Wie al eens wat gelezen heeft over GR412 Le Sentier des Terrils heeft zich waarschijnlijk al de vraag
gesteld of dit pad echt van de ene terril naar de andere loopt, en hoe men dat
tussen pakweg Namur en het Luikse bekken heeft opgelost. Het antwoord op die
vraag is eenvoudig: men heeft dat niet opgelost. Vandaag lopen we dan ook over
een terrilloos parcours, tussen Vedrin en Pontillas, goed voor net geen 18 km.
In plaats van de steenhopen krijgen we een typisch agrarisch landschap
geserveerd, op de grens tussen Haspengouw en Condroz, met grote, vaak goed
bewaarde of recent gerestaureerde boerderijen en weidse akkers. We lopen wat
van dorp naar dorp, en die mogen er stuk voor stuk zijn: Vedrin - Cognelée -
Boninne - Gelbressée - Franc-Waret - Hingeon en uiteindelijk Pontillas.
Keerzijde van zo een op de landbouw afgestemde regio is dat we vaak een
lage TWQ moeten optekenen: vandaag halen we 36 % - een weg die op de kaart van
het NGI nog als onverharde veldweg naast het Bois de Fernelmont is aangegeven,
is net gebetonneerd. Onnodig te zeggen dat de enige vorm van verkeer vandaag
een stel wandelaars was, dat zich ook stoorde aan de kalender van de
klopjachten in het vermelde bos in het vorige jachtseizoen: 10 dagen in een
drietal maanden tijd, je moet als wild goede papieren hebben om dat te
overleven. Sans papiers worden hier
onverbiddelijk afgeknald. Wat het economische nut van de verharding van zo een
weg is, weet God alleen, tenzij je smeergeld ook als economisch nuttig
beschouwt.
Met de uitbundige zon van deze eerste echte lentedag erbovenop, is het
toch een parcours dat best te smaken valt. Het kasteel van Franc-Waret en zijn
onmiddellijke omgeving zorgen bovendien voor de kers op de taart.
Foto's van de wandeling
vind je hier.
We kwamen er wel meer
tegen, zij het niet allemaal in goede staat: een eerste kapelletje in Vedrin.
De charme van een
winters akkerlandschap.
Terugblikken op
Gelbressée: de aangenaamste weg vandaag.
Het kasteel van
Franc-Waret.
De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 1556 7:23 7:32 +1 (625)
Brussel-Zuid - Namur 2408 8:03 9:09 +7 (2704 - 58021)
Namur - Vedrin [24] 9:41 9:54 stipt (ab4535, VDL-Jonckheere Transit
2000, Malonne?)
Pontillas - Namur [17] 15:45 16:10 stipt (ab4358, VDL-Jonckheere Transit
2000G, Forville?)
Namur - Brussel-Noord 2137 16:21 17:18 stipt (506)
Brussel-Noord - Halle 3938 17:32 17:51 +6 (1859 - 61003)
De commentaar:
We zullen maar geloven dat aan de basis van het groeiend succes een steeds
sterker geloof in de milieuvriendelijkheid en het gemak van de trein ligt, en
niet de weggeefpolitiek die zich weerspiegelt in de prijzen en terugbetalingsmodaliteiten
van de treinkaarten en de hoge brandstofprijzen. Feit is dat het niet mogelijk
meer is om in Halle in de ochtendspits nog een rustige trein te nemen - de
P-treinen van lijn 96 stoppen hier niet
Zelfs met 5 klassieke stellen heeft CR
1556 een meer dan behoorlijke bezetting in tweede en eerste klasse, al kiezen
reizigers uit Halle vaak voor anderhalve klasse. Alles loopt naar behoren: we
vertrekken stipt in Halle en komen zonder noemenswaardige problemen toch met
een minuutje vertraging in Brussel-Zuid aan. Deze CR volgt lijn 96 tot
Ruisbroek, en het lijkt dat het overgaan naar lijn 96N net te veel tijd vergt,
om de rit in de voorziene 9 minuten af te werken. Ik blijf me afvragen hoe de
diesellocs 51 en 62 dat destijds deden met de semi-directe treinen Tournai -
Schaarbeek.
In Brussel-Zuid willen we de IC naar Namur - Liers van 8:03 nemen. Helemaal toevallig is dat
niet. Deze trein is eigenlijk de P8520 Tournai - Mons - Brussel, geef toe, een
rit die tot de verbeelding spreekt. Dat deze trein ook nog is samengesteld uit
een lang stel M4 is ook niet helemaal vreemd aan onze keuze. (En bovendien
biedt het ons de kans om onze tocht in de vroege voormiddag te beginnen.)
(De IR naar de Luchthaven en Landen is gehalveerd: 5 M6 met de 2740
achteraan. Hoe men daar een tweede stel zou moeten aankoppelen is me niet zo
duidelijk. Onnodig te zeggen dat de trein goed beklant is.)
Op 2 afgeschafte P-treinen naar Schaarbeek, en een ongeval in Schulen
na, is er verder niet zo veel aan de hand. We vertrekken dan ook met amper 2
minuten vertraging, maar de doortocht door de NZV verloopt weinig vlot: we
moeten zelfs twee keer aanschuiven om in Brussel-Centraal te geraken. Brussel-Noord
verlaten we dan ook met 7 minuten vertraging, en de vertraging zal tot Namur
rond die 7 fluctueren. Maar voor één keer biedt de TEC ons een halfuurdienst
aan, en dus maken we ons geen zorgen. Het is volop genieten van een
schitterende ochtend; de trein rijdt van vertragingszone naar vertragingszone,
en andermaal blijkt dat de gerekte dienstregeling op lijn 161 geen fantasietje
is.
In Namur zie je dat de spits achter de rug is: veel bussen rijden leeg
terug naar de stelplaats. Het ritje met lijn 24 brengt ons verrassend snel uit
de Naamse agglomeratie, met een lange klim uit de Maasvallei. Enkele oudjes
hebben al inkopen gedaan en keren goedgemutst terug naar huis.
Voor de terugrit rekenen we op lijn 17, die ons naar Namur zal brengen.
Echt druk is het niet in deze gelede bus, maar de terugrit zal ongetwijfeld
drukker zijn. Het akelige busstation van Namur lijkt overspoeld door het jonge
volkje dat de benen strekt na een vermoeiende dag op de schoolbanken, en ook de
weg naar het station is er een met hindernissen. Tijdelijke overbevolking
Er
is sprake van om het busstation opnieuw aan te leggen, boven het NMBS-station,
wat op zich een elegante oplossing lijkt met mooie aansluitingsmogelijkheden in
het vooruitzicht, maar elk project heeft tegenwoordig ongeveer evenveel voor-
als tegenstanders,er wordt dus duchtig gepalaverd, en dat is de rechtste weg
naar stilstand. We dronken nog een glas,
we deden nog een plas, en alles bleef zoals het was.
IC 2137 is de enige IC in de namiddag die met 3 stellen rijdt, en dat
geeft wat meer ademruimte. Een vijftal jongeren komt die zoeken in eerste klas,
en even lijkt het erop dat het een rumoerige en enerverende reis zal worden,
maar de treinbegeleider is kordaat en snel: je kunt van hier zien (er is dus
toch een voordeel aan die doorkijkstellen!) dat er plaats genoeg is, en de vijf
druipen af. Een veertiger is op het platform blijven wachten, en vraagt daar -
zoals het hoort een klasverhoging. In Gembloux stappen nog een Aziaat en een
andere jonge van onbepaalde origine in; de Aziaat maakt er zich zorgen over dat
ze in eerste klas zitten, in dat Engels dat nu een wereldtaal heet te zijn. De
andere stelt hem gerust: hij zal wel zeggen dat ze tweede klas niet vonden. Ik
luister met veel bewondering naar de terugkerende TBG die in schitterend Engels
uitlegt dat er altijd een tweede klasse is, en dat ze gewoon naar de cijfers op
de deuren moeten letten. Het niet eens zo gekke tegenargument is dat op alle
deuren die één prijkt als je van hier kijkt, en eigenlijk is dat waar, al zal
het hier wel om smoes 37 uit het grote treinsmoezenboek gaan.
We blijven schitterend op tijd rijden, tot Brussel-Noord. Zoals
gewoonlijk nemen we de IR naar Binche niet in Ottignies, maar in Brussel-Noord.
Als er dan iets verkeerd gaat met deze trein, blijft het tijdverlies beperkt.
Maar de IR maakt bijna op tijd zijn opwachting: we vertrekken met 3 minuten
vertraging in het Noordstation, maar ook nu is het aanschuiven in
Brussel-Centraal. In Brussel-Zuid vertrekken we met 7 minuten vertraging, in
Halle tekenen we er nog 6 op.
Twee van de vier treinen die vandaag een vertraging laten optekenen,
lopen die op in de NZV. Zelf ben ik er geen voorstander van om het aantal
treinen daar drastisch te verminderen: je moet de mensen nu eenmaal niet
afleiden naar andere bestemmingen omdat je er niet in slaagt om het huidige én
gevraagde aanbod op een deftige manier te realiseren. (Stel je voor dat je de
bussen allemaal aan de rand van Groot-Antwerpen laat stoppen omdat ze in de
binnenstad te veel vertraging maken
) Uitbreiden dus maar. Alleen mag het deze
keer niet zo lang duren als met de eerste zes kokers: ik zou het ook nog graag
meemaken.
|