Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
26-04-2008
26 april 2008
Eigenlijk stond deze wandeling op het programma voor de Paasvakantie, maar we prijzen ons gelukkig dat we toen de buien schuwden: vandaag is het echt lente, en de thermometer gaat voor het eerst dit jaar over de 20°. Een schitterende dag is het dus geworden, ook omdat dit traject op GR126 tot de absolute topklasse behoort. Zwaar weliswaar, maar met voldoende ruimte om te recupereren. Niet altijd krijg je het volgende voorgeschoteld: 2 rivieren (Maas en Lesse), prachtige rotspartijen (Freyr, Chaleux en meer van dat moois), 2 kastelen (Freyr en het sprookjesslot van Walzin) en dat met een TWQ van 84%. Voeg daar voor de treinliefhebber nog bij: de oude halte van Walzin (waar enkele klassieke betonnen afsluitingen de tand des tijds hebben doorstaan), en een gedeelde brug over de Lesse, waar zowel de treinen als de stappers en fietsers (netjes gescheiden) gebruik van kunnen maken.
Echt ingewikkeld is de verplaatsing niet, al kan ik me voorstellen dat sommigen de neus ophalen voor een verbinding met 3 treinen. In Halle nemen we om 6:27 de IC 1905 naar Schaarbeek: rijtuig 58044 is niet eens leeg op dit vroege uur; achteraan duwt loc 2139. Zoals meestal waren we eigenlijk naar de IR van 6:32 gekomen, maar vermits we toch op tijd waren, ging de voorkeur naar de M4's van de IC. In Brussel-Zuid stappen we over op de IC naar Dinant (ms 401): 7:03 - 8:39. Door werken tussen Ottignies en Mont-Saint-Guibert maken we wat vertraging en die blijft tot Dinant: 6 minuten. Daar wacht de L (6058 - 8:51/8:55) naar Libramont, met mw 4163. Een groep scouts zorgt voor de ambiance, en het lawaai dringt moeiteloos door tot in eerste. De flinterdunne wanden zijn daar natuurlijk niet vreemd aan. Anseremme, een halte verder, lijkt nog te slapen op dit vroege (?) uur.
De terugrit gebeurt analoog: om 15:59 stappen we in Gendron-Celles in dezelfde mw van de heenrit. Die rijdt met enkele minuten vertraging, maar de aansluiting in Dinant wordt zonder moeite gehaald. IC 2437 (ms 375) staat al klaar. Die moet ons van 16:21 tot 17:48 naar Brussel-Noord brengen, en zal dat ondanks de eerder vermelde werken ook doen. In Dinant komt de onderstationschef er de treinbegeleider zowaar op wijzen dat het tijd is om te vertrekken. Heeft de eerste warme zon de arme man in haar greep gekregen? Onderweg doet hij nochtans goed zijn best. Tussen Namur en Gembloux en tussen Ottignies en Brussel-Luxemburg zitten er luidruchtige tweedeklassers in eerste. De capaciteit van dit ene stel is dan ook op het randje voor een IC tussen Namur en Brussel. Die tussen Ottignies en Brussel vormen samen een gezin (of hoe heet dat tegenwoordig?). Ze zijn helemaal achteraan ingestapt en komen dan met de smoes van de dag: "Pas pu passer!" Gelukkig voor hen, want anders waren ze ongetwijfeld achteraan op de koppeling van het treinstel geëindigd. In Brussel-Noord nemen we nu wel de IR naar Binche, omdat die daar altijd ruimschoots op tijd klaar staat. Treinstel 841 is vandaag IR 3939, en die komt zelfs nog iets te vroeg in Halle aan. Het is opvallend hoe warm het op deze eerste lentedag al is in dit vierledig stel, ongetwijfeld winter en zomer de best verwarmde stellen van allemaal.
Het aangekondigde weer nodigt uit voor een midweektussendoortje, en dat wordt Kampenhout, met een wandeling die een hanenschrede langer is dan 10 km. Kreo van Vakantiegenoegens zorgt elke maand opnieuw voor enkele wandelfiches: als een beschreven wandeling toevallig langs je voordeur komt, kun je dat de volgende zondagen meteen merken. Wij archiveren de fiches liever, om de wandelingen dan achteraf op een rustig moment te stappen. Deze fiche dateert uit 2001 en kreeg de naam "Door witloofland". Veel witloof hebben we niet gezien, en elke amateur zal je weten te vertellen dat witloof de mei niet mag zien, omdat het anders doorschiet; het aantal telers dat zich hier aan de vroege teelt waagt, is dan ook erg klein. Met een TWQ van 29 % is dit niet echt een denderende realisatie. Dat komt deels omdat de ontwerper hier en daar toch wel een kans heeft laten liggen, maar ook omdat de betonneringsdrang daar de voorbije 10 à 15 jaar voor verharding en verbreding van nogal wat wegen geleid heeft. Dat merk je vooral op de topografische kaart van het NGI, die uit 1994 dateert. Een stukje natuurreservaat (een uitloper van het Torfbroek), een rustig en aangenaam pad langs de Molenbeek en enkele ondertussen opgedroogde veldwegen zorgen voor soelaas.
De reizen heen en terug verlopen vlot. Zowel treinen als bussen rijden hier dan ook met een meer dan behoorlijke frequentie. In Halle nemen we IR 3712 (vandaag ms 329) van 13:46. Die raakt zondre problemen stipt in Brussel-Noord om 14:07. Op busperron 5 vertrekken de bussen van lijn 270 (naar Keerbergen), maar dat perron vijf is behoorlijk lang. Als de bus die komt aangereden dan helemaal tot het einde, tot in de open lucht, rijdt, lijkt het er zelfs even op dat we hem missen. Maar geen nood: andere reizigers weten wel waar ze moeten instappen. Ab 5037 (een gelede Van Hool van stelplaats Haacht) brengt ons in een goede drie kwartier naar Kampenhout (14:18 - 15:05). De bus rijdt behoorlijk op tijd, ondanks het stroeve verkeer in het Brusselse. 's Avonds is het een andere Van Hool (ab 4175, opnieuw van Haacht) die ons naar Brussel brengt. Ook deze bus rijdt stipt, en zet ons zelfs drie minuten te vroeg af aan de NMBS-halte Bordet, want deze hebben hebben we ons oog laten vallen op een ritje langs lijn 26. We halen zelfs nog een vroegere trein dan voorzien (3589, eentje naar Geraardsbergen - duikbril 942) van 18:39, zodat we om 19:12 in Halle aankomen. Dezelfde avond vernemen we dat het weer beter gaat met de stiptheid van de treinen, en dat hebben we vandaag alvast ondervonden. Al zullen de genomen treinen wel niet de vertragingsgevoeligste treinen van het net zijn.
Enkele jaren geleden begonnen we eraan, en nu naderen we langzaam maar zeker onze Vlaamse/Belgische/Europese hoofdstad. We stappen vandaag langs GR 12 tussen Mechelen en Humbeek en dat is net geen 16 km. Bepaalde stukken van dit deeltraject zijn zonder meer aangenaam tot verrassend, maar een flink deel lijdt ook aan de Vlaamse ziekte: te veel bebouwing (en met nog 45.000 woningen meer in het verschiet kan dat alleen maar erger worden) en te veel achtergrondruis, in dit geval van de autoweg die min of meer parallel loopt met de GR. Doe daar nog een doortocht van Mechelen die niet bepaald geslaagd is, bovenop, en je weet meteen dat de tocht geen totaal succes was. Toch wil ik even wat mooie stukjes in de verf zetten: het Vrijbroekpark was met al zijn lentebloemen en het eerste groen aan de bomen erg aangenaam, de Zenne zorgde voor een verfrissend en rustig intermezzo, en de Eglegemvijver zag ik voor het eerst niet vanuit de trein; tegen het einde aan vonden we nog een prachtige ouderwetse voetweg in Humbeek: ouderwets, want geen grind, geen klinkers en net smal genoeg om onbruikbaar te zijn voor alle andere misbruikers. Met een TWQ van 53 % scoort deze GR naar Brabantse normen nog vrij behoorlijk.
De verplaatsing was een fluitje van een cent: heen hadden we op de 3908 gerekend, maar het werd de 1908 (9:27 - 9:39) tussen Halle en Brussel-Zuid (loc 2110 duwt o.a. 51034), en daardoor waren we nog wat vroeger dan voorzien in Brussel. We kregen geen lange overstap in de maag gespitst deze keer, ondanks het weekend, en dat danken we aan de onechte IR naar Antwerpen: 3260 (ms 337) brengt ons van Brussel (10:05) naar Mechelen (10:37). Dat het met de Duitse discipline niet meer is wat het ooit geweest is, bewijst een Duits echtpaar van middelbare leeftijd door met hun tweedeklasbiljetten ondanks de twijfel in eerste te komen zitten.
Voor de terugrit moeten we terugvallen op een lange busrit tussen Humbeek en Brussel-Noord, met lijn 230 (16:12 - 17:06). Het is een Mercedes van de firma De Reys (ab 3017-08) die ons naar Brussel-Noord zal brengen. In de planner van De Lijn stond niets speciaals vermeld, maar toch is de halte Brug verplaatst, en dat moet je ook letterlijk nemen. Het hele schuilhuisje is midden in de werf terechtgekomen, en omdat we toch tijd genoeg hebben, stappen we maar tot de halte Kerk, waar men in De Bogaet bewijst hoe je zo'n etablissement kunt integreren in een bejaardentehuis. Enigszins tegen de verwachting slaagt de chauffeur erin de hele weg op tijd te rijden, zodat onze krappe aansluiting in Brussel-Noord toch gerealiseerd wordt. Om 17:12 nemen we IC 1938 (loc 2151 en rijtuig 58051) en we komen zelfs nog een minuutje vroeger dan voorzien aan in Halle. Enkele regendruppels proberen ons duidelijk te maken dat het KMI niet fout zat met zijn buien, maar het centrum van het land bleef toch grotendeels gespaard. Daar zijn wij alvast erg blij om, al stond er vaak meer wind dan prettig was. Maar als het droog blijft, is het al lang goed...
Nog een wandelingetje staat er op het programma (het zijn er uiteindelijk 3 geworden i.p.v. 5, door het slechte weer in de eerste week). Op een kaart van het Office Communal du Tourisme van Nassogne, gerealiseerd door het NGI, staan 23 bewegwijzerde wandelingen en wij pikken er de "Promenade des Combes" met vertrek en eindpunt in Nassogne uit. De wandeling is iets minder dan 12 km lang. Het is een echte boswandeling. Het eerste deel is een vrij ruige afdaling die ons uiteindelijk in de gezamenlijke vallei van enkele mooie bosbeken brengt, gevolgd door een lange, gestage klim. Daarna krijgt het asfalt spijtig genoeg de bovenhand en is er ondanks het bos niet zo heel veel meer te beleven. De TWQ bedraagt 43 %, wat toch wel een zwakke score is in een bij uitstek natuurlijke streek. Natuurlijk, dat zijn ook de scharrelvarkens die ons speels kwamen toegelopen tegen het eind van de wandeling aan. Het was lang geleden dat we nog eens 25 varkens zo maar vrij in de wei hadden zien wroeten.
Voor de heenreis hadden we geopteerd voor de 8512 van 6:56, maar vermits de 8572 van 6:51 met 6 minuten vertraging reed, werd het uiteindelijk die. De planner suggereert trouwens de IR van 7:15, maar in de ochtendspits lijken 8 minuten aansluitingstijd ons toch wel weinig, en de aansluitende bus van lijn 420 rijdt echt niet zo frequent dat we ons veel fantasietjes kunnen veroorloven. P8572 wordt het dus tot Brussel-Zuid (6:51 - 7:03), dat we met 7 minuten vertraging bereiken. Loc 2114 sleept M4's; wij zitten in een goed gevuld rijtuig 51029. Het hoogtepunt voor de treinliefhebber in mij moet dan volgen tussen Brussel-Zuid en Jemelle. IC 2107 is sinds december nl. de gecamoufleerde EC 91 naar Zürich, en bestaat uit een schitterende sleep rijtuigen, met onze eigen I10'en en enkele SBB-rijtuigen, waaronder eersteklasrijtuig 61 85 1090 262. Loc van dienst is 2001. Heerlijk zitcomfort en een aangenaam interieur, waarom vind je dat bijna nooit meer op het Belgische net dat zijn toenmalige karakter en charme heeft opgeofferd aan metro-achtige toestanden? Het een moet toch kunnen zonder het andere te verwaarlozen? Tussen Brussel en Ottignies lopen we nogal wat vertraging op, en in Jemelle bedraagt die nog altijd 7 minuten. Met 12 minuten aansluitingstijd is er nog geen man overboord. Lijn 420 Aye - Nassogne (9:34 - 9:48) staat nergens op de haltepalen vermeld. Vermoedelijk heeft dat wat te maken met de aartsgevaarlijke provinciegrens tussen Namur en Luxembourg. Volgens een dienstregeling aan een haltepaal komt de 420 aan perron 1, wat in werkelijkheid perron 4 blijkt te zijn. je merkt het: de provinciegrens is ook een mathematische grens. Tot overmaat van ramp afficheert de bus ook nog 166b, maar de chauffeuse bevestigt me dat ze zich vergist heeft en herstelt haar foutje. Een erg recente Mercedes Citaro zonder nummer brengt ons naar Nassogne (9:34 - 9:48).
De terugrit verloopt volledig volgens het boekje: van Nassogne (waar de bussen van lijn 420 in beide richtingen langs dezelfde kant van de straat stoppen, wat gelukkig ondubbelzinnig is aangeduid) met een Mercedes Conecto van Penning (ab 5632-35) tot Jemelle (13:19 - 13:33), met een snelle overstap op de IC naar Brussel: (13:38 - 15:18). De Luxemburgse 3007 sleept M6'en. Helemaal vooraan hangt dubbeldekker 61024, die voor de gelegenheid goed gevuld is, met gelukkig rustige reizigers. Zelfs de peuters houden zich gedeisd. We komen stipt op tijd in Brussel-Noord aan, zodat we ook daar al na 4 minuten een aansluiting hebben met IR 3286 naar Geraardsbergen: 2 breaks; wij zitten achteraan in ms 426. We komen zelfs nog 2 minuten vroeger dan voorzien in Halle aan.