Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
26-06-2011
26 juni 2011 (Stavelot - Vielsalm langs GR5)
GR 5 is een
van die GR's die tot de verbeelding spreken van trekkers die eens graag een
groot project op poten zetten, zoals stappen van Nederland tot de Middellandse
Zee. Wij houden het nog altijd - en dat zal wel zo blijven - bij
kleinschaligheid, en vandaag vullen we dat in met een dikke 17 km tussen
Stavelot en Vielsalm, weliswaar langs de ouderdomsdeken van de Belgische GR's:
de 5!
Stavelot
ben je uit voor je het weet, ondanks de reusachtige brocante die daar vandaag
georganiseerd wordt. En dan begint een lange, min of meer rechtlijnige tocht,
met de nadruk op stevige stukken bos, met af en toe indrukwekkende doorkijkjes
naar het vaak schitterende landschap. De zon is trouwens van in het begin van
de partij, en de zichtbaarheid is goed, zodat we vaak vergast worden op panorama's
die illustreren met hoeveel tinten groen de natuur zijn plaatjes schept.
De TWQ
bedraagt 66 %, hoofdzakelijk boswegen. Alleen in het begin en op het einde, en
even bij Logbiermé, het enige stukje bewoning dat we op de tocht doorkruisen,
is het beton nadrukkelijk aanwezig, voor de rest wordt het hele gamma van trage
wegen bespeeld.
Het is al erg lang geleden dat we er nog eens op zondag op
uit getrokken zijn, maar met een reeks onwandelbare dagen in het verschiet (te
heet, te onweerachtig, te zwoel, te nat) hebben we weinig keuze. Gelukkig kun
je bepaalde regio's ook op zondag nog vrij makkelijk bereiken.
Vandaag begint voor de NMBS de toeristische periode, en dat
verklaart waarom IC1906 nu eens geen voor deze verbinding zo karakteristiek
trek-en-duwstel met M4 heeft. Twee ms 96 hebben de wacht overgenomen: ze zullen
straks uit Schaarbeek naar Oostende sporen, via Tournai en Kortrijk. De rit
verloopt snel en stipt, precies wat je verwacht op een zondagmorgen.
Ook de IC naar Eupen zal zo goed als stipt rijden, en dat is
niet bepaald inspirerend als je over je treinritten een tekstje wil schrijven.
In Liège staat de ICT 6949 naar Jemelle op zijn eerste
rijdag al meteen met 11 minuten vertraging aangekondigd. Die zou onze IR wel
eens in de weg kunnen zitten, maar als de vertraging groeit tot 16 minuten, is
het duidelijk dat men hem opoffert om de stiptheid van de IR naar Luxemburg te
vrijwaren. En inderdaad, de IR zal eerst komen, onmiddellijk gevolgd door de
ICT. (Waar komt zo'n vertraging nu eigenlijk vandaan? Vergeten dat de
toeristische periode begon? Vergeten dat men materieel moest voorzien? Druk
reizigersverkeer, zoals Railtime ons probeert wijs te maken?)
De IR naar Luxemburg bestaat uit 3 I10. Uit de aard van het
publiek dat op het perron staat te wachten kun je meteen het belang van een
trekpleister als Plopsacoo afleiden. Gelukkig heeft de NMBS destijds niet besloten
om die halte te sluiten. In Coo zullen zowat 80 reizigers het buitenbeentje
onder de pretparken opzoeken. De rit verloopt stipt vanaf Angleur ondanks 2
minuten vertraging bij vertrek uit Liège-Guillemins. Het buitenrijden van de
spoorwegtempel gebeurt nu veel vlotter dan vroeger, maar de rittijd is dezelfde
gebleven. Vandaar Het station van Trois-Ponts is vandaag een onbemande halte.
Wie denkt dat gesloten loketten niet samen hoeven te gaan met gesloten
wachtzalen komt hier bedrogen uit, al is het weer niet van die aard dat je
binnen wil zitten. Ik las onlangs een lezersbrief in een Britse krant, van
iemand die ook vond dat reizen per trein de voorbije tientallen jaren vooral
minder een belevenis is geworden: geen restauratie in de trein, geen kruiers
meer, geen afzonderlijke rijtuigen meer waar je je bagage kwijt kunt, hij vermeldde
nog wel enkele andere dingen. Wij mogen daar gerust het verdwijnen van min of
meer comfortabele wachtaccommodatie aan toevoegen.
In Trois-Ponts valt nog geen bus te bespeuren. Die komt pas
tegen het vertrekuur aan rijden. Opvallend veel reizigers stappen in op weg
naar Stavelot, dat in feeststemming verkeert. Dat zal ook wel de oorzaak zijn
van de 6 minuten vertraging van de heenrit, en van de 4 minuten vertraging van
onze rit. Lijn 745 heette vroeger 45a. Ze verving inderdaad spoorlijn 45, omdat
(in die tijd alleen) heren die het konden weten, wisten dat stadjes als Stavelot en Malmedy geen treinverbinding
meer nodig hadden.
Vielsalm heeft sinds ons laatste bezoek een serieuze
metamorfose ondergaan: een spoor is dan wel verdwenen, de beide resterende
sporen kunnen nu bogen op verhoogde perrons (hoger dan in Halle!), en alles
ziet er kraaknet uit. De wachthuisjes ontbreken nog. Het is trouwens behoorlijk
warm op de schaduwloze perrons.
Voor de terugrit is een vierde rijtuig aangekoppeld. Blijkbaar
is dit de terugrit van IR 115, en met reserveringen en Plopsadrukte was dat
vierde rijtuig geen overbodige luxe, kan ik uit een gesprek van de TBG met een
habitué afleiden. Ook deze rit zal voorspoedig verlopen, al wordt het stilaan
warm in deze aircoloze I10. De geopende raampjes zorgen voor een helse drukte,
zeker in de vele tunnels op het traject. Maar ik blijf van deze rijtuigen houden,
ook en misschien nog meer na één van de best geslaagde renovaties van de
voorbije jaren. Alleen tussen Poulseur en Angleur gaat het even minder vlot:
dat verklaart de 3 minuten vertraging in Liège.
Voor de IC naar Oostende staat behoorlijk wat volk te
wachten. Een onderstationschef getroost zich zowaar de moeite om luidkeels aan
te geven waar de eersteklasrijtuigen zullen stoppen. Sommige reizigers schuiven
op naar betere oorden, andere blijven staan of zitten waar ze staan of zitten. Voorlopig
komt alleen nog maar in de krant wanneer bonobo's of chimpansees weer iets
nieuws geleerd hebben, er komt ongetwijfeld nog een tijd dat de krant zal signaleren
dat een specimen van die primatensoort zonder haar weer wat nieuws geleerd
heeft. Het werd dus weer drummen om via de eersteklasrijtuigen naar tweede door
te schuiven, en zelfs dan zal een snelle TBG nog enkele onverlaten tot verhuizen
moeten aanzetten. Voor de rest is dit een typisch zondags reisgezelschap: wat
binnen- en buitenlandse toeristen, hier en daar een stel oudjes, een
spoorwegfamilie en wie weet: een cadeaubiljet. Een familie (die we ook
vanmorgen al gezien hadden) maakt de reis Brussel-Noord - Coo en terug zelfs
met een weekendbiljet. Echt rustig is het dus niet, maar het valt allemaal toch
nog best mee.
In Ans staan we even stil om de IC uit Knokke/Blankenberge
door te laten, maar zelfs dat belet niet dat de initiële vertraging van 4
minuten in Leuven al gereduceerd is tot 2 minuten (en 1 bij vertrek).
Deze IC naar Moeskroen bestaat wel uit de vertrouwde
M4-rijtuigen. Na de koelte van de I11'en is het weer even wennen aan de warmte
en het lawaai van deze ondertussen meer dan 30 jaar oude rijtuigen, die voor
mijn part gerust nog vele jaren mogen blijven rijden. De rit Brussel-Zuid -
Halle wordt in minder dan 8 minuten gereden. Thuis heeft de maximumthermometer
afgeklokt op 25.6°: dat is nog net niet te veel om van een uitstap als die van
vandaag een deugddoende bezigheid te maken.
Maar kijk alvast ook eens naar deze foto's , met een
bebloemde Amblève, een karakteristiek beeld, en de Luxemburgse loc 3010 met IR
119 Liers - Luxemburg in het nu erg mooi en praktisch ogende station van
Vielsalm.
Het moest
er eigenlijk nog eens van komen, zo een dagje treinen voor de pret. Zoals
altijd had ik wel een elftal ritten klaarliggen, waarmee ik uiteindelijk het
hele net kan verkennen, en het cadeaubiljet dat een gunstige WNW-wind in mijn
richting blies, slaagde er uiteindelijk in om me de stap te doen zetten, waar
ik de laatste maanden niet meer toe kwam: goed voorbereid aan de start komen en
dan een hele dag genieten.
Het leek
allemaal erg goed te beginnen in Halle vanmorgen: zowat alles reed op tijd,
zelfs de IR naar Binche liet niet meer dan 7 minuten optekenen. En ook mijn P
annex IR naar Antwerpen-Centraal reed vlot naar Brussel-Zuid. Blijkbaar
speelden de zenuwen me toch wel wat parten, want ik vergat het locomotiefnummer
te noteren. Als iemand me kan helpen: graag!
In
Brussel-Zuid zag de spits er uit zoals meestal: geen echt debacle, maar toch
wel wat vertragingen. Vooral het Thalysverkeer, dat ik op de voet kon volgen
omdat de IC naar Maastricht van spoor 5 vertrekt, leek het lastig te hebben.
Als om 8:24 - het vertrekuur van de Maastrichter - een Thalys het spoor 5 komt
bezetten, is er even paniek. Maar de tv-schermen houden koppig vol dat de IC
van spoor 5 zal vertrekken, zij het met 5 minuten vertraging. Ondoenbaar, lijkt
me, en dat wordt snel bevestigd: de IC zal van spoor 12 vertrekken. Het is een
lang stel van 12 I11-rijtuigen dat ik bij het binnenrijden van het Zuidstation
al zien staan had. Al snel wordt duidelijk dat de helft van de rijtuigen
gesloten is. Zoals eerder gezegd is dat een probaat middel om vertragingen te
creëren. Zowel in Centraal als in Noord duurt het een tijdje voor iedereen
ingestapt is. Dat de eerste toegankelijke rijtuigen dan ook nog de 3
eersteklasrijtuigen van deze trein zijn, maakt een en ander nog erger, want
niet iedereen stapt zo maar in een eersteklasrijtuig in. We vertrekken in
Brussel-Zuid met 4 minuten vertraging, en het gewone getreuzel in de NZV is
goed voor een verdubbeling van deze vertraging in Brussel-Noord. En alhoewel de
rit op het eerste gezicht vlot verloopt (behalve tussen Brussel-Noord en Schaarbeek)
komen daar nog 2 minuutjes bij tijdens de non-stoprit naar Liège. In Leuven
wordt de IC naar Knokke/Blankenberge opgehouden, om onze IC vrije doorvaart te
verlenen.
Met 10
minuten vertraging is er nog geen man overboord, maar net voorbij OW 15 (en dus
net voor Cheratte) krijgen we een stop na een onmiskenbare noodremming. Het
duurt even voor we te horen krijgen wat er aan de hand is, maar het moet
gezegd: deze TBG's doen hun best. Blijkbaar is de TB serieus uit zijn lood
geslagen omdat hij ei zo na iemand aangereden heeft. Verder rijden wil of kan
hij niet meer, en dus moet een aflos opgetrommeld worden. Eerst ziet het er
naar uit dat die met de volgende IC komt, maar uiteindelijk zal een taxi de
aflosser brengen.
Wie de
persoon in de sporen was, is niet duidelijk. Maar als we na lange tijd opnieuw
beginnen te rijden, blijkt er een Infrabelploeg aanwezig te zijn - wij rijden
trouwens op tegenspoor. Het zou dus wel eens één van hen geweest kunnen zijn,
die vandaag enigszins opgelucht naar huis zal kunnen gaan. Maar toch voor alle
duidelijkheid: langs dit deel van lijn 40, waar genoeg zwerf- en ander vuil
ligt om een respectabel containerpark mee te vullen, zie je ongeveer op de plek
waar de noodstop gebeurd moet zijn, een onofficieel paadje dat haaks over de
sporen lijkt te gaan, en dat zal wel geen ontsnappingsroute zijn van vossen en
andere vuilnisbakdieren die zich hier aan het vele beschikbare lekkers te goed
komen doen.
Het verhaal
laat zich voor de rest als volgt samen vatten: eerst wordt meegedeeld dat onze
trein (volgens de tang van een TBG de 468, maar in werkelijkheid de 458) tot
Visé beperkt zal blijven, en dat reizigers voor Maastricht daar zullen kunnen overstappen
op de IC die meteen na de onze in Visé zal aankomen. Maar dat is te
optimistisch: uiteindelijk zal de volgende IC beperkt blijven tot
Liège-Guillemins, en zullen de reizigers met de bus naar Maastricht gebracht
worden. Hoe al die reizigers in een bus moeten, is me niet duidelijk. Ik zal
onmiddellijk terugkeren naar Liège, en ga er maar van uit dat ik in de 482 zit,
al is de terugrit van de 458 eigenlijk de 481. We vertrekken in Visé met 4
minuten vertraging, maar uiteindelijk worden dat er 12 in Liège. Wie denkt dat
het nu wel vlot naar Brussel zal gaan, is er aan voor de moeite: gezien de
grote vertraging wordt de trein beperkt tot Liège, en de reizigers voor Brussel
moeten overstappen op de IC naar Oostende, die trouwens niet lang op zich laat
wachten.
Ik heb een
verkenning gepland van de lijnen ten oosten van Liège, maar Eupen kan ik maar
beter laten vallen. Zo pik ik opnieuw in op mijn oorspronkelijke plan, al zal
ik het heen-en-terugje naar Eupen (en Dolhain) moeten schrappen.
Dan gaat
het even beter: Liège - Verviers verloopt zowaar vlot, ondanks de lange werf
die zich hier uitstrekt van pakweg Trooz tot Pepinster: de meeste bruggen over
de Vesder en de tunnels krijgen hier een grondige beurt. Dat houdt enkelspoor
in over deze kilometerlange sectie. De laatste jaren heeft men hier voortdurend
de dienstregeling aan steeds nieuwe werven aangepast, en dat is ook nu weer
voor enkele maanden het geval. Het grootste slachtoffer hiervan is nog maar
eens de IR naar Aachen.
De
heen-en-terugrit naar Spa-Géronstère is er een zonder verhaal, al is het mijn
maidentrip met breaks over deze lijn. Breaks gaan hier duidelijk vlotter door
de vaak hoekige bochten, waar klassieke stellen wel eens last mee hebben.
Bovendien is het ms 301, en het is nu eenmaal zo dat het ABD-deel over net iets
betere onderstellen beschikt dan de seriebreaks.
Met elke
doortocht lijkt het station van Spa te krimpen. Hopelijk slaagt men erin om een
of andere spoorwegfanaat ver genoeg te krijgen om het gebouw te kopen, want
anders wordt het hier ongetwijfeld ook "I love the sound of breaking
glass".
De pièce de
résistance voor vandaag moet de marathon Liège - Tournai via Brussel worden met
IC 2436 die vanaf Brussel P 8520 wordt. Tussen Brussel en Mons spreken
kwatongen van de Di-Rupo-express, maar dat neemt niet weg dat ook deze trein
vandaag met vertraging zal rijden.
En ik maar
vrezen dat de aansluiting tussen IC 537 en IC 2436 wel eens fout zou kunnen
lopen: bij aankomst in Liège staat de 2436 al met 11 minuten vertraging
aangekondigd, en dat wordt een vol kwartier bij vertrek in Liège. Daar bega ik
een blunder van formaat: net na de loc hangt een AD-eersteklasserijtuig, maar
in plaats van even een spurtje naar voren te wagen, kies ik voor een A-rijtuig
midden in de trein, met in mijn achterhoofd de idee dat het met de bezetting
van deze trein wel mee zal vallen. Mijn luiheid zal onverbiddelijk afgestraft
worden.
Erg vlot
komt zo'n samenstelling van een 21 met 10 M4 niet op snelheid. Zonder speciaal
oponthoud gaat er nauwelijks iets van de vertraging af: in Namur is ze zelfs al
opgelopen tot 18 minuten. Brussel-Noord zullen we uiteindelijk met 17 minuten
vertraging buiten rijden. Tot dan is het een rustige rit geweest, tegen de
achtergrond van fikse plensbuien en schitterende cumulonimbi, vooral in de
buurt van Gembloux.
Maar vanaf
Brussel-Zuid is het hek van de dam. Blijkbaar is de IR naar Quévy afgeschaft
(een 27 met M6-rijtuigen, gelukkig zal dat allemaal verleden tijd zijn als we
eenmaal over modern materieel kunnen beschikken, haha!). Voor ik het weet word
ik in mijn rustige nestje omsingeld door uitgeweken tweedeklasreizigers die er
duidelijk schik in hebben: luid geeuwen met open mond, voeten op de bank, luide
onzin spuiend Voor mijn jeugdige lezertjes gaan steigeren, een van de dames
gaat er prat op dat ze al 23 jaar een veel te duur abonnement betaalt, en dat
ze dus wel eens in eerste mag komen zitten.En voor de anderen steigeren: ik wil hier absoluut niet suggereren dat
dit gedrag typisch is voor tweedeklasreizigers; misschien is een van de
voordelen van eerste klas wel dat je wat verder van elkaar zit. De vijf zijn
het roerend met elkaar eens. En met hun cadeaubiljet trekken ze wel eens naar
zee. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ze dat doen op een dag dat de
eersteklasfadelingen van de kusttreinen uitpuilen van de cadeaubiljetten, zodat
het ook voor hen eens duidelijk wordt dat het niet prettig is als je met je
eersteklasbiljet niet meer krijgt dan met een tweedeklasbiljet. Overigens zit
het er dik in dat het op hete zomerdagen dit jaar in eerste klas ook niet te
pruimen is
Tot
overmaat van ramp valt ook mijn directe rit naar Mons in het water. Dankzij de
vertraging kan P8520 perfect in de plaats van de IR naar Quévy rijden, en dat
betekent extra stops in Braine-Le-Comte, Soignies en Jurbise. Net voor Mons
komt de TBG langs: ze zou ongetwijfeld hoog scoren in een wedstrijd voor Miss
NMBS, maar gezag moet je uitstralen of afdwingen. Zij doet geen van beide. Haar
verzoek aan mijn directe omgeving om toch maar in tweede te gaan zitten, zijn
dan ook woorden in de wind. Het zal tot Saint-Ghislain duren voor de rust is
teruggekeerd, maar dan is die ook zo goed als compleet. Ik moet nog even naar
het toilet: ik stort mijn bijdrage in een overvol WC - doortrekken is niet
meteen aangewezen.
Hoeft het
gezegd dat de vertraging ondertussen nog is toegenomen? In Mons bedraagt die al
26 minuten, en daar zal niets meer af gaan tot Tournai, waar ik dus mijn
aansluiting met de IC naar Schaarbeek niet eens meer kan nawuiven.
Voordeel is
dat ik nu rechtstreeks naar Halle kan, een half uur later dan voordien, in een
rustige break (met Miss NMBS , die dus ook haar aansluiting gemist heeft, in de
onmiddellijke nabijheid), maar waarvan een rolgordijn (van de break) danig
toegetakeld is. Het gaat allemaal vlot tot Halle: het landschap is schitterend
in de avondzon, met cumuluswolken die altijd maar kleiner lijken te worden.
Toch stel ik me na vandaag de vraag of dit wel de aangewezen manier is voor de
NMBS om de pil voor de moegetergde reiziger enigszins te vergulden. Tegen beter
weten in speel ik met de idee dat dit wel eens de laatste keer zou kunnen geweest
zijn dat ik nog voor de lol met de
trein gaan reizen ben.
Tussen
Kemmel en Wulvergem lopen GR5A en GR128 netjes samen. Vandaag stappen we over
beide GR's verder over het gemeenschappelijke deel van Wulvergem tot de
Palingbeek, waar ze uit elkaar gaan om elkaar opnieuw te treffen in de buurt
van Dendermonde en Aalst. Dan gaat het resoluut over GR 128 tot Zillebeke. (Ik
heb altijd een beetje een naar gevoel bij die samenlopende GR's, omdat ik wel
eens durf denken dat er maar één waardevol tracé uit te tekenen is, en dat is
in bepaalde regio's ook ongetwijfeld het geval.)
Maar over
de ongeveer 16 km van vandaag hoor je ons niet zeuren: men is erin geslaagd
flink wat onverharde wegen met elkaar te combineren, wat tot een TWQ van 62%
leidt. Bovendien blijft de leergierige stapper evenmin op zijn honger zitten:
the Pool of Peace, Wijtschate, Hill 60, overal komt die goed aan zijn trekken,
en zeker als je de tijd neemt om de niet opdringerige informatie onderweg te
lezen. Een aangenaam dagje stappen werd het dus, in dit zacht golvend gebied,
met de wat prominentere Kemmelberg op de achtergrond, en de torens van Ieper op
de voorgrond.
Destijds
reed hier een trammetje tussen Ieper en Warneton, dat ook Wijtschate bediende. Eigenlijk takte het in Kemmel af van de lijn Ieper - Nieuwkerke. Het werd al gesloten voor reizigers in 1936, en voor goederen in 1938. Geen wonder dus dat we er geen sporen meer van gevonden hebben. Helemaal op het einde van onze
tocht kruisten we lijn 69 Poperinge - Kortrijk, ter hoogte van Hill 60. Deze
heuvel was in WOI strategisch belangrijk genoeg om er een stevig robbertje voor
te vechten. Eigenaardig genoeg is de top van de heuvel kunstmatig: toen de
bedding van lijn 69 uitgegraven werd, wist men blijkbaar niet goed wat men met
de uitgegraven aarde moest aanvangen. En dus werd die gewoon naast de spoorweg
op de heuvel gedeponeerd. Waarschijnlijk zou ook zonder dat extraatje voor de
verovering van deze plek gevochten zijn. Ze kunnen het niet laten
Zillebeke -
Ieper [89] 16:22 16:34 +5 (ab 5501-39; Jonckheere Transit 2000 van Gruson
Autobus)
Ieper -
Brussel-Zuid 2317 17:39 19:19 stipt (415)
Brussel-Zuid
- Halle 1590 19:28 19:37 +1 (753)
De
commentaar:
IR 3907 van
8:09 moest eigenlijk onze trein worden, maar we zijn altijd al early risers
geweest, en kunnen zonder veel moeite een vroegere trein nemen. Ook de IR naar
de Luchthaven van 7:46 is trouwens nog niet weg. Veel reizigers voor die IR
kiezen dan ook voor P7574. Uiteindelijk zullen beide treinen samen aan het perron
staan. (Opmerkelijk: een L-trein van lijn 26 wacht op de vertraagde IR uit
Quévy: het kan dus nog.) We vertrekken wat onverwacht nog voor de IR, en meteen
over lijn 96. Ik vermoed dat men de IR over de 96N zal leiden, maar zeker ben
ik daar niet van. Wij rijden opvallend vlot met onze P-trein naar Brussel-Zuid,
in de voorziene negen minuten. Ook dat kan nog. (En dat op een moment waarvan
ik stilaan begin te vermoeden dat het het moeilijkste is van de ochtendspits op
lijn 96: van 7:45 tot 8:15.)
Probleem
met zo'n vroegere trein, die dan ook nog zo goed als op tijd rijdt, is dat je
meteen over een weinig zinvolle zee van tijd beschikt. Het is blijkbaar geen
echt slechte ochtendspits, maar toch vallen er wat vertragingen tussen 6 en 10
minuten op te tekenen. Voor onze IC ziet het er trouwens ook niet meteen goed
uit: vrij snel staat die met 5 minuten genoteerd, maar met een CR naar
Geraardsbergen met veel meer vertraging voor zijn voeten, kan dat snel meer
worden.Uiteindelijk rijden we
Brussel-Zuid uit met acht minuten vertraging. En ondanks de vertragingszones op
lijn 50 A, verkeer op enkelspoor tussen Denderleeuw en Burst en werken aan een
OW in Vichte met vertragingszone, worden die 8 minuten snel minder: Denderleeuw
+5, Zottegem +4, Oudenaarde +3, Kortrijk +2. Uiteindelijk bereiken we Ieper met
1 minuutje vertraging.
In
Brussel-Zuid werd nog omgeroepen dat alleen de eerste drie rijtuigen naar
Poperinge reden. Voor Kortrijk krijgen we echter te horen dat het er 6 worden.
Misschien heeft deze juniperiode met veel schoolreizen er de NMBS toe aangezet
om toch maar wat langere treinen richting Bellewaerde te sturen? In Kortrijk
zit inderdaad een groep te wachten, helemaal aan de verkeerde zijde van het
perron. Is er dan echt niemand van de NMBS die die groep naar voren kan sturen?
Ook zoiets is een bron van vertraging.
In Ieper
staat het belbusje van lijn 79 (Ieper-Zuid) al te wachten. Theoretisch kan het
dat deze bus een indrukwekkende lus moet maken, maar vandaag is het succes
beperkt: een meisje tot Dranouter, en wij twee naar Wulvergem. We komen dan ook
ruimschoots vroeger dan voorzien aan in Wulvergem.
Ik heb ooit
een vivabox als cadeau gekregen, waarmee ik o.a. hier in het centrum van
Wulvergem A la Basseville een
Hommelbier kan gaan drinken. In het bijhorende boekje lees ik dat deze
familiezaak me graag verwelkomt met een natje en een hapje. "Alle
gerechten worden in eigen huis bereid " Rookvrij, zou je dan
veronderstellen, maar blijkbaar is de wetgeving, laat staan de naleving ervan,
nog niet tot deze verrehoek van het
land doorgedrongen. Als de baas mee rookt, loopt de communicatie van wetteksten
waarschijnlijk nog net iets minder vlot.
Voor de
terugrit konden we eigenlijk opnieuw een belbus bestellen, maar als dat
enigszins kan, gebruiken we toch de reguliere bus. Zillebeke had destijds een
treinhalte, die ook voor 1984 al een tijdje van een erg matige bediening mocht
genieten. Buslijn 69a Ieper - Komen moest het ontbreken van een goede treindienst
opvangen, en in de geest van IC-IR uit 1984 moest deze lijn zelfs een
performante buslijn worden. Vandaag is de bediening buiten de spits graatmager,
en op zondag rijdt er al helemaal niets meer. Toch kunnen we nog een bus
meepikken voor de eigenlijke spits begint. Die zou ons net op tijd aan het
Ieperse station moeten brengen, maar een overstaptijd van 5 minuten is weer net
te weinig. De trein is aan het eind van het perron gekomen, als wij met de moed
der wanhoop een spurtje inzetten. Dat wordt een extra uur in Ieper.
Waarom een
bus met ons als enige reizigers zo nodig met vertraging moet rijden op een
moment dat de spits niet eens begonnen is, en waarom die nu geen vijf minuten
vroeger kan rijden, weten we niet. Maar het zijn precies dergelijke dingen die
het gebruik van het openbaar vervoer nog altijd masochistische trekjes
verleent, dat kan een lekkere koffie tussen bus en trein niet verhelen.
Volgens de
wet van Murphy moet de IC van het uur nadien dus wel vertraging hebben, en ja
hoor, anders dan zijn stipte voorganger, wordt die met 5 minuten vertraging
aangekondigd. P8001 komt een en ander nog wat accentueren, want uiteindelijk
vertrekken we zelfs met 10 minuten. (Zowat alles uit de tegenrichting zal
trouwens de hele avondspits lang met veel vertraging rijden - het record is
voor de 2338, die met 71 minuten vertraging in Kortrijk aankomt, en verderop
afgeschaft wordt.)
Gelukkig is
de enige break niet gemoderniseerd, want een groep scholieren besluit zijn
dagje Bellewaerde met een trip in eerste klas. En gelukkig zitten we in een
break en niet in een motorwagen 41, zodat de uitgelaten kudde tenslotte niet al
te storend is. Ik heb geen idee van de bezetting van deze trein, maar hij kwam
zo goed als leeg uit Poperinge binnen, en in Ieper stonden pakweg 80 reizigers
te wachten. Misschien oordeelde de TBG dat een verhuis nog meer voeten in de
aarde gehad zou hebben, dan ze gewoon rustig te laten zitten. Vincent heeft
blijkbaar nog een grote boodschap mee, want hij verdwijnt voor een hele tijd in
het toilet. Er komen een meester en een juffrouw aan te pas om hem voor
Kortrijk weer bij de zijnen te brengen.
IC2317
bestaat uit één break, die geen versterking krijgt in Kortrijk. Erg veel volk
zit er dan ook niet meer in deze IC. De tien minuten vertraging brokkelt
geleidelijk af, ook als we in Kortrijk na de IR4118 vertrekken, die in
aansluiting met onze IC rijdt. We komen uiteindelijk zelfs 2 minuten te vroeg
in Brussel-Zuid aan.
Nog even
een CR naar Geraardsbergen dus om ons naar Halle te brengen. Die bestaat uit 2
gemoderniseerde stellen die eigenlijk nog vrij goed bezet zijn ook. In onze
afdeling staan alle ramen open, de zomer lijkt pas nu echt goed begonnen. De IR
krijgt 9 minuten rittijd tussen Brussel-Zuid en Halle, net zoals de reeks 51 destijds
met 3 of 4 M2. Maar die konden nog wel niet zo snel over lijn 96N (tot
Ruisbroek). Ze slaagden er dus ook maar zeer sporadisch in om in Halle op tijd
aan te komen, en alleen maar als ze op spoor 4 mochten binnen stuiven. De
stellen doen het vandaag trouwens niet beter: ook deze trein zal een minuutje
later dan voorzien in Halle aankomen.
Wij komen
dus eigenlijk 61 minuten later dan voorzien aan, en dat omdat men bij De Lijn
niet weet dat er in dit land ook nog treinen rijden. Omgekeerd ook niet,
trouwens
De Pool of
Peace is een enorme krater. Als de Engelsen diep in de grond met explosieven
spelen, die ze daar door een halve kilometer lange tunnel hebben aangebracht,
om de Duitsers aan het schrikken te brengen, krijg je dit als resultaat.
Net voor
Wijtschate is het oorspronkelijke tracé sterk verbeterd, al moet je wel langs
deze wachtpost. Brave plaatselijke schonen, gelukkiglijk.
In
Zillebeke, meer bepaald ter hoogte van Hill 60, gaat lijn 69 door een voor de
streek wat ongewone uitgraving. Break 396 rijdt als IC 2315 richting Sint-Niklaas.
Deze trein is net als de volgende stipt; vooral dat laatste zullen we aan den
lijve ondervinden.
Saint-Ghislain
en omgeving roepen misschien niet meteen visioenen op van paradijselijke
wandelgebieden, maar de gemeentefusies hebben tenminste als voordeel gehad dat
ook wat troosteloze stadjes er een flink stuk platteland hebben bijgekregen:
Sirault, dat we vandaag als bestemming gekozen hebben, illustreert dat ten overvloede.
We stappen dan ook rakelings langs inplantingen van de chemische industrie,
door onmiskenbaar landbouwgebied, en door een parel van een bos. Spijtig genoeg
mist de wandeling (Promenade du Moulin met de verlenging naar de Fontaine
Bouillante) echte kwaliteit en kunnen alleen het Bois de Stambruges, en heel
even het Bois de Baudour, echt bekoren, en dat is wat weinig voor deze
wandeling die om en bij de 22 km lang is. Ik schrijf om en bij omdat de precieze
afstand van zo'n wandeling bepalen er met de komst van alle digitale hulpmiddelen
niet eenvoudiger op geworden is. Je moet
maar eens proberen om je gps-track te koppelen aan Map Source, de kaarten van
het NGI op dvd en Google Earth. Wedden dat je 3 verschillende resultaten haalt?
Vandaar dat ik de afstand ook nog altijd op artisanale wijze bereken, en dan
kom ik aan 22.320 km. De TWQ bedraagt 32 %, en dat bevestigt enigszins mijn
indruk tijdens het stappen: de ontwerpers hebben kansen laten liggen, en
stappers sturen over een dubbelvaksweg, die gelukkig niet te druk is, is nooit
aangewezen. En toch, achteraf bekeken, valt de globale indruk nog best mee, ook
al omdat we gemerkt hebben dat de mensen hier nog vriendelijk dag zeggen. Er
zou eens dringend een atlas moeten komen van waar dat nog gebeurt en waar dat
niet gebeurt. Want soms heb je al na een kilometer of twee door hoe open of
gesloten de plaatselijke bevolking reageert op de komst van die vreemde luizen
met rugzak en zware wandelschoenen.
De
verplaatsing:
Halle -
Edingen 3577 7:13 7:23 stipt (939)
Edingen -
Ath 1928 7:28 7:42 +1 (2129 - 51035)
Ath -
Sirault [100] 8:00 8:29 stipt (ab 3547, Mercedes Citaro GII)
Sirault -
Ath [100] 15:11 15:40 stipt (ab 4531-17, Jonckheere Transit 2000, Autobus
Dujardin)
Ath - Halle
3114 15:49 16:17 stipt (335)
De commentaar:
Er is wat vreemds aan de gang met het zwarte driehoekje, je
weet wel, dat symbooltje dat de NMBS al vele tientallen jaren hanteert om de
vakantieperiode aan te duiden. Niet dat het symbooltje zelf veranderd is, maar de
toepassingsperiode lijkt elk jaar opnieuw te groeien of te krimpen. Het
spoorboekje van december maande ons nog duidelijk aan om de brugdag van
Hemelvaart ook als een vakantiedag te beschouwen; toen ik deze uitstap aan het
voorbereiden was, leken de L-treinen van lijn 26 tussen Halle en Geraardsbergen
plots wel te rijden. Een mailtje naar de NMBS én een antwoord binnen de 24 uur
maakten een en ander duidelijk: de website geeft correcte informatie, en dus
rijden deze treinen in tegenstelling tot wat in het papieren spoorboekje (en in de pdf-folders op de website) staat,
vandaag wél. Dat komt ons trouwens goed uit: de winst bedraagt meer dan een
half uur. Toch blijft het een wat rare verbinding, telkens één station ver.
In tegenstelling tot Halle bruist Edingen wel van het
schoolgaande heir. In Vlaanderen lijkt de brugdag dan ook een verworven recht,
in Wallonië ligt de keuze nog altijd bij de scholen. Dat betekent o.a. dat ook
de scholierentrein Edingen - Tournai vandaag rijdt. Over onze eigen treinen
kunnen we kort zijn: de 3577 rijdt stipt, de 1928 vertrekt in Edingen met 3
minuten vertraging, maar in Ath is de vertraging zo goed als volledig opgelost.
Opvallend: we krijgen in beide treinen controle.
In Ath lijkt de hele stationsomgeving bezet door scholieren,
die zich vandaag met nog wat meer moeite dan anders naar de scholen in de buurt
van het station slepen. Velen komen met de bus: het valt op hoeveel bussen hier
op dit moment van de dag rijden, in een regio die nochtans niet echt op veel openbaar
vervoer kan bogen. Ook onze 100 komt goed gevuld aan rijden, maar met meer dan
een achttal reizigers zal hij niet naar Saint-Ghislain hoeven terug te keren. Tot
vorig jaar reed deze bus onder het nummer (?) 100a. Daarmee was duidelijk dat
hij een vroegere treinverbinding verving, nl. die van Ath naar Saint-Ghislain.
De buslijn volgt trouwens nog altijd vrij getrouw de vroegere lijn, via Maffle,
Chièvres, Vaudignies, Neufmaison, Sirault, Villerot en Tertre. Veel valt daar
niet meer van te merken: een verbouwd stationnetje, een overwegwachtershuisje,
wat struiken. Opvallend: meteen na de opheffing van de treinverbinding reed de
bus als 100; pas later kwam daar een a'tje bij, dat nu dus opnieuw verdwijnt.
Ook die andere vervangingsbus 81 zal het voortaan trouwens zonder a moeten
stellen.
De bus vertrekt perfect op tijd aan het station maar bij de
eerstvolgende halte (Café du Faubourg) kunnen we al 5 minuten vertraging
noteren. Die slinkt vrij snel, in Sirault rijden we al een minuut te vroeg.
De halte in Sirault heet Postes; het enige wat we zien is
een postbode en een rode brievenbus aan de muur van de plaatselijke Spar. Weer een
haltenaam als trieste getuige van wat ooit is geweest.
De terugrit gebeurt opnieuw via Ath, dat eigenlijk altijd al
beter verbonden is geweest met Halle dan Saint-Ghislain. Van de 4 minuten
vertraging in Sirault blijft in Ath niets meer over. Op deze brugdag is het
best mogelijk dat de spits niet eens begint. In Ath rijden we parallel met het
treindeel uit Geraardsbergen: veel beter kan een aansluiting niet zijn. Zoals
meestal komt slechts één break uit Kortrijk de trein versterken. Met 3 breaks
is er trouwens meer dan voldoende plaats. Ook nu krijgen we controle, maar dat
is dan ook ongeveer het enige dat ik over deze rit nog kan vertellen. Enghien
wordt met de zj van engin aangekondigd. Hoe ging dat weer over al die Walen die
ons Nederlands verkrachten? We komen zelfs nog een minuutje te vroeg in Halle
aan.
de cirkels in het water zijn het resultaat van opborrelend
water in de Fontaine Bouillante. Lang geleden zou hier een koets met man en
muis verdwenen zijn in het diepe water van de bron. Met Goede Vrijdag, maar
alleen als het stormt, zou het hele zootje om middernacht nog even het hoofd
boven het water steken, om dan meteen weer in de diepten te verdwijnen, met het
borrelend water als trieste getuigen.
In Ath kon ik nog snel gebruik maken van de koppeling om
vanop perron 1 onze eigen bus en nog een andere te fotograferen. Zo wat uit de
hoogte doen kan nog best meevallen.
En Victor d'Alost, nog nooit van gehoord hier in Sirault
(Saint-Ghislain)! Op het nu echt niet zo indrukwekkende kerkplein vind je
documentatie in twee talen. Gelukkig bestaan er ook voor bekrompenheid grenzen.