 januari 1950
  • Koning Friedrich II van Pruisen en de muziek; twee programma's achtereen op Duitse radiozender NDR Kultur
  • Hedendaagse zoektocht naar de herkomst van het Gulden Vlies
  • Zevende Symfonie van Sjostakovitsj en praten daarover in 'Radio 3 live in concert' via BBC Radio 3
  • Heden exact een halve eeuw gelden stierf de dichter Gerrit Achterberg tijdens een autorit
  • Jan van Parijs blijkt ook een opera te zijn, hier met de Italiaanse titel Gianni di Parigi
  • Drieënnegentig jaar geleden werd de filosofe en communiste Rosa Luxemburg door militairen in Berlijn vermoord
  • Jos van Immerseel en Anima Eterna met Berlioz'Symphonie fantastique deze week tweemaal op Arte-tv
  • Rossini's Assepoester ─ La Cenerentola ─ in 'Opera live' van Radio 4-NL
  • BBC Four-documentaire over de grammar school en de opheffing ervan
  • Op 12 januari 1876 werd de internationaal vermaarde auteur Jack London geboren
  • Tweede deel speelfilm À la recherche du temps perdu deze week tweemaal via TV5 Monde
  • Twee Europese treinreizen op twee verschillende televisiezenders
  • De wilde schoonheid van India, in vijf afleveringen via Arte-tv
  • België EEN vertoont 'de fraaiste liefdesfilm uit de geschiedenis', Brief encounter uit 1945
  • Sterfdag Paul Verlaine heden herdacht
  • Twee verschillende programma's over de componist George Gershwin op de Britse tv-zender BBC Four
  • TV5Monde vertoont A la recherche du temps perdu uit 2011 in twee afleveringen
  • Twee avonden vol monarchen op de beeldbuis thuis: België, Engeland en Frankrijk
  • Verfilmd drama van Paul Claudel: Partage de midi te zien op TV5 Monde
  • Louis Daguerre maakte op 2 januari 1839 de eerste foto van de Maan
  • Oratorium Elijah van Mendelssohn hedenavond in 'Avondconcert' van Radio 4-NL
  • Canvas presenteert Lawrence of Arabia uit 1962, van David Lean
  • Wagners Meistersinger von Nürnberg' op nieuwjaarsdag uit Covent Garden in 'Opera on 3'
  • Jevgeni Onegin van Tsjajkovski op nieuwjaarsdag te zien in 'NTR Podium' op Nederland 2-tv
  • Arte vertoont opnieuw de zijgende klassieker Metropolis
  • Gebroeders Lumière trekken op 28 december 1895 eerste betalende bezoekers voor filmvoorstelling
  • De ware levensgeschiedenis van Elisabeth (Sissi) van Oostenrijk op TV5 Monde
  • Veertien maal een half uur uit Irrungen Wirrungen van Theodor Fontane in 'Am Abend vorgelesen'
  • In 1897 op tweede kerstdag werd WIlly Corsari in het Brusselse Sint-Pieters-Jette geboren
  • Op 25 december 1741 stelde Anders Celsius zijn thermometer voor; het werd anders
  • Het effect van muziek op de mens is neurobiologisch nader onderzocht
  • Op 23 december 1900 experimenteerde Reginald Fessenden, op Cobb Island, met radiogolven
  • Reportage over het kleinste theater voor Grand Opera ter wereld, Manhattan, New York; te zien op Arte-tv
  • Exact zeven decennia geleden stierf de literaire VS-reus Frances Scott Fitzgerald
  • The essay van BBC Radio 3, vijf avonden een kwartier over de kracht van het oeuvre van Charles Dickens
  • Herdenking sterfdag Antonio Stradivari: overleden 18 december 1737
  • Christina Rossetti staat centraal in literatuurprogramma The verb van BBC Radio 3's
  • Man over woord van Canvas-tv: Is Antwerps de oudste taal ter wereld?
  • Tinker Tailor Soldioer Spy, naar gelijknamige roman van John Le Carré, heden in de bioscopen
  • Fictieve documentaire over Napoleons falen op zee, tijdens de slag bij Trafalgar in 1805
  • Geboortedag (1816) van uitvinder-industrieel Ernst Werner von Siemens herdacht
  • Documentaire over schilder Jan Sluijters in Avro's Close up, dinsdagavond via Nederland 2-tv
  • Op 13 december 1797 werd de Duitse, romantische dichter Heinrich Heine geboren
  • 11 en 12 december zijn gekoppeld aan de Italiaanse radiopionier Guglielmo Marconi
  • Words and music van BBC Radio 3 deze zondagavond over 'onze relatie met alcohol'
  • België EEN presenteert op zondag 11 december 'de meest inspirerende speelfilm aller tijden'


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!