Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
25-09-2009
25 september 2009 (Aye)
De folder van de wandeling van vandaag heeft al enkele keren in de
rugzak gestoken deze zomer, om als alternatief te dienen, mocht er iets
misgegaan zijn met onze verplaatsing naar een van de wat ingewikkelder
bestemmingen. Aye is dan ook gemakkelijk te bereiken, zelfs als je al eerder in
Libramont of Arlon vastgeraakt zou zijn.
De wandeling draagt het nummer 10, en heet "Gui", naamgeving
die ik ook na vandaag nog altijd niet doorzie. Ze is zo'n 12 km lang en heeft
een TWQ van 27 %, wat niet echt denderend is. Vooral de eerste 7 km is het een
echte asfaltwandeling, en vandaag hebben we die ook nog gestapt in mist, die af
en toe erg dicht was. Asfalt en beton zonder het tegengif van mooie
vergezichten is niet meteen mijn ding. Gelukkig liep het tweede deel wel
geruime tijd over een bijna kaarsrechte bosweg, en kwam de zon er toch nog
door, zodat we achteraf bekeken toch nog een vrij goed beeld van de wandeling
kregen. Aye heeft trouwens een schitterende dorpskern; ongelooflijk dat je tientallen keren door dit dorp raast, zonder te beseffen hoeveel schoonheid hier in stapbereik ligt; De halte ligt trouwens vlakbij de dorpskern.
Die mist zat er al aan te komen van in Namur: tot dan was het weer
ronduit schitterend, maar de Maasvallei lag in de erwtensoep. In Courrière
scheen de zon dan weer volop, maar verder kwam de mist weer opzetten. We kwamen
ook langs het meetstation van het KMI in Humain, klaarblijkelijk automatisch,
als het nog in dienst is tenminste, want ik vond voor vandaag geen gegevens op
het internet. Mist kan een prachtig decor vormen voor een stevige wandeling,
maar dan liefst in een streek die je niet meer komt ontdekken. Toch kregen we
vandaag ook dingen te zien die je zonder de mist niet zou opmerken.
Alweer nemen we een trein
vroeger dan voorzien: het is de ondertussen bekende 7574. Ook vandaag doet die
het erg goed: de hele ochtendspits lijkt trouwens vrij goed te lopen.
Toch duurt het tot 8:31 voor
de 2108 aan het perron komt; het is dan ook een wonder dat die maar een minuut vertraging
heeft bij vertrek. Het overtallige eersteklasrijtuig hangt er nog altijd in,
maar nu is het naar achteren opgeschoven. Ondertussen is het aantal gele
declasseringsbriefjes serieus aan het groeien.Voor de rest wordt het een rustige rit. Ottignies bereiken we uiteraard
opnieuw met 4 minuten vertraging: de trein rijdt trager vanaf Genval (en dat
niet alleen voor de korte vertragingszone die daar van toepassing is). Bij
vertrek in Ottignies hebben we zelfs al 5 minuten vertraging, maar die slinkt
snel: Gembloux +3, Namur + 2, Ciney +1.
Het stoptreintje staat te
wachten op perron 1: het is nog maar eens een wijnrood tweetje. Ik hoop dat die
nog lang moeten meegaan om aan het stijgend aantal reizigers tegemoet te komen,
al zie je van die stijging niets in deze L-trein naar Libramont. Het komt er
tot Aye vooral op aan niet te vroeg te rijden, ondanks een vertragingszone
wegens werken aan de rotsen langs de lijn. In Leignon stapt zowaar nog een
medereiziger in: vanaf hier zitten er meer reizigers in eerste klas dan in
tweede.
Erg veel tijd hebben we niet
gehad voor deze tocht (anders was het ofwel rijden via Marloie, ofwel 2 uur
wachten), maar toch komen we nog een kwartiertje te vroeg in Aye aan. Ik reken
eigenlijk niet meer op een treinfoto, en zo laat ik me dan ook compleet
verrassen door een trein met een wel erg speciale samenstelling. In Ciney zal
ik een magere troostprijs krijgen, met 4 oude diesels en nog wat Luxemburgs
materieel.
In Haversin komt een
reizigster vragen of we de TBG ergens gezien hebben. Sommige mensen gaan echt
op zoek om een biljet te kunnen kopen, anderen bewegen hemel en aarde om
daaraan te kunnen ontsnappen. Bij sommige vrij onbeweeglijke TBG's is dat niet
eens moeilijk, maar deze doet zijn job en even later zal mevrouw bediend
worden.
De aansluiting in Ciney is
optimaal, en ook nu lijken alle treinen goed op tijd te rijden. Net als de
L-trein hebben we ook voor de IC hetzelfde materieel als vanmorgen. De trein
vervoert nogal wat spoorwegpersoneel dat allerlei P-treinen naar Namur en
verder moet bemannen, straks tijdens de spits, en echt rustig wordt het pas
vanaf Namur, als de grootste muilen uitgestapt zijn. Ondanks de drukte van de
vrijdagnamiddag zitten er nauwelijks reizigers in eerste klasse met een tweedeklasbiljet.
Daar zorgt een vlijtige TBG voor die regelmatig zijn ronde doet, en de
overtreders vriendelijk vraagt te verhuizen. Het staat hen vrij in het volgende
rijtuig te gaan zitten, dat gedeclasseerd is. De brave man bewijst meteen dat
het mogelijk is om de reglementen te doen naleven, als je er werk van maakt.
Het verschil met de volgende
trein is schrijnend, al is de bezetting van deze trein nog hoger dan die van de
IC. Het vierledige stel volstaat duidelijk niet, zeker niet op vrijdag, als de
spits altijd weer wat vroeger begint. Na Brussel-Zuid zijn er nog net 2
plaatsen vrij in eerste klas, want die is massaal ingenomen door reizigers die
als enig alternatief stikken op het platform hebben. Het is te begrijpen dat ze
hun heil hier zoeken, maar tegelijkertijd is de vanzelfsprekendheid waarmee dit
gebeurt storend. Stel je voor dat je als reiziger braaf een klasverhoging koopt
of op een meerrittenkaart invult, om de drukte wat te ontlopen, en dat je die ondanks
de meeruitgave gewoon hier terugvindt. Het is en blijft oneerlijk. Het minste
wat de NMBS zou kunnen doen is in zo'n geval een forfaitair bedrag
terugbetalen, als ze er toch niet meer in slagen om supplementen te incasseren.
Onnodig te zeggen dat de TBG zich beperkt tot wat mededelingen. Het is me
trouwens opgevallen dat de controleploegen blijkbaar van de aardbol verdwenen
zijn: het is echt al lang geleden dat we er nog gezien hebben. Maar er is ook
goed nieuws: ook deze trein krijgt groen licht in Lot, en we bereiken Halle
zelfs nog te vroeg. In acht minuten is zelfs voor deze oude stellen geen enkel
probleem, als de seinen op tijd open staan.
Vorig jaar eindigden we langs de GR "Mol-OM" in Postel, en
vandaag doen we het vervolg van deze eerste Streek-GR in België ooit. De
topogids uit 1990 mag er dan wel wat gedateerd uitzien, het parcours is
nauwelijks gewijzigd. De tocht van vandaag brengt ons naar Dessel en is iets
langer dan 20 km. Vooral het eerste deel is van een prima kwaliteit, door aangename
bossen en over dito boswegen, en het stukje langs het kanaal Dessel - Schoten
onder de kruinen van eiken, die zich stilaan opmaken voor de herfst, mag er ook
zijn. Het laatste derde van de wandeling is wat minder: het kanaal Dessel -
Kwaadmechelen heeft absoluut niet de charme van het veel pittoreskere kanaal
Dessel - Schoten en de bewoning neemt gaandeweg toe. De TWQ mag dan wel hoog
liggen (74 %), bepaalde jaagpaden, geknepen tussen kanaal en rijweg zijn
nauwelijks de naam Trage Weg waard, al zijn ze verboden voor auto's. Vooral het
laatste deel tussen de villa's, dat ons in de buurt van het centrum van Dessel
brengt is van twijfelachtige kwaliteit. Allemaal kommer en kwel? Nee, integendeel:
als geheel mag deze GR er zeker zijn, en ook vandaag was het eindoordeel
positief. Maar om al de vermelde redenen was het toch ook geen echte topper.
Opnieuw kunnen we een vroegere trein nemen dan de voorziene. Dat
verhoogt meteen de kans op een geslaagde aansluiting in Brussel-Zuid. Deze CR
bestaat uit 3 gemoderniseerde stellen. De TBG's doen zelfs hun ronde tussen
Halle en Brussel, wat echt wel een zeldzaamheid is. Mijn vrouw heeft opnieuw
een biljet op haar identiteitskaart staan. Ze krijgt de kaart zonder commentaar
terug.
In Brussel-Zuid hangt de IC naar Turnhout al uit. Toch verdwijnt hij van
het bord op het perron; in de plaats komt er "Niet instappen". Toch
lijkt de trein die op dat ogenblik binnenrijdt erg sterk op een IC uit
Turnhout: 2740 met een stel M6, de trein die ik 2 dagen voordien nam van Lier
naar Mechelen. En inderdaad, plots floept de correcte bestemming opnieuw op het
aankondigingsbord. veel volk reist er op dit ogenblik niet naar Lier
(eindbestemming i.p.v. Turnhout, door de problemen in Herentals). Ook deze TBG
doet een poging om het biljet van mijn vrouw op te roepen, maar ze geeft toe
dat het niet lukt. Ik toon dan maar de bevestigingsmail, die grondig gelezen
wordt. Ondertussen begin ik me wat zorgen te maken over onze aansluiting in
Lier. We hebben immers een belbus besteld, en het zou spijtig zijn die te
moeten afbellen. We vertrekken al met 3 minuten vertraging in Brussel-Zuid, 4
in Brussel-Noord en 5 in Mechelen, en erg vlot gaat het allemaal niet. Ik
spreek er de TBG over aan, maar zij ziet nog geen problemen: zo groot is de
vertraging nog niet. En bovendien vermoedt ze wel dat de aansluiting in Lier
verzekerd wordt. Erg gerust ben ik er niet in, zeker als de trein tussen
Mechelen en Y. Duffel ook nog met een echte slakkengang rijdt. Veiligheidshalve
schuiven we enkele rijtuigen naar voren, om wat dichter bij de trap aan te
komen in Lier, en we lopen de TBG opnieuw tegen het lijf. Ze heeft het met de
bestuurder over de aansluiting in Lier gehad, en ook die was er gerust in.
Uiteindelijk komen we met 9 minuten vertraging aan; ik heb van de TBG vernomen
dat de trein naar Neerpelt waarschijnlijk op spoor 4 staat, en dat klopt ook.
Dus toch gewacht.
Hij vertrekt daardoor wel met 4 minuten vertraging, maar doet het
onderweg zo goed dat we stipt in Mol aankomen. Ook deze TBG doet een poging om
het biljet van mijn vrouw te lezen, maar het lukt evenmin, volgens hem door de
gebrekkige GPRS-verbinding langs lijn 15. Voor hem hoef ik de mail niet eens
boven te halen.
We komen opgelucht in Mol aan, want het lijkt wel los te zullen lopen
met onze belbus. Niet dat die ons in Mol oppikt: voor Postel moeten we de
belbus Retie - Arendonk nemen, die al een indrukwekkend gebied bestrijkt, en
blijkbaar kon Mol Station daar niet meer bij. Eerst moeten we nog in Dessel
geraken.
Een dame die ook met de trein gearriveerd is, moet naar Kwaadmechelen.
Ik weet niet zo meteen hoe dat moet: er zijn de laatste jaren te veel
wijzigingen geweest om het allemaal bij te houden. Ik verwijs haar naar een
wachtende bus, maar de chauffeur weigert open te doen. Ik probeer het even
later aan de kant van het raampje, maar de man heeft het veel te druk met zijn
kruiswoordraadsel: de chauffeur als ambassadeur, vergeet het. Ik ben zo
verontwaardigd over dat lompe gedrag, dat ik besluit om het in mijn blog te
zetten. Dit kan niet, temeer omdat er ook geen netplan te bespeuren valt in Mol
Station. Even later blijkt het om een bus van lijn 170 naar Beringen te gaan (ab
4993), maar ondertussen is de dame verdwenen. Mochten er nog regioboekjes
bestaan dan had ik haar kunnen helpen. Nu kan ik haar alleen verwijzen naar lijn 17a,
en dat is bijna 2 uur wachten. Wie de arme vrouw trouwens van Geel (want daar
had ze de trein genomen) naar Mol heeft gestuurd om naar Kwaadmechelen te
reizen, was ook niet bijster goed geïnformeerd. Thuis zoek ik uit dat lijn 302
uit Geel elk uur rijdt en Kwaadmechelen bedient.
Maar ondertussen is onze bus aangekomen: die zit goed vol, zo halfweg de
voormiddag. Dat en de krappe dienstregeling maken dat we zo'n 7 minuten later
dan voorzien in Dessel aankomen. De afspraak met de belbus halen we dus
ruimschoots, als is het onmogelijk om te weten te komen aan welke kant van de
straat we die moeten nemen. We staan dan ook verkeerd, maar de chauffeur stelt
ons gerust: ze had even goed aan de ander kant kunnen komen, dat hangt af van
de vorige rit. Het wordt een rustig ritje naar Postel. Enkele jaren geleden zou
dit bijna ondoenbaar geweest zijn met de bus, nugaat het vlot en makkelijk.
De terugreis begint bij de halte Mol Langendijk: we hebben geopteerd
voor een wat ruimere aansluiting in Mol, en daarom nemen we de bus van lijn 470
van 17:11; de latere bus met 5 minuten aansluitingstijd in Mol lijkt ons niet
bepaald een garantie voor een veilige aansluiting. De bus rijdt met 8 minuten vertraging,
maar dat geeft ons voldoende tijd om het Molse buffet te bezoeken. Het mag er
zijn, en de broodjes zijn vers en lekker. Bovendien liggen de tarieven op het
kasticket een stuk lager dan die op de tafel.
De terugrit per trein verloopt vlot. De IR van Mol naar Lier rijdt stipt;
in Herentals stapt opvallend veel volk in. Even krijg ik een inkijkje in de
nieuwe Block 2. Vanaf maandag zou alles hier weer zonder al te veel hinder en
volgens het boekje moeten verlopen.
De IC naar Brussel staat klaar op spoor 1. Nu zijn het 2 breaks i.p.v.
de M6 van vanmorgen. Tegen een erg rustig tempo gaat het, en zelfs dan komt de
trein nog te vroeg aan in Mechelen, Vilvoorde en Brussel-Noord. Vanmorgen leek
het nog alsof de trein het allemaal te snel moest doen. De TBG controleert nu
voor de 4de maal het elektronische biljet van mijn vrouw, en dat
gaat bijzonder vlot. Ondertussen is het natuurlijk zonder problemen beschikbaar
voor elke TBG die in de namiddag aan zijn taak begonnen is.
Dat blijkt ook in de volgende trein: ook hier is er geen probleem meer. De
CR naar Geraardsbergen staat nog aangeduid met 8 minuten vertraging, maar wij
hebben een aansluiting op hetzelfde perron 12, en besluiten maar zoals voorzien
de IR naar Tournaii/Geraardsbergen te nemen. In Halle komen we aan met 2
minuten vertraging, ongetwijfeld omdat de CR in vertraging ons voor de voeten
reed. Helemaal vlekkeloos verliep het niet vanmorgen, maar vanavond werd het
een probleemloze rit die je met je ogen dicht zou kunnen doen.
Eerder stapten we Libramont - Bertrix (D'une gare à l'autre), vandaag doen we een Vlaamse variant, van Balen naar Leopoldsburg. Beide parcours zijn in hetzelfde bedje ziek, maar vandaag is de toestand veel ernstiger: het duurt een tijdje voor we echt de natuur in trekken, en het laatste deel door pure, oninteressante bewoning in Leopoldsburg is oninteressant. Maar wat daar tussen ligt, is wel de moeite waard: een afwisseling van bos en weiden, door een gebied dat door allerlei waterlopen bevloeid wordt, dat is wat we zoeken. Dat de TWQ ondanks het minder prettige begin en einde toch nog 54 % bedraagt, pleit voor de kwaliteit van het middenstuk.
Eerst even een tarifaire eigenaardigheid: alhoewel we Leopoldsburg 's morgens voorbijrijden, kost een biljet Halle - Balen minder dan een biljet Halle - Leopoldsburg. Nu, ik noem dat een eigenaardigheidje, maar eigenlijk is het pure logica. De afstand wordt ongetwijfeld via Mol berekend, en dan ligt Leopoldsburg natuurlijk verder van Halle dan Balen.
IR 3706 wordt al meteen met 9 minuten vertraging aangekondigd. Het had me al benieuwd of de ontsporing van gisteren nog voor vertraging zou zorgen, maar dit kan even goed een vertraging zijn als gevolg van de voor dit weekend geplande werken op lijn 96. Uiteindelijk zal deze trein - die opnieuw uit breaks bestaat; blijkbaar heeft men de TD-stellen alleen tijdens de toeristische periode gebruikt - met 7 minuten vertraging vertrekken. Terwijl de trein op perron 4 binnen staat, rijden op spoor 2 twee locs van reeks 55 (TVM) door. Die moeten blijkbaar dringend naar Brussel, want onze reizigerstrein moet in Lot deze lege locs laten voorgaan. Wie bedenkt zoiets? Feit is dat we Brussel-Zuid met 11 minuten vertraging bereiken. Ik begin me stilaan af te vragen hoeveel vertragingen er zo per dag ontstaan omdat men eigenlijk niet doet wat logisch is. Toppunt is dat we zelfs even over lijn 96N gaan; er is ons niks gepasseerd, dat had dus even goed vanaf Halle gekund. Een probleem is die vertraging natuurlijk niet, want we hebben een ruime aansluiting. We hebben immers gekozen voor een reisweg via Hasselt, ook al om Herentals te vermijden, waar alles misschien toch nog niet zo vlot gaat. Van M6-rijtuig 61036 zijn de 4 (!) deuren buiten dienst. Dat wordt dus instappen in tweede klas en doorschuiven. Ik denk onwillekeurig terug aan de tijd toen de buitendeuren van eerste klasse wel open waren, maar die tussen eerste en tweede klas op slot gedaan werden. Toen was er minder misbruik (al zal dat in de eerste plaats wel aan de mentaliteit gelegen hebben), maar er was ook veel minder heen-en-weergeloop van de ene kant van de trein naar de andere. In Landen is het wat wachten op de trein uit Genk, maar meer dan 3 minuten vertraging kost het ons niet. In Hasselt staat de motorwagen naar Mol (en niet naar Antwerpen door de problemen in Herentals) al te wachten. De TBG checkt het elektronische biljet van mijn vrouw, en toont nogal wat verbazing over het traject Zone Halle - Balen. Maar het klopt dus perfect, en meteen weten ook wij dat het systeem werkt. De rit verloopt voorspoedig: in Balen hebben we 1 minuutje vertraging, maar daar malen we niet om.
Voor de terugrit hebben we ook voor Hasselt geopteerd, maar we stappen een flink pak sneller dan voorzien, en kunnen dus via Mol. Er rijdt ondertussen een andere motorwagen tussen Hasselt en Mol, maar de rit verloopt alweer stipt. Onze IR naar Antwerpen bestaat uit 3 mw 41. Er wordt immers tijdelijk niet gekoppeld in Mol. Echt stipt rijdt de trein niet, maar vanaf Lier lijkt alles in orde te komen. Maar ook nu is er een losse locomotief die bij de Y Drabstraat dringend voor ons naar lijn 27 moet. Het resultaat: alweer 4 minuten vertraging. Gelukkig is ook die geen probleem. We rijden door naar Antwerpen-Centraal omdat de IC uit Amsterdam de snelste verbinding zou moeten geven, en die stopt niet in Berchem. Ze bestaan dus nog, Amsterdammers die ongeveer op tijd rijden: over 3 minuten vertraging wordt niet gepraat als het over de Beneluxtrein gaat, en in Brussel-Noord is die vertraging inderdaad helemaal verdwenen. De eersteklasrijtuigen zijn binnenlandse NS-rijtuigen, maar eenmaal ingestapt is er geen verschil. Voor mij is het mijn maidentrip met een loc van reeks 28. We krijgen een mededeling te horen over pickpockets die op deze verbinding tijdens het weekend actief zijn. Ik stel me een binnensmondse vloek voor van een gauwdief, die plots iedereen in verhoogde staat van alarm ziet, en dus veel minder kans maakt op een stevige buit. In Brussel-Noord wacht ons een onaangename verrassing: de IR naar Quiévrain is afgeschaft, wegens een defect motorstel. Dan hebben de reizigers naar Amsterdam meer geluk: hun trein heeft maar een half uur vertraging. Het is de 1181 met een stel I6 en I10, dat sinds maandag ook op deze verbinding wordt ingezet. In plaats van de IR naar Quiévrain wordt het dus de IC naar Moeskroen. De TBG heeft de bagageafdeling met een hangslot afgesloten, en een in Brussel-Zuid ingestapte collega moet op zoek naar het sleuteltje. Na een tijdje is ze terug, en ze begint meteen goedgemutst en joviaal aan haar controle. Even dacht ik dat we het traject Leopoldsburg - Halle zonder controle zouden afleggen, maar deze TBG doet haar werk. In Lot staat het sein zelfs op groen, we hebben ter compensatie al even stilgestaan net buiten Brussel-Zuid, en komen met 1 minuut vertraging in Halle aan. Of eigenlijk met 25 minuten vertraging, als we de IR naar Quiévrain mee in rekening brengen.
Twintig kilometer door de Condroz, er zijn slechtere manieren om je tijd door te brengen. We stappen vandaag van Leignon, met NMBS-halte, tot Taviet langs GR 575. Het is een bijzonder waardevolle tocht, met hier en daar misschien wat veel asfalt of beton (TWQ bedraagt 54 %), maar met een fijne afwisseling van weidse vergezichten en enkele van de betere veld- en boswegen. Een absolute aanrader, voor wie ongestoord wil stappen door de vrije natuur. Celles is een welkom rustpunt in de tweede helft van de wandeling, en wie dat wil kan helemaal tegen het einde ook nog de basiliek van Foy-Notre-Dame bezoeken (en een plaatselijke horecazaak met vriendelijke uitbater).
Taviet - Ciney bus 43/1 16:47 16:59 +6 (help!!! ik weet alleen dat het een Mercedes was, met nummerplaat YKC???) Ciney - Namur 5787 17:09 17:42 stipt (648) Namur - Brussel-Noord 2438 17:51 18:48 stipt (384) Brussel-Noord - Halle 3740 18:53 19:13 +3 (542)
Dat het af en toe ook vlot kan gaan tussen Halle en Brussel-Zuid wordt vanmorgen bewezen: de trein vertrekt met net geen 2 minuten vertraging in Halle en rijdt toch stipt Brussel-Zuid binnen. In Brussel-Zuid kunnen we meteen weer horen dat de Amsterdammer afgeschaft is. Het blijft een zorgenkind. We zien ook de IC naar Maastricht vertrekken. Blijkbaar heeft men de inzet van het materieel op deze verbinding gereorganiseerd. Er wordt nu gewerkt met rijtuigstellen van telkens 6 (dacht ik) rijtuigen: 1 A, 4B en 1 BX. Deze trein bestaat uit 2 van dergelijke stellen, maar meestal rijdt men met een stel. De IC naar Luxemburg wordt opnieuw gehinderd vanaf Groenendaal. We komen in Ottignies aan met 7 minuten vertraging. Echt veel gaat van deze vertraging niet meer af: in Namur is het nog altijd 6 minuten, maar in Ciney is ze al geslonken tot 4 minuten. Mijn vrouw heeft haar biljet vandaag op haar identiteitskaart staan: van het gezicht van de TBG kan ik niet afleiden of hij er in geslaagd is het biljet op te roepen, maar hij laat ons ongemoeid: vermoedelijk is alles dus in orde. In Ciney is er als vanouds een mooie aansluiting op hetzelfde perron. We rijden uiteraard in het kielzog van de IC, en even op dubbel geel, zodat we onze 4 minuten vertraging houden.
De terugrit is wat eigenaardig: buslijn 43/1 van Dinant naar Ciney verbindt dan wel 2 belangrijke spoorwegstations, maar aansluitingen zijn er eigenlijk nergens. Bovendien is het een schooldag (iets waar we voor onze verplaatsingen nog wat moeten aan wennen) en de rittijd is 5 minuten langer dan op vakantiedagen. Het resultaat is dat de aankomst voorzien is om 16:59; met een IC om 17:01 is de aansluiting nauwelijks haalbaar. We opteren dan ook meteen voor de L-trein van 17:09, en dat is een juiste inschatting. De bus komt aangereden met 8 minuten vertraging, maar in Ciney is dat nog maar 6 minuten, zodat we de aansluiting met de L-trein moeiteloos halen. De bus draagt geen nummer; ik ken alleen de eerste drie letters van zijn nummerplaat (YKC) en weet dat het een Mercedes is. Help! De L-trein neemt o.a. ook een 30-tal scholieren mee. Ook dat is een gezicht waar we nog even moeten aan wennen. Deze TBG bevestigt wel dat hij het biljet van mijn vrouw terug kan vinden, al foetert hij op zijn Ibistoestel, dat net voordien problemen had gehad met het afleveren van een biljet. Het is eens wat anders, al deze tussenliggende halten vanuit een gemoderniseerd klassiek stel. Lang geleden had je van hier uit een overstapvrije verbinding met Brussel (en de kust!) omdat dit stel dan aan de semi-directe trein uit Jemelle of Arlon gekoppeld werd (eigenlijk omgekeerd, want de omnibus reed eerst), maar vandaag moeten we overstappen op de IC. Het stel uit Dinant staat al klaar; even later voelen we de zachte tok van de koppeling met het deel uit Liers. Het treintje is vrij druk, maar toch doet de TBG zijn ronde. Zoals wel meer gebeurt denkt ook hij eerst dat mijn vrouw, die hem haar identiteitskaart aanreikt, zonder biljet reist. De reflex om meteen aan een elektronisch biljet te denken is er nog niet.De trein rijdt wonderwel stipt; we rijden Brussel-Noord precies op tijd binnen. De IR naar Quévy rijdt met 2 minuten vertraging door de NZV en dat is ook de vertraging bij vertrek uit Brussel-Zuid. En ik vrees voor eentonigheid, maar in Lot krijgen we opnieuw dubbel geel. Afremmen dus, en bijna even klassiek, opnieuw optrekken vanaf het volgende sein. In plaats van vertraging in te lopen, komt er op die manier opnieuw een minuutje bij. Ben ik geobsedeerd door dit sein, of hebben anderen dit ook al gemerkt? En waarom merkt niemand dit die er iets aan kan doen? De TBG heeft een stagiaire op sleeptouw: met een nettreinkaart en een elektronisch biljet krijgt ze waar voor haar geld. De TBG heeft trouwens geen moeite met het biljet van mijn vrouw, ook al moet het blijkbaar nog gedownload worden. Maar hij weet duidelijk van wanten, want hij voegt eraan toe: "Kijk, nu weten we alles, zelfs de voornaam van mevrouw..."
Het kan nog korter dan eergisteren: "Wandelen door de mooiste landschappen van België" is een kijkboek, eerder dan een wandelboek, maar de voorgestelde wandelingen mogen er zijn. Vandaag stappen we in Herbeumont (of is het Orgéo?) langs oude leisteengroeven. Het pad is niet eens 7 kilometer lang, en de busdiensten op lijn 163a zijn karig, het valt dus af te wachten hoe we de tijd vullen. Er zit alvast wat extra lectuur in de rugzak. "The Adventures of Huckleberry Finn" voor mij, en "De Engelenmaker" voor mijn vrouw. Maar het wordt achteraf een goed gevulde uitstap, zonder lectuur. De wandeling bestaat eigenlijk uit 2 delen: een eerste deel voert ons door een majestueus bos, een klim en een afdaling, het tweede deel loopt over de bedding van de opgeheven spoorlijn 163 naar Muno, en is zo goed als vlak. De TWQ bedraagt 76 %, de overige 24 % gaat het over de N 884, die gelukkig minder druk is dan het smalle straatje waar wij wonen. Sluikverkeer kan een slok op een borrel schelen. De wandeling vertrekt aan het museum van de leisteen en eindigt ook daar. Daar lijkt zo tegen 10 uur al veel beweging te zijn, en als we tegen de middag terugkeren, ontvouwt zich een schitterend schouwspel. Schitterend, letterlijk dan, want een 15-tal Rolls-Royces en Bentleys staat te glanzen in de zon. Als autohater zou ik het nooit voor mogelijk geacht hebben dat ik die dingen ooit zou fotograferen, maar ze zijn inderdaad wondermooi. De Sedan Castle Rally is blijkbaar een organisatie van een club RR-fans, en die zijn vandaag neergestreken in het museum om er het middagmaal te nuttigen en de mijn te bezoeken. Dat laatste kan ook individueel, en dat doen we dan ook. Achteraf blijkt dit meer dan een middel om de tijd door te brengen: het is een unieke belevenis, enkele tientallen meters onder de grond (138 treden). En de verhalen over het keiharde en zware werk plaatsen ook onze huidige tijd met al zijn uitwassen in een bepaald perspectief. Kortom, met de wandeling, het museumbezoek, en de pint achteraf, zijn de 5 uur die ons door de TEC gegund waren, zo voorbij.
Veel keuze hebben we niet vandaag. Ofwel is het vroeg vertrekken, ofwel laat terugkeren. We kiezen voor het eerste. Zelfs op dit vroege uur zie ik het sein in Halle pas op dubbel geel springen als de IR de tunnel van Halle al uit rijdt. Niet te verbazen dat kleine vertragingen zich zo geleidelijk opstapelen tot een fikse vertraging. Maar het valt nog mee: +3 in Halle, +2 bij aankomst in Brussel-Zuid. De koffie in Sam's Café, om mee te nemen in de volgende trein, komt niet in het gedrang. Net zoals de vorige keer staan 2 ms 96 klaar, en wordt een derde dat uit de NZV komt, toegevoegd. Vermoedelijk is dat de 2126 die meteen terugkeert. Zes minuten is dan blijkbaar net iets te weinig, want opnieuw vertrekt IC 2106 met 3 minuten vertraging. Vanaf Gembloux rijdt de trein op tijd, en dat tot Jemelle. Tussen Mirwart en Hatrival gaat het op tegenspoor, en het duurt even voor de sectie na de doortocht van de 2130 vrijkomt; uiteindelijk bereiken we Libramont 3 minuten later dan voorzien. Het valt op dat de L-trein naar Dinant bijna uitsluitend overstappende reizigers heeft; in de namiddag zullen we het omgekeerde zien: bijna iedereen van de L-trein stapt dan over op de IC. Vanmorgen stapt ook een drietal TB's van Bertrix over, die met gemak de eerste klasse innemen. Van de strafbanken zijn nog 2 zitjes ingenomen door de apparatuur van de TBG, en we vertikken het om tegen de blinde wand in sch...blauw aan te kijken: in tweede klasse dus maar, waar het trouwens veel rustiger is op dit moment. Gelukkig duurt dit reisje maar 8 minuten, maar dit is toch een behoorlijk scheve toestand, dacht ik. Het binnenrijden van Bertrix wordt wat uitgesteld: zo komen toch nog met 4 minuten vertraging aan. Daar constateert mijn vrouw dat op een affiche met de geldigheidsperioden van het seniorenbiljet een koppel senioren in eerste klasse van een gemoderniseerd klassiek stel heeft plaatsgenomen. Bedrieglijke reclame of gewoon een terugkerend fenomeen?
Die 4 minuten zijn geen probleem omdat de aansluiting met lijn 163a erg ruim is. Het lijnnummer verraadt de oorsprong van deze lijn: lang geleden was het een vervangingingsbus voor spoorlijn 163, die we vandaag voor een stukje zullen volgen. Er bestaan trouwens ook nog lijnen 163b, 163c en 163d. Met die laatste ben je al aan de andere kant van het land, in Gouvy. De bus komt met 7 minuten vertraging voorgereden, maar aan het museum blijft daar maar 2 minuten van over.
De terugrit gebeurt met een andere chauffeur en een andere bus, van hetzelfde type, de bus dan. Aan de halte Gribomont Place wordt de bus tegengehouden door een controleur, die de chauffeur interpelleert over een verbroken aansluiting, eerder op de middag. Er ontspint zich voor de bus een gesprekje dat al snel enkele minuten duurt. Ik informeer toch maar even of we onze trein nog zullen halen, maar dat is voor geen van beiden een probleem. We komen weliswaar met 2 minuten vertraging in Bertrix aan, maar dat is inderdaad nog op tijd voor de L-trein naar Libramont, die op dit uur uit Arlon en Virton komt. De rit verloopt snel en stipt. In de aansluitende IC neemt een TB het eerste stel voor zijn rekening. Hij doet dat enkele keren tot Brussel, en mag op die manier een voorbeeld zijn voor sommige van zijn collega's. Alleen tussen Brussel-Schuman en Brussel-Noord wordt een minuutje vertraging gemaakt. In Ottignies zie ik trouwens de IC voor Liers/Dinant. Hij bevestigt een vermoeden dat ik vanmorgen al had: ook op deze verbinding zitten nu M6-en zoals op de Knokke/Blankenberge, met splitsing onderweg. En nog even dit: op een bepaald moment ruik ik sigarettenrook uit de airco. Blijkt dat een snode reiziger inderdaad op het toilet is gaan roken, getuige een halve sigaret die ik daar later vind, en blijkbaar verspreidt de airco dus ook de geurtjes uit het toilet. Gelukkig was het maar sigarettenrook, zou ik zeggen, al gaat dat enigszins tegen mijn overtuiging in. Van Brussel-Noord naar Halle mogen we gebruik maken van de P-trein naar Geraardsbergen. Het ziet er goed uit: stipt vertrokken in Brussel-Noord, "maar" 3 minuten vertraging in Brussel-Zuid. Maar je raadt het al: dubbel geel onder de brug van Lot, en uiteindelijk toch 6 minuten vertraging in Halle. Nu was er deze keer wel een aanwijsbare reden voor het oponthoud: door de kleine vertraging van P 8574 zou die het stipte vertrek van IR3716 in Halle in het gedrang brengen (de 8574 op spoor 3, de IR 3716 op spoor 4, met een onvermijdelijke kruising als gevolg), en dus is het de P-trein die moet bloeden. Hem binnennemen op spoor 5 is onmogelijk, door de achterop rijdende IC naar Quiévrain. Ik vermoed dat dit een dagelijks weerkerend gebeuren is, tenzij de P-trein normaal met meer vertraging rijdt...
Af en toe
bouwen we ook bewuste wat kortere wandelingen in. De ervaring leert dat dit
vaak ook tochten zijn die best meevallen. Vandaag is onze keuze gevallen op een
wandeling uit "Groot Wandelboek Ardennen" van Julien van Remoortere,
en wel in Ligneuville, mooie deelgemeente van Malmedy. Ze kreeg als titel
"Wandelen langs de Boven-Amblève", maar van de Amblève valt er niet
zo veel te zien. Toch is het een mooi traject, o.a. langs het gezellige Pont,
deels door golvende weiden, deels langs imposante naaldbossen. De wandeling is
net geen 9 km lang, en een groot gedeelte verloopt over verharde wegen. Dat
verklaart de lage TWQ van 16 %.Het landschap en vandaag ook het mooie
nazomerweer maken dat echter ruimschoots goed.
We waren ruimschoots op tijd om de IR van 9:19 te nemen,
maar die werd aangekondigd met 8 minuten vertraging. De hele ochtendspits moet
trouwens een puinhoop geweest zijn: dat kon ik thuis al vaststellen op
railtime, maar ook in de nasleep van de spits rijden nog veel treinen met
vertraging. Het werd dus toch de CR van 9:23 waar we voor gekomen waren. Wijnrood
treinstel 239 hangt vooraan, en we installeren ons in de knusse zetels van
toen.
Ook in Brussel-Zuid kleuren de schermen nog rood, vooral de
eerste "bladzijde", maar met de IC naar Eupen lijkt het voorlopig nog
los te lopen. In Brussel-Zuid vertrekken we met 2 minuten vertraging, maar in
Brussel-Centraal zijn dat er al 5, en in Brussel-Noord 7. Deze trein moet wel
erg snel door de NZV, en als er dan nog wat treinen in vertraging in de weg
zitten, is dit het resultaat. Maar zoals meestal kan deze vertraging
geleidelijk afgebouwd worden: Leuven 6/5 - Liège-G. 3/1 - Verviers-C. 0
(ondanks een vertragingszone tussen Chênée en Olne). Ik heb altijd de indruk
dat deze treinen in de richting Liège meer tijd nodig hebben (dus minder snel
vertraging inlopen) dan in de andere. Maar dat kan eigenlijk toch alleen maar
een indruk zijn? In Leuven en Liège worden de aansluitingen in de trein
omgeroepen. Wat gebeurt er eigenlijk als de trein vertraging heeft? Want
sommige van de aansluitende treinen vertrekken dan ongetwijfeld zonder op
aansluiting te wachten.
Tussen Brussel en Leuven nemen NMBS'ers in onze onmiddellijke
buurt plaats. De oudste beperkt zich tot korte, beleefde antwoordjes, de
jongste vertelt het hele verhaal van zijn bouw: lening, problemen met de
architect, met Ruimtelijke Ordening, enfin, met alles en nog wat. Wie weet
hoezeer ik me betrokken voelde bij mijn eigen bouw, zo'n dertig jaar geleden,
kan het enthousiasme begrijpen waarmee ik dit bijna eindeloze gesprek kan
volgen. Gelukkig is het niet zo moeilijk om uit de klanken af te leiden dat de
rust vanaf Leuven zal terugkeren.
In Verviers staat een handvol bussen zoals vanouds te
wachten. Een achttal minuten voor vertrek mogen we ook instappen. Volgens de
dienstregeling zouden we over moeten stappen in Malmedy, maar de chauffeur verzekert
ons dat hij doorrijdt naar Reuland. Dat kun je anders niet afleiden uit zijn
lijnfilm, die nog altijd Verviers Gare aanduidt. Even voor het vertrek wordt de
film dan toch in de juiste positie gedraaid. In Malmedy rijden we nog even
langs de Jost Garage, die vlakbij de oude spoorlijn ligt. De chauffeur pikt er
een order op om in de namiddag een groep jongeren te vervoeren. De rit van
Verviers naar Ligneuville duurt meer dan een uur, maar echt vervelend is ze
nooit. Dat merk je ook aan een Zwitserse
passagier die het traject nauwkeurig volgt. Aan de bloeddoorlopen ogen te zien,
is de uitdrukking "zo zat als een Zwitser" niet uit de lucht komen
vallen, al zal het zwaartepunt van zijn esbattement wel op de vorige dag
gelegen hebben.
De terugrit 's avonds is wat ingewikkelder. Voor ons is het
trouwens de eerste kennismaking met een nieuwe regeling, die o.a. overstappen
voorziet in the middle of nowhere,
bij de halte Malmedy Route de Wavreumont. Lijnen 395 en 294 geven daar in
theorie een erg goede aansluiting, maar wat dat in de praktijk geeft, heb ik
nog niet kunnen ondervinden.
Tot mijn verbazing komt de bus in Ligneuville aanrijden met
als film Verviers Gare. Toch maar even vragen. We moeten wel degelijk
overstappen aan de eerder vermelde halte, maar we kunnen rustig in de bus
blijven tot we daar aankomen. Als ik het allemaal juist bekeken heb, betekent
dat een stilstand van 27 minuten in Malmedy Gare. Maar ook nu rijden we
tussendoor naar de Jost Garage. We krijgen er ook waar voor ons geld: de
chauffeur sluit de hele bus hermetisch af, dakvensters inbegrepen, en haalt dan
een soort mobiele carwash uit de garage. Drijfnat rijdt de bus terug naar de
halte Malmedy Gare. Hij is er blijkbaar vrij gerust in dat we de aansluitende
bus halen, want hij vertrekt 3 minuten te laat. Maar beide bussen komen
inderdaad tegelijkertijd aan rijden, en we kunnen opgelucht ademhalen. De
aansluiting bestaat niet alleen in theorie, ze werkt ook in de praktijk. Dat
heb ik trouwens ook gemerkt aan een aantal reizigers dat instapt op weg naar de
overstaphalte. De chauffeur van de firma Gohy & Cie is van het stipte type.
We vertrekken dan wel met 2 minuten vertraging, maar die zijn snel ingelopen,
en dan valt het op hoe de chauffeur bijna op de minuut nauwkeurig volgens de
dienstregeling blijft rijden. De omstandigheden zijn hier dan ook volledig
anders dan op vele Vlaamse (en Waalse) lijnen.
Van Verviers naar Brussel wordt het een van de rustigste
ritten sinds lang: een goed lopende I11 (kan soms wel eens anders zijn) en
alleen rustige medepassagiers, nauwelijks reizigers die het traject al
wandelend willen afleggen. Alleen de S.I.V. heeft kuren. Hij wil ons per se op
de mouw spelden dat we in Brussel-Centraal aankomen, lang voor
Liège-Guillemins. Een TBG probeert het euvel te herstellen, en dat lukt ook
even, net voor Leuven, maar daarna wordt het weer Brussel-Centraal.
Op dit uur rijdt een van beide CR's naar Braine-le-Comte al
niet meer, en dus wordt het een aansluiting van 23 minuten met de CR naar
Geraardsbergen. De trein bestaat uit 4 stellen, die blijkbaar morgenvroeg de
terugweg naar Dendermonde zullen aanvatten. Even lijkt het erop dat we onder de
brug van Lot opnieuw afremmen, maar de TB trekt meteen weer op: misschien is
het sein toch nog net op tijd groen gesprongen. Steven (DH) had me trouwens al
gewezen op de grijze ramen van Block 7 in Halle, en ik begin nu ook te
vermoeden dat die dicht is, en dat de schuld dus niet langer in Halle ligt.
Daar moest ik alleen even naar een sein stappen, om te merken dat Steven gelijk
had: uit de lettertjes en de cijfertjes kun je afleiden dat de seinen nu
bediend worden vanuit Block 1. Zeggen dat 20 jaar geleden het station van Halle
nog 2 seinhuizen had, waarvan Block 8 ongetwijfeld het mooiste was, met zicht
op sporen, bareel en kanaal, en op al de mensen die aan de voet van het
seinhuis stonden te wachten tot de bareel eens openging. Het kan verkeren
Wie houdt van stevige wandelingen, met moeilijk klimwerk, langs smalle, afkalvende paadjes naast vrij steile afgronden, gelardeerd met af en toe een trap van een trede of 20, zit met dit stuk Nadrin - Houffalize geheid. Vooral het deel tot Engreux is niet alleen van een onmiskenbare schoonheid, maar ook erg moeilijk. Voor ons wordt het allemaal nog wat zwaarder, omdat we de tocht relatief snel moeten lopen, want de TEC zorgt hier in de streek voor echte minimumdiensten, zodat we pas na de middag kunnen beginnen. En even na 19:00 valt het openbaar vervoer ook stil in Houffalize. Gelukkig wordt het vanaf Engreux allemaal wat makkelijker, met bredere wegen en minder niveauverschillen, zodat we uiteindelijk zelfs nog ruimschoots op tijd in het stadje aanbelanden om daar de laatste snelle bus richting Liège te nemen. De TWQ van 75 % toont aan dat dit oudje onder de GR's nog altijd niet aan slijtage onderhevig is.
Zoals al gezegd wordt Nadrin niet echt goed bediend: 2 bussen in elke richting is niet veel. Voor ons zit er niets anders op dan pas na de middag te beginnen.
Op de CR naar Leuven (3758) toont een jonge TBG het enthousiasme (en de verstrooidheid) van de neofiet, nog niet gelouterd en/of gefnuikt door de domheid van reizigers, de wijze raad van uitgebluste collega's en de grillen van een niet altijd doorzichtige reglementering. Maar we komen wel op tijd in Brussel aan. Alleen speelt hij ons de informatie door, die een reiziger aan de overkant gevraagd had. Maar ons krijgt hij toch niet op de trein naar Blankenberge. De IC naar Luxemburg komt deze keer zonder vertraging in Ottignies aan; de ochtendspits ligt al een tijdje achter de rug, zoveel is duidelijk. Toch vertrekken we met een minuutje vertraging, omdat de L 6459 uit Leuven met wat vertraging rijdt. De aansluiting wordt gerealiseerd, zonder veel problemen. In Gembloux schieten de werken goed op. Ze zijn nog niet in dienst, maar sinds de laatste keer is er een overdekte loopbrug over de sporen aangelegd, annex rol- en andere trappen. In Namur vertrekken we met 3 minuten vertraging. Net buiten het station komt daar nog wat vertraging bij, omdat we eerst de 4631 uit Luxemburg moeten doorlaten. Er wordt gewerkt tussen Namur en Naninne, en daardoor is er dienst op enkelspoor. In Ciney blijkt de vertraging 5 minuten te bedragen. We komen in Marloie aan met 4 minuten vertraging.
De bussen vertrekken er mooi in aansluiting met de IC uit Brussel. Zo ook die van lijn 15 die ons naar La Roche zal brengen. Ik weet van vroeger dat de aansluitende bus naar Houffalize (lijn 15/2) vaak gewoon de 15 is die doorrijdt, en dat is ook nu nog het geval. We mogen van de chauffeur blijven zitten. De rit verloopt rustig, met een kleine vertraging. Onderweg kruisen we twee vrachtwagens op de kronkelige, slecht onderhouden weg tegen een ongelooflijke snelheid: voetgangers en fietsers kunnen in dit geval maar een ding doen: wegspringen. Moordenaars op de weg, dat zijn ze, al ken ik er ook veel anderen.
Omdat het woensdag is vertrekt lijn 15/2 aan het Atheneum. We doen rondjes door en rond La Roche, het gevolg van een verkeersplan in dit kleine stadje, dat het voor de TEC niet meteen gemakkelijk maakt om een coherente dienst aan te bieden. Ik moet wel toegeven dat het allemaal minder zou opvallen, mochten we gewoon overgestapt zijn aan de Quai du Gravier. We vertrekken natuurlijk met vertraging, maar in Nadrin bedraagt die toch niet meer dan 3 minuten. Vroeger reden sommige bussen hier tot aan de Hérourots, maar die uitbreiding is al vele jaren geleden gesneuveld. Niet zo de haltepaaltjes... Ondanks de woensdagmiddag zien we op deze bus geen taferelen zoals we die op dat moment aan het thuisfront zouden meemaken: de bus vervoert een 25-tal leerlingen. Die tonen allemaal gedisciplineerd hun abonnement , of betalen een biljet, en ze houden het rustig. Wat dat betreft hebben we in het Halse trouwens ook zelden problemen.
Na een stevige tocht bereiken we Houffalize goed op tijd om er de laatste 1011 richting Liège te nemen. (We hadden nog 2 alternatieven: 1 met overstap in Bastogne en Libramont, een laatste met een eindeloze omweg via Arlon - we zouden telkens 1 uur later thuiskomen, dus in het tweede geval al 2 uur later, en dat wilden we toch wel vermijden). De bus is een gewone bus, geen autocarachtige, en de chauffeur volgt erg gedisciplineerd zijn dienstregeling. Hij vertraagt ook aan de (weliswaar schaarse) halten als daar niet meteen reizigers te zien zijn. In Houffalize wordt de halte trouwens aan het oog onttrokken door een aantal keten van een bouwwerf ter hoogte van de bushalte. De haltepaal staat goed verborgen binnen de omheining van de bouwwerf. Niet meteen een duidelijke of attractieve toestand. Vanaf Werbomont gaat de bus nu over de autoweg; we komen in Liège aan, vier minuten voor het voorziene uur, maar op het laatste deel van het traject is instappen toch verboden, dus dat maakt niets uit. Tenzij voor ons dan, die nu relaxt naar onze trein kunnen stappen. Volgens de aankondiger zijn de twee eerste rijtuigen niet toegankelijk, maar daar is niets van te merken. De rit verloopt voorspoedig, zo voorspoedig, dat we 5 minuten vroeger dan voorzien in Leuven aankomen. Toch vertrekken we er met 6 minuten vertraging. De TBG heeft zich na controle in eerste klasse gezet, en vraagt nu met zijn gsm het nummer waarop hij de treinbestuurder kan bereiken. Dat is even later gebeurd. Wat de reden voor het niet vertrekken was, is me niet meteen duidelijk, maar de TBG lacht groen, en dus is het op zijn minst iets eigenaardigs. Maar de rit verloopt verder opnieuw vlot; we komen in Brussel-Noord aan met 5 minuten vertraging.
De CR bestaat uit ms 212, dat ik enkele dagen geleden nog "had" tussen Brugge en Zeebrugge. De TB rijdt veel te ver door, alsof er wel 4 motorstellen in deze trein zitten. In Brussel-Centraal en Brussel-Zuid doet hij precies hetzelfde. Als dat een keer gebeurt, denk je aan verstrooidheid, maar dit lijkt al op reizigers pesten. Bovendien is het niet echt van aard om de kleine vertraging in te lopen, want zo'n reizigersbeweging vraagt tijd. Met 3 minuten vertraging arriveren we in Halle. Mijn eerste wandeling sinds mijn TBS zit erop; het was een meevaller over de hele lijn. Hopelijk een trend die zich doorzet, zullen we maar zeggen...