Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
18-09-2006
stipte treinen
Toch even melden dat je tot eind oktober op www.stiptheid.be een verslagje van je treinreizen kunt inbrengen. Het moet echt niet zo uitvoerig als de mijne in dit blog, maar de BTTB wil een beeld van wat reizigers ervaren, en daar mogen de vrijetijdsreizigers natuurlijk niet in ontbreken. Natuurlijk is het niet de bedoeling om alleen negatieve ervaringen te melden. Doen!
Wie het ooit in zijn hoofd haalt om met buitenlandse vrienden door België te trekken om hen het land te leren kennen, moet zeker overwegen de GR 129 te volgen. Deze route begint in Brugge en eindigt in Dinant. Ze schittert door de ongelooflijke variatie in de landschappen en zelfs in Vlaanderen is men erin geslaagd de GR uit te tekenen langs een parcours van onvervalste trage wegen. Wij volgden de rood-witte tekentjes vandaag tussen Lobbes en Gozée, goed voor iets meer dan 16 kilometer. Eerste atrractie is de "Portelette" in Lobbes, maar spijtig genoeg staat het mooie bouwwerk in de steigers. Dan volgt een snoer van land- en boswegen. Lobbes ligt in de vallei van de Samber, en daar moeten we helemaal uit: stijgen dus, maar van echt klimmen is er toch geen sprake. Na zo'n 12 kilometer vinden we de Samber terug, nabij de abdijruïnes van de Abdij van Aulne en er zijn slechtere omgevingen om de middagpauze door te brengen. Rond de Samber en de abdij liggen de horecazaken dicht op elkaar, en het is niet makkelijk kiezen, ook al omdat ze allemaal dezelfde locale specialiteit aanprijzen: ADA, het abdijbier, dat lang geleden nog door De Smedt uit Opwijk gecommercialiseerd werd, maar nu in het naburige Gozée gebrouwen wordt. Na Aulne volgt nog een traject door het bos, dan langs een mooie dreef. Ons eindpunt lag bij "Le Bout-là-Haut", waar we ook een halte vonden van lijn 109a Chimay - Charleroi. Dat lijnnummer verraadt nog altijd dat het hier om een zogenaamde vervangingsbus gaat: toen de NMBS vanaf de jaren '50 overging tot het opdoeken van minder rendabele lijnen werd vaak naar de bus als alternatief gegrepen. Deze buslijn 109a was het alternatief voor lijn 109 die langs een schitterend maar traag tracé Mons met Chimay verbond. Vandaag moet Chimay het zonder trein stellen.
Wat de bossen betreft: echt groot kun je ze niet noemen, maar toch hangen er nu al aanplakbiljetten om de klopjachten van het nabije jachtseizoen aan te kondigen: 6 à 8 dagen, je vraagt je af welk dier zo'n bijna wekelijke waanzin kan overleven. Voor ons wandelaars betekent het wel dat we de Waalse bossen nu 3 maand na elkaar zullen mijden. Zoalng de jagers er welkom zijn, kunnen wij er maar beter weg blijven. En het valt te vrezen dat het zware vertier van de welstellende jagers het voorlopig nog wel een tijdje haalt van het spaarzame rugzakje met lunchpakket van de dagstappers.
We vertrokken in Halle met de IC Moeskroen - Schaarbeek (7:26 - 7:37) met een stuurstandrijtuig (58038) en een duwende loc 2737. In Brussel-Zuid namen we de IC naar Charleroi-Sud, die alweer bestond uit 2 gemoderniseerde stellen. vooraan hing de 766. Het werd een rit zonder geschiedenis. Door werken onderweg maakten we een minuutje vertraging, maar wat maakt dat uit? In Charleroi-Sud stapten we in ms 189, de L-trein naar Erquelinnes, die ons naar het fraaie stationnetje van Lobbes bracht, over lijn 130A, die over haar gehele traject de vallei van de Samber volgt. In Charleroi moesten we wel wachten op de aansluiting van de 907 (Lille - Herstal), wat ons met 6 minuten vertraging opzadelde.
Voor de treugrit namen we in Gozée de bus van lijn 109a. We waren er ruimschoots op tijd, en daardoor viel het gebrek aan halte-accommodatie des te meer op. Een paal, weliswaar met volledig haltebord en bruikbare dienstregeling, maar in de volle zon, en zonder enige zitmogelijkheid. Stel je voor dat je daar een half uur in de gietende regen moet wachten. Bus van dienst was de 5591-42 van de firma Liénard & Cie, een frisse, propere en comfortabele Jonckheere Transit 2000 die bovendien aardig vol zat, al was er op elk moment wel voldoende zitgelegenheid. In Charleroi namen we de IC naar Antwerpen-Centraal, deze keer wel een stel dubbeldekkers M6. Loc 2750 trok o.a. rijtuig 61003, dat niet zo fris rook en er evenmin erg proper uitzag. Ongelooflijk hoe snel zo'n rijtuig verknoeid kan worden door nonchalante reizigers. Ook nu was het even wachten op de trein van de Waalse aslijn, maar met enkele minuten vertraging bij vertrek was er nog niets aan de hand. Snel zou echter blijken dat de loc kuren had, en voeg daar nog een omleiding over de parallelle lijn 124A bij wegens werken, en je zult begrijpen dat 13 minuten aansluitingstijd in Brussel-Zuid al gauw erg weinig begon te lijken. Uiteindelijk bereikten we Brussel-Zuid met 12 minuten vertraging en we zagen nog net hoe onze IC richting Halle vertrok. Twintig minuten wachten dus, op de IR naar Binche van 16:43. Die bestond uit ms 821, en deze trein bereikte Halle stipt om 16:59. Onze reistijd was door de gemiste overstap wel zo'n 25 minuten langer geworden.
Erg ver en lang kun je op een vrije namiddag niet stappen, maar op deze mooie septemberdag lukt het ons toch: bijna twaalf kilometer onder en boven de Nederlandse grens in Putte-Kapellen, langs niet minder dan 3 paden die we vonden op de wandelkaart Essen - Kalmthout van het NGI. Rond het centrum van Putte en in het Moretusbos zijn drie paden uitgezet, die ieder op zich te kort zijn, maar die in combinatie een heerlijke nazomerwandeling kunnen worden. Het probleem met dergelijke combinaties van paden is dat je soms tegen de bewegwijzering inloopt, en dat je af en toe ook eens een stukje moet overslaan. Toch lijkt men af en toe een loopje te nemen met de bewegwijzering, maar gelukig is de topografische kaart nauwkeurig, zodat de bewegwijzeraars er niet in slagen om ons van ons stuk te brengen. De wandeling die op de kaart in het rood aangeduid is, is ter plaatse blauw bewegwijzerd: het is het Selstpad, het minst interessante van de drie, omdat het zich nooit losmaakt van de bebouwing, die dan ook nog onverminderd doorgaat in wat ooit aangename Kempense bossen moeten geweest zijn. Beide andere wandelingen situeren zich bijna volledig in het Moretusbos, en dat is een aangenaam parkachtig bos. We komen - net in Nederland - voorbij een gedenkplaat van Jacques (sic) Jordaens, die hier begraven ligt, voorbij de Geldberg - foto - , die door de prins van Moretus zou aangelegd zijn om zijn geldschat te verbergen, voorbij een oude omwalde schans en eindigen in de buurt van het Ravenhof, waar we in het Koetshuis proberen te genieten van een lekkere trappist. Spijtig genoeg serveert men daar ook eten en krijgt onze schuimende kuip trippel al snel het uitzicht van spoelwater dat dringend aan vernieuwing toe is. Zonde van het bier en van de locatie.
De verplaatsing was voor een keer van het eenvoudige type: Halle - Brussel-Zuid met IR 3911 van 12:10 (ms 816), en Brussel-Zuid - Antwerpen-Centraal met IC 4512: twee ms96, we zitten in het eerste (490); dat is prettig, want ik denk dat ik me nooit echt met de dubbeldekkers die je meestal op deze IC vindt, zal kunnen verzoenen, ook zie ik de absolute noodzaak van dit type materieel natuurlijk wel in. In Antwerpen kunnen we al een tijdje blindelings naar het Rooseveltplein stappen, liefst langs de exotische restaurants die daar voor de meest diverse aroma's zorgen, maar het blijft toch nog altijd even zoeken naar het juiste vertrekperron, zelfs al ken je het nummer door je zoekwerk op de website van De Lijn. De bus van de sneldienst 776 komt enkele minuten te vroeg aangereden, maar verdwijnt snel opnieuw zonder "laden" omdat hij een achteropkomende bus, die eerder moet vertrekken, hindert. Onze sneldienst - verwacht je dan geen supermoderne luxebus? - blijkt een bijna 20 jaar oude Van Hool A120 te zijn (102310), die echter nog behoorlijk goed rijdt, en ons na een rit die grotendeels over de autoweg voert, zelfs te vroeg aan de Moretuslei in Putte afzet.
De terugrit verloopt enigszins anders: aan de Moretuslei nemen we deze keer de bus van lijn 650 (gelede bus 4736) tot Kapellen Dorp (eigenlijk tot de halte Vredestraat, maar een of andere eigenaardige kronkel in een fantasierijk Lijnbrein heeft 2 namen (een per richting) bedacht voor wat je gerust als een halte kunt beschouwen). Even stappen tot het frisse stationnetje van Kapellen, waar zowaar nog een loket met bediende aanwezig is. In Kapellen is men erin geslaagd om 3 perrons op 2 sporen in te planten. Ik kan alleen maar vermoeden dat perron 3 gebruikt wordt als een trein wat verder op een zijspoor moet zonder perron. Vermoedelijk laat men dan eerst reizigers in- en uitstappen op perron 3, waarna de trein opzij kan om een trein met voorrang te laten voorgaan. Nog terwijl we staan te wachten razen twee lege vierledige stellen door het station richting Antwerpen. Ik kan deze trein niet direct thuisbrengen, wat me zelden overkomt, als het om reizigerstreinen gaat, maar in Brussel-Zuid zal blijken dat de stellen leeg naar Brussel reden om daar in te springen voor de IC naar Amsterdam!
Onze IR (Essen - Namur) bestaat ook uit 2 vierledige stellen: wij zitten in de 802, die ons stipt naar Brussel brengt. Nog even de IR naar Manage (ms 412) en na een aangename want rustige terugreis komen we om 20:07 in Halle aan. Moregn roept de harde dagtaak weer, maar deze nazomerse namiddag heeft weer voor dagen energie gezorgd.