Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
21-02-2011
21 februari 2011 (Duisburg - Linkebeek GR 512)
Kijk, dit
is nu eens een voorbeeld van een langetermijnvisie: je bouwt een autoweg of
twee dwars door het uitgestrekte bosgebied ten ZO van Brussel, je merkt dat de
bomen ziek en dus gevaarlijk worden door de vervuilende werking van het
wegverkeer en je hakt ze om, om het tomeloze gebruik van de autowegen veilig te
stellen. Niet dat er op onze tocht vandaag niet genoeg bomen meer overblijven,
want het is een onvervalst bostraject langs GR 512 van Duisburg tot Holleken,
een gehucht van Linkebeek. We stappen bijna 18 km en de TWQ bedraagt 89 %,
enkele asfaltwegen in het bos meegerekend. Je kunt je afvragen waarom wegen
midden in het bos geasfalteerd moeten worden, je kunt je nog meer de vraag
stellen waarom de ontwerpers geen alternatieven zoeken in de uitgestrektheid
van het Zoniënwoud. Maar misschien is een stukje asfalt soms wel nodig om
andere mooie plekjes te bereiken.
We steken
ook onder lijn 161 Brussel (eigenlijk Schaarbeek) - Namur door; de werken voor
het GEN zijn hier volop bezig, maar de doortocht is gelukkig mogelijk. Ook hier
is een brede strook bomen gesneuveld.
Veel
variatie moesten we niet verwachten vandaag. Dat is dan ook het belangrijkste
euvel van onze tocht: een lange wandeling door steeds weer identieke
bosstroken, waarin de beuk nog altijd de plak zwaait, maar ook heraanplantingen
die nog niet echt de charme hebben van een eeuwenoud bos. Maar wie een boswandeling
wel ziet zitten, moet zeker eens op pad langs deze (of een andere) GR ten
zuiden van onze hoofdstad.
Het gebeurt
maar sporadisch dat we zo dicht bij huis stappen, en omdat we bij de terugkeer
"onze" buslijn kunnen gebruiken, rijden we ook ' s morgens met de bus
naar het station. Dat De Lijn in en om Brussel, en meer bepaald ook in het Pajottenland
en de Zennevallei enorme inspanningen heeft geleverd staat buiten kijf, maar de
verbinding Halle en pakweg Hoeilaart, Overijse enz. blijft een zorgenkind. Dat
komt ook tot uiting als je de planners van de NMBS, De Lijn en de TEC
raadpleegt. Probeer het maar eens: Halle Station - Duisburg watertoren, en je
krijgt een pak mogelijkheden waarvan geen enkele echt goed te noemen is. De
meest voor de hand liggende is nog die via de Luchthaven en dan bus 830, maar
ik betaal geen diabolotoeslag om van de trein op de bus over te stappen, en dus
sluit ik die zelf uit.
De snelste
komt nog van de TEC met een rit Halle - Delta, en dan via Overijse naar
Duisburg (met de bus die wij ook uit Groenendaal nemen), maar we kiezen voor
een ruimere oplossing.
De IR naar
Antwerpen rijdt stipt, en zelfs op dit uur zijn de 2 breaks nog tamelijk goed
gevuld. Meer dan een mooi voorbeeld van Vlaams - Waalse samenwerking valt er
niet te melden. Een jongeman slentert naar het achterste van de trein, laat de
deur naar het platform open, die ik dan maar sluit. Zoals verwacht komt hij
even later teruggesloft, en weer blijft de deur open. Nu weerklinkt een
krachtig: "La porte." Voorlopig besluit: Vlamingen zijn sterker in
daden, Walen met woorden. Maar de deur is wel dicht
In Brussel-Zuid
staat de CR naar Louvain-la-Neuve al aan het perron: 3 klassieke stellen, die
gezien de studentikoze volksverhuizingen van de maandagmorgen niet overbodig
zijn, tot Etterbeek dan toch Groenendaal staat er nog altijd belabberd bij -
wie een babbeltje wil slaan met Block 4 wordt naar Block 3 verwezen, en eerlijk
gezegd, ik denk niet dat elektriciteit en elektronica zich nog langer goed
zouden voelen in dit wenende gebouw dat nog vergeefse pogingen onderneemt om
een imposant verleden op te roepen.
Als overstappunt
trein - bus is het een lachertje: een kil perron (zeker op deze koude, nevelige
winterdag) en een minuscuul bushokje. Toch vertrekken hier 4 bussen per uur
(lijnen 395 en 830). Zoals wel meer staan die bussen veilig ver en warm van de
vertrekhalte opgesteld. Die van ons zal pas op het allerlaatste moment aan
komen rijden. Gelukkig is het er gezellig warm en proper, zoals alleen bussen
van (goede) pachters proper kunnen zijn. Tot Overijse lijkt de rit wat
overbodig, maar vanaf Overijse groeit het aantal reizigers gestaag.
Officieel
is de halte Hoeilaart kerk vandaag een tijdje afgeschaft, wegens het opstellen
van een kraan. Althans, dat heb ik kunnen lezen op de website van De Lijn, maar
de chauffeur bedient de halte toch - waar trouwens reizigers staan te wachten -
en van de kraan is geen spoor te bekennen. De dienstregeling voorziet hier in
een bediening binnen de minuut van 3 halten (Post, Kerk, Nero) en dat is
ondoenbaar. We rijden vanaf hier dan ook met 3 minuten vertraging, en dat zal
zo blijven, want een groot deel van de weg rijden we achter een tractor met 2
met zware balen stro beladen karren. Toch maken we geen extra vertraging: in
landelijke gebieden stemt De Lijn haar dienstregelingen dus af op de snelheid
van een tractor met 2 beladen karren.
Voor de
terugkeer stappen we in bij de halte Amnesty in Linkebeek. Ik heb de naam nooit
begrepen, maar nu blijkt dat hier midden een mini-rotonde een boom geplant is
voor Amnesty International. Aan een haltepaal staan 2 stoelen die zorgvuldig
vastgebonden zijn. Primitieve halteaccommodatie langs deze vrij recente lijn,
die een bushokje hier en een wachthuisje daar best zou kunnen gebruiken. De
scholen lopen leeg en de bussen vol en dat verklaart de vertraging van onze bus
bij aankomst. Overigens volgen de bussen hier ook nog een moeilijke omleiding,
met bussluizen en door verkeerslichten geregeld eenrichtingsverkeer door al te
smalle straten. Binnenkort zou er een einde aan deze omleiding moeten komen,
omdat de kuilen van Aquafin dan weer dicht zouden moeten zijn
Een
jongetje wil nog een Lijnkaart kopen, maar dat lukt dus niet meer. En in Dworp wil
een jongedame een biljet naar Halle. Ze legt 3.00 neer, maar de chauffeur
geeft een euro terug: langs lijn 155 (geschatte tijd 19 minuten) betaal je 2
zones, via lijn 153 (geschatte tijd 16 minuten) 3. Toen ik lang geleden voor
het eerst de bus nam was er een sectie- of kilometertarief. Het was wat
ondoorgrondelijk, dat geef ik toe, maar ik vraag me al vele jaren af of het
zonetarief dan zo veel doorgrondelijker is. Een prijs voor fair trade verdienen
ze er alleszins niet voor
Meer
foto's: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/duisburg%20-%20linkebeek%20GR%20512/
De Geul (Göhl,
Gueule) is een wat vergeten bijriviertje van de Maas, dat nochtans het landschap
rond het Drielandenpunt grondig beïnvloed heeft. Wie daar mocht aan twijfelen:
hij is de aanleiding tot de bouw van de Hammerbrücke en het viaduct van
Moresnet. De Via Gulia is een initiatief van de toeristische diensten van de
Oostkantons en van het Land van Herve. Het NGI zorgde voor de wandelkaart. Het
traject volgt zowat de hele loop van het riviertje. Wij lopen vandaag van de
bron(nen) tot Kelmis, iets meer dan 11 km. We stappen afwisselend door een bos-
en weidegebied, met de Geul voortdurend in het gezichtsveld, over vaak
onverharde wegen: de TWQ bedraagt 55 %. Het is prettig stappen over vaak erg
smalle voetwegjes, die de Grote Versnelling hier op schitterende wijze
overleefd hebben.
Voor wie de voorbije dagen op een onbewoond eiland in de
Grote Oceaan geleefd zou hebben: het is vandaag precies een jaar geleden dat in
Buizingen 2 treinen tegen elkaar botsten, met alle bekende gevolgen van dien.
Wij zullen vandaag ongeveer op de minuut na langs de onheilsplek passeren. De
CR naar Braine-le-Comte rijdt net als verleden jaar op tijd, en de IC uit
Quiévrain, nu met M6, heeft net als verleden jaar opnieuw vertraging.
Wij zijn eigenlijk voor P7515 naar het station gekomen, maar
de treinen naar Brussel rijden zich hier op dit moment van de dag letterlijk
voor de voeten (8:19 - 8:23 - 8:27 - 8:30) en dus wordt het de eerste die niet
al te druk bezet is: de CR naar Dendermonde van 8:23. We vertrekken met 1
minuut vertraging - ondanks een onvoorziene stop aan wat ik destijds de halte
Brussel-Zennebrug noemde, omdat men er bijna altijd stopte alvorens
Brussel-Zuid binnen te rijden, blijft het ook bij die minuut. Het is prettig om
vast te stellen hoe de NMBS-reiziger de huidige stiptheidscijfers van de NMBS naar
zijn hand zet. "Ja, 't is Veerle hier, hé. Ik zit hier op een trein die
voortdurend stopt en zal dus wat later zijn." Voortdurend? Éen keer! Wat
later? Éen minuut? Veerle is een liegebeest
De IC naar Eupen staat nog altijd zonder vertraging
aangekondigd; het lijkt trouwens wel mee te vallen met de spits. Toch vertrekt
hij met 4 minuten. Het is dat stel met 3 eersteklasrijtuigen en die zitten tot
Brussel-Centraal goed vol. In voorlaatste positie zit zelfs nog een vierde eersteklasrijtuig,
dat ongetwijfeld gedeclasseerd is. Die zal wel die onfortuinlijke I10 vervangen
die in Pepinster uit de sporen liep en tegen een andere trein aanbotste,
gelukkig zonder al te veel menselijk leed.
Een dame onderstreept haar aanwezigheid met een knaller van
een boer. Als de TBG langskomt, begint hij in het Frans tegen haar. Nauwelijks
reactie. "Sprechen Sie Deutsch?" - Zij antwoordt:
"Roessisj" in dat karikaturale taaltje van Vlaamse acteurs die een
Slavische rol spelen. Maar ze verhuist zonder morren en met veel excuses naar
tweede. De TBG is duidelijk onder de indruk van haar verwachtingen: ik spreek 4
talen en dan vraagt ze nog of ik Russisch spreek.
Van de 7 minuten vertraging in Brussel-Noord blijft in
Liège-Guillemins bij vertrek niets meer over. En ondanks een lange
vertragingszone tussen Fraipont en Nessonvaux komen we zelfs nog 2 minuten te
vroeg aan in Verviers. Toch zullen we in Eupen 6 minuten vertraging optekenen:
vanaf Verviers-Est is er dienst op enkelspoor en het is wachten op de
tegenliggende IC. Dolhain en omgeving is nog altijd een grote werf; de
inrichting van de nieuwe halte (die ook Dolhain-Gileppe zal heten) schiet
trouwens ook goed op. Ik heb de indruk dat de nieuwe halte verder van het
centrum zal liggen dan de oude.
Om de bus van lijn 14 te nemen moeten we voor één keer niet
naar het Bushof, maar we hebben tijd en doen het dus toch. De firma Sadar heeft
voor ons een splinternieuwe Mercedes Citaro LE gereserveerd, in de rode
ASEAG-kleuren. De reis verloopt rustig, al stappen we een halte te vroeg uit. Foutje
van mij ik dacht dat de halte Grenze al aan de andere kant gelegen zou hebben
en meestal is dat tarifair ingewikkeld en duur. Niet dus! Voor ons wordt het
enkele honderden meter meer stappen.
Kelmis heeft een naar TEC-normen stevige busbediening. We
hebben onderweg al 2 goedgevulde 396'en gezien, maar die van ons heeft een
gemiddelde bezetting. Om het eenvoudig te maken heeft men de halte Eupen
Bahnhof hier Eupen Hookstraße genoemd, omdat ze net iets verder ligt. Maar de
overstap verloopt vlot, al komt de IC uit Oostende net als vanmorgen met
vertraging binnen.
De dienstregeling van deze trein vertoont een
eigenaardigheid: hij zal ook stoppen in Dolhain-Gileppe senior, en dat
verklaart waarom hij 3 minuten vroeger vertrekt dan de andere IC's naar
Oostende. In Eupen komt een vijftiger zich vlak in onze buurt nestelen. Uit een
telefoongesprek leiden we af dat er nog meer volgen, samen naar zee. In
Verviers stappen ze in, blijkt later, het heeft heel wat voeten in de aarde
voor ze elkaar vinden. Hij is er namelijk van uitgegaan dat ze achteraan ingestapt
zijn en stuurt hen naar voren, zij zijn echter vooraan ingestapt en begrijpen maar
niet dat ze steeds weer bij de locomotief terechtkomen als ze zijn richtlijnen
volgen. Ze zijn oh zo blij dat ze elkaar toch gevonden hebben voor Oostende en
er ontspint zich een tamelijk luid gesprek over het misverstand, maar geleidelijk
zakt het niveau tot een aanvaardbaar niveau. Tot ze door krijgen dat ze
dezelfde beltoon op hun gsm hebben. Eén wil een nieuwe, en overloopt het hele
scala op luid niveau: eenmaal de vijftig voorbij kun je jezelf wel volwassen
beschouwen, maar het moment van de oprukkende kindsheid ligt nooit veraf.
Ondanks 5 minuten vertraging in Liège rijden we stipt Leuven
binnen; we blijven op lijn 36N en komen zo op spoor 4 terecht in Brussel-Noord.
Tussen Leuven en Brussel zit er behoorlijk wat volk in ons rijtuig. Eigenaardig
dat niemand reageert op die beltoonsymfonie, euh -kakofonie.
Rest ons nog een ritje met de CR tot Halle: achteraan de uit
3 stellen samengestelde CR hangt een CityRailstel. We rijden zowat het hele
traject met een vertraging van 2 à 3 minuten. Ik vind het vreemd dat de vertraging
niet slinkt, gezien de brede dienstregeling. (Voorbij Halle zal ze zelfs nog
toenemen, tot 7 minuten, dixit Railtime.)
Meer foto's, o.m. van de Hammerbrücke, vind je hier:
Zoals elke
gemeente die zichzelf respecteert heeft ook Comblain-au-Pont een wandelkaart
uitgegeven, en zoals wel meer het geval is, is dit gebeurd in samenwerking met
het NGI. We volgen vandaag de wandelingen4 (Géromont) en 1 (Roches Noires). Wandeling 4 moet het hebben van
vergezichten en een prachtig stukje bos, met o.a. immense beuken, wandeling 1
legt meer de nadruk op de onmiddellijke omgeving van Comblain-au-Pont, met een
stevige klim naar de Roches Noires en een tocht langs de oever van de Ourthe,
die er bijna zomers kalm bij ligt. Tussendoor krijgen we ook nog
openluchtkunstwerken geserveerd.
Comblain-au-Pont
is een gemeente die al vroeg tot mijn verbeelding is beginnen spreken. Buurgemeente Comblain-la-Tour is
de bakermat van alle muziekfestivals in België. In de jaren 1960 werd hier een naar
de normen van die tijd groot jazzfestival georganiseerd; ik las er als
twaalfjarige voor het eerst over in het tijdschrift Robbedoes (of was het Kuifje?).
Met een TWQ
van 45 % scoren beide wandelingen lager dan je in deze streek zou verwachten,
maar de meeste landbouwwegen zijn hier verhard. Toch kan de pret niet op:
weidse weiden, vergezichten die nog verder lijken op deze eerste echt heldere
dag van het jaar en een complete rust compenseren het tekort aan onverharde
paden en wegjes ruimschoots. De beide tochten samen zijn iets meer dan 12 km lang,
met de aanloopstreken naar Rivage erbij komen we in de buurt van 15 km.
Comblain-au-Pont
mag dan ooit zowel aangesloten geweest zijn op het tramnet (met de lijn naar
Clavier) als op het spoorwegnet (met de lijn Liège - Marloie), vandaag is het
alleen nog bereikbaar met een frequent rijdende bus 377 uit Liège. Tenzij je
zoals wij voor een vluggere en veel goedkopere oplossing (nettowinst 14.00!)
kiest via Rivage. Zo komt er wel goed 2.5 km bij, maar daarvan lopen enkele
langs Ourthe en Amblève, en die kunnen er dus best nog bij.
Van de oude
tramlijn blijven nog enkele duidelijke sporen op de stafkaart over. Het stijgen
uit het dorp van Comblain-au-Pont naar de hoogten van Géromont moet een echt
huzarenstukje geweest zijn. Wie zijn tram in eerste instantie miste kon die
ongetwijfeld nog halen als die vele minuten en een bijna volledige lus later ongeveer
weer op hetzelfde punt (in afstand, niet in hoogte,) uitkwam.
We namen de
CR naar Dendermonde van 9:23. Met 3 klassieke stellen is dat een erg rustige
trein. Sinds december rijdt die vanaf Y. Ruisbroek over lijn 96N Brussel-Zuid
binnen, maar helemaal stipt loopt het niet. De trein rijdt in het zog van de IR
naar Antwerpen en heeft 3 minuten vertraging. In Brussel zijn dat er vier geworden,
maar dat is niet echt hinderlijk.
Ook de IC
naar Eupen heeft een kleine vertraging, maar zoals de traditie dat wil groeit
die wat aan in de NZV: van 4 (Zuid) naar 7 (Noord). Wie denkt dat het dan
allemaal snel in orde komt, komt bedrogen uit. In Diegem gaat het tamelijk vlot
van lijn 36 naar 36 N, maar eenmaal op die laatste worden we een tijd opgehouden
- we staan zelfs volledig stil. Ondanks de uitbreiding naar 4 sporen lijkt dit
baanvak voortdurend overbezet. Leuven bereiken we dan ook met 11 minuten
vertraging; bij vertrek zijn dat er nog 9 en veel gaat er niet meer af: +8 in
Liège-Guillemins. Extra time voor het dametje dat gehandschoend en al verwoed
een kruiswoordraadsel invult.
Gelukkig is
de aansluiting naar Luxemburg tamelijk ruim. Bovendien staat deze IR zelf met
5, later 6 minuten vertraging aangekondigd. Van de 4 rijtuigen zijn er 2 eerste
klasse. Het eerste zou gedeclasseerd moeten zijn, maar veel heb ik daar niet
van gemerkt. Achteraan hangt 11701, dat blijkbaar net een grondige poetsbeurt
(met nat, zoals dat heet) heeft gekregen. Ik heb al meteen spijt dat we niet
verder dan Rivage moeten. Tussen Esneux en Rivage zijn er werken; net voorbij
Esneux moeten we dus wachten op de doorrit van de tegenliggende IR (zelf in
vertraging). In Rivage hebben we alweer 7 minuten vertraging. Als je geen
aansluiting moet halen, is dat geen probleem.
Voor de
terugrit zullen we beroep moeten doen op een L-trein van Marloie naar Liège. Die
rijdt bijzonder stipt; er zit wat reserve in, maar de TBG wacht plichtbewust in
de tussenstations.
Rivage ziet
zijn loketten nu ook gesloten vanaf 13:00, en op zaterdag en zondag is er al
helemaal geen loket meer. En dat terwijl je personeel achter de neergelaten
gordijntjes vermoedt, nee, wel zeker hoort Gelukkig is het station open; het
is er aangenaam wachten, want buiten is het helder maar fris.
Door de erg
stipte rit van de L-trein halen we zelfs de IC naar Brussel: we zien hem
trouwens stilstaan bij de Y. Val-Benoit. Veel tijd hebben we niet over, maar
het lukt perfect. Twee dames die Engels wauwelen met een Amerikaans accent
veroveren vrij luidruchtig de wereld - gelukkig is een I11 groot genoeg om uit
te wijken; na een tijdje komt een dame die wil lezen trouwens in onze buurt
zitten, ook al op de vlucht voor de Amerikaanse expansiedrang. De rit verloopt
zonder veel geschiedenis: tussen Schaarbeek en Brussel-Noord gaat het even
traag, maar we rijden toch te vroeg, zodat we het Noordstation stipt halen.
Daar staat
de IR naar Binche met 11 minuten vertraging aangekondigd. De ervaring leert dat
je dan maar beter op de IR kunt wachten - onderweg gaat die toch voorbij de CR,
die bovendien ook nog wat extra reizigers van de IR aan boord heeft. Als het
bij die 11 minuten blijft, tenminste. Maar we vertrekken uiteindelijk met 12
minuten, het gaat naar 14 minuten en in Halle zijn het er al 16. De 26'ers
trekken nochtans aardig op, aan hen zal het niet gelegen hebben. Rijtuig 61006
is zwaar toegetakeld: buiten door graffiti , binnen door crassiti. Ik las nog
niet zo lang geleden dat het met graffiti de goede weg opging, maar ik heb
vandaag zoveel verknoeide treinen gezien, dat ik me afvraag of er geen nieuw
offensief bezig is.
Zes treinen
vandaag, waarvan er 3 in aanmerking komen voor een stiptheidsprijs, 2 met
onderscheiding. Maar dat betekent ook dat de helft van onze treinen met meer
dan 5 minuten vertraging reed. Gelukkig bestaat daar een oplossing voor: 30
P-treinen afschaffen, als ze durven.
Alleen spijtig dat de 3 vertraagde treinen buiten de NZV vertraging opliepen.
Neem nu die IR naar Binche: amper 2 minuten extra vertraging in de NZV.
Afgeschafte P-treinen, die zullen wel wat verschil maken, maar de crisis
wortelt dieper en waarschijnlijk ook elders. Overigens leek de spits vanavond
vlot te lopen - die IR was de enige op het tv-scherm met vertraging
Hacowa 102
(eigenlijk 103 want 102 was gepland voor 14 november, toen half Vlaanderen het
verkoos om zich rijkelijk te laten besproeien met het zoete hemelnat) zoekt
weer de eigen streek op. Toen we de wandeling enkele weken geleden verkenden,
ervoeren we onverwacht dat er zich op dit ogenblik een stevige kentering
voordoet: enkele tientallen jaren geleden konden we nog zwaar ontgoocheld
thuiskomen, omdat bij de verkenning gebleken was dat veel van de wegjes die
plichtbewust op de topografische kaart waren ingetekend, verdwenen en/of
onbruikbaar geworden waren. Nu zie je het omgekeerde: een flink stuk van de
wegen die we vandaag volgden, staan niet eens op de meest recente kaarten.
Gelukkig hadden we het goede idee om vooraf de kaart van het Wandelnetwerk
Pajottenland te kopen: zo ontdekten we een schat aan nieuwe, onverharde paden,
met een echt knuppelpad erbovenop. En zelfs voor de verbinding tussen Halle en
het wandelnetwerk konden we echte trage wegen volgen.
Zo tekenden
we dus een parcours uit van iets meer dan 18 km, dat eigenlijk van begin tot
einde gedomineerd werd door de talrijke beken die hier allemaal van oost naar
west lopen, weliswaar niet altijd even fanatiek, want ze mogen hier nog rustig
meanderend de Zenne opzoeken, voor die zich door de Brusselse ondergrond boort.
De TWQ lag onverhoopt hoog: 65%, en dat ondanks aanloopstroken in Halle en
Gooik. Belangrijker nog: alle onverharde wegen waren stuk voor stuk juweeltjes,
de ene al wat avontuurlijker dan de andere, maar toch perfect begaanbaar. Af en
toe open, nog niet verknoeide landschappen zorgden voor de rest.
Ik maak me
sterk dat de 28 deelnemers genoten hebben van deze tocht én van de stops in het
Dravershof in Pepingen en De Groene Poort in Gooik. Want ook dat laatste hoort
er bij...
Wandelen
door stukjes bos en door weidse, vervroren kouters, het heeft wel iets op zo'n
koude, nevelige winterdag als vandaag. Leidraad is GR 579 tussen Huldenberg en
Bossut, iets meer dan 14 km, met de nadruk op een schitterend landbouwgebied,
met holle wegen, een stuk of wat riviertjes (de Lane en de Dijle, alweer) en enkele
stukjes bos, waarvan vooral het Sint-Agatha-Rodebos demonstreert dat een bos
erg mooi kan zijn in de winter. De TWQ bedraagt 55 %, maar eigenlijk is alles
verhard, want de vorst zit diep: de meeste veldwegen die door moderne
landbouwmachines aan flarden gereden zijn, liggen er bij als natuurvriendelijk
beton. Het is alsof de bouwers van die machines, die vooral gericht zijn op een
Amerikaanse markt, de Europese boeren vooral nog snel veel geld afhandig willen
maken, voor dit deel van Europa de landbouw voorgoed opgeeft. Even klinkt nog schaalvergroting, maar zelfs onze
normale verkeerswegen zijn te smal geworden voor deze mastodonten die vaak ook
nog tegen onbehoorlijke snelheden het rijk voor zich alleen opeisen.
Eigenlijk is het onze bedoeling om de IR van 8:46 te nemen,
maar de CR van 8:30 heeft vertraging en dus wordt het een stoptreinrit tot
Brussel-Zuid. Ondanks de brede dienstregeling neemt de vertraging nog toe van
11 naar 12 minuten. De 3 klassieke stellen zitten trouwens aardig vol, ook in
eerste klasse.
Door die vertraging verkleint de kans dat we de voorziene IC
naar Liers/Dinant kunnen nemen, maar uiteindelijk heeft ook die wat vertraging.
Er is vanmorgen een serieus probleem geweest tussen Brussel-Noord en
Brussel-Schuman, wat ons even het ergste deed vrezen - maar uiteindelijk valt
het allemaal nogal mee. De metro zou trouwens ook nog voor een oplossing hebben
kunnen zorgen. Met vijf minuten vertraging bereiken we de bouwwerf die Schuman
op dit ogenblik toch wel is. We lopen eerst verloren in het station, dat ons
redelijk onbekend is, en dan buiten het station. Dat is vooral het gevolg van
de schitterende manier waarop de informatie van De Lijn hier onbestaande is.
Boven vinden we wel een haltebord met lijn 344 erop, maar het is duidelijk dat
die halte niet bediend wordt. Het Schumanplein is een echte heksenketel, met
een wel erg luie heks, die maar af en toe even onwillig in haar ketel roert.
Middenin al dat verkeer komt ook een bus van De Lijn aangesloft: een 344. Ik
loop gewoon tussen al de auto's door en kan door het raam rustig een babbeltje
slaan met de vriendelijke en behulpzame chauffeur, die me wijst in welke buurt
ergens een tijdelijke halte zou moeten liggen. Raar toch dat je hierover niks
vindt op de website van De Lijn. Ik pik mijn vrouw op en we stappen snel in de
aangeduide richting; gelukkig zijn we veel sneller dan de bus, die ons wat
later meeneemt, met niet eens zo veel vertraging. Snel begint het verkeer
trouwens vlotter te lopen. We maken alleen nog wat vertraging bij als een duo
controleurs in de bus stapt, die het tiental reizigers controleert. Alles is in
orde, en dus maakt ze maar een
opmerking over de niet-reglementaire broek van de chauffeur.
We stappen veel sneller dan voorzien, want het is koud en
onderweg is er geen kans om de innerlijke mens te versterken. We eten onze
boterhammetjes dan maar op op het perron van Pécrot, waar zitgelegenheid
onbestaande is. Raar dat mensen klagen als ze rechtstaand moeten reizen, maar
niet als ze rechtstaand op hun trein moeten wachten. De meegebrachte soep
smaakt heerlijk.
Net doordat we zo snel stappen moeten we trouwens ook een
vroegere terugreis improviseren. En net op deze eerste dag van het nieuwe
tarifaire seizoen kunnen we daar een symbolische actie van maken. Niks geen
geplande reisweg via Waver, waar we dan een standaardbiljet - eufemisme voor
volle prijs - zouden moeten kopen naar Halle, maar wel een terugreis met bussen
van de TEC (gratis, want Pic Pollution, zoals op het biljet vermeld staat), van
De Lijn (waarvoor we beiden een Omnipas hebben) en een traject Schuman - Halle
dat we nog betalen met een oude KeyCard. Zo hebben we alvast een stuk
teruggewonnen van wat we dit jaar meer aan treinreizen zullen moeten betalen
door het verdwijnen van de kaart 50 %.
We nemen de Rapidobus 6 voor een kort stukje tot het
busstation van Hamme-Mille. Het mocht gerust wat langer zijn, want het is een
heerlijke bus. In Hamme-Mille staat een bus van De Lijn, en die opent meteen
zijn deuren als hij ziet dat er overstappende reizigers zijn. Veel chauffeurs
houden de deuren angstvallig gesloten tot net voor het vertrek, maar vandaag
mogen we mee genieten van de gezellige warmte in de bus. De rit zelf verloopt
rustig, met veel reizigers die voor enkele halten meerijden. Tot onze grote
verbazing bereiken we Brussel stipt op tijd, al is de terminus buiten dienst.
Zie vanmorgen.
In Schuman zien we onze rechtstreekse IR naar Binche nog net
vertrekken, maar het alternatief is minstens zo aantrekkelijk. Loc 2350 sleept
een stel M4 binnen - de trein vertrekt uit Schaarbeek, en is nog zo goed als
leeg. Het is een van die P-treinen met alternatieve reisweg: Schaarbeek - Châtelet
via lijnen 161 en 26. Wij rijden mee tot Sint-Job, waar we dan met de L-trein
naar Geraardsbergen verder naar Halle kunnen. L3587 heeft 2 duikbrillen, en dat
is ook wel nodig. Een slechtziende, getuige zijn blindenstok, leert een vriendin
schaken: het zou best een scène kunnen zijn uit een diepgravende Vlaamse film.
Zij moet er uit in Huizingen, hij net als wij in Halle.
Er vliegt wat nattigheid, en die zal later op de avond nog voor
herrie op de wegen zorgen. Laat dit a.u.b. niet de laatste stuiptrekking van de
winter zijn