Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
23-09-2010
23 september 2010 (Ligneuville - Mont GR56)
Eigenlijk vertrouwen we
vandaag blindelings op de weersverwachtingen én hopen we dat het weer zelf zich
een beetje houdt aan de voorspellingen van Frank en andere weergoden. En dus
lijkt een uitstap in het uiterste oosten van het land aangewezen. Het wordt een
schijfje GR 56, van Ligneuville tot Mont via Malmedy. Vooral het gedeelte
voorbij Malmedy, met een boeiende en mooie tocht langs de Tros Marets, na een
stevige klim uit de vallei van de Warche, maakt van deze tocht een serieuze
kanshebber om de mooiste en de zwaarste van het jaar te worden.
Het eerste deel van de tocht
moet het vooral hebben van wat heiige vergezichten, het tweede deel is een
onvervalste boswandeling met de voortdurende aanwezigheid van de Tros Marets
als kruidige toemaat. We stappen in totaal net geen 19 km, maar daar is een verbindingsstrook
van bijna 2 km op het einde inbegrepen. We moeten van de GR immers opnieuw in
de bewoonde wereld geraken. De TWQ bedraagt 67 % - dat het cijfer niet nog veel
hoger ligt, heeft veel te maken met de doortocht van Malmedy, waar op deze mooie
herfstdag nog een gezellige drukte heerst.
Het weer heeft zich
schitterend aan het scenario gehouden: van de cirrussluiers eerst tot de eerste
cumulusjes, die we in de loop van de wandeling geleidelijk zagen groeien. Tijdens
de busreis van Malmedy naar Verviers konden we in de verte een cumulonimbus incus zien, de koningin onder
de wolken. En zoals koninginnen wel eens plegen te doen, kwam ze af en toe
stevig uit de hoek. Later zou ik op Railtime lezen dat het verkeer tussen
Rivage en Marloie onderbroken was door de weersomstandigheden. Wij hadden
gelukkig geen last op dat vlak: de eerste regen in Liège, en dan wat buiige
regen onderweg: altijd een prettige ervaring als de regen valt ná de wandeling.
We
hadden gemakkelijk IR3105 kunnen nemen, en die rijdt ook stipt, maar de trein
rijdt vandaag met 1 break i.p.v. 3, en dat scheelt. En dus kiezen we voor de
trein waar we ook op gemikt hadden: CR1556. IR3105 zit nl. vol; de platforms
puilen uit, en instappen is eigenlijk niet meer mogelijk. Dat ook CR1556 wat
voller dan normaal zit, zullen we erbij moeten nemen. En hoe! Voor één keer
stappen we niet in het eerste stel in, maar in het tweede. Dat is stel 655,
gemoderniseerd, en ondertussen al aan zijn tweede zetelovertrekje toe. Het gedurfde
purper is verdwenen, en men heeft nu gebruik gemaakt van de stof die ook in de
M6-rijtuigen gebruikt wordt. Ik moet toegeven: ze ziet er hier veel beter uit,
en dat zal wel door de wat geprononceerdere vorm van de zetels komen. Niet dat
ik me kan neervlijen: daarvoor zijn er net wat te veel reizigers met een tweedeklasbiljet
in eerste komen zitten. Het was me nog nooit overkomen, maar ik heb de reis tot
Brussel dus staande gemaakt. Niet dat dit op zich zo erg is, maar het is toch
wraakroepend dat ik sta met een eersteklasbiljet, terwijl anderen zitten met
een tweedeklasbiljet, dat ze vaak ook nog (bijna) volledig terugbetaald
krijgen. Overigens hadden we zelf beter moeten uitkijken: in de 4 andere stellen
bleek bij aankomst in Brussel nog wel plaats te zijn, maar door de stellen
heenlopen is nu eenmaal niet eenvoudig, soms zelfs compleet onmogelijk.
De
trein zet ons met 5 minuten vertraging in Brussel-Zuid af. In Halle was hij al
vertrokken met 3 minuten, tussen Vorst en Brussel liep het niet zo vlot als
gewenst. Er lijkt trouwens wel een en ander aan de hand in deze ochtendspits:
ik vang wat op over een stroomonderbreking in Antwerpen. Hopelijk hebben de
'Ollanders de Schelde weer niet gesloten.
Toch
rijdt IC 506 vrij vlot door de NZV-verbinding: Zuid +3 - Centraal + 5 - Noord
+5, het kan slechter. In Leuven blijven er nog 4 minuten vertraging over, vanaf
Liège-Guillemins rijdt de IC zelfs op tijd. Vlak voor Liège worden de
aansluitingen aangekondigd, ook die van 9:08 naar Quiévrain. Eigenlijk probeert
de TBG reizigers dus een onreglementaire reisweg aan te smeren
Vanaf
Olne gaat het op tegenspoor: er wordt gewerkt aan 2 tunnels, die van Pont en Vaux en die van Halinsart. We staan zelfs even volledig
stil om een L-trein uit Verviers door te laten, maar toch blijft de vertraging
beperkt tot 1 minuut. De dienstregeling is hier voor de werken verruimd, en dat
loont.
In
Verviers wordt nog altijd aangekondigd dat de aansluitende bussen voor het
station vertrekken. De geest van IC-IR waart nog steeds door het oude lakenstadje,
en eigenlijk zou dat overal een evidentie moeten zijn. Zoals meestal gaat de
bus pas net voor het vertrek open. Twee dames moeten naar Stavelot: dat zal op
dit moment niet kunnen zonder overstap aan de Route de Wavreumont, net buiten
Malmedy. De chauffeur beweert dat het geen officiële overstap is, maar hij zal
zijn collega verwittigen. Onze bus komt inderdaad officieel om 10:25 aan, de
bus van lijn 745 naar Stavelot en Trois-Ponts moet er vertrekken om 10:24. Je
vraagt je toch af wie zo iets uitdoktert. We rijden tot Malmedy met zo'n 5
minuten vertraging, maar de chauffeur maakt zich weinig zorgen: met een vijftal
gsm-gesprekken - nee, niet handenvrij - houdt hij er een gezapig tempo op na.
Vanaf Malmedy Gare rijdt hij zelfs gewoon op tijd, en we bereiken Ligneuville
dan ook stipt.
's
Avonds zouden we liefst van al de bus uit Mont van 18:07 nemen, maar ook daar
heeft de TEC-Liège-Verviers voor een ridicule toestand gezorgd. De bus van lijn
397, die een grote lus beschrijft, komt één minuut na het vertrek van de
laatste bus naar Verviers aan in Malmedy. Begrijpe wie kan. Je zou kunnen zeggen
dat er een aansluiting is op de Place Albert I, maar wie de toestand een beetje
kent weet dat door eenrichtingsverkeer de inplantingen van deze halte erg ver
uit elkaar liggen, en erger: dat de chauffeurs absoluut geen zicht hebben op
het komen en gaan van de bussen. Het zal dus de vroegere bus worden, wat de
planning voor ons wat krapper maakt. De Ferme Libert zal het vandaag zonder ons
bezoekje moeten stellen.
Vroeger
reed lijn 397 van Malmedy via Botrange naar Eupen, maar die reisweg is
opgeofferd voor de lijn 394 Sankt-Vith - Eupen. Zelfs de baas van het Hôtel de
la Fagne, dat zijn naam aan een bushalte heeft geschonken, klaagt erover dat er
geen bussen meer zijn van Malmedy naar de Venen. Maar de TEC blijft doof voor argumenten.
Onze
bus rijdt bijna stipt: op dit moment is hij nog aardig gevuld met het jonge
schoolvolkje, maar naarmate Longfaye, Xhoffraix, Mont en Bevercé bediend worden
loopt de bus leeg. Alleen wij tweeën rijden het traject tot de terminus.
Daar
moeten we overstappen op een bus van lijn 395, die dan wel met film Verviers
rijdt, maar die ons alleen maar net buiten Malmedy zal brengen, naar de halte
Route de Wavreumont, waar we moeten overstappen op lijn 294 Trois-Ponts -
Verviers. We zijn met achten om de overstap te maken; het is niet meteen de
handigste manier om in Verviers te raken. De laatste bus is erg comfortabel, de
chauffeur de rust zelve. Dat wordt een aangename rit, met 2 gerealiseerde
aansluitingen onderweg: één ter hoogte van het vroegere station van
Sart-lez-Spa, één ter hoogte van Tiège (Charmille). Dat is dan wel weer goed
geregeld.
In
Verviers-Central ziet het er niet zo goed uit. De IC naar Eupen van 18:31 wordt
met vertraging aangekondigd, schipperend tussen 10 en 15 minuten. Uiteindelijk
worden het er nog meer. De L-trein naar Welkenraedt, die aansluiting krijgt van
deze IC, staat rustig te wachten. Ik vraag me af wat men met deze L wil doen,
waarvan de enige functie zo ongeveer is overstappende reizigers naar Verviers-Palais
en Dolhain-Gileppe te brengen. Blijkbaar haalt het gezond verstand het van de
strikte regels, want de L wacht op aansluiting.
Onze
IC staat eerst zonder vertraging aangekondigd; dan wordt het 5 minuten, 10
minuten, 12 minuten, 15 minuten. Dat is meestal geen goed teken, want vaak is
er dan wat met het materieel. Als de L naar Spa-Géronstère stipt komt aanrijden
wordt die vrees nog groter. Ook nu vraag ik me af wat men met deze L-trein wil
doen. Het sein staat op tijd open, maar de TBG lijkt toch op de aansluiting te
wachten. Misverstandje? Uiteindelijk vertrekt de L toch. Onze IC heeft
ondertussen 26 minuten vertraging: volgens de TBG wegens personen in het spoor.
Even later klinkt de mededeling dat er problemen waren met de bovenleiding én
personen in het spoor. En vanaf Leuven wordt de vertraging toegeschreven aan
diverse exploitatieproblemen tussen Welkenraedt en Verviers. Achteraf
consulteer ik Railtime, en daar is de reden de passe-partout die we zo stilaan kennen: overbelasting van
het verkeer. Ongelooflijk uit welk scala aan oorzaken de NMBS kan putten, en
dat dag in, dag uit. Binnenkort komen de vallende bladeren daar ook nog eens
bij, en dan de winterse toestanden.
We
vertrekken uiteindelijk met 26 minuten vertraging, en die wordt wel
stelselmatig afgebouwd: Liège-Guillemins +19 - Leuven +15 - Brussel-Noord +14.
(Volgens Railtime zal de trein uiteindelijk Oostende bereiken met 9 minuten
vertraging.)
Die
vertraging kan ons niet echt schelen: ze verkort alleen de wachttijd in het
toch niet erg gezellige Noordstation. De CR 1591 lijkt ook op een
overbrengingsrit, want hij telt niet minder dan 4 stellen, 2 gerenoveerde, 2
oudjes. We stappen helemaal achteraan in stel 206. Tussen Ruisbroek en Lot ligt
er een vertragingszone tot 60 km/u, en zo komen we uiteindelijk met 2 minuutjes
vertraging aan in Halle. Net voor Halle krijgen we nog controle van een
vriendelijke TBG. Petje af voor deze dame die de moed heeft om 4 stellen met
erg gespreide bezetting door te lopen. Je ziet het, het kan nog, controle
tussen Brussel en Halle.
in
Halle is het alweer gestopt met regenen, maar we krijgen straks nog een
toemaatje onder de vorm van een onweer met niet al te veel neerslag, maar wel
met enkele stevige ontladingen. Je weet wel, die soort die je uiteindelijk toch
doet opstaan om stekkers allerhande uit te trekken, net nadat de laatste
indrukwekkende knal heeft weerklonken. Het weer heeft zich perfect aan zijn
schema gehouden, en zelfs het openbaar vervoer had geen onnoemelijke problemen voor
ons in petto. Al twijfel ik nog of ik uit principe toch geen deel van mijn
centen terugvraag voor de ontbrekende zitplaats 's morgens. Maar meer dan
enkele centen zal dat wel niet zijn, en liever had ik nog dat men de koe eens
echt bij de horens vatte.
Foto's
van de wandeling: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/ligneuville%20-%20mont%20GR56/
Eén van de oudste
wandelkaarten die ik nog liggen heb, dateert van 1985: Martelange en omliggende
dorpen. We hebben vandaag gekozen voor wandelingen 9 en 10 (uit die tijd!),
samen goed voor iets meer dan 12 km. Ondertussen is het wandelingenplan in
Martelange helemaal hertekend, maar we wagen het er toch maar op. Alleen hier
en daar zullen we nog restanten van een rudimentaire bewegwijzering aantreffen,
maar het kaartje - een opdruk op de topografische kaart - is tamelijk makkelijk
te lezen, en met een recente kaart en de gps in de aanslag verloopt alles
moeiteloos. Eén weg heeft zijn beste tijd gehad: hij loopt nog wel duidelijk
afgetekend door het bos, maar lijkt opgegeven, door wandelaars en bosbeheer.
Spijtig, want hij loopt langs een mooie bosbeek, de Kleppelbaach - volgens de
kaart - die zich na een steile afdaling in de Sûre zal storten. Voor de rest
volgen we 2 erg mooie trajecten: een met een smal pad dat ons tegen een heuvel
(die Haart) opvoert, en een ander door het Forêt d'Anlier, dat zich opmaakt
voor de grote slachtpartij die hier over enkele weken weer begint: mannen met
gestrekt geweer, en hier en daar een kenau die ook mee op pad wil. Eigenaardig
dat we hetzelfde adjectief gebruiken als het over penissen gaat. In het geval
van de kenau zullen we het maar op penisnijd houden. Nog even: de TWQ bedraagt
70 %.
De resten van de vroegere
tramlijn Arlon - Martelange (-Bastogne) zijn in het bos nog overduidelijk
aanwezig: de typische bochten, hier wel erg uitgesproken, omdat het trammetje
een stevig niveauverschil moest overbruggen. Wat wandelaars al zigzaggend doen,
doen trammetjes al kronkelend. Zelfs vlak bij de stelplaats van Martelange zijn
nog onmiskenbare resten van de oude tramlijn terug te vinden.
Je merkt het: in de tijd die
je nodig hebt om het zuiden des lands te bereiken, kun je rustig heen en terug
naar Parijs. Maar kom, als België ooit gesplitst zou worden, wonen wij plots in
het zuiden van een land, dat nooit meer het mijne zal worden.
We zijn veel te vroeg in Halle
omdat we ook nog wat andere bezigheden hebben, en dus nemen we de IR naar de
Luchthaven van 8:47. Deze trein bestaat uit 3 ms 96, en zelfs dan is de
bezetting bijna 100 %, ook in eerste klasse. Veel valt er over deze rit niet te
vertellen: het loopt zoals gebruikelijk even stroef bij het naderen van
Brussel-Zuid, en dat resulteert in 2 minuten vertraging.
IC 2109 komt keurig op tijd
aan het perron. In de zomermaanden mijden we deze trein zo veel mogelijk, want
het is een van de favorieten van allerhande jeugdgroepen. Ik heb niets tegen
jeugdgroepen, zoals ik ook niets tegen onkruid heb - dat laatste noem ik
trouwens het liefst gewoon kruid - maar te veel is te veel! Vandaag moeten we
daar dus niet te veel van vrezen, al is een groep er toch nog in geslaagd om
voor deze trein een reservering los te weken. (Dat is knap! Ik heb enkele weken
geleden een aanvraag ingediend, en wacht nog altijd op antwoord.)
De vertraging in de NZV groeit
gestaag: Brussel-Zuid +1, Brussel-Centraal +4, Brussel-Noord +9. Daar stapt nl.
die groep in en de leden laten zich vergezellen door flink veel koffers. Het hoeven
niet altijd rugzakken te zijn. En dan begint dus de langzame afbouw van de
vertraging: Schuman +9, Brussel-Luxemburg +7, Ottignies +3, Gembloux +3, Namur
+2, Ciney stipt, Marloie +4, Jemelle +7, Libramont +5, Marbehan +3, Arlon +3.
Van Haversin tot Marloie gaat het over tegenspoor, en hier en daar liggen nog
langere en kortere vertragingszones. De TBG's komen wel in eerste zitten, maar
van nestelen is er deze keer geen sprake: ze doen erg regelmatig de ronde van
de hele trein en zo hoort het.
Het gebeurt maar zelden dat we
een van deze IC's zonder waakzaam oog op de klok nemen (de aansluitingen, weet
je wel), maar vandaag kan het nauwelijks fout gaan: met 56 minuten overstaptijd
zitten we safe. We hebben zelfs tijd om rustig onze boterhammetjes op te eten
en een koffie te drinken in het stationsbuffet. Daar wordt uitgebreid gegeten
én gerookt. Dat laatste weliswaar alleen aan de toog, maar het lijkt me toch
niet wat de wet voorschrijft. Spijtig dat er geen gemakkelijk aan te schrijven
aanspreekpunt is (een commissie Adriaenssens), want ik heb de indruk dat de
gevolgen van nog maar eens een halfslachtige wetgeving en een gebrekkige controlealtijd maar duidelijker worden.
Het vertrekuur van de bus van
lijn 1011 is vastgesteld op 13:13. Aribus heeft het nog altijd over 13:08.
Tenslotte is de dienstregeling nog maar één jaar en enkele weken geleden
gewijzigd. De bus komt bovendien nog 8 minuten later dan voorzien aangereden.
Ondanks de rustige rit blijven er daar in Martelange maar 3 meer van over. Deze
dienstregeling is duidelijk sneeuw- en winterhard. In de bus is nog zijn
vroegere nummer te lezen: 9613-24. Hij komt dus min of meer uit dezelfde streek
als wij. Nu draagt hij het nummer
6081-25. Het is een uiterst comfortabel ding, met zonwerende ruiten, hoofdsteunen,
(verplichte!) veiligheidsgordels en een chauffeur die blijkbaar niet merkt dat
we een toch niet zo kleine rugzak binnensmokkelen. Een dame krijgt wel te horen
dat ze voorzichtig moet zijn met haar trolley, want dat de bus nog 15 jaar mee
moet.
's Avonds is het allemaal wat
ingewikkelder: de bus van lijn 3 rijdt maar tot de stelplaats in Aarlen; voor
ons is het de eerste kennismaking met een site die inderdaad alle kenmerken
behouden heeft van een oude NMVB-stelplaats. Lijn 3 is van het toeristische
type: het is dan ook volop genieten van adembenemende vergezichten en
pittoreske dorpjes als Nobressart. De bus rijdt behoorlijk op tijd, en de
aansluiting aan de stelplaats is binnen. Gelukkig heeft de TEC voor één keer
ook zelf ingezien dat de situatie hier vrij ingewikkeld is, en daarom heeft ze
de halte met 3 verschillende inplantingen ook duidelijke bordjes met
verschillende namen gegeven. (Bij de heenreis hadden we nog kunnen vaststellen
dat 3 bordjes, waarvan 2 na elkaar gewoon als haltenaam Nationale 4 hadden, zonder verdere aanduiding.) Wij moeten een
kwartiertje wachten in de Rue des Genêts. Misschien hadden we dit laatste
stukje ook wel in een 20-tal minutente voet kunnen doen, maar het lukt ook met
deze aansluiting.
In Arlon kunnen we nog eens
een snelle trein naar Brussel nemen:
de 4640 met alleen stops in Libramont, Namur en de Brusselse stations. Ook al
gaat het niet echt veel sneller, het is een stuk aangenamer zonder dat
voortdurend stoppen. In Arlon braakt de trein echt veel reizigers uit Luxemburg
uit, maar verderop is de bezetting matig. Het wordt dan ook een rustige rit,
met Henning Mankell op schoot, ideaal leesvoer, want niet te zwaar, zodat ik
ook de loop van de trein nog gemakkelijk in het oog kan houden. Tussen Arlon en
Libramont heeft de trein net genoeg rittijd. Tussen Libramont en Hatrival gaat
het over tegenspoor. Dat zal ons niet beletten 5 minuten te vroeg in Namur aan
te komen. Ook daar blijft de massa weg, ondanks de vertraging van de IC's uit
Liers en Dinant. (Onderweg kruisen we IC's 2115, 2116 en 2117, en het moet
gezegd, de ene heeft al wat meer vertraging dan de andere, maar allemaal hebben
ze er ) Doordat de IC uit Liers/Dinant nu niet in onze voeten rijdt, gaat het wel
erg snel naar Brussel: in Brussel-Luxemburg komen we zomaar even 9 minuten te
vroeg aan; met 3 minuten stilstand erbovenop komen we dus aan 12 minuten. Dat
is zelfs te veel voor het sigaartje van de TBG.
Ook het laatste deel van het
traject verloopt goed, zodat we nog de IR naar Quévy kunnen halen (2 minuten
overstaptijd). Die staat klaar, maar in Brussel-Zuid gebeurt er weer iets
waarvan ik de zin niet meteen snap. Wij staan op spoor 14, de IC naar Oostende
op spoor 15. Wij moeten om 21.04 vertrekken, de IC om 21:05. Toch zal de IC als
eerste vertrekken. Het wordt helemaal onbegrijpelijk als we ook nog eens over
lijn 96N gestuurd worden, want dan kruisen beide treinen elkaar niet eens. We
vertrekken dus met 3 minuten vertraging, het is de IR naar Quévy blijkbaar niet
gegund op tijd te rijden.
In Halle komen we op spoor 3
aan i.p.v. 5. En nu wordt alles duidelijk: Thijs is mee, en liever dan het hele
laadtoestel naar spoor 5 te sleuren, zet men de trein op spoor 3. Dat mag ook
wel, voor Thijs en zijn rolstoel, want hij is een trouwe klant. En misschien is
dat ook wel de reden voor de verlengde stop in Brussel-Zuid. En misschien had
alles dus toch wel zin!
Zin had ook deze verre uitstap
naar een prachtige streek, op één van die zeldzame nazomerdagen waarop elke
echte wandelaar recht zou moeten hebben. Wij hebben het onze vandaag
verzilverd.
17 september 2010 (Jamoigne - Lacuisine Transsemoisienne)
Ik heb het in een vorige
bijdrage nog geschreven: niets verandert zo snel als wandelfolders en wandelnetten.
Vandaag stappen we een deel van de Transsemoisienne, waarvan in 2008 een handig
kaartje verscheen bij het NGI. Amper 2 jaar later is de route al gewijzigd, en
het lijkt er meer en meer op dat de bedenkers van de route het wandeltraject
uit handen gegeven hebben aan de GR-Paden, die er hun GR 16 van gemaakt hebben.
Mij niet gelaten, over de GR's moet je zelden klagen. (Naast het wandeltraject
is er trouwens ook nog een Transsemoisienne voor fietsers, en één voor ruiters
en menners.) Tussen Jamoigne en Moyen volgen we vandaag nog het oude traject,
vanaf Moyen vinden we de bekende rood-witte streepjes.
Het begint met een traject van
wat bedenkelijke kwaliteit (asfalt en beton, gelukkig door een mooi stukje
Gaume), maar vanaf Moyen worden alle registers opengetrokken; de tocht langs de
Vierre en later langs de Semois is prachtig, over paadjes en boswegen. Aan
alles merk je ook dat de herfst dichtbij is: het is koel, de eerste blaadjes
zijn al gevallen, en in de soms indrukwekkende vergezichten zie je meer en meer
geel en rood en bruin opduiken. De tocht is zo'n 22 km lang; de TWQ bedraagt 67
%.
Als
men echt op zoek is naar oorzaken waarom het treinverkeer niet zo stipt
verloopt, dan is dit een vraag die zeker een antwoord verdient: waarom rijden
treinen in normale omstandigheden 's morgens vroeg al met vertraging nog voor
de echte ochtendspits begint? Ook vandaag zie je hoe het stilaan uit de hand
loopt: IC1905 (die niet stopt in Halle) komt met een dikke 5 minuten aanzetten,
en in zijn kielzog rijden de volgende treinen met een gelijkaardige vertraging:
L3556 (wat meteen voor potentiële problemen zorgt op lijn 26), P7572, P7512, CR
3756 (die naar Leuven moet over lijn 36), en misschien zelfs IR3906 (wat de
dienstregeling op lijn 161 in de knoei kan brengen). Dat zijn alleen maar de
treinen waar ik zelf enig zicht op heb, er zijn er ongetwijfeld veel meer, want
tenslotte moeten ze op één na allemaal door de NZV.
Ook
P7572 heeft dus vertraging: acht minuten in Halle, in Brussel-Zuid zijn het er
al negen. Het enige wapenfeit is de controle die we krijgen. Eigenlijk verwacht
je dat niet meer.
Ook
vandaag staat een rit met de veredelde stoptrein EC91 op het programma. Ons
niet gelaten: het is eens wat anders dan M6 of Deense neuzen. Er is weer
opvallend veel gereserveerd vandaag, vooral vanaf Luxemburg en Strasbourg dan.
Maar tot Marbehan zullen we nooit met meer dan 5 in het Zwitserse rijtuig
zitten. Voor de TBG is dat blijkbaar niet genoeg om te controleren. Als we dat
gewild hadden, hadden we rustig het hele rijtuig kunnen slopen, zonder dat hij
dat gemerkt had. Beschikbaarheid en waakzaamheid zijn voor sommigen vieze woorden,
blijkbaar.
De
rit verloopt enigszins anders dan de vorige keren. Meestal zitten we vanaf La
Hulpe achter de IR aan, vandaag begint het slenteren al van voor
Brussel-Schuman. (Lees enkele lijnen terug maar eens ) En vanaf Watermaal is
het weer zover. Gelukkig voor ons (maar niet voor de overstappers) gaat de IR
in Groenendaal opzij, zodat we deze keer maar 5 minuten vertraging hebben in
Ottignies. Stilaan is men opnieuw volop aan het werk op alle werven langs de
lijnen 161 en 162, en daardoor komt het dat de vertraging niet echt slinkt:
Gembloux +4, Namur +4, Ciney +6 (ook even achter de L-trein aan, neem ik aan),
Marloie +5, Jemelle +5, Libramont +4 en uiteindelijk Marbehan met 3 minuten vertraging.
Soms lijkt die gerekte dienstregeling wat overdreven, maar als iedereen terug
is uit vakantie, bewijst ze ongetwijfeld haar nut. Met 8 minuten aansluitingstijd
komen we niet in de problemen, al waren we misschien beter wat verder naar
voren geschoven in deze lange trein, die hier met 3 bussen een aansluiting
realiseert.
Onze
bus, met het onmogelijke nummer 22/2, staat ook klaar voor een korte rit naar
Jamoigne, dat tot 1984 een niet zo goed gelegen station had, maar het sindsdien
met de bussen van de TEC (eerst nog de NMVB) moet doen. Lijn 22/2 heeft een
behoorlijke dienstregeling - we hebben zelfs geen alternatief meegebracht
vandaag, want een uur later gaat er al opnieuw een bus. Hier zijn nog wat
instappers onderweg, wat in deze contreien niet altijd evident is.
Ook
Lacuisine had tot 1984 een stopplaats, die wel gunstig gelegen was, maar die de
zeis van Decroo evenmin overleefde. De vervangingsbus draagt ondertussen het al
even onwaarschijnlijke nummer 165ab, en van de redelijk frequente bediening van
destijds, die naar aanleiding van het verdwijnen van de landelijke stopplaatsen
beloofd was, blijft niets meer over. We rekenen op een bus om 18:15, maar we
zijn ruimschoots op tijd om tot het station van Florenville te stappen. Dat is
niet alleen goedkoper, maar het verplicht ons ook niet om meer dan een uur rond
te hangen in het redelijk doodse Lacuisine.
Florenville
heeft nog een echt station, met loket, waarvan de openingsuren blijkbaar recent
ook gelijkgeschakeld zijn met die van andere stations. De loketbediende is van
het joviale type. We zitten een klein uur in de wachtzaal, en dan begin je de
functie van zo'n man als aanspreekpunt te appreciëren. Waar zou dat meisje dat
haar gsm heeft laten liggen op de trein naar Virton heen moeten? (Het zou
trouwens de avond van de verloren voorwerpen worden ) En die juffrouw die met
stijl steil achterovervalt, als ze hoort hoeveel het gegeerde netabonnement kost?
(Ooit door een hulpvaardige NMBS'er gesuggereerd als alternatief voor de
B-Tourrail.) Het is trouwens extra druk, want de Walen vieren feest in Namur,
en blijkbaar trekt dat veel jeugdige reizigers aan. Brute pech hebben ze wel
dat ze geen weekendbiljet kunnen kopen, want dat is pas geldig vanaf 19:01. Je
weet wel, dat weekendbiljet dat door de NMBS naar voren geschoven wordt als
alternatief voor de kaart 50 %. Zelfs met ons slaat hij een praatje.
De
trein rijdt met enkele minuten vertraging. Het kleine eersteklassecoupé is
ingenomen: de TBG neemt 4 plaatsen voor zijn rekening - al zijn rommel ligt
hier voor het grijpen; tweede oudere dames voelen het hun plicht ons erop te
wijzen dat we in ons in eerste bevinden. Zelf hebben ze tweedeklasbiljetten, en
tot hun verbazing had de chef hun daarop gewezen. Ze wisten niet eens dat er in
de michelines twee klassen waren! En
veel verschil is er toch niet - dat laatste kunnen we alleen maar beamen.
Vandaag zit er voor ons trouwens niets anders op dan plaats te nemen op het
strafbankje, en tegen die lelijke blauwe wand aan te kijken. Terwijl we er nota
bene alleen zouden moeten zitten, om nog even van het Ardennenlandschap in de
ondergaande zon te genieten.
In
Libramont komt de IC naar Brussel op spoor 3: dat vergemakkelijkt de overstap
met de L uit Bertrix, die door wijzigingen aan de dienstregeling op sommige
momenten van de dag erg krap geworden is. Maar wij beschikken over 8 minuten
overstaptijd, en dat is meer dan voldoende, ondanks de 4 minuten vertraging van
onze trein.
Ook
deze IC is wat drukker bezet dan gewoonlijk. Tussen Marloie en Namur komt een
viertal luidruchtige jongeren op het platform plaatsnemen. Het is even gedaan
met de rust; de maan stuurt een knipoog. Ook tussen Marloie en Ciney zitten we
weer even achter een L-trein, maar vertraging veroorzaakt dat niet. De TBG
stuurt tussendoor nog even een waarschuwing voor gauwdieven door de trein. Misschien
heeft een dame ontdekt dat hij er met haar sjaaltje vandoor is, en heeft ze hem
dat gemeld. Al zal dat zwarte sjaaltje wel het tweede verloren voorwerp van de
dag zijn. De TBG tovert alleszins een verslagje uit zijn Ibis. We komen in
Brussel-Noord aan met één minuutje, en kunnen zelfs nog zonder haasten de IR
naar Ath nemen, niet de voorziene aansluiting, maar wel handig: 10 minuten
vroeger thuis. De rit naar Halle verloopt zonder veel geschiedenis; alleen
Halle binnenrijden gaat niet in één keer: de CR naar Geraardsbergen moet inderdaad
erg stipt rijden om de IR naar Geraardsbergen niet te hinderen. De TBG is
ondertussen opgedaagd met het derde verloren voorwerp van de avond: een groen
rugzakje. Wij hebben er een lange, aangename dag op zitten. Ik stuur een knipoog
terug naar de maan.
Foto's
van de wandeling vind je hier: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/jamoigne%20-%20lacuisine/
Soms, in een filosofische
mijmering, denkt een mens wel eens dat hij snel oud wordt, maar de persoonlijke
aftakeling is niets vergeleken met de snelheid waarmee wandelfolders door
recentere exemplaren vervangen worden. Mocht ik geen hartstochtelijk geloof
hebben in de goedheid van de mens, ik zou geloven dat er mercantiele drijfveren
zitten achter die drang om het plaatselijke wandelnet om de zoveel jaar
volledig om te werken. Neem nu de folder die we vandaag gebruiken: wandelkaart
Gouvy, uit 1998, uitgegeven in samenwerking met het NGI. We willen een
wandeling volgen in Rettigny, meer bepaald wandeling 18. Er is geen spoor meer
van de bewegwijzering over, al hebben nieuwe bordjes van het gestandaardiseerde
Happarttype hun intrede gedaan. Gelukkig hebben we alles thuis goed voorbereid,
en hebben we eigenlijk zelden of nooit de plaatselijke bewegwijzering nodig.
En wat meer is: wandeling 18
mag er best zijn. Rettigny maakt zich op voor de Monumentendagen, en zo kunnen
we zelfs even binnenglippen in het kleine maar gezellige kerkje, en de tocht
langs heuvels en valleien van de prille Oostelijke Ourthe en bijbeekjes met
voor de hand liggende namen als Ruisseau de Rettigny en Ruisseau de Brisy is
charmant. Voor de tweede maal dit jaar komen we ook langs de Moulin de Bistain;
het terras is spijtig genoeg gesloten. Misschien stappen we wat veel over
verharde (wel rustige wegen), maar enkele rotspartijen - die we gelukkig niet
moeten beklimmen - kruiden het geheel tot een bijzonder appetijtelijk geheel.
Zo een 12 km lang is onze tocht, een aangename aanlooproute van Cherain naar Rettigny
inbegrepen. De TWQ bedraagt 42 %.
Zoals
meestal slagen we erin een vroegere trein te nemen. Dat levert vandaag een
mooie anekdote op. Lees maar: de trein rijdt stipt en in Ruisbroek al begint de
TBG met de aankondiging van de stops in de Brusselse stations. Maar daar blijft
het niet bij: we krijgen ook nog de mededeling te horen dat de dame die al
verscheidene keren klacht ingediend heeft omdat er nooit controle is tussen
Halle en Brussel, zich bij aankomst in Brussel-Zuid bij hem mag melden; hij zal
daar met veel plezier haar biljet knippen. Ik vind dat dit getuigt van een
denigrerende grofheid, want in feite heeft de dame gelijk. Deze TBG geniet
ongetwijfeld syndicale bescherming: in gelijk wel privé-bedrijf zou hij "het
kunnen gaan uitleggen". Hoewel, syndicale bescherming? Past dit niet schitterend
in de politiek van de persoonlijke assistentietoeslag? Voor je het weet moet je
ook betalen om je biljet te laten knippen, tenzij je zelf de nodige stappen
(letterlijk) onderneemt om dit te laten gebeuren.
Heeft
de dame gelijk? Tussen Halle en Brussel (en tussen Vilvoorde en Brussel, en
Braine-l'Alleud en Brussel) wordt er duidelijk minder gecontroleerd dan op
andere plaatsen. Daar is een eenvoudige verklaring voor: meestal is die controle
al gebeurd, maar het creëert wel vrijhandelszones, die door bepaalde gebruikers
met kwade bedoelingen ongetwijfeld misbruikt worden. Zeker in de directe
treinen wordt er bijna nooit meer gecontroleerd tussen Halle en Brussel. Soms
stappen we onder de neus van de TBG in, in eerste klasse, met de rugzakken op
de rug en de wandelbottines aan de voeten. We zijn niet meteen een typisch eersteklasseduo,
en toch krijgen we zelden controle. Niet normaal toch, tenzij alle TBG's mijn
blog lezen, natuurlijk
Maar
kom, de rit verloopt stipt. Met een stroompanne in Leuven waren we met een bang
hartje vertrokken, maar in het eerste schuifje van onze uitstap heeft die
alvast voor geen problemen gezorgd. Echt vlot loopt de spits anders niet: het
is er duidelijk een van de soort waarbij je geluk moet hebben: veel treinen rijden
zo goed als normaal, bijna evenveel rijden met stevige vertragingen.
Voor
ons is het dus vooral zaak om zonder kleerscheuren voorbij Leuven te geraken,
en dan verderop in Liège en Gouvy. En ja hoor, de 506 doet het vandaag
uitstekend. We rijden Brussel-Noord buiten met nauwelijks 3 minuten vertraging
(één per Brussels station - het zou slechter kunnen), en we komen stipt aan in
Liège. In Leuven zijn de problemen ondertussen opgelost. Ik heb de indruk dat
er alleen nog wat meer goederentreinen staan op plaatsen waar die anders gewoon
doorrijden.
Op
naar het derde schuifje: nog maar eens een reis langs de schitterende
Amblèvelijn. De trein is een toonbeeld van stiptheid. Hij rijdt vandaag maar
tot Clervaux, waar overgestapt moet worden in een bus. De Belgen leveren de
trein stipt aan de Luxemburgers, maar of de Luxemburgers de Belgen ook stipt
naar Luxemburg brengen is hoogst twijfelachtig.
De
trein bestaat nu uit een homogeen stel I10-rijtuigen: dan is de trein altijd
een beetje reizen. Eén van de wc's is afgesloten - ik vermoed dat die kleine
afdeling ingericht is voor de TBG. We kunnen voor hem alleen maar hopen dat ze
wat meer gedaan hebben dan een stickertje kleven.
In
Gouvy is er sinds juni niets veranderd: de bus van lijn 163cstaat
nog altijd aan de verkeerde kant van het busperron, omdat wagens een normale
bediening van de halte verhinderen. Een jong stel moet naar Petit-Mormont. Ze
weten dat ze ergens moeten overstappen aan Les Chéras, maar willen wat meer
uitleg. De chauffeur roept zowaar zijn chef op (in Houffalize); het nieuws is
minder goed dan de jongen en het meisje verwacht hadden: bijna 3 uur wachten op
een bus van lijn 15/2. Ik vraag me af of een reisweg langs La Roche niet meer
aangewezen was geweest, al is de dienstregeling van
lijn 15/2 in wezen beperkt tot 2 ritten in élke richting. Dat de chauffeur niet
zonder tussenkomst van zijn chef kan antwoorden is te verklaren: hij zal wel
van stelplaats Houffalize zijn, en ik denk dat de meeste ritten van lijn 15/2
gewoon in het verlengde liggen van de 15, en dus bediend worden door chauffeurs
van Marloie. Maar het doet goed om te zien dat de chauffeur zich de moeite
getroost om de beste oplossing te zoeken, ook al is die dan nog van belabberd
niveau.
We
vertrekken dus met wat vertraging, maar in Cherain is daar nog nauwelijks iets
van over. Cherain, en niet Rettigny, want
dat laatste dorp heeft alleen een schoolbediening. Cherain komt er nog vrij
goed uit, met lijn 163c en de "express" van lijn 89. Cherain is
trouwens een van die dorpen die het altijd met een bus heeft moeten stellen.
Voor
de terugkeer zouden we eventueel wel een bus kunnen nemen in Rettigny, maar de
verbinding is zo al complex genoeg. We stappen dus opnieuw naar Cherain, langs
dezelfde weg, die trouwens in het geheel van de wandeling niet misstaat. We
moeten een boomloze heuvelrug over, met uitzicht op Rettigny én Cherain.
We
rekenen er eigenlijk al lang niet meer op dat we in zo'n Ardens dorp na een
wandeling ook nog aan de welverdiende lafenis kunnen geraken, maar vandaag
hebben we geluk. In de bar van Les Écoliers (www.lesecoliers.be) wordt niet alleen
lekkere Chouffe geschonken, de Vlaamse uitbater is ook nog bereid tot een
aangenaam gesprek over het project dat deze vroegere school in een fris ogend
hotel heeft omgetoverd. Als je eens in de buurt bent
Met
5 minuten vertraging komt de bus aanrijden. Het gaat behoorlijk snel naar
Gouvy: uiteindelijk blijft er maar een luttele minuut vertraging meer over. De
bus is wel een verrassing: het is ab6081-20, die eerder ingezet werd op het
pronkstuk van de Ardense lijnen, de 1011 van Liège naar Athus. De bus mag dan
wel wat ouder zijn, het comfort is nog altijd uitstekend. Maar het wordt geen
lange rit vandaag.
IR
116 komt ook uit Clervaux, en rijdt stipt. De 3008 speelt letterlijk met de 3
I10'en die deze trein lang is. Het is vrijdagavond en er zijn behoorlijk wat instappers
in de tussenstations. Om de zoveel jaren steken geruchten over een mogelijke
sluiting weer de kop op. Dat zou een moordpoging zijn op het openbaar vervoer
in een erg ruime regio. Deze lijn bedient nl. niet alleen weliswaar kleine
centra als Aywaille, Trois-Ponts en Vielsalm, ze is ook onmisbaar voor het
aansluitende busvervoer.
De
rit verloopt stipt tot Rivage. Daar is het even wachten voor we het station
kunnen binnenrijden. Snel wordt duidelijk wat er schort: we zitten achter de
5587 in vertraging aan. Stilaan worden we het gewend: met een directe trein achter
een stoptrein aansukkelen, van geel sein naar geel sein, en dan plots zelfs
even helemaal stilvallen. Het bilan luidt: +9 bij aankomst in Liège-Guillemins.
Gelukkig brengt dat de aansluiting (onze aansluiting, want er zijn er ook
andere) niet in gevaar.
Ook
de TB van de 540 heeft er zin in: we komen moeiteloos 5 minuten te vroeg in
Leuven aan. We zitten in het rijtuig van vanmorgen. De vraag waarom al die reizigers
per se naar de eerste drie tweedeklasrijtuigen willen doorschuiven, terwijl er
achteraan de trein letterlijk honderden vrije zitplaatsen zijn, zal wel altijd
onbeantwoord blijven.
Rest
ons nog een ritje met de stoptrein tot Halle. IC1940 heeft wat vertraging en
daardoor is het even aanschuiven bij de Y. Ruisbroek, maar zelfs dan is de
dienstregeling ruim genoeg om tegen een rustig gangetje naar Halle te sporen. Je
kunt het trouwens zo rustig doen, dat je uiteindelijk toch nog met een minuut
vertraging in Halle aankomt En we werden wel degelijk gecontroleerd tussen
Brussel en Halle.
Stilaan werd het tijd om de
volgende Hacowa te verkennen, en dat doen we dan ook vandaag: doel is het
Meetjesland. We stapten in totaal 28 km om er uiteindelijk 16 over te houden en
dat maakt duidelijk dat een en ander niet van een leien dakje liep. Daarvoor
liepen er net iets te veel veldwegen dood, hadden de boeren net iets te driftig
wegen afgesloten, en zelfs de NMBS had bij de modernisering van lijn 58 voor
een verschraling van het aanbod aan trage wegen gezorgd door het afsluiten van
overwegen. Daardoor waren zelfs de anders zo betrouwbare stafkaarten op
1:10.000 vaak onvolledig of onnauwkeurig. Maar kom, het resultaat mag er zijn,
al zeg ik het zelf, met als ankerpunten het bedreigde Kanaal van Schipdonk, het
domein Het Leen, de Lembeekse bossen en een prachtige voetweg langs het
Vaardeke die ons naar Lembeke Dorp bracht.Alles bij elkaar scoort de wandeling met een TWQ van 66 % zelfs behoorlijk hoog!
Zomergem is op weekdagen vlot
bereikbaar, en veel reserve moeten we dus niet inbouwen: als het fout loopt, is
er snel een alternatief. We mikken dan ook op de IR van 8:09, maar het wordt
weer een vroegere trein: de CR naar Leuven van 7:58. Die rijdt de hele weg stipt,
zonder dat hij eigenlijk ook maar even snelheid haalt. Stel 692 rijdt aan kop
van 3 klassieke stelletjes.
In Brussel-Zuid is snel
duidelijk dat het spitsuur vrij behoorlijk loopt; alleen als je ook bij de aankomsten
kijkt, merk je dat een flink aantal P-treinen toch met vertraging in
Brussel-Zuid zal aanspoelen. De IC naar Knokke en Blankenberge rijdt zo goed
als stipt. We komen zelfs nog te vroeg in Gent-Sint-Pieters aan. De TBG is
tevreden: ik hoor hem zeggen dat hij 28 reizigers in regel gesteld heeft!
Thuis heb ik het plannetje met
de nieuwe perronindeling in Gent afgedrukt, en dat bespaart ons veel zoekwerk.
De bus van lijn 65 (een gelede Van Hool) komt precies op tijd aanrijden. Het
gaat niet echt vlot in Gent, en dat resulteert in 4 minuten vertraging bij
aankomst in Zomergem. Onderweg passeren we de stelplaats van Zomergem, enfin,
dat veronderstel ik: bij het begin van de Dreef staan 2 bussen gestald. Eigenaardig
hoe weinig ik eigenlijk van deze regio ken.
Voor de terugrit hebben we
eigenlijk geen vast plan; we stappen veel meer dan voorzien of verwacht, maar
zo blijven we weg uit de drukste momenten met veel scholieren. In Lembeke is de
bus wat te vroeg, in Eeklo rijdt hij al
5 minuten te vroeg. Ons maakt het niet veel uit. De bus komt niet echt aan het
station: als je dat niet weet rijd je er nog verder van weg, richting Markt, en
als het dan echt op enkele minuten aankomt, kan het fout lopen. Eigenaardig
genoeg staat de halte Station wel in de dienstregelingen vermeld.
Ik moet nog biljetten kopen,
en vraag uitdrukkelijk 2 biljetten halve prijs met code 088. Dat is de fameuze
kaart 50 %, die binnenkort volledig tot het verleden zal behoren, tenzij de
NMBS in een vlaag van helderheid toch beslist om dat kleinood waarmee iedere
gebruiker best tevreden is, toch nog in stand te houden. Zoveel tevreden
gebruikers hebben ze nu ook alweer niet, dat ze deze groep ook nog eens tegen
de haren moeten instrijken. In Duitsland loopt er net nu een promotiecampagne
voor hun BahnCard.
De loketbediende zegt dat we
deze kaart binnenkort niet meer zullen kunnen hernieuwen. Aan zijn intonatie
merk je dat hij het net zo min begrijpt als wij. Ik ga er even op in: de NMBS
beweert dat er voldoende alternatieven zijn, opper ik en ik vraag meteen wat
hij als alternatief kan voorstellen voor deze reis. Hij kent er geen, alhoewel
de Railpass eventueel vanuit Eeklo al in aanmerking zou komen, nog niet
helemaal, maar kom. Hij haalt een argument aan dat de NMBS net ook voor de
halveprijskaart gebruikt: Railpass is een stevige investering, en je weet nooit
of je hem op krijgt. Dat geldt trouwens voor alle passen. De veralgemening van
een kaart 50 %, eventueel nog wat goedkoper voor jongeren en senioren, zou de
zaak meteen sterk vereenvoudigen. Wat ze in Duitsland, Nederland, Zwitserland
wel weten, dus.
Twee mw 41 staan al te
rochelen, en het valt op dat ook voor deze rit de TB zowat de hele weg erg voorzichtig
moet rijden om niet uit te lopen op zijn dienstregeling. Binnenrijden van Gent-Dampoort
zorgt echter voor 2 minuten vertraging, zodat het vanaf hier dan toch wat
sneller mag en moet. In Evergem vraag ik aan een puber of hij de deuren achter
zich wil sluiten, en hij antwoordt botweg: "Nee!" Ik heb echt zin om
hem een pak rammel te geven, maar dan sta ik morgen in de krant als agressieve
reiziger die zich vergrepen heeft aan een onschuldig jongetje van 14.
De aansluiting met de IC is
door de kleine vertraging wat krapper geworden, maar we hoeven ons toch niet
echt te haasten. Zelfs op deze septembermaandag zit deze trein vol
dagjesmensen, die van de kust nu naar huis terugkeren. Omdat de IR uit De Panne
wat vertraging heeft, kunnen we ook niet stipt vertrekken, en omdat we dan toch
bezig zijn, mag ook de L-trein naar Mechelen nog voor ons vertrekken. Die moet
onze reisweg namelijk kruisen van spoor 11 naar lijn 50. Resultaat is 5 minuten
vertraging, en daar blijven nog 3 minuten van over in Brussel-Zuid.
De IR naar Quévy is zowaar op
tijd, maar het gaat nergens op topsnelheid tot Halle, dat we 3 minuten later
dan voorzien bereiken. Wat er in de weg zat, is me niet duidelijk.
Eigenlijk deden onze treinen
het dus niet zo slecht vandaag. Maar die kleine vertragingen maken duidelijk
dat het niet echt vlot loopt. Altijd is er wel ergens een trein die de andere
hindert, een kruising die een hapering veroorzaakt, en dat al lang niet meer
alleen in de spits. Ik begrijp dan ook niet dat die roep om meer treinen niet
te stoppen valt: het lukt al niet meer met het huidige aanbod, wat moet dat
worden als nog meer (trage) CR's over de nochtans uitgebreide infrastructuur
geloodst moeten worden?
Foto's van de wandeling vind
je op: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/zomergem%20-%20lembeke%20hacowa%20102/
Het staat buiten kijf dat de
GR-Paden de referentie zijn als het om langeafstandswandelen gaat (en dat niet
alleen in België), maar er bestaan ook andere paden in lijn. Eén ervan is de
Transardense Route (of La Transardennaise), die La Roche met Bouillon verbindt.
Impliciet erkennen ze het meesterschap van de GR-paden, want ze gebruiken een
analoog systeem van bewegwijzeren, zij het met geel-wit i.p.v. rood-wit, en
vaak wordt ook de loop van een bestaand GR-Pad over langere afstand gevolgd. Vandaag
stappen we van La Roche naar Sprimont, met een in 2009 bij Roularta verschenen Nederlandstalige gids,
goed voor 22 km echt wandelplezier, door bossen en langs weiden, in een
onvervalst Ardennenlandschap, en voor 66 % van de tijd over Trage Wegen. Spijtig
genoeg staan in het boekje geen kaartjes, al zijn ze wel verkrijgbaar bij de
plaatselijke S.I.
Het begint met een flinke klim uit La Roche (kan het anders?), en daarna volgen
we een golvend tracé langs onooglijke dorpen als Hives, Cens en Wyompont, en
het schitterende Roumont. Sprimont is zelf niet meer dan een straat groot, en
we mogen van geluk spreken dat hier nog openbaar vervoer beschikbaar is, want
zelfs de halte Centre staat voor niet meer dan enkele huizen aan een hoofdweg.
We zijn eigenlijk voor de
P-trein van 6:55 gekomen, maar gewoontegetrouw zijn we goed op tijd, en dus
wordt het zijn voorganger uit Geraardsbergen. Die slaagt er zowaar in om een
kleine 3 minuten vertraging weg te rijden, zodat we uiteindelijk nog stipt in
Brussel-Zuid aankomen. Het blijven mijn favoriete treinen: P-treinen met M4,
goed materieel, rustig publiek, meestal voldoende plaats
In Brussel-Zuid nemen we
IC2107, beter gekend als IC91 - de Vauban. Stilaan wordt het duidelijk dat de
problemen na een kabeldiefstal in Schaarbeek erger worden. Voor ons zal het
zaak worden om door de NZV te geraken zonder al te veel averij op te lopen. Al
zie ik IR3906 al met 10 minuten vertraging Brussel-Zuid binnenrijden, en dat
voorspelt weinig goeds. In Brussel-Centraal hebben we 4 minuten, ondanks een
stipt vertrek in Brussel-Zuid, in Brussel-Noord kan ik al 6 minuten optekenen.
En verder: Schuman + 9, Brussel-Luxemburg + 7. Het gaat vlot tot net voor La
Hulpe, en vanaf daar rijden we als een soort omnibus, zonder dat we echt in de
tussenstations stoppen: het zal inderdaad wel de 3906 zijn die ons voorafgaat.
In Ottignies vertrekken we met 13 minuten vertraging, en dat is genoeg om de
aansluiting met de bus in Marloie in het gedrang te brengen (al hebben we daar
nog wel een alternatief via Melreux). Het is het klassieke verhaal van lijn 161
tijdens de ochtendspits. En je mag het klassiek noemen omdat het zich ook 40-50
jaar geleden al voordeed, al was er een langere periode tussenin dat het beter
ging. Maar zelfs met dit lange gesleepte stel, en de frequente vertragingszones
onderweg, slaagt de TB er met zijn 20'er in om de vertraging geleidelijk te
doen inkrimpen: Gembloux +11, Namur +10, Ciney +7 en die 7 minuten hadden we
ook nog in Marloie. Volle 2 minuten op overschot, de bushalte ligt een trap ver
van het perron.
Toch wel tot mijn verbazing
geeft Aribus geen wachttijd op. Wij halen dan wel met de vingers in onze neusgaten
de aansluiting met de bus die krek op tijd komt aanrijden, maar wie de situatie
weinig kent, vooraan in de trein zit en wat minder goed te been is, kan zijn
aansluiting vast vergeten. Ik maak me trouwens ook de bedenking dat de bussen
nog aansluiting geven op de treinen, maar dat er nog nauwelijks treinen zijn
die op aansluiting wachten. Vreemd wereldje, dat openbaar vervoer
De bus vertrekt dus op tijd en
het wordt een stipte rit met lijn 15 tot La Roche. Daar wordt die 15 een 13, en
die laatste brengt ons bij de halte Quai de l'Ourthe, vlak bij de Place du
Bronze, waar de geel-witte bewegwijzering begint.
Voor de terugrit hebben we op
schooldagen gelukkig een rit van Bastogne naar Marloie. Tijdens de vakantie
hadden we alleen een verbinding via Bastogne. We krijgen te maken met een fenomeen
dat voor ons redelijk nieuw is: ab4154 komt aangereden, en die bus zit
behoorlijk vol. Alle zitjes zijn mooi ingenomen, en een 15-tal jongeren staat
zelfs recht. Het is jaren geleden dat wij nog eens recht hebben moeten staan in
deze regionen, en dat blijft zo tot Champlon. Wat me opvalt is dat vele
scholieren (zo niet allemaal) de chauffeur bij het uitstappen groeten. Als er
iets is dat je de tak Luxembourg van de TEC kunt verwijten, dan is het wel dat
ze er zelden in slagen een realistische dienstregeling op te stellen. In
Sprimont rijdt onze bus al met 6 minuten vertraging, en die groeit tot 13
minuten, dat alleen met uitstappende en snelle klanten! Groot is dan ook onze
verbazing als die vertraging plots als sneeuw voor de zon begint weg te smelten:
in Marloie bedraagt ze nog 3 minuten! Niet dat het vandaag zo erg geweest zou
zijn als we onze aansluiting gemist hadden, want een klein half uur later was
er al opnieuw een trein naar Brussel: IC 90 stopt namelijk tijdelijk in Jemelle
en Marloie (zonder extra rittijd) om tijdens de werken in Jemelle het wegvallen
van een L-trein op te vangen.
Alhoewel de tv's geen
vertraging noteren voor de 2139 vertrekken we toch met 7 minuten. In Ottignies
zijn het er nog altijd 6, maar Brussel-Noord halen we uiteindelijk stipt: de
zegen van brede dienstregelingen, die zowel vanmorgen als vanavond hun nut
bewezen hebben, en dat meer wel doen dan niet. Over de rit valt voor de rest
weinig te zeggen: geen groepen meer - 't is weer voorbij, die mooie zomer -
geen Walibi's, en dus een rustige rit zonder meer.
In Brussel-Noord is het weer
van dattum: de IR 3141 rijdt met vertraging (is dit nog de nasleep van de kabeldiefstal?),
en we vertrekken met 10 minuten vertraging. IR 3940 (die we normaal hadden moeten
nemen) meldt zich trouwens al, maar ik ben er vrij gerust in dat de IR naar Kortrijk/Geraardsbergen
voor zal gaan. Niet dus. In Brussel-Zuid kunnen we zien hoe de IR naar Binche
stipt vertrekt, terwijl wij opgehouden worden. Eindscore in Halle: +16. Het
verbaast me minder en minder dat zo veel treinen met grote vertraging rijden,
want blijkbaar geeft men de voorkeur aan één stipte trein en één met veel
vertraging, boven 2 treinen met kleinere vertragingen. De toekomst van de NMBS-criticasters
ziet er met de dag rooskleuriger uit.