Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
27-10-2009
Moignelée - Franière (GR 412 E)
Ze draagt het nummer 412 en is daarmee de eerste GR in België waarvan
het nummer niet begint met 12 of 5. De "Sentier des Terrils" loopt
van Bernissart naar Blegny, en werd - zoals altijd - keurig voorgesteld in 2
topogidsen (Ouest en Est). Wij beginnen vandaag aan het oostelijke gedeelte, in
Moignelée, en willen 18 kilometer verder eindigen in Franière.
Routes die aan een bepaald concept opgehangen zijn - hier het volgen van
het hele Waalse steenkoolbekken - hebben soms de neiging om al te star aan dat
concept vast te willen houden: daardoor wordt de stapper soms wel eens geleid
langs paden en vooral wegen die niet bepaald het summum zijn van wandelgenot. Dat
is ook vandaag enigszins het geval.
De TWQ bedraagt 47 %, en dat is weinig voor een GR. Toch is het
duidelijk dat de ontwerpers hun uiterste best gedaan hebben om zoveel mogelijk
onverharde paadjes in hun traject te verwerken. Maar een tocht langs de
gekanaliseerde Samber loopt niet echt door de ongerepte natuur en de
voortdurende aanwezigheid van de industrie en het bijhorende lawaai van
fabrieken en wegen is niet bepaald de ideale achtergrond voor een GR.
Toch kom je ook langs stukjes die er best mogen zijn: wandelen aan de
voet van de terril van de oude mijn van Sainte-Eugénie door het Bois du
Chesselet, een stukje Oude Samber, een prachtige weg door het Bois Roly, net
voor Franière, een overweldigend vergezicht als je uit dat Bois Roly komt: het
zijn evenveel verrassende punten langs deze speciale GR. De kleuren en de
geuren van de herfst zorgen voor extra toetsen.
De verplaatsing:
Halle - Mons 3728 7:17 7:51 +5 (526)
Mons - Tamines 3829 8:00 8:48 stipt (815)
Tamines - Moignelée bus 58 9:01 9:09 zie verder
Franière - La Louvière-Sud 3814 14:56 15:45 +10 (815)
La Louvière-Sud - Halle 3916 16:34 17:08 +2 (813)
De commentaar:
Van Halle naar Tamines, ik
zou meteen aan een verbinding via Namur of Charleroi denken, maar het kan de
laatste jaren altijd net iets sneller via Mons. Dat doen we ook vandaag, net als voor een
vorige tocht naar Floreffe.
IR 3728 bestaat uit 2 ms 96;
vanaf Soignies komen enkele scholieren ons en enkele medereizigers in eerste
klasse vervoegen: ze willen goed uitgerust aan alweer een vermoeiende schooldag
beginnen. Ik heb dan altijd de neiging om even te verifiëren of tweede klasse echt vol zit - dat is meteen het enige voordeel
van de wel erg open structuur van deze stellen. Nee dus, er blijven minstens 20
plaatsen vrij, maar natuurlijk kun je niet altijd dicht bij je vriendjes
zitten. Het is een van die treinen zonder TBG, ook. We horen 2 aankondigingen
en af en toe een ver fluitsignaal, maar controle komt er niet.
Vanaf Jurbise begint de trein
vertraging te maken, en we staan zelfs volledig stil voor Mons. We hebben uiteindelijk
5 minuten vertraging; de smalle trappen en de drukte maken dat onze IR naar
Jambes al binnen staat, maar echt in gevaar komt de aansluiting niet.
Deze IR doet het goed: tot
Tamines zal hij zo goed als op tijd rijden. Controle komt er pas na Charleroi.
De TBG slaagt er niet in om de afkeer voor mijn biljet, nog maar eens gekoppeld
aan het rijksregisternummer, te onderdrukken. Veel meer dan wat prutsen lijkt
hij niet te doen: ik zal nooit weten of het deze keer wel gelukt is, want ik
krijg mijn pasje zonder veel commentaar terug.
In Charleroi-Sud staat de IC
uit Brussel voor het station te wachten. Hij zal pas aan het perron tot
stilstand komen, als wij vertrekken. Lang geleden was er een reglement dat
stipuleerde dat een aansluiting verzekerd moest worden tussen 2 treinen die
zich binnen de actieradius van een seinhuis bevonden. Vandaag kun je maar beter
niet meer rekenen op dergelijke evidente aansluitingen.
Van de planner van de TEC
weet ik dat lijn 58 naar Moignelée (een erg recente uitbreiding trouwens)
vertrekt van Quai C. We hebben 13 minuten aansluitingstijd, en echt in paniek
slaan we niet, als we alleen maar een Quai A en Quai B vinden. Van een
plannetje is er geen sprake; de loketbediende van de NMBS weet nergens van.
(Hoe is het mogelijk dat je NIKS weet van de bussen die voor je eigens station vertrekken?
Enfin, hij weet alleen dat ze een beetje van overal vertrekken.) Om een verhaal
van 13 minuten kort te maken: we zien de bus voor onze neus vertrekken, als we
eindelijk ook Quai C en Quai D ontdekt hebben. En de bussen rijden hier dan wel
om het half uur, maar we besluiten om er de kleine 2 kilometer tot Moignelée
Place dan maar te voet bij te doen. Het is toch ongelooflijk dat je hier
nergens een overzichtsplan krijgt: voor ons was het jaren geleden dat we nog in
Tamines overgestapt waren, en de toestand is echt wel een beetje
onoverzichtelijk. De bus uit Moignelée kun je trouwens zowel aan Quai C als aan
Quai B nemen. Het is een chauffeur van zo'n bus die ons op het rechte pad gezet
heeft, weliswaar net te laat. Ik vermoed dat het samenkomen van de TEC-Namur en
de TEC-Charleroi aan de basis van het probleem ligt: voor die uitgemaakt hebben
wie hier een bordje moet hangen, zijn we alweer een kleine eeuw verder.
In Franière is een deel van
het station uitgebrand. Ik google wat, maar blijkbaar is de brand aan de
aandacht van de pers ontsnapt. Zitbanken op het perron zijn er niet, alleen
twee bankjes in een onfris ruikend wachthuisje. Het wachtcomfort is hier dan
ook zo goed als onbestaande, al kan de luifel van het statige stationsgebouw
wel voor enig soelaas zorgen. De trein rijdt met 10 minuten vertraging. Er is
dan wel een geluidsinstallatie, maar die blijft zwijgen. Ook achteraf - in de
trein - blijft het raden naar de oorzaak van de vertraging. Toen we eerder in
het jaar uit Floreffe kwamen, had de trein ook wat vertraging: die slonk toen
vrij snel tot een aanvaardbare proportie, zodat we onze aansluiting in Mons
toch haalden. Vandaag is het al snel duidelijk dat er van vertraging inlopen
geen sprake is. Even stijgt de vertraging zelfs zonder aanwijsbare reden tot 11
minuten, en ook de buffertijd in Charleroi helpt ons niet vooruit. We besluiten
dan ook in La Louvière-Sud over te stappen: zo reduceren we onze uiteindelijke vertraging
in Halle tot een half uur.
We hebben geen biljetten voor
de terugreis, Franière heeft al lang geen loket meer, en ik probeer echt om de
TBG er attent op te maken dat we nog een biljet willen; maar de trein (een
klassiek stel en het vierledige stel van de voormiddag) is blijkbaar te lang om
daar een keer door te lopen, en we komen dus in La Louvière-Sud, waar we ons alsnog
in regel zullen stellen. In het vierledige stel lijkt een volledig stel
gereserveerd, maar dat blijkt van de heenreis te zijn. De TBG heeft dus niet
eens de moeite genomen om de stickers te verwijderen; weet hij eigenlijk wel
dat dit vierledig stel ook tot zijn trein behoort?
Aan het loket krijgen we
eerst tweedeklasbiljetten toegeschoven, maar dat foutje is snel hersteld. Het
stationsbuffet is rookvrij en ziet er fris uit. Waarom kan hier wat niet in
zoveel andere buffetten kan; vroeg of laat worden ze toch rookvrij!
In de IR 3916 krijgen we wel
snel controle; dit is duidelijk een TBG die regelmatig door zijn trein loopt,
ook al bestaat die uit 2 vierledige stellen. We komen in Halle aan met 2
minuten vertraging; er moet snel gereden worden tussen Braine-le-Comte en Halle
om op tijd te blijven, en dat lukt niet altijd.
Thuis lezen en horen we dat
er volgende week gestaakt wordt. Omdat er problemen zijn bij B-Cargo, zal ook
het reizigersverkeer stilvallen. Anders loop je als vakbond inderdaad het
risico dat te veel goederentreinen toch rijden, want dan blijven de seinhuizen
functioneren. Ik begrijp alleen niet hoe sommige personeelsleden kunnen staken.
Minder dan wat enkelen hier vandaag geëtaleerd hebben, kun je toch niet doen,
zelfs niet als je thuis blijft? Tenzij men nu al volop bezig is met het organiseren
van kaartwedstrijden, gesponsord door de NMBS en dus de belastingbetaler.
Elke
rechtgeaarde stapper huivert ongetwijfeld als hij er de topografische kaarten
van Schilde en Schoten bijneemt, want de bruine spikkels van de eindeloze
reeksen villa's doen vaak eerder aan een stads- dan aan een wandelgebied
denken. En toch is de moedige ziel die de wandeling van vandaag in 1992
ontwierp voor het tijdschrift van Vakantiegenoegens erin geslaagd een meer dan
behoorlijk tracé af te leveren, langs mooie en minder mooie kastelen, en vooral
langs flink veel onverharde wegen (TWQ van 63 %), die het in dit gebied tussen
stad en platteland blijkbaar erg gemakkelijk hebben om te overleven, als er
geen kast van een huis overheen gezet wordt, uiteraard.
Voeg hier
nog een stevige scheut beginnend herfstaroma aan toe, en je weet dat we vandaag
een aangename wandeling van iets meer dan 10 km gestapt hebben.
We moeten
vrij vroeg terug zijn, en dus moeten we ook relatief vroeg vertrekken. We
kunnen rechtstreeks naar Antwerpen en dat doen we dus ook, met de IR 3106. De
trein rijdt merkwaardig stipt over het hele traject; zelfs de klip van de NZV
wordt zonder problemen genomen. We zitten helemaal vooraan, en daar wordt het
na Brussel erg rustig. Toch is het nog even wennen aan perrons vol schoolgaande
jeugd; nog niet zo lang geleden lag het zwaartepunt van onze activiteiten in de
schoolvakanties. In Antwerpen-Centraal lijkt een Benelux naar Amsterdam alweer
problemen te hebben
We hebben
bijna een half uur om tot het Rooseveltplein te stappen, dat stilaan toch wel
uit zijn voegen aan het barsten is. Op perron 32 komen nogal wat bussen hun
klanten afzetten, maar "onze" 610 is daar voorlopig nog niet bij. Wel
komt er een 620 aangereden, die een kwartier ná de 610 moet vertrekken en dus
lelijk in de weg staat. Dit zal wel vaker gebeuren in dit busstation dat voor
de onervaren busgebruiker toch wel een echt labyrint moet zijn. Maar kom, de
620 rijdt een blokje om, en de 610 kan zo goed als op tijd vertrekken. De rit
zou trouwens waarschijnlijk ook vrij vlot verlopen zijn, als er geen geopende
brug over de Schotenvaart geweest zou zijn. Het resultaat is 7 minuten
vertraging.
De terugrit
begint al meteen met 8 minuten vertraging, typisch verschijnsel na de
woensdagmiddagspits. Dat is hier in het Antwerpse niet anders. Uiteindelijk
bereiken we de Rooseveltplots met 14 minuten vertraging: er is vrijwel geen
halte waar de bus niet moet stoppen, en met de eindeloze reeks verkeerslichten
erbovenop, verloopt het niet vlot. Ik vraag me af of één Lange Wapper wel zal
volstaan om deze stad van de verzanding te redden.
Erg veel
tijd hebben we dus niet meer om naar het Centraal Station te wandelen: je moet
toch wel op zo'n 10 minuten rekenen. Gelukkig rijdt de bus naar een voor ons
gunstig gelegen vertrekperron.
De
Beneluxtrein staat zelfs enkele minuten te vroeg in Antwerpen-Centraal. Vooraan
hangt een rode NS-Traxx. Het vooruitzicht op een rit zonder al te veel stops is
opbeurend; we hebben al genoeg zogenaamde IC's rijden die op veredelde
stoptreinen rijden. Ook deze rit verloopt zonder veel problemen.
Als ik de
Nederlandse treinwachter mijn identiteitskaart overhandig, zegt-ie: "Spannend!"
Maar hij moet wachten tot zijn Belgische collega langskomt, want alleen die kan
onze biljetten controleren. Verder dan mijn biljet komt de brave man niet, en
hij vermoedt zelfs dat het biljet van mijn vrouw niet aan mijn
rijksregisternummer gekoppeld kan zijn. Maar ik kom blijkbaar nogal overtuigend
over: ik weet ten slotte perfect wat ik vanmorgen heb aangekocht. Ik heb voor
het eerst de mail niet geprint, omdat het eigenlijk toch maar al te gek zou
zijn, dat je dat telkens opnieuw moet doen. (Thuis stuur ik trouwens een mail
naar de NMBS, en ik krijg bijzonder snel antwoord dat met mijn biljetten alles
OK is, en dat het waarschijnlijk de TBG is die een foutje gemaakt heeft.)
Overstap in
Brussel-Centraal dus (en dat is lang geleden!) omdat de Benelux niet stopt in
Brussel-Noord. We hebben net genoeg tijd om even op verkenning te gaan, en het
moet gezegd: er heeft zich hier een merkwaardige metamorfose voltrokken, die
zich dan toch vooral boven de sporen situeert.
Ook de IR
naar Quévy rijdt stipt. En we krijgen opnieuw controle. Deze TBG is wat minder
spraakzaam, en eigenlijk weet ik dus niet echt of het deze keer wel werkt. We
krijgen in elk geval de I-kaart terug met een brede glimlach en een stevig
dankuwel.
Vandaag
waren het dus de bussen die het wat lieten afweten, zij het zonder veel erg. De
NMBS toonde zich dan weer van zijn beste kant. Hoe zalig kan reizen per trein
zijn, als alles op wieltjes loopt. En doet het dat niet altijd?