Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
27-04-2010
Ezemaal - Zoutleeuw (GR128)
GR 128, de Vlaanderenroute, loopt van Wissantnaar Aken. Wij zijn al een aardig eind
opgeschoten en stappen vandaag iets minder dan 21 km tussen Ezemaal en
Zoutleeuw. Hoofdrolspeler is de Gete, of beter zijn de Kleine en de Grote Gete,
die we allebei van dichtbij of van wat verderaf volgen. Tussen Ezemaal en
Wommersom is het allemaal net iets te clean om echt aan te spreken, en dat
heeft ongetwijfeld te maken met een ruilverkaveling oude stijl, die hier wel
voor weidse uitzichten heeft gezorgd met alleen functioneel, dus lucratief
groen, maar ook voor vrij lange stukken over eentonige betonwegen. Vanaf
Wommersom wordt het echter volop genieten, van een veldweg die de kronkels van
de Grote Gete minutieus volgt, en van een parcours over een oude kasseiweg, die
technisch gesproken misschien niet echt een Trage Weg is, maar in de realiteit
minder verkeer slikt dan veel jaagpaden of oude spoorbeddingen, waar wandelaars
vaak weggedrumd worden door wielerfanaten, al dan niet uitgerust met bel of
blafgeluid. Want ook over spoorbeddingen hebben we vandaag gestapt: Drieslinter
had destijds een station waar lijn 23 (Drieslinter - Tongeren) afsplitste van
lijn 22 (Tienen - Diest), en we stapten een eindje over beide vroegere
spoorlijnen. In een vooroorlogs spoorboekje is een tabel 23 opgenomen waaruit
je kunt opmaken dat er overstapvrije verbindingen waren tussen Tienen en
Montzen (via Drieslinter, Sint-Truiden, Tongeren en Visé-Haut). Als ik over die
oude spoorbeddingen stap, dan ben ik nooit echt enthousiast, omdat het vaak om
lange, rechte betonnen baantjes gaat, maar ook omdat ik onwillekeurig terugdenk
aan al het moois dat hier ooit door het landschap heeft gekrocht. Oh ja, de TWQ
bedraagt 37 %, wat niet echt veel is. En voor wie de topogids uit 2000 gebruikt:
net voorbij Drieslinter is er een tracéwijziging, waardoor je iets langer over
de spoorbedding loopt en dan langs een charmant voetwegje opnieuw op het oude
tracé komt. Ontegenzeggelijk een verbetering!
En de Sint-Leonarduskerk in Zoutleeuw was open. Toen we aanstalten maakten
om binnen te gaan, kregen we een soort suppoost achter ons aan, die net
voordien buiten een sigaretje had staan roken. Een bezoek aan de kerk kost 2
EURO. Ik heb letterlijk geantwoord: "Kijk, meneer, ik ben een overtuigd
katholiek, maar betalen om een kerk binnen te gaan, doe ik niet." (Mc.
11,15-17) En toen zijn we onze centen maar in de Lakenhalle gaan opdoen.
Eigenlijk hadden we ook een wat strakkere verbinding kunnen kiezen, met
vertrek om 8:47 en overstap in Brussel-Zuid, maar het is prettig om van die ene
min of meer snelle en overstapvrije verbinding naar Leuven gebruik te maken.
Ook de gemoderniseerde M5 zijn nog altijd recent genoeg om een attractie te
zijn, maar keerzij van de medaille is dat deze trein toch bijna elke dag
opnieuw een echte sukkeltrein lijkt te zijn. Zo verliep het vandaag: Halle +3 -
Brussel-Zuid +5 - Brussel-Centraal + 9 - Brussel-Noord +9 - Schaarbeek +10 -
Diegem +12 - Zaventem +12 - Leuven +9.
Alle treinen uit Brussel komen hier rond 9:30 trouwens aan met een vertraging
tussen 6 en 10 minuten. Het is de terugkeer van een verschijnsel dat ook voor
1984 bestond: relatief lang na de ochtendspits rijden veel treinen nog altijd
met vertraging.
De IC naar Oostende lijkt voor de helft gereserveerd te zijn. Dat zou op
deze voorspelde mooie lentedag al meteen voor bezettingsproblemen kunnen zorgen
vanaf Brussel. Eigenaardig toch dat ik soms alle moeite heb om te reserveren
voor een groepje van 25, end at hier pakweg gereserveerd is voor 400 man in één
trein! Wij moeten gelukkig de andere richting uit, met een stel M6 dat op dit
ogenblik reeds lang zijn inhoud uitgekotst heeft in de Brusselse stations, en
nu een eerder lege indruk geeft. In het zog van de IC naar Genk (en ongetwijfeld
met dubbel geel in Leuven) vertrekken we met 6 minuten vertraging, en die
zullen we houden tot in Ezemaal.
Voor de terugkeer moeten we eerst even met de bus mee, hetzij naar Tienen,
hetzij naar Sint-Truiden. Via Tienen moet dat vaak met overstap in Budingen,
maar ik weet niet hoe veilig die overstap is, zeker tijdens de spits, en dus
opteren we voor een korte rit naar Sint-Truiden. We staan ruimschoots op tijd
aan de halte Zoutleeuw (Kerk), maar die is al enkele maanden afgeschaft wegens
werken. Ik moet zeggen dat de melding hiervan op de website me ontgaan was.
Gelukkig komt er een bus van lijn 25 aangereden: de chauffeur brengt ons zonder
aarzelen tot aan de vervangingshalte - dat is pas service en goede wil. Voor
ons betekent het dat we de geplande bus nog halen; anders zou dat twijfelachtig
geweest zijn. Hoewel, de bus heeft 10 minuten vertraging en die zou ons deze
keer waarschijnlijk goed uitgekomen zijn. Ook al omdat de aansluiting in Sint-Truiden
ruim genoeg is.
In Sint-Truiden moet ik uitzonderlijk nog biljetten kopen. Ik toon onze
beider halveprijskaarten, maar toch krijg ik biljetten met code 040 i.p.v. 088.
Geen wonder dat men bij de NMBS denkt dat te weinig reizigers gebruik maken van
deze kaart. Ik zal ze in het vervolg weer zelf maken, thuis, al kun je dan je
planning niet meer veranderen. Voor ons zou het dan vandaag lang vooraf kiezen
zijn geweest tussen Tienen en Sint-Truiden. De P-treinen uit Brussel rijden zo
stipt, dat het de IC uit Genk is die de P-trein uit Brussel in vertraging zet
op de grotendeels enkelsporige lijn 21 tussen Landen en Hasselt. Wij vertrekken
met 4 minuten vertraging, maar in Tienen komen we al iets te vroeg aan, en de
rit verloopt verder ook probleemloos, zodat we zelfs nog 2 minuten te vroeg in
Brussel-Noord aanspoelen.
Van Brussel-Noord naar Halle zitten we in ms 483. De regelingsknop van
de binnentemperatuur staat op zijn koudst, maar de airco heeft het duidelijk
anders begrepen: het is behoorlijk warm, te warm.Deze trein heeft nu met zijn 2 ms 96 een erg
geschikte samenstelling: een redelijke bezetting zonder morrende reizigers, en
dat zullen wij ook niet doen. Tenzij we in Halle over de goten struikelen die
daar enkele weken ten gerieve van de fietsers op de trappen zijn aangebracht:
echte valkuilen zijn het, want ze staan veel te ver naar het midden: vroeg of
laat blijft een niet-fietser aan deze ondingen hangen, en dan is het te hopen
dat het iemand is die van beneden naar boven moet i.p.v. omgekeerd.
Foto's van de wandeling op http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/ezemaal%20-%20zoutleeuw%20GR%20128/
Vandaag
stappen we de 10de en laatste etappe van de GR 564: in 1995 deden we
Lommel - Hechtel, vandaag Fumal - Huy, net iets minder dan 14 km. De Vlaamse
topogids dateert nog van 1993, vermoedelijk zal een nieuwe gewijzigde editie
niet al te lang meer op zich laten wachten. Maar vandaag stappen we een
parcours dat nog niet gewijzigd is, en stellen er zich dus geen problemen. De
vallei van de Méhaigne, die we over langere afstand volgen, mag er best zijn,
en bepaalde delen van het parcours zijn klasse; dichter bij Huy wordt het
allemaal wat minder, al hebben de ontwerpers verwoede pogingen gedaan om toch
nog wat aangename voetwegen in het traject in te passen. Een wat onevenwichtig
traject wordt het dus, en daar getuigt ook de vrij lage TWQ van 36 % van.
Voor de
heenreis houden we het erg simpel: tot Landen en dan met de bus pal naar het
zuiden.
In IR 3910
krijgen we zelfs controle. Het is een dame die altijd controleert, na een
tijdje weet je het wel. Ik heb opnieuw biljetten gekocht aan het loket, omdat
we een "en terug van" hebben. De vierledige stellen zijn nog altijd
even charmant als in hun beginperiode, al geldt dat alleen voor eerste klas.
Hier heb je tenminste nog het gevoel dat je waar voor je geld krijgt.
Dat is
trouwens ook zo in de M4's, die we tussen Brussel en Landen nemen. Het is een
erg lang stel dat terugkeert van de ochtendspits. We zitten vooraan in rijtuig
58065. De reis verloopt zonder noemenswaardige problemen en zonder controle. De TBG blijft "bienvenu" halsstarrig
vertalen als "goede komst", maar het is hem graag vergeven. Op
datzelfde ogenblik zijn beter betaalde en grotere klungelaars mijn afkeer voor
de politiek aan het voeden. Voor Leuven worden de overstapmogelijkheden
aangekondigd.
Bij het
buitenrijden van Brussel-Zuid kruisen we een binnenkomende trein met I6 of I10
of beide. Zou dat de IC Liège - Quiévrain geweest kunnen zijn in een afwijkende
samenstelling?
Landen is
een schitterend overstapstation met perron en busstation dicht bij elkaar. De
bus van lijn 127a staat naast twee andere van lijn 148a. De nummers verklappen
dat het hier om vervangingsbussen gaat: men heeft hier in de jaren 1950 driftig
in de spoorlijnen zitten snoeien. Het is een Waalse TEC-bus, met Vlaamse chauffeur,
van de firma Cintra. Bus 7721-85 is een hard afgeveerde Mercedes Citaro LE. We
beginnen met een lange omleiding, dezelfde als enkele maanden geleden. Toch is
er geen spoor van terug te vinden op de website van de TEC. Resultaat is 6
minuten vertraging, maar uiteindelijk zullen we stipt in Fumal aankomen. Het is
een TEC-lijn met uurfrequentie, en zelfs op het middaguur heeft ze behoorlijk
wat succes. Hannut eerst en Huy later zijn belangrijke attractiepolen.
Voor de
terugreis geraken de planners het niet eens: ze geven duchtig verschillende
oplossingen, en ik dokter er dan maar zelf een uit.
Huy - Liège
doen we aan boord van IC 915, 2 ms 96. De 2416 wordt met een dik half uur
vertraging aangekondigd, maar dat heeft niet te veel invloed op de bezetting
van deze overigens rustige IC. Deze keer is het een storing aan de
seininrichting en de reizigersdrukte die als oorzaak opgegeven worden.
Het is nu wel
even wachten op de IC naar Brussel-Zuid, maar de snelle rit maakt dat het wachten
loont. Ook deze trein is erg lang, en alleen de eerste 6 rijtuigen zijn toegankelijk.
Duidelijk is wel dat deze treinen geleidelijk aan succes winnen, ook nu de spits
al even achter de rug is. Spijtig dat we het 2 maanden lang overdag zonder zullen
moeten doen. De TBG schrikt even want ze denkt dat we naar Landen moeten, maar dan
ziet ze de "en terug van Hoei". "Je hebt me bang gemaakt," zegt
ze. Mocht er echt iets verkeerds geweest zijn, dan zouden wij de enigen geweest
zijn met een reden om bang te zijn. Maar
we kunnen haar bekommernis op prijs stellen. We vertrekken met 2 minuten
vertraging, maar net voor Ans is het even wachten op de IC uit Brussel; dan
gaat het resoluut de HSL op. In Brussel-Noord hebben we nog 3 minuten
vertraging, maar we hebben een overstap op hetzelfde perron, en dus is er tijd
genoeg.
De IR naar
Binche bestaat uit de 2611 vooraan en de 2615 achteraan, met tussenin een 8-tal
M6-rijtuigen. Het is het stel dat al enige weken rondrijdt met 3
eersteklasrijtuigen erin. Het is nog altijd even onduidelijk welke rijtuigen
gedeclasseerd zijn; we nemen dan maar het eerste, dat niet gedeclasseerd lijkt,
tenzij de vage overblijfselen van een gele sticker aan de andere zijde op het
tegendeel wijzen. Misschien is het wel een nieuwe richtlijn: gedeclasseerd
langs één flank van het rijtuig, niet aan de andere. In Halle leren we dat het
met de beide andere rijtuigen even onduidelijk gesteld is. Op dit uur van de
dag is dat geen probleem, maar de inzet van M6 gebeurt toch voornamelijk voor
drukke treinen, en dus moet dit eerder op de dag (en vele andere dagen
voordien) wel voor moeilijkheden gezorgd hebben. Is er nu echt geen enkele TBG
(of wie dan ook) die hier eens orde op zaken kan stellen? Of wacht men op een
incident met een balsturige reiziger die in dit ene geval niet eens ongelijk
zou hebben? Enfin, de rit verloopt vlot, en de vertraging bij aankomst in Halle
is te verwaarlozen. Zelfs de treinen
profiteren van het lenteweer, want we hebben er vandaag 5 genomen, zonder
noemenswaardige vertraging. Misschien gaat de NMBS een beter tweede trimester
tegemoet. Dat kan trouwens moeilijk anders
Foto's van
de wandeling kun je hier bekijken: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/fumal%20-%20huy%20GR564/
Voor
vandaag plannen we een tamelijk kort stukje GR, tussen Erbisul en Mons, langs
GR 129, één van mijn favorieten. Het bosrijke parcours is iets meer dan 10 km
kort. Meestal streven we naar meer kilometers, maar Mons is als eindpunt (en
later als beginpunt) nu eenmaal ideaal: het Waalse stadje is voor ons
gemakkelijker bereikbaar dan het gros van de Vlaamse steden, langs de lijn
Halle - Henegouwen, zoals ze vandaag in de pers en op Ring-tv genoemd wordt.
Een
flink stuk van ons parcours loopt door het Bois de Ghlin. Het bostraject wordt
slechts even onderbroken voor de doortocht van het schattige gehucht
Mouligneau, met kapel en café. Pas na de doortocht van het BoisBrûlé wordt het
allemaal wat minder, door een slordige omgeving, met grint- en zandhopen. Maar
Mons zelf is dan weer meer dan de doortocht waard. Kuieren langs oude, goed
bewaarde huizen is niet meteen wat je van een GR verwacht, maar het zou zonde
zijn om niet te profiteren van de inspanningen die hier gedaan worden om van
het stadje een aangename, soms pittoreske, dan weer imposante stad te maken. Een
TWQ van 29 % valt misschien wel tegen: alleen in het bos loop je over
onverharde wegen, voor de rest is het rustig asfalt of beton, en in Mons zelfs
nog authentieke kasseien.
De
verplaatsing:
Halle
- Soignies 3731 10:17 10:34 +14 (486)
Soignies
- Erbisul 4061 11:04 11:20 +1 (180)
Mons
- Halle 3714 15:09 15:43 stipt (191)
De
commentaar:
Eigenlijk
waren we vertrokken met de idee om de CR naar Braine-le-Comte te nemen (om
10:30), daar over te stappen voor 5 minuten met de 1731, en dan de L-trein 4061
te nemen.
Maar
een nukkig sein (tussen Tubize en Lembeek) heeft de ochtendspits in de war
gestuurd. De bestuurder van IR 3906 zag plots het sein voor zich dichtvallen,
en dat betekende meteen een hoop ellende. Het is de nasleep van die ellende
waarvan we ook halfweg de voormiddag nog de volle portie krijgen.
Ik
heb met argusogen Railtime in het oog gehouden, en tot mijn verbazing lijken onze
treinen op tijd te rijden. De 3680 is op tijd vertrokken in Leuven, en rijdt in
Zaventem nog altijd op tijd. Schrijft Railtime. Een latere controle geeft een
minder positief beeld: de trein is met een klein half uur vertraging in Leuven
vertrokken, blijkt nu, en dat is veel te veel voor onze aansluiting in
Braine-le-Comte. Maar we staan klaar en kunnen wat vroeger vertrekken om de IR van
10:17 te nemen , wat ons tenslotte ook nog een overstap uitspaart.
Ik
heb geen biljetten gekocht op de website, omdat we een "en terug van"
nodig hebben, en om één of andere reden zijn die niet te koop via internet.
Maar zelfs langs het loket gaan is geen probleem, ook al omdat ook de IR naar
Quévy acht minuten vertraging heeft. De omroepster roept "het niet tijdig
beschikbaar zijn van het materieel" in als reden voor de vertraging. Dat
zal wel waar zijn, maar waarom het zo ingewikkeld maken: bij de heenrit is de
trein ook het slachtoffer geworden van de problemen met het sein, is te laat in
de Luchthaven aangekomen, en is daar niet op tijd kunnen vertrekken. In
werkelijkheid loopt de vertraging trouwens nog op tot 15 minuten; in Soignies
zijn er daar nog 14 van over, wat eigenlijk een indicatie is dat ook de rit
tussen Halle en Soignies niet echt vlot verloopt.
Maar
kom, onze aansluiting in Soignies is gered, en de IC 1731, waarmee we volgens
het oorspronkelijke script in Soignies gearriveerd zouden zijn, rijdt ook op
tijd. We maken de trip van Soignies naar Erbisul in een zalig bordeaux stel en
krijgen na Jurbise van de TBG te horen dat de volgende halte de onze is.
De
terugreis zorgt nog voor een verrassing: geen M6 (de helft van de treinen wordt
op deze verbinding met M6, de andere helft met ms 96 gereden), maar 3 klassiekjes.
Eerder hebben we ook al een IC Quiévrain - Liège-Guillemins gezien met een
afwijkende samenstelling met klassieke stellen., die nog maar eens bewijzen dat
ze veruit het meest omnivalente materieel van de NMBS blijven.
Een
knulletje vindt het nodig om in eerste klasse te komen zitten. Hij krijgt
meteen controle, en toont dan maar zijn identiteitskaart, die eerder op een
tijdelijke verblijfsvergunning lijkt. De TBG weet perfect wat er aan de hand is
en mompelt zijn collega toe: hij doet het expres. Maar verder dan wat
administratieve bedoening komt het niet. Meneer verhuist naar tweede klas, en
blijft daar ook. Met 2 TBG's en 2 agenten van Securail in de onmiddellijke
buurt is dat waarschijnlijk aangewezen. Morgen (of bij de terugrit al) nog maar
eens proberen.
Toen
ik jong was, probeerden de pubermeisjes de ware Jacob te vinden met een
onschuldig spelletje, waarbij auto's van ik weet niet meer welke kleur van ik
weet niet meer welk automerk geteld moesten worden. Als ze een bepaald getal
bereikten, volstond het om eens rond te kijken: de eerste jongen die hen
aankeek, moest hun lief worden! Maar o ramp! als de reeks onderbroken werd door
een lijkwagen, want dan moest weer van nul begonnen worden. Zo gaat het ook met
mijn "racisme": telkens als ik bijna het ultieme doel bereikt heb,
door toevallige ontmoetingen met vriendelijke, gecultiveerde, verstandige,
aangename allochtonen, kom ik weer die lijkwagen tegen, en kan ik weer van nul
beginnen Er rijden trouwens ook autochtone lijkwagens rond
De
IR bestaat uit 2 gemoderniseerde en 1 wijnrood stel. We kiezen voor het
laatste. De rit verloopt perfect en we komen stipt in Halle aan. Een prachtige
lentedag is het geweest, met een aangename wandeling erbovenop.