Foto

Wij steunen
Spinoza in Vlaanderen

 

Veerle Afschrift
Amsterdamse Spinoza Kring

Jos Backx

Gerbert Bakx
Tinneke Beeckman

Mark Behets

Jonathan Bennett

Ingried de Beul

Etienne Bielen

Hubert Bierbooms
Rudmer Bijlsma
Johan Braeckman
Patrick Bruggeman
Kees Bruijnes
Wiep van Bunge
Manja Burgers
Arnold Burms

Filip Buyse
Paul Claes

Anton Claessens

Maria Cornelis †

Jean-Luc Cottyn

Leni Creuwels
Antonio Crivotti
Luc Daenekindt
Jean-Pierre Daenen
Andreas De Block

Robert De Bock

Firmin DeBrabander

Georges De Corte
Daniël De Decker
Herman De Dijn
Paul De Keulenaer
Koen De Maeseneir
Johan Depoortere

Deepak De Ridder
Lut De Rudder

Bert De Smet

Patrick De Vlieger
Luc Devoldere

Johan De Vos

Marcel De Vriendt

Peter de Wit
Hugo D'hertefelt
Karel D’huyvetters

Giuliana Di Biase

Hubert Eerdekens

Bas van Egmond

Willem Elias

Jean Engelen

Guido Eyckmans
Kristien Gerber

Herman Groenewegen

Bart Haers

Yvon Hajunga

Bert Hamminga
Cis van Heertum

Nico van Hengstum 
Bob Hoekstra
François Houtmeyers

Jonathan Israel
Susan James

Aryeh Janssens

Frank Janssens

Frans Jespers
Paul Juffermans
Jan Kapteijn

Julie Klein

Wim Klever

Jan Knol

Rikus Koops

Alan Charles Kors
Leon Kuunders

Theo Laaper

Mogens Laerke

Patrick Lateur

Sonja Lavaert
Willem Lemmens
Freddy Lioen

Patrick Loobuyck

Benny Madalijns

Gino Maes

Syliane Malinowski-Charles

Frank Mertens
Steven Nadler

Ed Nagtegaal

Jan Neelen

Fred Neerhoff

Dirk Opstaele

Gianni Paganini

Rik Pelckmans

Herman Philipse
Jacques Quekel

Ton Reerink

Jean-Pierre Rondas
Michael Rosenthal
Rudi Rotthier
Andrea Sangiacomo
Sjoerd A. Schippers
Eric Schliesser
Max Schneider
Winfried Schröder
Willy Schuermans
Herman Schurmans

Herman Seymus
Hasana Sharp
Anton Stellamans
JD Taylor

Herman Terhorst
Marin Terpstra
Paul Theuns
Tim Tielemans

Fernand Tielens
Jo Van Cauter
Henk Vandaele
Will van den Berg

Sven Van Den Berghe
Hubert Vandenbossche
Jan Baptist Vandenbroeck

Bea Van Den Steen

Daniël Vande Veire 

Patricia Van Dijck
Peter Van Everbroeck 

Joep van Hasselt 

Adelin Van Hecke
Miriam van Reijen

Jean Van Schoors

Paul Van Tieghem
Jasper von Grumbkow

Stan Verdult

Tessa Vermeiren
Corinna Vermeulen
Didier Verscheure
Pieter Vitse
Manon Zuiderwijk

 

Spinoza-links
  • Antiquariaat Spinoza - Amsterdam
  • Over Spinoza - Rikus Koops
  • Vereniging Het Spinozahuis
  • Spinoza & Hume - Herman De Dijn
  • Amsterdamse Spinoza Kring
  • Franciscus Van den Enden - Frank Mertens
  • Spinoza-blog - Stan Verdult
  • Spinoza Kring Lier - Willy Schuermans
  • Spinoza Kring Soest
  • Zoeken in blog

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
    Foto
    Spinoza in Vlaanderen
    meld je aan als sympathisant of geïnteresseerde: spinoza-in-vlaanderen@telenet.be
    10-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Etienne Balibar - Spinoza: from individuality to transindividuality

    Het lijkt nuttig onze lezers erop te wijzen dat de tekst van de ongemeen interessante lezing van Etienne Balibar, Spinoza: From Individuality to Transindividuality, gehouden in Rijnsburg en in 1997 gepubliceerd door de Vereniging Het Spinozahuis in de Mededelingen (nr. 71), online ter beschikking is op dit adres. Warm aanbevolen!


    Categorie:Spinoza links en rechts
    Tags:Spinoza
    06-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dierlijke gevoelens: Spinoza en de grenzen van de menselijkheid - Hasana Sharp

    Sinds enige tijd prijkt de naam van Hasana Sharp op de lijst van de sympathisanten van Spinoza in Vlaanderen. Dr. Hasana Sharp is assistant professor aan de McGill University in Montréal, Québec, Canada. Klik hier voor haar persoonlijke pagina. Wij kwamen haar op het spoor via enkele recente artikels, waaruit we met haar toestemming uitvoerig citeerden in onze bijdrage over Spinoza’s humanisme.

    In onze verdere contacten was Dr. Sharp graag bereid om twee artikels over Spinoza vrij te geven voor vertaling en exclusieve publicatie op onze website. Met haar steun verkregen we ondertussen ook van de redactie van de betrokken tijdschriften de nodige toestemmingen.

    Hieronder vindt u als bijlage de vertaling van een eerste artikel: Dierlijke gevoelens: Spinoza en de grenzen van de menselijkheid. Een tweede zeer recent artikel, dat hierbij goed aansluit, volgt later, na publicatie in de befaamde Journal of the History of Philosophy (vol. 50, 4, 2012).

    Wij vermelden ook graag haar eerste boek: Spinoza and the Politics of Renaturalization, The University of Chicago Press, Chicago & London, 2011, xii + 242 pp., Bibliography, Index, € 28 (hardcover)

    Bijlagen:
    Dierlijke gevoelens - Hasana Sharp.pdf (203.7 KB)   


    Categorie:Spinoza-onderzoek ontsloten
    Tags:Spinoza
    03-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza en Advaita 2

    Spinoza en Advaita (2)


    Het lijkt mij goed om eens wat dieper op de afzonderlijke raakpunten van beide filosofieën in te gaan, juist omdat dit kan leiden tot een beter begrijpen en beleven van de eigen “leer”.

    S. : Er is geen individualiteit, onafhankelijk bestaan; het betreft zuiver en
    alleen een modus van God.

    A. : Er is geen individu, er is niets buiten het Zelf / Dat; “Dat zijt gij”.
    (Dat: het “niet dit, niet dit”, het Onnoembare, God)

    Uit “De doornen en de roos” citeer ik: “...de ultieme oorzaak of het absoluut oneindig Zijnde: de ene oergrond van alle verschijnselen die zich in ontelbare vormen van realiteit eindeloos ontplooit, onder meer in de vorm van het denken...”.

    De Advaita heeft een zelfde opvatting, maar erkent zelfs geen enkele vorm van realiteit, ook geen geest, dus denken. De Werkelijkheid ligt voorbij het ervaren van de zintuigen (de geest wordt in Oosterse filosofieën beschouwd als zesde zintuig). De Werkelijkheid van dit lege is het Absolute, het absoluut oneindig Zijnde, het Onnoembare. Dat wat de zintuigen waarnemen, heeft geen eigenheid, is vergankelijk, is leeg. Dat geldt ook voor het denken, ook het denken is vergankelijk (waar is het denken van de niet-bewuste mens, de baby of bij diepe dementie?).

    De kwantumfysica is ver doorgedrongen in de vaststelling van deze leegte en dat de zogenaamde vastheid van de materie alleen veroorzaakt wordt door de snelheid waarmee deeltjes in energetische beslotenheid “rond dansen”, elkaar scheppend en vernietigend; maar steeds verder en steeds opnieuw vaststellend dat wat vast gedacht was leeg blijkt te zijn.

    In de filosofie van de Advaita zijn wij en al wat ons omringt geen modus van de ene substantie, wij zijn Dat, het Onnoembare, ook wel geduid met Bewustzijn. Louter dit Zijnde zijn, wil dit zeggen dat wijzelf de causa sui zijn, dus zonder individualiteit en onafhankelijkheid! (Over de (on)vrijheid van de wil in een latere bijdrage meer.)

    Geboren worden of sterven is daarom onbestaand in de Advaita. Een modus (je moet er nu eenmaal een naam aan geven), met of zonder vorm, is op geen enkel moment niet ‘Dat’. Het is een onophoudelijk bewegen in ons relatieve zijn en beleven, en een rust in het absolute. Spinoza gebruikt hiervoor meen ik de termen sub specie durationis en sub specie aeternitatis.

    Hoe verwoordt Spinoza een en ander? Ik heb daarvan geen grondige kennis en val nogmaals terug op “De doornen en de roos” en citeer:
    “...te aanvaarden... de eigen eindigheid, zelfs als rationeel wezen...” (voorwoord). Ligt in deze verwoording niet exact hetzelfde gedachtegoed, ook ten aanzien van de geest?

    In het artikel Advaita en kwantumfysica op mijn website is een passus uit de Avatamsaka Sutra geciteerd: “Geen ding kan vernietigd worden. Omdat geen ding geschapen is, geen schepper heeft, het niet verklaard en gelokaliseerd kan worden, omdat de dingen ongeboren en niet ontstaan zijn, omdat er geen geven en nemen is, geen beweging en geen functie.”
    Uit “De doornen en de roos” blz. 16: “Er is geen doelgerichtheid in de natuur: alles is gewoon wat het is.” Het is nagenoeg onmogelijk naast deze parallel te kijken!

    Het niet bestaan van een individualiteit en dus aanvaarden van onze eindigheid nú, op dit moment en niet als wij sterven, het niet zijn wie wij denken te zijn, een sterven zonder gestorven te zijn, is een cruciaal punt, waaruit belangrijke consequenties voortvloeien. Graag nodig ik u uit om dit punt vanuit Spinoza’s filosofie iets dieper te onderzoeken en te verwoorden dan ik heb kunnen doen.

    Will van den Berg

    www.advaita-avadhuta.eu


    Categorie:Spinoza links en rechts
    Tags:Spinoza
    30-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza en genocide - TP9.13

    Onze lezers weten misschien dat Wim Klever sinds enige tijd rond Spinoza ‘twittert’. Onlangs kregen wij een van zijn tweets toegestuurd, meer bepaald over de slotzin van paragraaf 13 van hoofdstuk 9 van de Tractatus Politicus. Enigszins geschrokken van de wreedaardigheid die de tweet hierin leest, sloegen wij er de Latijnse tekst op na en stelden vast dat het inderdaad om een in meer dan één betekenis erg controversiële passage gaat.

    Dit is de tekst:

    At urbes jure belli captae, et quae imperio accesserunt, vel uti imperii sociae habendae et beneficio victae obligandae, vel coloniae, quae jure civitatis gaudeant, eo mittendae et gens alio ducenda, vel omnino delendae.

    Wij vertaalden dat in onze recente volledige Nederlandse vertaling van de TP op deze website als volgt:

    ‘Steden die in een oorlog veroverd zijn en aan het rijk toegevoegd, moet men als geallieerden van het rijk beschouwen en door dat voorrecht voor zich winnen; anders moet men er kolonisten naartoe sturen die al burgerrechten hebben, en de oorspronkelijke bevolking ergens anders heen brengen; ofwel maakt men die steden met de grond gelijk.’

    Wij baseerden ons voor onze vertaling op de nieuwe tekstkritische uitgave van de volledige werken van Spinoza bij de Presses Universitaires de France, onder de leiding van Pierre-François Moreau, en meer bepaald volume V, Tractatus Politicus (2005). De Latijnse tekst is bezorgd door Omero Proietti, de vertaling, introductie, noten, glossaires, index en de bibliografie zijn van Charles Ramond.

    In zijn voorstelling van de tekst (blz. 64-67) bespreekt Proietti uitvoerig deze passage en in een uitgebreide eindnoot (blz. 305-307) gaat ook Ramond dieper in op deze inderdaad wel erg cynisch klinkende voorschriften. Hij wijst er in de eerste plaats op dat in de Opera Posthuma een andere lezing staat voor het laatste woord van de paragraaf, namelijk delenda est in plaats van delendae. Die enkele letters verschil veranderen de betekenis op een bijzonder indringende manier. Wanneer men immers delenda est aanneemt, kan dit alleen verwijzen naar het voorafgaande gens, en moet de vertaling zijn: ‘en de oorspronkelijke bevolking ergens anders heen brengen, of ze volledig uitroeien.’

    Het is duidelijk deze lezing waarop de tweet van Wim Klever gesteund was. Wij vinden ze eveneens in de vorige volledige Nederlandse vertaling van de TP van de hand van W. Meijer (1901): ‘…en de oorspronkelijke bewoners wegvoeren of uitroeien.’ Meijer voegt er in voetnoot aan toe: ‘Dit was de gewoonte der oude Hebreeën in Palestina, der Hollanders op Java en der Engelsen in Egypte.’ De gedeeltelijke vertaling van de TP door Wim Klever (1958) bevat hoofdstuk 9 niet. De Franse vertaling van de Oeuvres door Charles Appuhn (1929, 1966) luidt eveneens: …et la population qui l’habitait doit être transportée ailleurs ou exterminée.

    Blijkbaar heeft deze passage al van bij het begin voor moeilijkheden gezorgd. Zo lezen we in de Nagelate Schriften: …’en het volk elders zenden, of de plaatsen gantschelijk uitroejen’ (onze cursivering).

    Wat is hier gebeurd? Gaat het om een correctie van wat Spinoza wel degelijk geschreven heeft, uit kiesheid, zoals dat heet? Dat zou dan een vorm van tekstvervalsing zijn die men in het Engels bowdlerising noemt: het verwijderen uit de tekst van alle passages die de goede zeden in het gedrang zouden kunnen brengen. In Frankrijk herschreef men onder Louis XIV zo de klassieke auteurs voor de kroonprins ad usum Delphini, à l’usage du Dauphin. Heeft men ook bij de vertaling in de Nagelate Schriften een dergelijke ingreep gedaan?

    Gebhardt gebruikte voor zijn uitgave (1925) zowel de OP als de NS; in dit geval ‘corrigeerde’ hij de Latijnse tekst op grond van de Nederlandse en voegde er (kwansuis…) een woord aan toe: et gens alio ducenda, vel urbs omnino delenda est (onze benadrukking). Was dat eveneens vanuit een bekommernis over de wreedheid die uit de originele Latijnse tekst blijkt?

    In de Duitse uitgave van de Sämtliche Werke, Band 5.2 (1994, 2010²) volgt Bartuschat de tekstuitgave van Proietti-Ramond en vertaalt dus eveneens: und ihre Bevölkerung anderswo zu verplanzen; oder sie sind ganz zu zerstören. Aangezien Bevölkerung zoals gens enkelvoud is, kan sie enkel staan op de steden, en niet op die bevolking. In de inleiding bij de tweede uitgave meldt de auteur dat hij nu Proietti-Ramond volgt; zijn voetnoot bij de tekst (blz. 202) luidt: ‘delendae] delenda est Korrektur Proietti; Gebhardt hatte urbs hinter vel ingefügt.’ Wij nemen aan dat Bartuschat in de eerste uitgave van 1994 nog Gebhardt volgt in tekst en vertaling.

    De Franse tekstuitgave van Sylvain Zac (1968) volgt Gebhardt, maar vertaalt: …, ou bien les villes seront entièrement détruites. Let op het meervoud, terwijl hij toch van Gebhardt overneemt: …urbs omnino delenda est (enkelvoud).

    Wij beschikken niet over het manuscript van de Tractatus Politicus. Wij moeten dus voortgaan op de OP en de NS, maar die verschillen zeer duidelijk en met ongemeen belangrijke consequenties voor de betekenis van de tekst. Proietti maakt een reconstructie van het ms. op basis van de twee getuigen die we daarvan hebben. Hij toont op overtuigende wijze aan dat de vertaler van de NS, in het geval van de Tractatus Politicus Glazemaker, rechtstreeks van het ms. zelf vertaald heeft, of van een getrouwe kopie, en dat hij geen inzage had van de drukproeven van de OP, laat staan van de gepubliceerde versie. De vertaling mag dus als een volwaardige rechtstreekse, zij het vertaalde, getuige beschouwd worden van de oorspronkelijke tekst. Hoe kon dat unieke ms. dan aanleiding geven tot twee versies die zoal niet tekstueel, dan toch inhoudelijk een dergelijk aanzienlijk verschil maken?

    Proietti gaat ervan uit dat er oorspronkelijk in het ms. delendae stond, of ‘delenda e.’. We moeten steeds bedenken dat het om een (met de hand geschreven) manuscript gaat dat al enige tijd tevoren geschreven is en wellicht vaak gebruikt en misschien zelfs gecorrigeerd, of over een kopie, waarin ook correcties en onduidelijkheden kunnen voorkomen. De zetter en de lector van de OP hebben die ‘e.’ geïnterpreteerd als een afkorting van ‘est’, zo komen we tot het resultaat: vel omnino delenda est. De vertaler ziet eveneens delendae, of ‘delenda e.’ en kiest voor een andere oplossing: hij behoudt delenda en negeert de ‘e.’, maar weigert delenda te laten slaan op gens. Om dat duidelijk aan te geven, voegt hij het woord ‘plaatschen’ toe, een verwijzing naar de steden, het onderwerp van de hele zin. Proietti acht het nodig om daarvoor een veronderstelde, ontbrekende loca aan te voeren, en niet een impliciet substituut voor het verzwegen urbes. Dat lijkt echter zo onwaarschijnlijk als het onnodig is. Plaatsen is in het Nederlands immers een synoniem voor steden en dorpen. Het is meer voor de hand liggend dat de ervaren vertaler Glazemaker delendae heeft gezien en vertaald, zoals ook ik gedaan heb, waarbij delendae evident slaat op de urbes waarvan sprake, en dat benadrukt heeft, om alle misverstanden te vermijden, door invoeging van ‘plaatsen’; in mijn vertaling is dat ‘die steden’, een spontane vertaling van delendae die ik maakte zonder me bewust te zijn van enige andere lezing of een andere vertaling. Het is pas toen ik de tweet van Klever las, dat ik de verschillende lezingen en vertalingen ben gaan nakijken.

    Een van de sterkste argumenten voor de interpretatie waarbij Spinoza niet aandringt op het uitroeien van de bevolking (gens), maar de vernietiging van de (omwalde) steden, vinden we in de parallelle passage in TP6.35, een hoofdstuk dat over de monarchie gaat (terwijl TP9.13 over de aristocratie handelt). We lezen daar:

    35. Bellum non nisi pacis causa inferendum, ut eo finito arma cessent. Urbibus igitur juri belli captis et hoste subacto pacis conditiones instituendae sunt, ut captae urbes nullo praesido servari debeant, sed vel ut hosti, pacis foedere accepto, potestas concedatur easdem pretio retinendi, vel (si ea ratione timor semper a tergo maneat formidine loci) prorsus delendae sunt et incolae alio locorum ducendi.

    Ik vertaalde dat als volgt:

    ‘Oorlogvoeren mag enkel om vredeswil en om een einde te maken aan een gewapend conflict. Voor de steden die men volgens het oorlogsrecht heeft ingenomen en voor de overwonnen vijand zal men vredesvoorwaarden uitwerken. De veroverde steden zal men echter niet blijvend bezetten met een garnizoen; ofwel zal men aan de vijand na het sluiten van het vredesverdrag de gelegenheid geven om hun steden vrij te kopen, ofwel, wanneer ze omwille van hun ligging een constante bedreiging vormen voor de eigen veiligheid, zal men ze tot op de grond afbreken en de inwoners naar andere plaatsen wegvoeren.’ (TP6.35; de vertaling van Klever stopt na par. 8)

    Wanneer we die parallelle plaatsen vergelijken, doen we er goed aan om in gedachten te houden wat Spinoza bij het begin van hoofdstuk 9 zegt:

    Sed ut utriusque differentiam et praestantiam noscamus, singula praecedentis imperii fundamenta perlustrabimus, et quae ab hoc aliena sunt, rejiciemus, et alia, quibus niti debeat, eorum loco jaciemus. (TP9.1)

    In mijn vertaling:

    ‘Maar om goed het verschil te zien tussen beide en waarin het ene model beter is dan het andere, zullen we nu elk van de grondslagen van de staat uit het vorige hoofdstuk doorlichten; wat hier niet van toepassing is, zullen we schrappen en de andere elementen, waarop ook het tweede model moet gebaseerd zijn, zullen we hun passende plaats geven.’

    Het gaat hier in TP9.1 uiteraard over de vergelijking tussen een aristocratische staat waarin één stad het bewind voert (Rome, Genua, Venetië) en die waarin het niet één stad is maar verscheidene steden, of een hele provincie (Holland). Dezelfde methode gebruikt Spinoza echter ook wanneer hij de aristocratie vergelijkt met de monarchie: telkens vertrekt hij van wat hij gezegd heeft over de monarchie, om dan te wijzen op de tegenstellingen met de aristocratische staatsvorm.

    Wat in hoofdstuk 6 gezegd wordt over de behandeling van de veroverde steden wijkt slechts op een niet substantieel punt af van wat we in hoofdstuk 9 vinden, namelijk dat men in 6 uitdrukkelijk geen garnizoenen moet sturen, terwijl dat in 9 wel een van de opties is. Een verklaring daarvoor geeft Spinoza niet en het lijkt ook niet erg vruchtbaar om er hier een ter plaatse te verzinnen. De overeenkomsten zijn immers veel opvallender en betekenisvoller. Wij vinden hier inderdaad expliciet en met dezelfde woorden dat het de steden zijn die moeten verwoest worden (urbes…delendae sunt), met de verduidelijking dat de inwoners moeten gespaard worden en naar een andere plaats overgebracht (et incolae alio locorum ducendi). Er is geen sprake van het uitroeien van de bevolking.

    Wij merken in de beide passages dezelfde zinsstructuur: vel…vel… (vel…). In hoofdstuk 9 wordt gens nadrukkelijk (in een bijzin: et gens…) in de tweede vel geplaatst, niet in de derde, waarin over ‘uitroeien’ gesproken wordt, een werkwoord (delere) dat we vaak samen aantreffen met urbs, aedificium, en wel ook met hostis. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat Spinoza ditzelfde werkwoord ook zou gebruiken met gens.

    En daarover gaat uiteindelijk de discussie. Spinoza wordt ingeroepen om het gebruik en zelfs het mishandelen van dieren te verdedigen (zie daarover het recente artikel van Hasana Sharp dat hier binnenkort in onze vertaling wordt aangeboden), en om de minderwaardigheid te bewijzen van vrouwen, kinderen, waanzinnigen, slaven en dienstboden (TP11). Met de passage in TP9.13 wil men hem blijkbaar ook nog als een verdediger van de genocide zien.

    Vooreerst moeten we daarbij opmerken dat Spinoza in de TP in de eerste plaats een beschrijving heeft willen geven van de drie belangrijkste staatsvormen (monarchie, aristocratie, democratie), en niet van een utopie:

    ‘De filosofen beschouwen de mensen echter niet zoals ze zijn, maar zoals zij zouden willen dat ze zijn. En zo komt het dat zij meestal in plaats van een ethica een satire schrijven. Ze slagen er niet in om een politiek te bedenken die men zich te nutte zou kunnen maken, maar enkel een die men wel voor een waanbeeld moet houden, of die enkel goed is om in Utopia of in een poëtische Gouden Eeuw in te voeren, waar men er overigens het allerminst behoefte aan heeft. Vandaar dat men aanneemt dat van alle wetenschappen die men beoefent, bij de politiek de theorie het meest afwijkt van de praktijk. Niemand acht men dan ook minder geschikt om over het gemenebest te regeren dan theoretici en filosofen.’ (TP1.1).

    Het heeft dus geen zin om alles wat in de TP staat te interpreteren als de ipsissima verba van Spinoza, als zijn eigen opinie. Integendeel: telkens wanneer hij een beschrijving geeft van een bestaande toestand of situatie, voegt hij er zijn eigen opinie aan toe, en die komt steeds neer op een democratische correctie. Bijgevolg, zelfs wanneer hij zou geschreven hebben dat genocide verantwoord is, quod non, heeft men nog niet het recht om dat in zijn schoenen te schuiven, zoals men ook niet kan zeggen dat hij een verdediger zou zijn van al de laakbare praktijken en de dwaasheden van de monarchie of de aristocratie, die hij nochtans in detail beschrijft. Herhaaldelijk zegt hij dat hij de fundamentele principes wil aangeven waarop een staatsvorm, elke staatsvorm, moet gebouwd zijn om stabiel te zijn en ‘eeuwig’; is er ergens een monarchie, dan houdt men het volgens Spinoza het best bij die staatsvorm, maar dan onder bepaalde, democratische voorwaarden. Uiteindelijk zal hij zeggen dat enkel een zeer democratische vorm van aristocratie enige overlevingskans heeft.

    Het lijkt echter evident dat Spinoza helemaal de genocide niet verdedigt, niet alleen op grond van de parallelle tekst in TP6.35, maar op grond van zijn hele oeuvre. Nergens stellen wij bij hem het onmenselijk cynisme vast dat men al dan niet terecht aan Machiavelli verwijt.

    Spinoza zelf spreekt overigens steeds zeer lovend over Machiavelli, zoals in TP5.7:

    ‘Misschien heeft hij ook willen aantonen dat een vrije bevolking zich ervoor moet hoeden om haar heil aan een enkele persoon toe te vertrouwen. Tenzij die overmoedig genoeg is om te denken dat hij iedereen kan tevreden stellen, moet hij immers elke dag op zijn hoede zijn voor hinderlagen en dus vooral bezorgd zijn over zichzelf; hij zal dan niet anders kunnen dan op zijn beurt de bevolking te belagen, veeleer dan ze te beschermen. Ik meen dan ook dat we mogen aannemen dat die zeer vooruitziende man er inderdaad zo over dacht, temeer daar het wel vaststaat dat hij een voorstander was van de vrijheid en dat hij heel heilzame raadgevingen heeft geformuleerd om haar te beschermen.’ (TP5.7)

    Wanneer wij bij Machiavelli nakijken wat hij zelf over de kwestie van de veroverde steden zegt (in de Discorsi bij de eerste tien boeken van Titus Livius, boek 2, 23), lezen we het volgende (mijn vertaling): ‘Op dit voorstel volgde de beslissing van de Senaat, die aansloot bij de woorden van de Consul; men ging van stad tot stad die van enig belang was en verleende hen voordelen, of verwoestte de stad; de begenadigden genoten van uitzonderingen en privileges, en kregen burgerrechten en men stelde hen op alle mogelijke manieren gerust; van de anderen verwoestte men de stad, men stuurde er kolonisten heen, de inwoners werden naar Rome overgebracht en zo verstrooid dat ze Rome nooit meer konden schaden, met wapengeweld of met juridische argumenten.’

    Verre van een bevestiging van de ‘radicale’ lezing van TP9.13 vinden we hier een bevestiging van de andere versie: de steden worden verwoest, de inwoners verstrooid of (als slaven?) naar Rome gebracht. Wij kunnen ons moeilijk van de indruk ontdoen dat Spinoza deze passage voor ogen had toen hij de Tractatus Politicus schreef. Machiavelli was inderdaad een tegenstander van halve maatregelen, maar zelfs hij ging niet zover dat hij genocide zou verheerlijken of zelfs maar verdedigen.

    Aandachtige lezers van Spinoza hebben het dan ook erg moeilijk wanneer men plots vanuit een of andere hoek met de meest ongehoorde beschuldigingen aan zijn adres op de proppen komt: sadistisch plezier in het martelen van dieren, miskennen van de rechten van de vrouw, het plebs, van kinderen, personen met een lichamelijke of mentale belemmering, handwerkers of huispersoneel, en nu ook nog de zwaarst mogelijke misdaad tegen de mensheid, de genocide.

    Bij Spinoza is de mens als een onderdeel van de natuur even onaantastbaar als elk ander onderdeel van de natuur, en beschikt elke mens over al de onvervreemdbare rechten waartoe de mens in staat is. Dat is de diepste grond van zijn gelijkstelling van macht en recht, die de basis vormt van de hele Tractatus Politicus, namelijk dat de rechten eigen zijn aan de mens en identiek met zijn of haar macht. Overwonnen vijanden blijven nog steeds mensen, en er is niets in Spinoza’s oeuvre dat erop wijst dat hij het eens zou zijn met hun systematische eliminering. Hij verzet zich integendeel tegen elke oorlogsvoering die niet tot doel heeft om een einde te maken aan het oorlogsgeweld (TP6.35). Genocide en moord is in strijd met zijn herhaalde boodschap dat niets de mens van meer nut is dan zijn medemens (E4p18s, p45c). Dat is niet zozeer een pleidooi voor zelfbehoud, maar een niet-aflatende bevestiging van het feit dat de mens als individu, als groep en als soort enkel tot zelfontplooiing kan komen, lichamelijk zowel als mentaal, in contact met de medemens. Daarover gaat het in de Tractatus Politicus. Dat men om dat doel te bereiken, namelijk vreedzaam samenleven met elkaar, een ganse bevolking, een gens (volksstam, een volksgroep, een populatie, een etnische groep) zou mogen uitroeien, strookt niet met de fundamentele inzichten die Spinoza ons aanreikt. Daarvoor is ons heil al te zeer verbonden met dat van de anderen.

    Het gaat er niet om Spinoza tegen alle beter weten in vrij te pleiten van beschuldigingen die men terecht kan maken op grond van de teksten, zoals Cristofolini in zijn tekstuitgave (1999) stelt; in zijn uitgave van 2011 zou hij, naar Wim Klever meedeelt, overigens van mening veranderd zijn en nu de lezing voorgesteld door Proietti volgen. Het is niet omdat iets niet lijkt te stroken met het geheel van het oeuvre dat het er niet zou staan of niet zou kunnen staan, of zelfs zou moeten uitgegomd of tersluiks cosmetisch bijgewerkt worden (Gebhardt). Maar wanneer iets zo incongruent is met de fundamentele grondslagen van een filosofie als deze beschuldiging van het goedpraten van genocide door Spinoza, is het aangewezen en zelfs noodzakelijk om objectief en grondig te onderzoeken wat er uiteindelijk van aan is.

    Wij hebben vastgesteld dat een van de eerste twee getuigen van het manuscript, de vertaling van de Nagelate Schriften, nadrukkelijk spreekt over de verwoesting van de steden. De andere lezing, die we in de Opera Posthuma vinden, wordt in vrijwel alle moderne tekstuitgave als een foutieve lezing van het manuscript aangemerkt, op grond van ernstige en geloofwaardige tekstkritische en tekstanalytische argumenten. Wij laten de uiteindelijke conclusie over aan de welwillende lezer, maar de onze is wel duidelijk.

    Karel D’huyvetters

     

     


    Categorie:Tractatus Politicus
    Tags:Spinoza
    29-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herman Schurmans
    Wij verwelkomen graag Herman Schurmans als sympathisant. Hij was destijds assistent van Leopold Flam en werkte nadien voor radio en televisie, ondermeer als producer van het populaire televisieprogramma Van Pool tot Evenaar. Herman bezorgde ons ook zijn rijkgevuld curriculum vitae, dat we als pdf-file in bijlage zetten.

    Bijlagen:
    Curriculum Herman Schurmans.pdf (57.4 KB)   


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    28-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza en Advaita


    Een binnengekomen bericht:

    SPINOZA EN ADVAITA

    Was Spinoza – ongewild – een adept van de Advaita (filosofie van non-dualiteit)? Er zijn nogal veel en bijzonder essentiële raakvlakken tussen beide filosofieën. Dit illustreert zich o.a. in de hierna volgende ideeën.

    1. S. : Er is geen individualiteit, onafhankelijk bestaan; het betreft zuiver en alleen een modus van God.
    A. : Er is geen individu, er is niets buiten het Zelf / Dat; “Dat zijt gij”.
    (Dat is het “niet dit, niet dit”, het Onnoembare, God)

    2. S. : Er is geen objectief goed en kwaad; deze begrippen zijn relatief, dienen een particulier belang.
    A. : Er zijn geen paren van tegenstelling (dus ook geen goed versus kwaad).
    Het idee, begrip van verantwoordelijkheid berust op de gedachte dat er
    een individualiteit, een ik of ego dat handelt (zie de punten 1 en 7.)

    3. S. : Via een uiterste rationaliteit wordt een diep-intuïtief weten en begrijpen bereikt.
    A. : Berust op drie grondslagen: 1. de eigen ratio 2. het supra-rationele (het intuïtief weten) 3. de geschriften.

    4. S. : Uit dit diep-intuïtief weten en begrijpen vloeit spontaan de deugd
    generositas voort.
    A. : “ Mededogen dat niet tot stand gebracht behoeft te worden en altijd
    beschikbaar is.”
    (pm. “Hoge deugd is geen deugd, juist daarom deugd”; Tao Te Tjing. Zie
    ook punt 7.)

    5. S. : Rationele meditatie op onze gevoelens (aandoeningen) levert ons de volmaakte kennis hiervan op.
    A. : Kennis van je zelf leidt tot Zelf-kennis (= Zelf-besef = Zelf-realisatie).
    (p.m. Dit kennen is geen mentaal begrijpen maar het ervaren van het
    essentiële Wezen van jezelf.)

    6. S. : Alles wat ons overkomt, is zo volmaakt als het maar zijn kan en vertoont geen enkel tekort; er is geen goed noch kwaad.
    A. : Niet hechten aan, verlangen naar, noch afkeren van.
    Er is geen dualiteit, geen enig paar van tegenstelling (wat goed is draagt
    kwaad in zich, wat kwaad is draagt goed in zich).

    7. S. : Er is geen vrije wil.
    A. : Vrije wil is een begrip dat samengaat met het idee van het bestaan van een onafhankelijke individualiteit; dat er een ik, ego is dat handelt. Een diep besef van wie je werkelijk bent levert een altijd juist handelen op in de zin van het woe-wei begrip uit het Taoïsme.
    (pm. Heeft zelfs God wel een vrije wil, hoe zou hij/het zichzelf kunnen
    kennen zonder enige vorm van manifestatie?)

    8. S. : Ook Spinoza's filosofie kan tot een gelukzaligheid leiden.
    (Onzekerheid hieromtrent klinkt door bij het voorwoord van De Dijns
    “de doornen en de roos”. Ik ben er echter van overtuigd dat een diep
    doorleefd besef en ervaren van deze filosofie beslist leidt tot een
    blijmoedige bevrijdheid, evenals bij de Advaita. Hiertoe is in beide
    “leren” het totaal opgeven van een eigenheid noodzakelijk en beseffen
    dat juist de idee van een eigenheid de gebondenheid veroorzaakt.)

    A. : Als je weet wie je bent houdt je langzaam op te zijn wie je niet bent! (W) Gebondenheid en bevrijding zijn begrippen, een paar van tegenstelling.
    “Hij die zichzelf vrij weet, is inderdaad vrij en hij die zich gebonden acht, is inderdaad gebonden. Zoals een mens denkt, zo wordt hij...” ( uit de
    Ashtavakra Samhita en Brihadaranyaka Upanishad).

    Voor een kennismaking met enige vertaalde en toegelichte Advaita-teksten, die vrij ter beschikking staan en waarin diverse verwijzingen naar Spinoza's gedachtegoed zijn opgenomen, kunt u mijn website
    www.advaita-avadhuta.eu
    (indirecte toegang via host) bezoeken.

    Will van den Berg

     

    Wij verwelkomen hierbij Will als sympathisant van Spinoza in Vlaanderen.


    Categorie:Spinoza links en rechts
    Tags:Spinoza
    22-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ad Librum andermaal

    In een vorige bijdrage brachten we hier onze Nederlandse vertaling van het Latijnse versje Ad Librum dat in de originele Latijnse uitgave van 1663 prijkt tussen de Praefatio van Lodewijk Meyer en de indexen die voorafgaan aan de tekst van Spinoza's Renati Des Cartes Principiorum Philosophiae Pars I, & II, More Geometrico demonstratae. In de uitgave van de Korte Geschriften door F. Akkerman c.s. bij Wereldbibliotheek (1982) is het gedichtje ook vertaald en voorzien van een voetnoot, met daarin deze vermelding: In de Nederlandse vertaling van Balling gaat het Latijnse gedicht vergezeld van een vertaling ervan (van de hand van Balling?) in 12 versregels en een zeer vrije parafrase in 24 versregels ondertekend: H. v. Bronchorst, M.D. Beide Nederlandse gedichten zijn afgedrukt door Gebhardt, dl. I, p. 614-615.

    Wij hadden graag die beide gedichten toegevoegd aan onze vorige bijdrage, maar we slaagden er niet in om de gedichten in een digitale versie op het web terug te vinden in de vertaling door Balling uit 1664. Wij hebben helaas ook Gebhardt niet in huis, tenzij in een digitale versie, maar die is ‘gebaseerd op’, niet een facsimile van het origineel, en daarin troffen we de gedichten niet aan. Google books bood ons enkel tergende fragmenten van de vertaling van het versje van Bouwmeester.

    Gelukkig kregen we hulp aangeboden door Frank Mertens. In zijn recent verschenen boekje Van den Enden en Spinoza, bij onze lezers wel bekend, vermeldde hij in voetnoot 175 Hendrik van Bronckhorst als ‘de auteur van het lofdicht op Spinoza, vooraan in de Nederlandse vertaling van PPC/CM.’ Toen wij hem daarover polsten, was hij zo vriendelijk om ons meteen een transcriptie te bezorgen van de gedichten zoals hij ze bij Gebhardt aangetroffen had.

    Wij zijn dus tevreden dat wij dank zij Frank hier de beide Nederlandse gedichten kunnen aanbieden.

     

    Aan het Boek

    Zy men u noeme een vrucht uit beter brein gheteeldt,

    Oft dat ghy uit Des Cartes zijt herbooren

    Klein Boexke, deze Gheest, die door uw’ blaad’ren speelt,

    Is eyghen, en by niemant ooit te vooren

    Zo rijk ghevonden, ‘t welk my dwingt uws Maakers Naam,

    En lof tot an de sterren te verheffen:

    En zo zijn gheest alleen alle and’re Schrijvers saam

    In schranderheidt, en konst kan overtreffen,

    En ghy met recht de naam van zonder weergâe draaght,

    Wensch ik, dat hy ‘t by u niet laat’ berusten;

    Maar dat hem, ‘t geen hy an Des Cartes heeft ghewaaghdt,

    Eens eind’lijk aan zich zelven ook gheluste.

    J.B.M.D.

     

     

    Aan den Leezer

    De God-verzaker swight: uyt heeft den Stoïcus:

    Nu ’t hoogh-verlichte Breyn van een CarteSius

    Het zijn van God betoogt, op wisz’ en ware gronden:

    Dat deze Godheyt ook niet afhangt, of, gebonden

    Aan ’t dwingend’ Nood-lot is, of wankkelend’ geval;

    Maar, zonder oorzaak zelfs, een oorzaak van ’t heel-al,

    En al-beweger van het wonderlijk gewemel

    Des uytgebreyden Stôfs, aan d’ ongemeten Hemel,

    Op Aarde, en in de Lucht. Wie acht nu voor geluk,

    Dier dingen oorspronk te doorgronden Stuk, voor Stuk?

    Die volg’ Renatus geest, herlevende in Spinoze;

    Die leeze uyt deze blaân Natuirs-weets êêlste rózen:

    En proeve, ’t geen zijn vlijdt heeft uyt dat werk gevist,

    Wiskunstig toebereydt, en smaak’lijk opgedist,

    Van God, Van Goed, van Ziel, van Stôf, en Stôfs-bewegen.

    Doch ’t zouw volmaakter zijn, bedauwd’ het eens de Zegen

    Van rijper oordeel, en ’t vernuft van BENEDICT,

    Die in ’t bespieg’len van de waarheyt zich verquikt;

    En poogt de grondt van Aardsz’, en boven-aardze zâken

    Te peylen door ’t verstandt, en klaar bekent te maken.

    Men voed’ dees yver met aanmoedigende Lof;

    Op dat hy zelfs hier na, ontleden mach die Stôf,

    Wat Ziel, wat Lichaam zy: en yeder laten lêzen

    ’t Eerwaardige geheym van ’t een en eeuwigh wezen.

    H. v. Bronckhorst, M.D.


    Categorie:Spinoza literair
    Tags:Spinoza
    21-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willem Lemmens

    Professor Willem Lemmens doceert aan de Universiteit Antwerpen. Hier vindt men zijn persoonlijke pagina bij de UA, met onder meer zijn academische bibliografie. Enkele artikels van hem kan men hier vinden. Ze handelen over Spinoza en over Hume en kunnen vrij gedownload worden.


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cis van Heertum

    Na Frank Mertens mogen we ook Cis van Heertum als sympathisant verwelkomen. In 2008 verscheen onder haar redactie het prachtig uitgegeven boek Spinoza als gids voor een vrije wereld. Libertas philosophandi, Cis van Heertum red., Amsterdam, 2008, 336 blz., geïllustreerd. Het bevat dertien vrij korte maar van uitvoerige voetnoten voorziene en dus degelijke artikels over Spinoza, zijn tijd en zijn filosofie, met daarnaast de catalogus van de tentoonstelling die gewijd was aan dit onderwerp: honderd uitzonderlijke, zeldzame documenten en publicaties. Als je daarbij nog de knappe illustraties neemt en de prachtige typografie en het fijne boekbindwerk, dan heb je een van de mooiste commercieel uitgegeven boeken die ik in vele jaren heb mogen in handen nemen. Als povere paperback kost het boek € 20.

    Van deze beide auteurs vermelden we ook twee artikels die verschenen in het gespecialiseerde tijdschrift Lias, Journal of Early Modern Intellectual Culture and its Sources. Ze gaan over Adriaan en Johannes Koerbach, tijd- en geestgenoten van Spinoza.

    Onderstaande links verwijzen naar de Engelstalige abstracts van deze gespecialiseerde artikels. Lezers die zich nog verder in deze materie willen verdiepen, sturen ons een mail.

    Cis van Hirtum

    Frank Mertens


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    20-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ethica I, prop. 33

    Res nullo alio modo, neque alio ordine a Deo produci potuerunt, quam productae sunt. (E1p33)

    Een korte, krachtige zin, die we lezen dicht bij het einde van het eerste hoofdstuk van de Ethica, dat geheel gewijd is aan God. Laten we een voorlopige vertaling maken en zien waar ons dat voert.

    ‘De dingen konden niet op een andere manier, noch volgens een andere ordening door God voortgebracht worden dan ze voortgebracht zijn.’

    Vooreerst is het belangrijk op te merken dat Spinoza hier niet spreekt over de God van het christendom, het joodse geloof of de islam. Voor hem is God niet de transcendente Schepper van al wat is, maar ‘al wat is’, of de Natuur, of het universum enzovoort. In plaats van a Deo, ‘door God’, lezen we dus beter ‘door de Natuur’. Maar dat is een pleonasme, twee keer hetzelfde zeggen, want de Natuur is niets anders dan (het tot stand komen van) de dingen, res. We kunnen dus a Deo gewoon weglaten. Dat biedt het voordeel dat we ons niet laten afleiden of zelfs misleiden door onze christelijke achtergrond en een hele filosofische traditie die een verschil maakt tussen God en zijn schepping. Bij Spinoza is dat verschil er niet: Deus, sive Natura; de twee zijn uitwisselbaar, identiek, maar dan in die zin dat de hele nadruk komt te liggen op de Natuur. God wordt nog enkel bij manier van spreken vermeld. Dat is geen esoterisch taalgebruik van Spinoza, dat wil zeggen dat hij wel ‘God’ zegt maar in feite iets anders bedoelt. Nee, hij was ervan overtuigd dat hij het Godsbegrip had uitgezuiverd en uitgeklaard en dat hij het zo had gered. Hij spreekt in de Ethica voortdurend over God, zijn God, van de eerste bladzijde tot de laatste. Met de aanvulling sive/seu Natura, komt Deus slechts vier keer voor bij Spinoza, in twee paren (E4praef, E4p4d). Hij vond het dus niet eens nodig om die fundamentele gelijkstelling meer dan louter terloops te vermelden, in een concrete context; ze blijkt immers overduidelijk uit alles wat hij over God en de Natuur te zeggen heeft.

    Een tweede dragend woord is res, vrouwelijk meervoud in het Latijn. De dingen, dus. Welke dingen? Alle dingen, al wat er is. Meer algemeen en meer absoluut kan Spinoza het niet stellen: res. Toch moeten we een bijzonder belangrijke nuancering aanbrengen. Het gaat om dingen die echt bestaan: ze zijn productae, voortgebracht, ze zijn er. Meteen zijn alle dingen uitgesloten die niet bestaan, zoals dingen die onmogelijk kunnen bestaan, zoals een driehoek waarvan de drie hoeken geen twee rechte hoeken vormen, of een cirkel waarvan alle punten niet even ver van het middelpunt liggen. Of dingen die zouden kunnen bestaan, maar in de praktijk niet bestaan: een cirkel met een straal van 1000 kilometer, bijvoorbeeld. Of dingen die alleen in onze verbeelding bestaan: een eenhoorn, een engel, een cycloop. Of dingen die in strijd zijn met de natuurwetten: dat een mens plots zomaar zou kunnen zweven, of iets zou kunnen verplaatsen zonder enige inspanning. Voor onze verdere redenering is het belangrijk dat we dit goed voor ogen houden: Spinoza spreekt hier enkel over (al) wat werkelijk bestaat.

    Spinoza vermeldt modo (manier) en ordine (ordening). De dingen zijn gemaakt of tot stand gekomen op een bepaalde manier en volgens een bepaalde ordening. Het zijn twee zeer algemene woorden, die gekozen zijn omdat ze samen zo allesomvattend zijn. Heel specifiek zal Spinoza dit niet uitwerken: hij schrijft geen fysica, zegt hij. Wat hij bedoelt, is dat de dingen op een bepaalde manier tot stand gekomen zijn en volgens een bepaalde ordening, namelijk de natuurwetten, en dat een andere manier en een andere ordening niet konden: nullo alio, ‘geen enkele andere’. Alleen zoals ze in feite ontstaan of gemaakt zijn, zo kon het, anders niet.

    Dat is een uiterst krachtige uitspraak. Je vraagt je meteen af: en waarom niet? Of: wat heeft dat voor consequenties?

    Waarom niet? Hier zitten we bij een kerngedachte van Spinoza. De Natuur is geen gokspel. Er zijn onveranderlijke natuurwetten, die altijd en overal gelden. Als er iets gebeurt, dan heeft dat een oorzaak. En die oorzaak heeft weer een oorzaak, en zo verder. Als we heel slim waren (en dat zijn we niet, waarschuwt Spinoza ons), dan zouden we de hele voorgeschiedenis van een ding of een gebeurtenis kunnen achterhalen, steeds verder terug, zonder ooit op iets onverklaarbaars te stoten. De Natuur is integraal verklaarbaar; er zijn geen mirakels. Met onze beperkte kennis als mensen zullen we daarin natuurlijk niet slagen, niet als individu en misschien ook wel niet als mensheid, daarvoor krijgen we wellicht te tijd niet. Niemand heeft altijd alles door, verre van. We gaan voort op indrukken of op onze verbeelding en komen zo tot verkeerde conclusies of voorlopige inzichten, die we later moeten bijstellen. Maar de werkelijkheid, res, die is in principe volkomen logisch verklaarbaar.

    Spinoza zegt dat de reeks van oorzaken oneindig is. Dat doet de wenkbrauwen fronsen. Hoezo, oneindig? Als we meer dan dertien miljard jaar teruggaan, tot bij de Big Bang, dan zitten we toch aan het begin van alles? Het is een vraag die Spinoza zich hier niet gesteld heeft. Hij bedoelde alleen maar dat alles in principe een oorzaak heeft, dat er nooit iets kan zijn dat geen oorzaak heeft, dat niet kan verklaard worden door de vaste natuurwetten. De Natuur is geen gokspel, er kan niet plots iets gebeuren of iets opduiken dat totaal onverklaarbaar is. Er zijn hoogstens dingen die wij nog niet kunnen verklaren, die we misschien nooit zullen kunnen verklaren, maar dat betekent helemaal niet dat ze onverklaarbaar zijn, natuurlijk. Voor Spinoza is de Natuur oneindig in beide richtingen, of zelfs in alle richtingen, de Natuur is tijdloos, dus kan je oneindig ver teruggaan.

    Kon het dan niet anders? Nee, dat is duidelijk, zegt Spinoza. Alles gebeurt volgens onveranderlijke natuurwetten. Als die wetten anders waren geweest, dan hadden we een andere Natuur gehad; maar we hebben nu deze, en er kunnen er geen twee tezelfdertijd zijn, dat zou wat moois zijn… het zou ook volkomen in tegenspraak zijn met de fundamentele verklaarbaarheid van de Natuur. In de moderne kosmologie zegt men wel dat er misschien wel een oneindig aantal universa zijn, waarvan ons exemplaar er slechts één is. Dat is misschien wel zo, maar we kunnen er niet veel mee aanvangen, aangezien we met die andere universa geen contact kunnen hebben; we hebben die ook niet nodig om ons exemplaar te verklaren. Zolang we niet echt weet hebben van die andere universa, bestaan ze niet echt, maar enkel in onze (al dan niet logische) veronderstellingen, in onze verbeelding. Nee: onze natuurwetten zijn onveranderlijk en ze kloppen ook, ze zijn samenhangend. Je kan niet zomaar ergens iets veranderen aan die wetten, alles moet erin passen, er zijn geen uitzonderingen mogelijk. Anders waren er twee verschillende ‘Naturen’, maar dat kan evident niet, want de Natuur is al wat er is en dat kan je geen twee keer hebben, dat is absurd, natuurlijk.

    Men heeft deze stelling vaak aangegrepen om aan te tonen dat Spinoza een determinisme huldigt. Als alles alleen maar kon gebeuren zoals het gebeurd is, dan lag en ligt alles bij voorbaat vast. De reeks van oorzaken en gevolgen die ertoe geleid heeft dat alles is zoals het is, was de enig mogelijke reeks. Er is geen enkele manier waarop die kon beïnvloed worden door wie of wat dan ook. De natuurwetten bepalen het verloop van de Natuur, van het meest algemene tot het meest gedetailleerde. We komen daarop nog terug.

    De Natuur is dus volmaakt, zegt Spinoza. Ook dat moeten we nu niet verkeerd gaan begrijpen. We zien om ons heen dat de Natuur helemaal niet volmaakt is, integendeel: er is meer dan genoeg onheil in de wereld, zodat we zelfs zeggen dat het volmaakte niet van deze wereld is. Spinoza is allerminst blind voor het onvolmaakte en voor dat onheil, dat hij ook aan den lijve ondervonden heeft. Maar dat is onheil voor ons, wij ervaren het als onheil, terwijl het helemaal niet als onheil bedoeld is. De Natuur bedoelt helemaal niets, niets goeds en niets slechts. De natuurwetten zijn gewoon wat ze zijn, neutraal, onwrikbaar, onverbiddelijk eender voor iedereen, overal en altijd.

    Is Spinoza dan toch een determinist? Laat ons voorzichtig zijn met dergelijke uitspraken. Als we spreken over de meest fundamentele dingen, past het om schroomvallig te werk te gaan.

    We hebben bij het begin van onze redenering gezegd dat de natuurwetten enkel gelden voor wat er werkelijk is. Darwin zou dat enthousiast bijgetreden zijn; hij ging precies op zoek naar die achterliggende oorzaken, die ons tot dan toe ontgaan waren, naar de natuurwetten die te gronde liggen aan de biologische evolutie, die tot dan toe onverklaarbaar was en dus ontkend werd. Maar naast al wat er is, zijn er ook dingen die wel mogelijk zijn, maar die toch niet gebeuren en vooral: die niet gebeurd zijn. En dat ze niet gebeurd zijn, dat heeft ook een oorzaak, die even bepalend is als de oorzaken van wat er wel gebeurd is. En dus moeten we wel zeggen dat hoewel het niet anders gelopen is met de Natuur dan het in feite gelopen is, het toch in principe ook anders had gekund.

    Let wel: het gaat enkel om wat mogelijk is binnen de geldende natuurwetten, want daaraan valt niet te ontsnappen. Het eenvoudigste voorbeeld is elk van ons. Wij zijn het resultaat van een (oneindige) voorgeschiedenis, met menselijke en voormenselijke en dierlijke en voordierlijke voorouders, helemaal tot aan de Big Bang. Maar wij bestaan niet noodzakelijk, er is niets in ons dat aanspraak kan maken op enige noodzakelijkheid, alleen de Natuur is noodzakelijk in zijn totaliteit; wij zijn echter gewoon het resultaat van materiële oorzaken. En met die materiële oorzaken is er van alles mogelijk binnen de natuurwetten. Die zijn namelijk zo complex en divers, dat het voor de meeste zaken zelfs onmogelijk is om ons aan enige voorspelling te wagen. Het kan vriezen, het kan dooien.

    Er zijn zoveel factoren waarmee men rekening moet houden, en zoveel gradaties in de invloed die elke van die factoren heeft, dat men niet eens kan zeggen of bepaalde oorzaken ook een bepaald gevolg zullen hebben. Als wij een kind ‘maken’, dan kan het een jongen of een meisje zijn, of zelfs een tussenvorm; het kan voldragen zijn of voortijdig aan zijn einde komen; het kan bij de geboorte levensvatbaar zijn of niet, gehandicapt of niet enzovoort. Voor elk van die mogelijkheden is er een volmaakt verklaarbare reden, helemaal binnen het kader van de natuurwetten, maar er zijn zoveel factoren die daarin meespelen, dat elke ouder bang afwacht. Er zijn dus ook mensen die niet geboren worden, en die onder iets andere omstandigheden wel hadden kunnen geboren worden. Het kon dus wel degelijk anders. We hadden er ook niet kunnen zijn.

    Denk aan de gebeurtenissen die ertoe geleid hebben dat op zeker moment alle grote zoogdieren op aarde uitgestorven zijn, wellicht ten gevolge van de inslag van een enorme asteroïde. Dat die toen hier insloeg is volledig verklaarbaar volgens de natuurwetten, anders ware het niet gebeurd. Maar stond het vanaf het begin der dingen (wat dat ook moge betekenen) vast dat het zou gebeuren? Natuurlijk niet: er zijn miljoenen factoren die dat hadden kunnen verhinderen, en eentje zou al genoeg geweest zijn. Op elk moment kunnen er allerlei dingen gebeuren, of niet gebeuren, allerlei factoren werken samen en het resultaat is even onvermijdelijk als onvoorspelbaar. Dat heeft niets met het toeval of het fatum te maken, maar met wat men probabiliteit of waarschijnlijkheid noemt.

    Nu de mens er is, kunnen we zeggen dat er een zeer grote waarschijnlijkheid was dat er ooit een mens zou zijn. Maar is het ook mogelijk dat er geen mensen zouden geweest zijn, of dat die er grondig anders zouden uitgezien hebben. Reken maar! Er is binnen de natuurwetten niets dat van bij de aanvang van het leven liet veronderstellen dat er ooit ‘mensen’ zoals wij zouden zijn. Of giraffen. Of vogelbekdieren. Steeds binnen de natuurwetten was het perfect mogelijk dat wij acht vingers hadden, of een staart enzovoort. Het is niet gebeurd, maar het heeft niet veel gescheeld.

    De belangrijkste reden voor dit alles is dat de natuurwetten niet abstract zijn. Ik heb het niet over woorden, zegt Spinoza, ik probeer de dingen zelf te verklaren. Het zijn de wetten waaraan de dingen, de materie zelf onderhevig is. De tektonische platen schuiven overeen met een kracht die niet in mensentermen uit te drukken is. De materie evolueert volgens de natuurwetten, oorzaak en gevolg, maar elk gevolg is weer een oorzaak. De natuur werkt op zichzelf in. Dat is het meest spectaculair bij levende wezens. Die ontwikkelen een activiteit die het aanschijn van de aarde en van het leven op aarde grondig veranderd heeft. En hoe hoger de levensvorm, hoe groter de invloed. Een beverpaar kan een beek afdammen, wij doen het op veel grotere schaal. We ontsnappen niet aan de natuurwetten, maar wij zetten ze wel naar onze hand.

    Spinoza zegt nergens iets dat op determinisme lijkt. Hij zegt alleen dat de natuurwetten onwrikbaar zijn, of ‘eeuwig’ en dat ze ook logisch zijn, dat de dingen niet zomaar gebeuren. Maar binnen het strakke kader van de natuurwetten is er enorm veel mogelijk, en slechts een zeer klein gedeelte van wat mogelijk is, gebeurt ook echt.

    Wie dus uit deze stelling van Spinoza afleidt dat alleen wat kan gebeuren, ook gebeurt, vergist zich schromelijk. Spinoza zegt enkel dat als er iets gebeurt, het alleen maar zo kon gebeuren. Als de oorzaken anders waren geweest, dan was er iets anders gebeurd, misschien onmerkbaar anders, maar toch anders. Hij zegt nergens dat iets anders niet had kunnen gebeuren, tenzij dat strijdig is met de natuurwetten. Hij zegt ook niet dat het moest gebeuren, alleen dat als het gebeurt, het wel zo moest gebeuren, en niet anders.

    Dat heeft enorme gevolgen. Wie aanneemt dat alles noodzakelijk gebeurt en dat iets anders niet mogelijk is en het nooit was, negeert niet alleen de natuurwetten, die wel degelijk andere mogelijkheden inhouden, maar ontzegt uiteindelijk de mens alle vrijheid. De mens heeft dan geen enkele invloed meer op de gebeurtenissen, die helemaal onderhevig zijn aan een Hoger Wezen, dat alles bepaalt: de God van het christendom, het jodendom of de islam, het polytheïsme van het hindoeïsme enzovoort. De Natuur van Spinoza past niet in dit rijtje, omdat er hier geen hoger wezen is, er is alleen de Natuur. En binnen die Natuur gelden alleen de natuurwetten en binnen die natuurwetten is er oneindig veel mogelijk op oneindig veel mogelijke manieren, zegt Spinoza, waarmee hij overduidelijk aantoont dat deze stelling 33 uit het eerste hoofdstuk van de Ethica niet kan gelden als een bewijs voor welk determinisme dan ook, maar enkel moet begrepen worden als een benadrukken van de fundamentele rationaliteit van het universum.

    Spinoza probeert de mens te bevrijden van de angsten van een primitief bestaan, van een slafelijke onderwerping aan de machtswellust van anderen, van de terreur van godsdienstig fanatisme. Indien hij daarvoor enkel een materialistisch determinisme in de plaats had gezet, dan is het zeer twijfelachtig dat hij vooral op hoogstaande persoonlijkheden een zo diepe en blijvende invloed zou uitgeoefend hebben en dat nog steeds doet; het zou nog veel minder waarschijnlijk geweest zijn dat de bestaande godsdiensten zich zo fel tegen zijn opvattingen zouden verzet hebben. Spinoza biedt ons wel degelijk een echt alternatief, dat gebaseerd is op onze authentieke vrijheid, maar dat ons ook voor onze onontkoombare verantwoordelijkheid plaatst.

     


    Categorie:Ethica
    Tags:Spinoza
    18-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franciscus Van den Enden (Frank Mertens)

    Wij ontvingen zopas de aanmelding als sympathisant van Frank Mertens. Onze lezers zullen hem ongetwijfeld kennen van zijn werk over Franciscus Van den Enden, bij wie Spinoza zijn Latijn heeft geleerd.

    Wij verwijzen graag naar de even fraaie als degelijke website die Frank daaraan gewijd heeft. We plaatsen een permanente link bij onze favorieten.

    Ten slotte vermelden we nog dat de tekst van de lezing die Frank Mertens gaf voor de Vereniging Het Spinozahuis in 2002, door de Vereniging onlangs gepubliceerd werd onder de titel Van den Enden en Spinoza. Op de website van de Vereniging is het nog niet te vinden, maar wel bij Antiquariaat Spinoza in Amsterdam: http://www.spinozabooks.com/list105.html

    64. MERTENS, FRANK. - Van den Enden en Spinoza.
    Voorschoten, Uitg. Spinozahuis, 2012. Orig. wraps. 78 pp. New. € 7.50

     


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    11-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antiquariaat Spinoza Amsterdam

    Goede wijn behoeft geen krans, zegt men. Het is dus niet zonder schroom dat wij hier melding maken van Antiquariaat Spinoza in Amsterdam. Ernstige Spinoza-liefhebbers uit de hele wereld kennen dat adres ongetwijfeld en velen hebben er al hun bestellingen geplaatst. Men kan er steeds rekenen op een vriendelijk onthaal en expert advies. De prijzen zijn redelijk en het aanbod is er breed en ruim, met eerlijke en duidelijke omschrijvingen van de aangeboden boeken en van de staat waarin ze verkeren. Heel bekend zijn de cataloguslijsten per onderwerp, in ons geval de Spinozana. Onze eigen ervaringen met de verzending naar Vlaanderen waren steeds meer dan bevredigend: elk boek is afzonderlijk ingepakt met de grootste zorg en kundig beveiligd tegen de gevaren van het moderne transport.

    Wij kondigen hier dan ook met veel genoegen aan dat vandaag een nieuwe lijst met Spinozana op de website verschenen is, met meer dan 400 titels. Een gedeelte is afkomstig uit de bibliotheek van Albert
    Kloezen, die zijn Spinoza-collectie aan het Antiquariaat heeft verkocht. Daarnaast is er een keurige en interessante lijst van Nederlandstalige boeken rond Spinoza, ook goed voor bijna honderd titels, nieuw, tweedehands en antiquarisch.

    Omwille van onze eigen uitstekende ervaringen met Antiquariaat Spinoza Amsterdam, hebben wij enige tijd geleden zaakvoerder Manja Burgers benaderd met de vraag om toe te treden tot de sympathisanten van Spinoza in Vlaanderen. Zij bleek daartoe gaarne bereid en wij voegen haar naam dan ook met de nodige trots toe aan de lijst. Welkom Manja! Wij vermelden Antiquariaat Spinoza Amsterdam meteen ook bij onze favorieten, zodat onze lezers zonder omwegen kunnen doorklikken naar de website aldaar (als een klik niet lukt, doe dan ctrl+klik).

    Wij kunnen voor onze sympathisanten nog een bijzonder interessante ontwikkeling vermelden. De prijzen op de website van Antiquariaat Spinoza zijn exclusief 6% btw, maar speciaal voor onze sympathisanten is de prijs inclusief 6% btw, dat wil zeggen een directe korting van maar liefst 6%. Men hoeft alleen te vermelden bij de bestelling dat men voorkomt op de lijst ‘wij steunen Spinoza in Vlaanderen’. Wij danken Manja heel bijzonder voor deze aanzienlijke korting!

    De prijzen zijn exclusief verzendkosten. Een pakket naar België kost 6
    euro, ongeacht het gewicht (met DPD), wat uiterst redelijk is.

    Allen daarheen dus. Wie eerst komt, eerst maalt. Er zijn buitenkansjes bij voor ieders beurs, met indrukwekkende prijzen voor de topstukken, maar er zijn eveneens interessante weggevertjes.

    Voor alle informatie:

    Manja Burgers
    Antiquariaat Spinoza
    Den Texstraat 26
    1017ZB Amsterdam
    The Netherlands
    Tel. +31206209129
    Fax. +31206257540
    www.spinozabooks.com
    ILAB/LILA member


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Susan James over Spinoza's TTP aan de UGent

    ter herinnering: donderdag 13 en vrijdag 14 december 2012 is er aan de Universiteit Gent de workshop met Susan James, klik hier voor alle details.


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kapelle

    Vandaag plaatsen we hier graag een bericht dat ons bereikte via Kees Bruijnes, van wie we onlangs nog de prachtige reeks van Spinoza-gerelateerde schilderijen konden bewonderen, met boeiend anekdotisch commentaar. Dat Kees ons het bericht stuurde is al een voldoende reden om het op te nemen, ook al gaat het om activiteiten in Nederland en niet in Vlaanderen. Een bijkomende reden is dat em. professor Herman De Dijn een van de sprekers is. En tenslotte is Kapelle niet eens zo ver van de grens met Vlaanderen, dus misschien laat een of andere grensbewoner zich inspireren voor een bezoekje. Overigens zijn heel wat van onze lezers Nederlanders, zeggen de statistieken van Seniorennet.

    Als wij zien wat er in Nederland allemaal georganiseerd wordt, niet alleen rond Spinoza (denk aan de voordrachten van Rikus Koops in Deventer en de activiteiten van de Amsterdamse en andere Spinozakringen), maar ook over de vroegmoderne en de latere filosofie, dan kan men zich de vraag stellen waarom dat in Vlaanderen niet kan. Maar dat volkomen terzijde; hier is het bericht:

    Woensdag 16 januari 2013. Filosofie met prof. Dr. Herman De Dijn.

    “Leven en werk van David Hume”

    Herman De Dijn, professor in de wijsbegeerte in Leuven spreekt deze keer over zijn tweede favoriete filosoof. Na Spinoza, vorig jaar, gaat het dus vanavond over David Hume (1711-1776). David Hume werd geboren in Edinburgh, Schotland en wordt gerekend tot de Britse verlichtingsfilosofen. Al vroeg schreef hij zijn eerste boek: “A Treatise of Human Nature” handelend over de menselijke kennis, de moraal, het recht en de al of niet aanwezige vrije wil. Hume was een enorme scepticus die alle filosofische en wetenschappelijke theorieën wantrouwde en vond dat slechts de menselijke ervaring en de feiten maatgevend moeten zijn. Menselijke ideeën moet men wantrouwen alleen al omdat die kunstmatig in het brein worden opgebouwd uit de vele losse indrukken die onze zintuigen opdoen.

    De speciale waarde van Hume was dat hij vele filosofen met hun vaak wijdlopige fantasieën en theorieën, weer terug op aarde bracht.

     

    Woensdag 27 februari 2013. Filosofie met prof. dr. Piet Steenbakkers met:

    "Een onthullend inkijkje in de gedachtewereld van een zeventiende-eeuwse libertijn".

    Piet Steenbakkers is professor aan de Utrechtse universiteit. Weet veel van de vroeg moderne filosofie en is een kenner van 17e eeuws Nederland. Was betrokken bij de ontdekking en bestudering van het manuscript van de Ethica van Spinoza in het Vaticaan in 2011. Hij spreekt deze avond over een in 2010 ontdekt aantekenboekje van een Utrechts Libertijns student uit 1678.

    Wat de anonieme auteur over politiek, religie en seksualiteit opschrijft zou hem in de gevangenis hebben doen belanden als het aantekenboekje toen openbaar was geworden. Filosofie speelt in deze tekst geen al te grote rol, maar de schrijver was duidelijk wel nieuwsgierig naar controversiële denkers, speciaal Spinoza, verder de Zeeuw Adriaan Beverland (met wie de auteur bevriend moet zijn geweest) en de Engelsman Thomas Hobbes. De schrijver was zelf geen vernieuwend denker, eerder een tamelijk onervaren en ietwat sensatiebeluste jongeling. Maar dat maakt zijn aantekeningen nu juist zo interessant. We weten wel wat er in de 17e eeuw zoal werd gepubliceerd over die onderwerpen, maar hoe daarover werd gedacht en gepraat in de kroeg en in de trekschuit, daar gaat het vanavond over.

     

    Woensdag 10 april 2013. Filosofie van prof. dr. Th. Verbeek over Descartes.

    “Een rationalist over de emoties”

    Theo Verbeek is verbonden aan de Universiteit van Utrecht als professor wijsbegeerte. Hij is een internationaal erkende kenner van de filosoof Descartes. René Descartes wordt vaak afgeschilderd als een extreme rationalist, die anders dan bijvoorbeeld Montaigne of Pascal geen begrip zou hebben van de beperkingen van het menselijke verstand; die de mens zou reduceren tot een denkende geest; en die alle handelen het liefst zou zien als een door mathematisch vernuft geleid technisch ingrijpen. Dit beeld is fundamenteel misleidend. Weliswaar meende Descartes dat de materiële natuur uitsluitend door middel van het verstand gekend wordt en dat we, als we dat kunnen, moeten handelen op grond van wat we weten en kennen, maar hij meende ook dat dat in het dagelijks leven maar zelden mogelijk is; dat ons handelen veel vaker gebaseerd is op natuurlijk instinct, ervaring en emotie; en dat het niet ons doel kan zijn om de emoties uit te bannen maar hooguit om er niet de slaaf van te worden.

     

    De locatie voor de drie avonden: De HeyZon, Jufferswegje 31, 4421 JA, Kapelle. Zuid Beveland. NL Aanvang steeds 20:00 uur.

    Aanmelden, reserveren en/of kaartverkoop: Entree € 5,00. Gemeentehuis Kapelle (tel.: 0032 113 333110) en bibliotheken Kapelle (tel.: 0032 113 342460), Wemeldinge (tel.: 0032 113 626020). Mieke Pasman (tel.: 0032 113 340082).

     

     


    Categorie:Spinoza-nieuws
    10-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tinneke Beeckman bekroond

    Binnegekomen bericht:


    'Door Spinoza’s Lens’ verkozen tot 'Liberales-boek van 2012’
    Prijsuitreiking op woensdag 19 december 2012

     

    Liberales heeft het boek 'Door Spinoza's Lens' van Tinneke Beeckman verkozen tot 'Liberales-boek van het jaar 2012'.

    In 'Door Spinoza's Lens' ontleedt Tinneke Beeckman het gedachtegoed en de actualiteit van Spinoza’s denken. Daarbij verwoordt ze de vaak abstracte ideeën van Spinoza op een heldere en begrijpbare manier. Zijn pleidooi voor de vrijheid van denken en zijn afkeer voor bijgeloof verklaart de botsing van Spinoza met geïnstitutionaliseerde godsdiensten die de angsten en onzekerheden van mensen capteren en misbruiken. Die schakelen de vrijheid, de rede en het recht op zelfbeschikking uit. "Wie greep wil op zijn bestaan, kan best zoveel mogelijk inzicht verwerven in zichzelf en in de werkelijkheid", aldus Spinoza die zijn hoop vestigde op de wijsbegeerte en de wetenschappen. Daarmee vat Tinneke Beeckman goed de kern samen van het gedachtegoed van de grote filosoof. Het is maar een korte greep uit dit boeiende boek waarin ook aandacht gaat naar verdraagzaamheid, Darwin, meditatie en seksualiteit en waarom Spinoza ook op die terreinen relevant blijft.

    De prijsuitreiking vindt plaats op woensdag 19 december om 20u in het Liberaal Archief, Kramersplein 23 te Gent. Toegang is gratis, maar gelieve via deze link in te schrijven. Op deze avond wordt Tinneke Beeckman geïnterviewd. Verder wordt nog een opvallende column en essay uit de nieuwsbrieven van het voorbije jaar voorgesteld door de desbetreffende auteur.

    De jury dit jaar bestond uit Marnix Verplancke (literair journalist actief voor Knack, De Morgen en Trouw), Sylvain Peeters (voorzitter De Mens Nu) en drie kernleden van Liberales (Dirk Verhofstadt, Lieven Monserez en Andreas Tirez).

    De shortlist bestond uit de volgende boeken:

      'Door Spinoza's lens' van Tinneke Beeckman (winnaar)

      'Het huis van de vrijheid' van Rutger Claassen

      'De vrolijke atheïst' van Jean Paul Van Bendegem

      'Red de vrije markt' van Johan Van Overtveldt

      'Identiteit' van Paul Verhaeghe


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Commentaar bij Beeckmans boek

    Interessante commentaar bij het boek van Tinneke Beeckman op de website van uitpers.be:

    http://www.uitpers.be/index.php/component/k2/item/58-spinoza-lezen-is-een-verademing


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Portret
    Een indringend portret door 'teamoth'

     



    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    21-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kees Bruijnes: Spinoza
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ooit was ik al twee keer met mijn vriend Jossi Efrat op excursie geweest langs alle Spinoza-locaties. Die zomerexcursie begint bij de geboorteplaats van Spinoza op het Waterlooplein in Amsterdam en eindigt na een bezoek aan Ouderkerk, Rijnsburg en Voorburg, in Den Haag. Spinoza woonde zijn laatste jaren bij de familie Van der Spijck aan de Paviljoensgracht nummer 72-74 in Den Haag. De hoofdbewoner Hendrik van der Spijck was kunstschilder. Spinoza zal vast wel eens bij hem op het atelier gekeken hebben en hij schijnt ook zelf plezier gehad te hebben in het tekenen van portretjes. Afgekeken van zijn huisbaas natuurlijk.

    Toen we daar met een groepje waren, toonde Jossi ons de looproute vanaf dat huis naar het centrum van Den Haag bij de gevangenpoort waar op 20 augustus 1672, de gebroeders De Witt door het volk beestachtig zijn vermoord terwijl Spinoza daar dus vlakbij woonde en erheen wilde om ze tegen te houden. Het verhaal wil dat zijn huisbaas hem daarvan weerhield en zelfs de deur op slot deed. Het zou anders waarschijnlijk niet best met Spinoza zijn afgelopen. Vlak voor dat laatst bewoonde huis van Spinoza, waar ooit een gracht was, is nu een plein en midden op dat plein staat sinds 1880 een grandioos mooi bronzen beeld van de filosoof, gemaakt door de Franse beeldhouwer Frédéric Hexamer Het beeld intrigeerde me. Er zijn natuurlijk vele beelden en portretten bekend van Spinoza. We weten overigens niet eens met zekerheid hoe hij er precies uitgezien heeft. Wel dat hij een donkere huid had en een overvloedige donkere haardos. En een uitgesproken vriendelijk gezicht.

    Nou ja, met dat mooie beeld van Spinoza voor ogen wilde ik proberen hem op een schilderij tot leven te wekken. Op een mooie zomerse dag reed ik in mijn auto met schetsboek en camera en een keukentrapje op het dak naar Den Haag. Daar aangekomen, verkende ik de situatie op licht en pose voor een portret. Dat pleintje staat ‘s zomers rondom vol bomen met een dik bladerdak. Ik wilde een clair-obscur effect op het portret, een Rembrandtesk effect zeg maar. Maar die bomen hielden het licht tegen. Ik heb toen net zo lang op een belendend terrasje zitten wachten tot de zon net tussen twee bomen het beeld bescheen en nam toen mijn foto’s. Het trapje bewees goede diensten want het beeld staat nogal hoog op zijn sokkel.

    Die Paviljoensgracht, liever gezegd dat pleintje heeft nog een merkwaardig trekje. Het valt op dat er een stroom van mannen vanaf dat plein, tegenover het vroegere huis van Spinoza in een zijstraat verdwijnt. Daar bevindt zich namelijk een straat met lief lachende meisjes waar veel nieuwsgierige mannen op af komen en waar weinig aan filosofie wordt gedaan.

    En Jossi vertelde ons tijdens die excursie dat de Paviljoensgracht in Spinoza’s tijd een deel was van de Joodse wijk van Den Haag. Maar dan wel van de wijk van de Asjkenazim en daar kon Spinoza als verbannen Sefardische Jood dus zonder problemen wonen. Zoiets als een verbannen Protestant die nog wel tussen de Katholieken mag leven…

    Met de foto’s en wat situatieschetsen heb ik bijgaand schilderij gemaakt. Ik heb Spinoza voor de gelegenheid wat zeventiende-eeuwse werkkleren aangetrokken van lakense stof. Het contrasteert in ieder geval goed met de groenige achtergrond en het clair-obscur effect zit er ook in.

    Mocht u in de buurt van Den Haag komen dan is een bezoek aan de Paviljoensgracht de moeite waard. Jammer genoeg is het huis niet betreedbaar want de huidige bewoner werkt niet mee, maar het statige beeld is onlangs nog helemaal schoongemaakt en staat er prachtig bij. Je kunt Spinoza er een hand geven…

     

    Kees Bruijnes

    Gistellisstraat 10 4421 CX Kapelle NL

    t. 0031 (0)113 341160 m. 0031 (0)6 10011215

     

    Bijlagen:
    Spinoza 3.jpg (406.3 KB)   


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza
    20-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spinoza, filosoof van de blijheid: recensie door Mark Behets

    Spinoza – Filosoof van de blijheid, Tinneke Beeckman (red.), Asp / Vubpress / Upa, 2010 - 151 pagina's, ong. € 20.

    Recensie door Mark Behets

    De positieve ervaring met “Door Spinoza’s lens” bracht me ertoe om ook Tinneke Beeckmans vorig boek “Spinoza, filosoof van de blijheid” ter hand te nemen – zij het dan dat het dit keer gaat om een bundeling van zeven bijdragen van verschillende auteurs, waarvan Beeckman er zelf twee schreef. De andere bijdragen komen van Miriam van Reijen, Alexandre Matheron, Herman De Dijn, Laurent Bove en Marin Terpstra. Hieronder volgt mijn bespreking van dit boek, waarbij ik in het bijzonder aandacht besteed aan het hoofdstuk over de mogelijke amoraliteit van Spinoza’s ethiek, en tegelijk de vergelijking maak met een artikel van Yitzhak Melamed, dat enkele weken geleden op dit blog aan bod gekomen is.

    De eerste bijdrage komt van Miriam van Reijen: “Spinoza’s naturalistische filosofie van de affecten.” Het was duidelijk een goede keuze om met deze bijdrage te starten: hier wordt de “blijheid” –een affect- uit de titel van het boek gepositioneerd binnen de filosofie van Spinoza. Miriam van Reijen is als Spinozakenner en specialist in praktische filosofie of “levenskunst”, hiervoor zeer goed geplaatst. Ze beschrijft zeer helder het onderscheid tussen de verschillende soorten “affecten” (die in Spinoza’s woordgebruik staan voor gemoedsaandoeningen, die voor hem altijd ook lichamelijke aandoeningen zijn).

    Spinoza onderscheidt allereerst de blije affecten (deze die tot een lustgevoel leiden, of een vermeerdering van het handelingsvermogen), en de droeve affecten (die tot een onlustgevoel leiden of een vermindering van het handelingsvermogen). Mensen koppelen door hun denkvermogen deze primaire affecten steeds aan een oorzaak, waardoor er als het ware een “secundair” affect optreedt. Als de mens dank zij de rede de correcte (of adequaat begrepen) oorzaak ziet, dan spreekt Spinoza van een actief affect. Indien de mens, in zijn verbeelding, niet de ware oorzaak (maar een denkbeeldige) ziet, dan gaat het om een passief affect (ook passie, lijding of negatieve emotie genoemd). Spinoza, “filosoof van de blijheid”, stelt nu dat indien we de ware oorzaak kennen, er nooit sprake kan zijn van een (secundaire) droeve passie. De ware oorzaak kennen, betekent immers inzien dat de gebeurtenis niet anders had kunnen zijn dan ze is (Spinoza’s determinisme!). Indien de mens er dus in slaagt tot een adequaat begrip te komen, dan vermijdt hij dat op primaire droefheid nog een andere daarbovenop komt (bv. schuldgevoel). Bovendien kan hij dan de ware oorzaak aanpakken, en dus effectiever zijn in het wegwerken van de primaire droefheid.

    Van Reijen wijst er terecht op dat deze Spinozistische remedie in de praktijk twee beperkingen kent. Ten eerste is, zoals Spinoza ook zelf sterk benadrukt, het onmogelijk voor de mens om alles adequaat te kennen: de indrukken van buitenaf werken altijd eerst op de verbeelding. Ten tweede is het zo dat het primaire onlustgevoelen in zeer gevallen blijft bestaan, omdat de mens geen macht heeft over de primaire oorzaak. Deze beide bezwaren zijn m.i. ook door Bertrand Russell verwoord in de bespreking van Spinoza in zijn “Geschiedenis van de Westerse filosofie”: “Spinoza zou willen dat u het verdriet begreep door het te zien in verband met de oorzaken ervan, als onderdeel van de ordening van de natuur”. Dit, schrijft Russell, “…is menselijk nagenoeg onmogelijk bij groot leed aangedaan aan degenen die u liefheeft, bv. indien uw dochter wordt verkracht en gedood door vijandelijke soldaten”. Van Reijen lijkt dit niet tegen te spreken, aangezien ze in haar bijdrage de laatste zin van de Ethica aanhaalt: “… het bereiken hiervan is even moeilijk als zeldzaam”.

    De tweede bijdrage is een vertaling door Beeckman van een oorspronkelijk Franse tekst van Matheron over seksualiteit. Wie “Door Spinoza’s lens” gelezen heeft, zal hier een groot deel terugvinden van wat Beeckman in dat boek over seksualiteit schreef (ze refereert er ook duidelijk in naar dit artikel van Matheron). Belangrijkste verschil is m.i. niet zozeer de inhoud maar de aanpak. Matheron gebruikt het ontleedmes om uit elke zin of elk woord ooit door Spinoza over seks geschreven, alle mogelijke betekenissen te achterhalen. Zeer analytisch dus (zou het toeval zijn dat dit m.i. ook een kenmerkende eigenschap is van de Franse taal waarin het artikel oorspronkelijk geschreven werd). Vrij intellectualistisch ook: de auteur doet niet de moeite om Latijnse citaten te vertalen. Eén door Spinoza gehanteerde Latijnse term “meretrix” krijgt bijzondere aandacht van de auteur (de vertaling blijkt “prostituee” te zijn). Matheron kan het niet laten om in voetnoot te suggereren dat Spinoza met het gebruik van deze term een oude wrok zou verraden, tegen Claire Van den Enden, dochter van Spinoza’s leermeester, en ook Spinoza’s veronderstelde geliefde, die echter voor een parelsnoer met een ander zou getrouwd zijn… Maar, zegt Matheron, mogelijk nog nagenietend, dit is slechts een gerucht dat niet wetenschappelijk te funderen is… (zou het toeval zijn dat Beeckman in tegenstelling tot haar mannelijke collega, deze roddel niet vermeldt?).

    Als derde bijdrage schreef Beeckman zelf een stuk: “Blijheid in overvloed. Spinoza over verlangen en macht.” Hierin maakt Beeckman een interessante vergelijking tussen Spinoza en Hobbes, die beide de term “conatus” hanteren met schijnbaar in eerste instantie een zelfde betekenis: “streven naar het volharden in het bestaan”. Ze toont echter aan dat voor Hobbes dit streven uitgaat van een tekort; de mens heeft een toename van macht nodig voor zijn zelfbehoud. Voor Spinoza daarentegen is de conatus een veel complexer begrip, het is tegelijk worden en zijn. De Spinozistische wijze ervaart geen tekort.

    Herman De Dijn schreef een bijdrage over “Spinoza: ethiek in een naturalistisch perspectief”, die later in een herwerkte vorm maar onder dezelfde titel werd opgenomen in De Dijns eigen boek “Spinoza, de doornen en de roos”. Dit onderwerp sluit heel goed aan bij de recente stukken over humanisme op dit blog, waar het artikel van Yitzhak Melamed “Spinoza’s anti-humanism: an outline” aan bod kwam. Melamed komt daarin tot de conclusie dat Spinoza een amoralist was. De Dijns bijdrage spreekt dit volledig tegen. Ik ga hierbij beide redeneringen vergelijken.

    Melamed vertrekt van Spinoza’s uitgangspunten: determinisme en naturalisme. Dit vertaalt zich in een utilitaristische ethiek: er bestaat geen goed of kwaad, en de mens zal zich voor zijn handelen louter baseren op het nut voor zichzelf. Er is geen sprake van enige onbaatzuchtigheid. Spinoza blijkt zelfs het recht van de sterkste voor te staan, gezien hij in zijn Tractatus Politicus stelt “recht is macht”. Dit amoralisme is voor Melamed deel van de “dark side” van Spinoza, en doet hem stellen dat hij in bepaalde gevallen “would think twice before becoming his neighbour”.

    Het merkwaardige is nu dat De Dijn deze uitgangspunten volledig onderschrijft – determinisme en naturalisme zijn Spinozistische basisprincipes waar geen uitzonderingen op bestaan. Hoewel hij toegeeft dat het paradoxaal lijkt, komt De Dijn tot een besluit volledig tegengesteld aan dat van Melamed: in Spinoza’s ethiek staat “onbaatzuchtige welwillendheid tegenover anderen centraal”. Wie heeft er hier gelijk en hoe is het verschil te verklaren?

    Het besluit van De Dijn zit m.i. ongetwijfeld veel dichter bij de waarheid dan dat van Melamed: hiervoor dient men slechts hoofdstukken IV en V van de Ethica ter hand te nemen, waar het hoogstaand moreel karakter van af spat (één van de vele voorbeelden: “Zelfs al wisten wij niet dat onze Geest eeuwig is, dan zouden wij toch vroomheid [rechtschapenheid], godsdienstzin en alles wat wij in het vierde Deel als behorende tot Kloekheid en edelmoedigheid hebben aangeduid, van het grootste belang achten”, Ethica V Stelling 45). Tegen Spinoza’s stelling “recht is macht” lijkt moreel gezien zijn meer in te brengen, maar hier gaat het niet om individuele ethiek, wel over politiek. Beeckman schrijft in “Door Spinoza’s lens”, hoofdstuk III, 1, wat het verschil is: “Spinoza wil een politieke theorie die rekening houdt met de werkelijkheid, en die een realistische, publiek vruchtbare moraal voortbrengt. Dit impliceert een scheiding tussen een privémoraal, en een moraal voor staatszaken.”

    Hoe komt het dan dat Melamed tot een heel andere conclusie komt? Maakt hij een logische redeneringsfout? Dit lijkt niet het geval: de logica in het artikel van Melamed is zeer helder en erg overtuigend. Maar –in tegenstelling tot De Dijn- houdt Melamed er geen rekening mee dat Spinoza in de logische opbouw van zijn ethiek onderweg een nieuw element inbrengt. Een nieuw element dat niet  logisch kan afgeleid worden uit het deterministisch-naturalistisch uitgangspunt, maar dat gebaseerd is op ervaring. De Dijn verwoordt dit als volgt: “Het streven naar het leiden van een echt rationeel leven dat in de lijn ligt van ons ideaal, veronderstelt dus niet alleen het bezit van rationele kennis omtrent de mens, maar ook dat het bezit van die kennisactiviteit ervaren wordt als goed, als blij makend in een actieve zin, onvergelijkbaar met de gewone, passieve blijheid”. Dit verklaart m.i. waarom Spinoza en De Dijn tot een besluit komen dat volledig tegengesteld is aan dat van Melamed: de deugd dient niet nagestreefd te worden omwille van het nut, maar omwille van zichzelf (“het loon van de deugd is de deugd zelf”, Ethica V, laatste stelling). Wat mij hier heel merkwaardig lijkt: Spinoza komt tot een ethiek die voor het handelen in de praktijk identiek is aan deze van de monotheïstische godsdiensten, hoewel die ethiek niet voorgeschreven wordt door een transcendente God, maar wel volgt uit de immanente ervaring.

    Over de overige bijdragen ga ik vrij kort zijn. Over deze van Laurent Bove “Epicurisme en Spinozisme: de ethiek” zelfs heel kort: dit is niet het soort tekst waarover ik enthousiast kan zijn. De stijl is bijzonder wollig en het ontgaat me waar de auteur naar toe wil. Uiteraard was Epicurus ook een filosoof van de blijheid, maar voor de rest heb ik niet het gevoel iets opgestoken te hebben uit dit exposé.

    Marin Terpstra schreef een hoofdstuk over “Opgewekte politiek, of een politiek van de laetitia?”. Hierin wordt vertrokken van de vaststelling dat ook in de politieke theorie van Spinoza de blijheid een belangrijke rol speelt: “…het uiteindelijke doel van de politiek is niet om te heersen of de mensen met vrees in bedwang te houden en aan een ander ondergeschikt te maken, maar integendeel om de enkeling van vrees te bevrijden…” (Tractatus Theologico-Politicus, XX). Vraag is dan of een politiek van de blijheid niet naïef is. De lezer die weet welke bewondering Spinoza voor Machiavelli had, zal allicht vermoeden dat Spinoza dit gevaar besefte en er een antwoord op uitwerkte.

    Het laatste hoofdstuk is opnieuw door Beeckman zelf geschreven, en draagt als titel “Spinoza en de boeddhistische meditatie”. Wie “Door Spinoza’s lens” al doorgenomen heeft, hoeft hier niet meer verder te lezen: voor hem bevat dit laatste hoofdstuk niets nieuws. Ik ga er hier niet verder op in.

    Mijn besluit is dat “Spinoza – Filosoof van de blijheid” een interessante aanvulling vormt op Beeckmans recenter boek. Er zijn weliswaar heel wat overlappingen, maar een aantal aspecten worden diepgaander behandeld. De stijl is een stuk zwaarder, maar het boek richt zich dan ook niet tot starters in de filosofie van Spinoza. Wie “Door Spinoza’s lens” gelezen heeft is echter geen starter meer, en voor hem kan de lectuur van dit oudere boek van Beeckman een volgende stap zijn om de meester verder te doorgronden. De herhaling van een aantal thema’s is dan te zien als een klassieke methode om een moeilijk studieobject onder de knie te krijgen.

     

      

     


    Categorie:Spinoza-onderzoek ontsloten
    Tags:Spinoza
    19-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kees Bruijnes: Herman De Dijn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In 2005 was ik voor ’t eerst aanwezig bij de studieweek van de Spinoza vereniging in Leusden. Het was in de maand juli en de mussen vielen die week van het dak van de hitte. Er was in het bijgebouw van het ISVW géén airco en dus zeer heet in het zaaltje. Op de laatste dag van de studieweek, de vrijdag, hadden we Herman De Dijn uit Leuven als leraar/spreker. Ik had al het één en ander van hem gehoord in het circuit van spinozisten. Hij zou nog altijd katholiek zijn maar toch niet gelovig of volgens sommigen seculier maar toch in iets transcendents geloven. Had pionierswerk verricht om Spinoza te herontdekken.

    Ik vond het al direct prettig naar hem te luisteren. Hij heeft een zachte, beschaafde maar meeslepende stem, had totaal geen last van de warmte en wij zaten op het puntje van onze stoel. Tijdens dat college vertelde hij o.a., hoe Spinoza de liefde tot god omschreef maar ook dat hij, Herman De Dijn zelf in zijn rustige uurtjes graag op het terras van zijn favoriete café op de Grote markt achter een koele Stella zit te filosoferen. Na afloop van die ochtendsessie vroeg ik hem of ik een portretje van hem mocht maken. Daar reageerde hij niet direct positief op maar toen ik hem vroeg of dat mocht op zijn favoriete terras in Leuven stemde hij ermee in.

    Ben toen op de afgesproken datum naar Leuven gereden, een stad die ik totaal niet kende, parkeerde mijn auto buiten de stad en peddelde op mijn meegebrachte fiets, twee uur te vroeg, naar het terras op de markt. Kon zo op mijn gemak de situatie tevoren bekijken op lichtinval en achtergrond. En ja hoor, precies op tijd kwam de Professor op een oude fiets en in hemdsmouwen want het was nog steeds warm die zomer naar het terras. Hij werkte voorbeeldig mee aan mijn experiment, zette zich op een strategisch punt op het terras en ik maakte twee schetsen, één en profil en één en face van zijn edel gelaat en nog wat foto’s. Daarna aten en dronken we nog wat en ik maakte dankbaar gebruik van de situatie om de vragen die ik over Spinoza had opgespaard, één voor één te stellen. Kreeg uiteraard afdoende antwoorden en de verwijzing naar een boek van Yirmiyahu Yovel: The Marrano of Reason.

    Ik heb het portret twee keer moeten maken omdat de gelijkenis er de eerste keer onvoldoende in zat. Nog een alcoholisch detail: Het glas “koele Stella” waar de Professor zoals eerder gezegd zo graag aan zou nippen, had ik tevoren voor de goede orde maar vast besteld maar de Professor bestelde uiteindelijk gewoon koffie en liet mij de Stella maar ik heb ik het glas natuurlijk wel als figurant op het doek gebruikt al was het alleen maar vanwege het verhaal.

    Kees Bruijnes

    Bijlagen:
    227HermanDD groot.jpg (4.1 MB)   


    Categorie:Spinoza-nieuws
    Tags:Spinoza


    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Van oud naar nieuw
  • La langue maternelle de Spinoza
  • Mark Behets, Spinoza's eeuwige geest
  • Maria Cornelis, 1940-2016
  • E5p31-42 vertaling
  • E5p31-42 toelichting
  • E5p21-30 vertaling
  • E5p21-30 toelichting
  • E5p11-20 vertaling
  • E5p11-20 toelichting
  • E5P1-10 vertaling
  • E5p1-10 toelichting
  • E4 appendix vertaling
  • E4 appendix toelichting
  • E4p67-73 vertaling
  • E4p67-73 toelichting
  • E4p64-66 vertaling
  • E4p64-66 toelichting
  • E4p59-63 vertaling
  • E4p59-63 toelichting
  • E4p37-58 vertaling
  • E4p37-50 toelichting
  • E4p51-58 toelichting
  • E4p26-36 vertaling
  • E4p26-36
  • E4p15-25 vertaling
  • E4p15-25 toelichting
  • E4p9-14 vertaling
  • E4p9-14 toelichting
  • E4p1-8 vertaling
  • E4p1-8 toelichting
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, vertaling
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, toelichting
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, vertaling
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, toelichting
  • E3p51-59 vertaling
  • E3p51-59 toelichting
  • E3p36-50 vertaling
  • E3p36-50 toelichting
  • E3p27-35 vertaling
  • E3p27-35 toelichting
  • E3p12-26 Vertaling
  • E3p12-26 Toelichting
  • E3p3-11 vertaling
  • E3p3-11 toelichting
  • E3p1-2 vertaling
  • E3p1-2 toelichting
  • Ideeën en gedachten
  • E2p44-49 vertaling
  • E2p44-49 toelichting
  • E2p32-43 Vertaling
  • E2p32-43 Toelichting
  • E2p25-31 Vertaling
  • E2p25-31 Toelichting
  • E2p19-24 vertaling
  • E2p19-24 toelichting
  • E2p19
  • E2p14-18 toelichting
  • E2p14-18 vertaling
  • De kleine fysica, toelichting
  • De kleine fysica, vertaling
  • E2p11-13
  • E2p11-13 Toelichting
  • E2p1-10 Vertaling
  • E2p1-10 Toelichting
  • Spinoza in Vlaanderen 2012-2015
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's, toelichting
  • E1 Appendix
  • E1 Appendix Toelichting
  • E1p24-36 Vertaling
  • E1p24-36 Toelichting
  • E1p15-23 Vertaling
  • E1p15-23 Toelichting
  • E1p9-14
  • E1p9-14 Toelichting
  • E1p1-8
  • E1p1-8 Toelichting
  • Ethica, deel 1: de axioma's
  • E1def8 Eeuwig
  • E1def7 Vrij of gedwongen
  • Spinoza door Christel Verstreken
  • God - E1def6
  • Ethica E1def5
  • E1def4 Attribuut
  • Het begin van het begin: E1def1
  • Ethica E1def3
  • Sprekende bomen en mensen geboren uit stenen (E1p8s2)
  • E1def2 nogmaals
  • De Brieven over God: brief 82
  • De Brieven over God: brief 83
  • De Brieven over God: brief 82 en 83, toelichting
  • De Brieven over God: brief 70
  • De Brieven over God: brief 72
  • De Brieven over God: brief 70 en 72, toelichting
  • De Brieven over God: brief 65
  • De Brieven over God: brief 66
  • De Brieven over God: brief 65 en 66 Toelichting
  • Te kwader trouw (E4p72)
  • De Brieven over God: brief 63
  • De Brieven over God: brief 64
  • De Brieven over God: brief 63 en 64 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 59
  • De Brieven over God: brief 60
  • De Brieven over God: brief 59 en 60, toelichting
  • Dirk Opstaele, Optreden in de geheugenzaal.
  • De Brieven over God: brief 57
  • De Brieven over God: brief 58
  • De Brieven over God: brief 57 en 58, toelichting
  • De Brieven over God: de depositie van Steno
  • De Brieven over God: de depositie van Steno, toelichting
  • De Brieven over God: brief 54
  • De Brieven over God: brief 54, toelichting
  • De Brieven over God: brief 55
  • De Brieven over God: brief 55, toelichting
  • De Brieven over God: brief 56
  • De Brieven over God: brief 56, toelichting
  • De Brieven over God: brief 50
  • De Brieven over God: brief 50, toelichting
  • De Brieven over God: brief 34
  • De Brieven over God: brief 34 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 35
  • De Brieven over God: brief 35, toelichting
  • De Brieven over God: brief 36
  • De Brieven over God: brief 36, toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • Antoine Arnauld, de bekering van Nicolaus Steno en Albert Burgh
  • De Brieven over God: brief 76
  • De Brieven over God: brief 76 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67
  • De Brieven over God: brief 67, toelichting
  • De Brieven over God: brief 43
  • De Brieven over God: brief 43 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 42
  • De Brieven over God: brief 42 Toelichting
  • Spinoza over de Islam
  • De Brieven over God: brief 79
  • De Brieven over God: brief 79 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 78
  • De Brieven over God: brief 78 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 77
  • De Brieven over God: brief 77 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 75
  • De Brieven over God: brief 75 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74
  • De Brieven over God: brief 73
  • De Brieven over God: brief 73 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 71
  • De Brieven over God: brief 71 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 68
  • De Brieven over God: brief 68 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 62
  • De Brieven over God: brief 62 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 61
  • De Brieven over God: brief 61 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 33
  • De Brieven over God: brief 33 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 32
  • De Brieven over God: brief 32 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 31
  • De Brieven over God: brief 31 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 30
  • De Brieven over God: brief 30 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 29
  • De Brieven over God: brief 29 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 25
  • De Brieven over God: brief 25 Toelichting
  • Twee betekenissen van 'attribuut'?
  • De Brieven over God: brief 16
  • De Brieven over God: brief 16, toelichting
  • De Brieven over God: brief 14
  • De Brieven over God: brief 14, toelichting
  • De Brieven over God: brief 13
  • De Brieven over God: brief 13, toelichting
  • De Brieven over God: brief 11
  • De Brieven over God: brief 11, toelichting
  • Syliane Malinowski-Charles, Rationalisme of subjectieve ervaring.
  • De Brieven over God: brief 7
  • De Brieven over God: brief 7, toelichting
  • De Brieven over God: brief 6
  • De Brieven over God: brief 6, toelichting
  • John Stuart Mill, On Nature
  • De Brieven over God: brief 5
  • De Brieven over God: brief 5, toelichting
  • De Brieven over God: brief 4
  • De Brieven over God: brief 4, toelichting
  • De Brieven over God: brief 3
  • De Brieven over God: brief 3, toelichting
  • Bart Haers
  • De Brieven over God: brief 2, toelichting
  • De Brieven over God: brief 2
  • De Brieven over God: brief 1 toelichting
  • De Brieven over God: brief 1
  • De Brieven over God: inleiding
  • Spinoza opnieuw veroordeeld
  • Joseph Almog, Everything in its Right Place
  • Paul Claes, Het Kristal

    Categorieën
  • atheïsme (4)
  • Brieven (110)
  • Compendium Grammatices Lingae Hebraeae (1)
  • Ethica (107)
  • Spinoza (t)weetjes (7)
  • Spinoza links en rechts (11)
  • Spinoza literair (28)
  • Spinoza-nieuws (77)
  • Spinoza-onderzoek ontsloten (40)
  • Tractatus Politicus (24)


  • Blog als favoriet !


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!