Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
26-05-2017
26 mei 2017 Wannegem - Etikhove GR129
De wandeling. We stappen vandaag 17.5 km langs GR129 die niet voor niets Dwars door België heet. Ze vertrekt in Brugge en eindigt sinds enkele jaren in Arlon. De vorige keer stopten we in het erg rustige Wannegem, en dat is waar we de draad weer oppikken. Via Oudenaarde willen we uiteindelijk in Etikhove belanden. Het begint licht heuvelachtig, wordt dan vlak in de brede Scheldevallei, maar meteen na Oudenaarde voelen we waarom men het hier de Vlaamse Ardennen noemt. Met 31% ligt het TWQ niet meteen hoog: daarvoor heeft men hier net iets te driftig met beton gestrooid, maar de overblijvende Trage Wegen mogen er allemaal zijn.Kaartenfoto's.
Beginpunt van de wandeling: de Schietsjampettermolen, die de vorige keer ons eindpunt was.
Het weer. Helder (1 slecht ontwikkeld cumuluswolkje gezien), zeer warm en een enorme horizontale zichtbaarheid. Een matige wind maakte de warmte nog net genietbaar.
De stafkaarten. 29/4 N Kruishoutem - 29/4 Z Oudenaarde - 29/8 N Etikhove
Hoe we er geraakten. Zelfs de planner van De Lijn wil ons per se gebruik doen maken van de reguliere lijn 83 uit Oudenaarde, alsof de belbus ook hier is afgeschaft. Maar, ook ter meerdere eer en glorie van iedereen die de belbus een warm hart toedraagt, waag ik het er toch maar op, en ja, ik krijg een reservatie voor de belbus van Oudenaarde naar Wannegem Dorp, dat trouwens door twee belbussen bediend wordt. Naar Oudenaarde treinen met één overstap is niet echt een probleem en de belbusoperator vindt 3 minuten overstaptijd van trein naar belbus blijkbaar voldoende. Voor de terugrit maken we wel gebruik van de reguliere lijn 62, nu ja, regulier: zo veel ritten zijn er nu ook weer niet per dag. Maar eerlijkheidshalve moet gezegd dat we ook van de betere lijn 61 gebruik hadden kunnen maken.
Een beetje geschiedenis. Etikhove ligt tussen Oudenaarde en Ronse en had tot 1984 ook een eigen station op lijn 86 De Pinte - Blaton. Ik ben mijn onderzoekje in 1934 begonnen en keek alleen in de richting Etikhove - Ronse. Op alle dagen van de week kon je daar al om 3:39 in de trein stappen. Dat kwam de arbeiders die naar de Borinage trokken goed uit. 's Avonds vertrok de laatste trein om 22:15. Vlak voor WO II (spoorboekje 15-03-1940) was de bediening al ingeperkt: de eerste trein vertrok maar om 4:32, de laatste om 20:16. Vooral op zondag waren ondertussen 5 van de 14 ritten gesneuveld. Na WO II kwam een vergelijkbare dienst terug. Volgens verscheidene bronnen (allemaal van elkaar afgeschreven?) deed er zich in de winter van 1966 een grondverschuiving voor in de buurt van de tunnel van Louise-Marie, tussen Etikhove en Ronse. Eigenaardig genoeg is het in het spoorboekje van 26-05-1968 dat te lezen valt dat de dienst tussen Etikhove en Ronse verzekerd werd door autobussen uit Oudenaarde en Etikhove. Het erg landelijke station diende dus toen een tijdje als kopstation voor sommige treinen uit Oudenaarde! Er zal wel geen verband bestaan tussen de tijdelijke buitendienststelling en de opheffing van de weekenddienst vanaf 01-06-1969, maar die laatste werd wel een feit: in het spoorboekje van 1969 vinden we inderdaad alleen nog maar een weekdienst terug (4:03 - 21:37), met 16 ritten, waarvan er 4 afgeschaft werden tijdens de jaarlijkse vakantiepriode, die toen nog een stuk korter was dan vandaag. Tegelijk verscheen lijn 86b, een buslijn die Oudenaarde en Ronse verbond, op zaterdag en zondag. Op zaterdag waren er 12 ritten, op zondag 8. Als je het spoorboekje van 1983 raadpleegt - het laatste voor IC-IR - merk je dat de ampltude verder gekrompen is: er rijden treinen tussen 5:13 en 19:33. Sinds 1978 rijdt er wel een rechtstreekse trein Schaarbeek - Ronse tijdens de spits. Zijn lot wordt bezegeld door de elektrificatie van lijn 89; het heeft weinig zin om met een diesel van Schaarbeek naar Ronse te rijden, als het grootste deel van dat traject geëlektrificeerd is.
Etikhove verdwijnt als NMBS-station bij de invoering van IC-IR in 1984: twee buslijnen krijgen een nummering die duidelijk verwijst naar hun vervangingsstatus. Lijn 86b rijdt van Oudenaarde naar Ronse via Leupegem, Etikhove, Nukerke en Louise-Marie; lijn 86c verbindt beide steden via Leupegem, Etikhove, Maarke-Kerkem, Schorisse en Louise-Marie. Grofweg kan je zeggen dat 86b vandaag onder het nummer 62 rijdt, 86c onder het nummer 61. Die laatste lijn rijdt volgens een quasi uurdienst van maandag tot zaterdag, en een 2-uurdienst op zondag. Een min of meer directe lijn 62S, de schooldienst 63 en vooral de belbus 460 vervolledigen het plaatje.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3207
09:03 09:15
stipt
413
mr80 break
controle: N
Brussel-Zuid - Oudenaarde
2332
09:39 10:27
stipt
1853 - 61041
M6
controle: N
Oudenaarde - Wannegem
[485]
10:30
nvt
ab2013-02
Mercedes Sprinter II
Geenens
-
Etikhove - Oudenaarde
[62]
16:09 16:23
stipt
ab2209-71
Scania Citywide LE
Geenens
Oudenaarde - Brussel-Zuid
2314
16:32 17:21
+2
377
mr80 break
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3438
17:30 17:39
+6
2703 - 58046
M4
controle: N
En wat we beleefden. Je verwacht eigenlijk niet zo veel problemen op een dag waarin het grootste deel van de P-treinen niet rijdt en het publiek ook nog eens massaal wegblijft, al wordt dat natuurlijk deels gecompenseerd door de dagjesmensen die, aangetrokken door de verwachte mooie dag, nog maar eens naar de kust trekken. (Gelukkig voor ons…) IC 3207 brengt ons inderdaad moeiteloos en stipt naar Brussel-Zuid, in een break die nog niet eens voor de helft bezet is. Maar met IC 2332 loopt het minder vlot: er zijn problemen in Diegem, al heeft de voorafgaande rit (IC 2807) haar vertraging grotendeels in de NZV bij elkaar gesprokkeld. Maar in eerste instantie lijkt er nog geen man overboord: de trein vertrekt met 1 minuut vertraging in Brussels-Airport, maar ook nu loopt het fout in de NZV: de vertraging groeit tot 10 minuten, met 3 minuten aansluitingstijd in Oudenaarde staat de barometer niet bepaald op mooi weer. IC 2332 staat op het perron als IC naar Kortrijk aangeduid, maar de kleine lettertjes zeggen meer: je kunt met deze trein uiteindelijk ook in Oostende stranden. De tbg die achteraf de onze zal worden, houdt zich onledig met het inlichten van enkele klanten die zoals altijd wat onzeker en met een flinke dosis ongeloof naar de goede raad van de behulpzame tbg luisteren. Opvallend toch hoe blind het vertrouwen is in informatie die ergens langs elektronische weg de ether wordt ingestuurd, en hoe met enige tegenzin geluisterd wordt naar inlichtingen van vlees en bloed. Zoals honden die zich wel boos maken op wandelaars maar niet op auto's… Zelfs net voor het vertrek van deze trein wordt in de trein nog eens omgeroepen dat dit niet de trein is naar Brugge en Blankenberge. Ik heb geen idee van het aantal kustgangers dat nog net gevrijwaard wordt van een voormiddagje Vlaanderen in al zijn facetten. Maar wij zitten dus met die tien minuten vertraging in de maag. En dan blijkt waarom die gerekte dienstregelingen toch niet altijd in het nadeel van de reiziger hoeven te zijn: Denderleeuw +5, Zottegem +1 en Oudenaarde zowaar een minuut te vroeg. Ik heb zelfs nog de tijd om achteraan de trein het nummer van de locomotief te noteren.
De belbus staat wel al te wachten: de chauffeur maakt er een rustige rit van, want niet betekent dat dit belbusje niet aan alle kanten rammelt: vooral het inrijplatform voor rolstoelen maakt een hels lawaai. Maar we worden wel erg dicht bij het beginpunt van de GR afgezet, in Wannegem waar de rust na het vertrek van de belbus terugkeert.
Voor de terugrit - een uurtje vroeger dan thuis berekend - kunnen we nog net mee met de bus van 16:09. Achteraan zit een groepje jongeren, die vermoedelijk van een dagje Ronse terugkeren. Ze raken geleidelijk verspreid over de laatste halten van deze rit in Oudenaarde. Aan de halte Tacambaro stapt nog een tiener in; hij vindt het niet nodig een abonnement boven te halen of te ontwaarden, de chauffeur evenmin.
De aansluiting in Oudenaarde verloopt optimaal: ruim op tijd komen 2 breaks aan rijden. Op deze erg warme dag is het ontbreken van airco in dit nog niet zo lang geleden gerenoveerde materieel wraakroepend, al vind ik het lawaai dat door de open ramen binnendringt nog erger dan de warmte die al bij al nog draaglijk is. De rit verloopt voorspoedig en we krijgen uitzicht op een aansluiting met de IC 3438 naar Binche. Een storing in Vilvoorde zorgt echter voor 6 minuten vertraging en die ene minuut die hier een stipte trein van zou kunnen maken (minder dan 6, weet je wel) krijg je er zelfs met een niet voor de helft gevulde trein van 10 M4 en een reeks 27 niet af. Het blijft dus bij 6 minuten.
We hebben geen controle gehad in 3207, 2332 en 3438. In de 2314 deed zich de eigenaardigheid voor dat de tbg wel controleerde, maar ons gewoon voorbijliep. Een hiaatje in dat enorme visuele geheugen waarover sommige tbg's lijken te beschikken?
De treinlectuur. Herman KOCH, Eindelijk oorlog. Wilkie COLLINS, De vrouw in het wit.
Een scheutje oprisping. Bijna een jaar zonder spoorstakingen: een mens zou dat nog snel gewend zijn.
Waardevolle websites ter inspiratie. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Een erg onverwachte ontmoeting op lijn 89 kp 40.6, tussen Petegem en Oudenaarde. Vermoedelijk is dit een extratrein die vakantiegangers naar de kust heeft gebracht, maar zeker kun je daar natuurlijk maar van zijn als iemand daar uitsluitsel over geeft. Tijd van de opname: rond 13:15.
De GR duikt hier net buiten Oudenaarde onder lijn 89 door: mr 313 aan kop van IC 2335 Brussels-Airport - Oostende.
De wandeling. Ik weet eerlijk gezegd niet wanneer de eerste wandelnetwerken hier bij ons het licht zagen, maar in 2000 al verscheen bij Uitgeverij Lannoo Wandelnetwerk Midden-Ardennen Durbuy - Houffalize - La Roche. In de aanzet weerspiegelde dit boekje wat later de filosofie van de wandelnetwerken zou worden: de wandelaar wordt uitgenodigd zelf zijn tocht samen te stellen aan de hand van deeltrajecten. Maar het grootste verschil was wel dat geen gebruik werd gemaakt van wandelknooppunten zoals die later de regel zouden worden. Misschien is dat wel de reden waarom de boekjes nooit echt het succes kenden van eerdere uitgaven van Van Remoortere, de auteur van het boekje. Wij hebben vandaag 3 trajecten in Durbuy uitgekozen Voor wie er wat aan heeft, het betreft de deeltrajecten k, j en q, wat er eigenlijk op neer komt dat we van het station van Barvaux naar Wéris stappen en onderweg langs zo veel mogelijk dolmen en menhirs komen, Obelix achterna, samen een kleine 15 km lang, met nogal wat stijgen, eerst om uit de vallei van de Ourthe te geraken, vanaf Wéris om op de hoogte te komen van de plek met de Pierre Haina. Ongelooflijke vergezichten maken het plaatje volledig. Toch strandt de TWQ met 47 % net onder de helft.Kaartjeenfoto's, al vertoont Photobucket weer kuren.
We starten dan wel in Barvaux, maar Wéris is vele keren mooier, zelfs op afstand.
De eerste menhir op ons traject, langs de N841, maar die zit achter het rijpende graan.
Het weer. Licht bewolkt, rustig, warm zomerweer, met een grote horizontale zichtbaarheid.
De stafkaarten. 55/1 N Durbuy - 55/1 S Soy
Hoe we er geraakten. Het is natuurlijk geen toeval dat we voor begin- en eindpunt Barvaux kozen: dat wordt op weekdagen elk uur bediend door een stoptrein Marloie - Liers en de busbediening van de dorpen in de omgeving is echt beneden alle peil. Het maakt niet zo veel uit of je de stoptrein in Marloie neemt of in Liège-Guillemins, maar wij kiezen voor het laatste omdat Liège nu net iets gemakkelijker en frequenter te bereiken is dan Marloie.
Een beetje geschiedenis. Vermits Barvaux ons aankomst- en vertrekstation is, heb ik me deze keer gebogen over de naoorlogse periode van dat station, te beginnen in 1948, moment waarop de gevolgen van WO II al grotendeels geneutraliseerd zijn. Ik heb me daarbij beperkt tot de richting Barvaux - Liège, en wel tijdens de zomerperiode. Eerste vaststelling: tot 1960 verandert er nauwelijks iets: de eerste trein rijdt op alle dagen van de week rond 5:30, de laatste rond 21:30. Op weekdagen (zaterdag inbegrepen) gaat het om 10 à 11 ritten, op zondag om 9, alhoewel er 's zondags tijdens de vakantieperiode een trein meer rijdt. In 1961 wordt een extra vroege trein ingevoerd: die vertrekt op alle dagen van de week om 4:07(!). Dat is eigenlijk ook nog min of meer de toestand aan de vooravond van IC-IR 1984, al is het duidelijk dat het onderscheid weekdag/zaterdag/zondag stilaan groter wordt: 14 treinen van maandag tot vrijdag, 10 op zaterdag en 9 op zondag. Met de invoering van IC-IR wijzigt de dienstregeling vrij drastisch: op weekdagen vertrekt de eerste trein een dik half uur later (4:45), en tijdens de weekends wordt dat zelfs 6:30. De gelijkschakeling van zaterdag en zondag stamt uit die tijd. Op het vlak van de dienstregeling blijft het dan vrij rustig tot 13/12/2009: op dat ogenblik wordt op weekdagen een uurdienst ingevoerd, wat de amplitude (de tijd tussen de eerste en de laatste trein) niet echt beïnvloedt, maar het aantal treinen wel op 20 brengt. Op zaterdag en zondag zal men tot vandaag een strakke 2-uurdienst aanhouden, wat resulteert in 9 treinen per dag en vanaf 2016 zelfs maar 8, doordat de eerste trein pas om 7:56 gaat rijden. Vandaag rijden er dus 18 treinen op weekdagen (4:56 - 20:56) en 8 tijdens het weekend (7:56 - 21:56). Het schrappen van de twee laatste treinen op weekdagen verklaart de terugval van 20 naar 18. Op zaterdag en zondag rijden er 8 treinen, van 7:56 tot 21:56 om de 2 uur en dat nadat een zoveelste besparingsronde (2016) de vroegere amplitude van 6:48 tot 22:48 had teruggeschroefd: een hele trein uitgespaard!
Enkele eigenaardigheden die ik tijdens het opzoekingswerk kon noteren: vrij lang reden er op zondag tijdens de zomervakantie 1 tot zelfs 3 treinen extra, wat de toeristische capaciteiten van de lijn in de verf zette. Ook eigenaardig: gedurende een zestal jaren was er op weekdagen een laatste verbinding met Liège mits een overstap in Bomal. En op een bepaald moment reed er een toeristische trein van Jemelle naar Leuven (de Ourthe-Famenne), alleen tijdens het weekend.
Tot slot nog dit: Barvaux kreeg zijn trein op 18/6/1866. De lijn werd geëlektrificeerd in 1993 en meteen ook op enkelspoor gebracht tussen Bomal en Marloie, met mogelijkheid tot kruising in Melreux-Hotton. Op dat moment verdwenen de treinen die hier jarenlang de dienst uitmaakten: een stoere 55 met 3 M2-rijtuigen (en vanaf 1984 ook even K-rijtuigen tot groot ongenoegen van personeel en cliënteel die nu zelf de deuren dicht moesten klappen).
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3409
10:22 10:31
+3
2713 - 51038
M4
controle: J
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
509
10:56 12:01
+28
1857 - 11833
I11
controle: N
Liège-Guillemins - Barvaux
5562
13:14 14:04
+7
986
klassiekje
controle: J
-
Barvaux - Liège-Guillemins
5589
17:56 18:46
+1
08566
mr08 desiro
controle: J
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
541
19:01 19:52
stipt
1896 - 11813
I11
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1941
20:01 20:21
+1
379
mr80 break
controle: J
En wat we beleefden. Op het moment dat we in Halle instappen, zijn er twee storingen op ons traject: een defecte trein tussen Leuven en Ans en een gestoorde overweg tussen Esneux en Rivage, beide gelukkig opgelost. Onze bus is best goed op tijd en we kunnen met een trein vroeger mee: de IC naar Turnhout, die echt wel veel tijd heeft in Halle, zoveel dat de tbg zich tijdens de stilstand van een vijftal minuten aan controle waagt. IC 509 doet het trouwens ook goed, met een stipt vertrek in Brussel-Zuid. Maar tussen Brussel-Centraal en Brussel-Noord loopt het grondig fout. Iemand is zonet onder IC1909 gesukkeld en even lijkt alle treinverkeer stil te staan. Tussen Centraal en Noord lopen we 18 minuten vertraging op, maar terwijl het treinverkeer weer op gang komt (alleen de sporen 5, 6 en 7 zijn gesloten) blijft onze trein ongewoon lang staan, wat maakt dat we uiteindelijk met 33 minuten vertraging vertrekken. Mogelijk heeft het ongure type in ons rijtuig iets met deze extra vertraging te maken; na een tijdje trekt hij zich terug op het toilet, vermoedelijk voor telefoontjes die niet voor ieders oren bestemd zijn. Hij wordt trouwens ook geïnterpelleerd door twee politieagenten, die duidelijk naar hem op zoek zijn, maar na wat over en weer bellen en praten, wordt hij met rust gelaten. Het eerste wat hij doet na de doortocht van de agenten is bellen… Als we in Leuven met 29 minuten vertraging vertrekken, weten we al dat ons programma met een uur verlaat zal worden. Het wordt dus de 5562 i.p.v. de 5561. Die 5562 bestaat uit mr 986, meteen onze eerste reis van 2017 in een klassiekje. In Méry zien we iemand worstelend een biljet uit de automaat halen: waarom zet men die dingen toch altijd in de volle zon, zodat je nauwelijks het scherm kunt zien? Tot Bomal is er geen vuiltje aan de lucht, maar daar wordt lijn 43 enkelsporig en dus is het wachten op de tegenligger die ongewoon lang in Melreux-Hotton heeft stilgestaan. Je zou verwachten dat je dan meteen na aankomst van die trein kunt vertrekken, maar dat gebeurt niet: op en rond de seinpaal zijn 5 kanariepietjes van Infrabel actief, en het duurt nog enkele minuten voor we vertrekken, met 8 minuten vertraging ondertussen. Zo loopt onze vertraging op tot 67 minuten en het valt maar af te wachten of we op het voorziene uur kunnen terugkeren.
Tweeledig stel 986 heeft ons als 5562 net afgezet in Barvaux.
Een toevalstreffer: terwijl we parallel met lijn 43 naar ons eindpunt stappen passeert mr08532 als P8676 Liège-Palais - Marloie. Bemerk het mooie "routehuis" in de achtergrond. Dat suggereert een overweg, die echter al heel lang afgeschaft is.
We stappen wat steviger door en halen zo toch nog de voor de terugreis voorziene trein. De L5589 rijdt de hele weg stipt, alleen tussen Angleur en Liège-Guillemins maakt hij een minuutje vertraging. In Liège-Guillemins staat de ICE 12 met 13 minuten vertraging aangekondigd. Dat zal ongetwijfeld ook gevolgen hebben voor onze trein. Het valt op hoeveel reizigers vragen of dit de IC naar Brussel is. Zien ze dan echt het verschil niet, kunnen ze dan echt geen vertrekscherm interpreteren? Enfin, we vertrekken uiteindelijk met 5 minuten vertraging, daar blijven er in Leuven 2 van over en in Brussel-Noord komen we zelfs te vroeg aan. Normaal gezien moeten we niet van perron veranderen, maar de IC naar Oostende is in de kleine nummers aangekomen, en dus wordt het toch afdalen en opstijgen naar perron 9. IC 1941 zal ons uiteindelijk met 1 minuut vertraging in Halle afzetten. Zo af en toe eens een trein op tijd mag ook wel: voor ons is 2017 tot nog toe gewoon desastreus: 70 treinen genomen, amper 78 % met 5 minuten vertraging of minder en 10 % met meer dan 10 minuten vertraging! Eén trein afgeschaft. Dit hebben we nog nooit meegemaakt. Dat resulteert ook in 2 vragen om compensatie, op een vijftal maanden tijd.
Lijn 114 van de TEC krijgt één minuutje wachttijd opgelegd van Aribus, de chauffeur wacht plichtbewust tot het groene cijfertje verschijnt. Onze bus, die om 20:34 had moeten vertrekken aan het AZ komt om 20:34 het busstation op gereden - tussen Ziekenhuis en Station is er zes minuten rittijd voorzien. We vertrekken om 20:36 i.p.v. 20:40; vier minuten later zal Aribus tevergeefs het vertrek toestaan, want op dat moment zijn wij al lang weg… Misschien moet De Lijn maar eens onderzoeken of hier geen probaat middel tegen vertragingen beschikbaar is.
De treinlectuur. Dan BROWN, Deception point. Spannend wordt het wel, nu blijkt dat de meteoriet die het bestaan van buitenaards leven moest bewijzen nep is en men er niet voor terugdeinst iedereen te elimineren die dat doorkrijgt. Wilkie COLLINS, De vrouw in het wit.
Een scheutje oprisping. Het Groot Dictee verdwijnt, want het is te moeilijk. Dan kan men meteen ook al die professionele sport van het scherm weren, want vermoedelijk haalt de doorsneekijker ook op dat vlak geen niveau.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
16 mei 2017 Antwerpen - Wijnegem GR565 Sniederspad
De wandeling. Misschien hebben we vandaag wel het nulpunt van het GR-netwerk ontdekt. Nee, niet het geografische nulpunt, want dat ligt uiteraard zoals alle nulpunten in Antwerpen, maar wel een absoluut dieptepunt, zeker als je er de in de topogids als aanrader bestempelde aanloop tussen het Centraal Station en het Rivierenhof bijneemt. Dat is namelijk buiten alle competitie het vervelendste, overbodigste, oninteressantste stuk GR dat we in onze lange wandelcarrière hebben gestapt. Niet doen dus! GR 565 (het Sniederspad) zelf is trouwens bijzonder zwak tot Wijnegem: daar is de bebouwing en de daarmee gepaard gaande wegeninfrastructuur veel te nadrukkelijk aanwezig en laat ons eerlijk zijn: het Albertkanaal (dat we bovendien midden een industriegebied kruisen) is nu ook niet meteen een erg aantrekkelijke waterloop. Het probleem met het Sniederspad, dat we nu voor de derde keer aanvatten, is dat je altijd weer wat verder moet lopen voor je in interessant wandelgebied komt. Eigenlijk zou iemand het lef moeten hebben om het eerste deel van dit pad gewoon te amputeren: van een betonstop is hier niets te merken, en dat zal nog wel heel lang het geval zijn, en dan kun je wandelaars maar beter weghouden in een weinig aangename, verloederde regio. We stapten bijna 17 km en de TWQ ligt verrassend genoeg nog op 29%. Rivierenhof en Ertbrugge zorgen voor enige verademing, samen met enkele kortere stukken onverhard, maar de druk van het mensdom is onevenredig groot.Kaartenfoto's.
Het Sterckshof, dat we slechts vanaf een zekere afstand zien.
De Schotenvaart, een van de zeldzame niet onaangename verkeerswegen op ons traject.
Het weer. Zomers warm (rond 27°), maar met relatief veel wolken.
De stafkaarten. 15/3 Z Antwerpen - 15/4 Z Wommelgem - 15/4 N Schoten
Hoe we er geraakten. Beginpunt is Antwerpen-Centraal en dat is uit Halle met 1 overstap te bereiken. En ook de terugreis is simpel: één van de vele bussen uit Wijnegem naar Antwerpen en dan de heenreis van vanmorgen achterstevoren. Het moet echt al heel grondig misgaan om ons in de problemen te brengen.
Een beetje geschiedenis. Antwerpen en Wijnegem raakten met elkaar verbonden bij de openstelling van het trambaanvak tussen beide gemeenten op 15 augustus 1885. De tramlijn sneuvelde op 26 mei 1962. Dat laatste is ongetwijfeld een van de grootste miskleunen uit de OV-politiek, al geldt dat voor enkele tientallen tramlijnen.
Tegen het einde van de trambediening aan genoot Wijnegem van een kwartierdienst. De lange lijn Antwerpen - Turnhout werd namelijk frequenter bediend naarmate je dichter bij de Scheldestad kwam. Die kwartierdienst en het principe van de ingekorte varianten blijft eigenlijk tot op vandaag behouden. De bussen droegen oorspronkelijk de nummers 41 (voor het hele traject naar Turnhout) en 41B (in de tabellen, in werkelijkheid staat die B vermoedelijk voor barré, wat op een ingekorte rit wijst). In 1999 verschenen dan lijnnummers die het vrij summiere onderscheid tussen de varianten moesten opvangen: het was de periode van de punt, wat resulteerde in - voor Wijnegem - vier lijnen, nl. 41.0 (Antwerpen - Turnhout), 41.1 (Antwerpen - Oostmalle), 41.2 (Antwerpen - Sint-Job) en 41.3 (Antwerpen - Oostmalle via Schijnpoort). Vrij snel werd afgestapt van het geknoei met punten: die verdwenen, wat resulteerde in lijnen 410, 411, 412 en 413, al veranderde dat weinig aan de bediening. Jarenlang deden de bussen 21 minuten over het traject Rooseveltplein - Wijnegem Dorp. Vanaf 2006 kwamen daar 3 minuten bij, en in de spits zelfs 6. Vandaag doet de bus er 25 minuten over, in de spits 28, en we mochten aan den lijve ondervinden dat zelfs dat laatste eerder wishful thinking is.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:21 09:30
+1
817
mr75
controle: N
Brussel-Zuid - Antwerpen-Centraal
9227
09:45 10:43
+6
2806 - 61 84 1070 377
Int
controle: J
-
Wijnegem - Antwerpen
[412]
16:06 16:32
+13
ab4660
Van Hool New AG300
Turnhout?
Antwerpen-Centraal - Brussel-Noord
4538
16:54 17:30
+1
1826 - 61064
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3239
17:35 17:57
+18
1841 - 61074
M6
controle: J
En wat we beleefden. Vierledig stel 817 is duidelijk aan een grondig onderhoud toe: zelfs ver van zijn maximumsnelheid van 140 km/u maakt het rijtuig erg duidelijke klopgeluiden, voor een keer niet afkomstig van een vierkant wiel, die de goed voelbare schokken onderstrepen. Heel wat rustiger gaat het er dan aan toe in de Beneluxtrein, ook al zitten in de stiltecoupé naast de onze twee Chinezen of Japanners die alleen zwijgen terwijl ze hun pizza verorberen. Dat is de tweede keer in evenveel keren dat buitenlanders moeite hebben met het interpreteren van het in het raam aangebrachte STILTE-SILENCE. Maar echte zorgen maken we ons pas over de personen in het spoor tussen Schaarbeek en de Luchthaven, en ook tussen Schaarbeek en Bordet trouwens. Waar blijven ze die personen halen. Toch verloopt de reis tot de Luchthaven vrij vlot: die personen zouden wel eens een brandende auto kunnen zijn, die zo dicht bij de spoorwegbrug staat dat we vanuit de trein alleen veel zwarte rook zien. We zijn dan ook even over lijn 36N gaan rijden. Echt stroef begint het pas na de Luchthaven te gaan: zes minuten is het verdict bij aankomst in Antwerpen-Centraal. De topogids leidt ons naar het Kievitplein, de vrij jonge bijkomende ingang van het Centraal Station. Echt druk is het hier niet.
Voor de terugreis rekenen we dus op een van de vele bussen die Wijnegem Vaartdijk bedienen. We hebben zelfs tijd genoeg om door te stappen tot Wijnegem Dorp, waar opvallend veel reizigers op de bus staan te wachten. Even checken, dus, en dan blijkt dat er een 410 op komst is met een kwartier vertraging, vrij snel gevolgd door een 412, de bus waar we eigenlijk op gerekend hadden. En dan is het alleen kwestie van een goeie gok: de meute verdwijnt in de 410 die inderdaad vrij vol zit en die onmiddellijk gevolgd wordt door de 412, met een lichte vertraging, veel meer zitplaatsen maar geen airco. Geleidelijk loopt de bus voller en voller, ook al omdat sommige slimmerds aan de volgende halten uit de overbevolkte 410 overstappen. Het resultaat is dat we na een tijdje zelf in een erg volle bus zitten die zowat de hele weg achter de 410 zit, en die zijn vertraging ook geleidelijk ziet groeien. Eindbilan: 13 minuten vertraging bij aankomst aan de halte Centraal Station, wat betekent dat de voorafgaande 410 ondertussen wel aan een klein half uur zal zitten. Ik heb net gehoord dat enkele duizenden gratis biljetten worden uitgedeeld om automobilisten kennis te laten maken met het openbaar vervoer, als alternatief voor de auto: overvolle, niet geventileerde bussen in vertraging; hoe je dat als alternatief kunt verkopen, euh weggeven, is een raadsel.
De vertraging is dus ondertussen groot genoeg om onze op het eerste gezicht comfortabele aansluiting in het gedrang te brengen.Het lukt nog net, maar tijd om nog naar voren te lopen om het locomotiefnummer te noteren is er niet meer. En ook in Brussel-Noord is de aansluiting krap. Ik waag mijn kans dus maar bij de vrouwelijke tbg, die uiteraard verbaasd opkijkt bij deze ongewone vraag, die ik trouwens in het Frans moet herhalen. Het is een 18, weet ze, maar even later zal ik toch maar eens door de trein lopen om het volledige nummer te kennen. Met vijf minuten aansluitingstijd werpt 1 minuut vertraging bij aankomst al een hele hypotheek op het slagen van de aansluiting, maar ook nu lukt het net, zonder overhaasting. We komen met 5 minuten vertraging door de NZV, maar dan begint het mis te lopen: we staan in Vorst alweer zo goed als stil en net voor Halle komen we om niet gespecificeerde redenen zelfs op een zijspoor terecht. We worden ook nog voorbijgestoken door de S naar Geraardsbergen en bij aankomst in Halle zien we nog net hoe de IC naar Sint-Niklaas op het tegenspoor van lijn 94 naar perron 4 geleid wordt. Info over een eventuele storing tussen Edingen en Halle blijft uit. Wij komen wel met 18 minuten vertraging aan.
De treinlectuur. Dan BROWN, Deception point. De president is voorstander van de NASA, zijn tegenstander in de koers naar het presidentschap wil ruimtevaartprogramma's liever in handen van de privésector. De strijd wordt zonder veel scrupules gestreden. Wilkie COLLINS, De vrouw in het wit.
Een scheutje oprisping. De Nederlanders slagen er voorlopig niet in een regering op de been te brengen. De tegenstellingen tussen noord en zuid zullen ook daar te groot zijn…
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De Streek-GR Reynaertland bevindt zich op dit ogenblik in een soort interludium. De oude topogids (uit 1998) is uitverkocht, en de nieuwe nog niet klaar en dus heeft men voorlopige kaarten op de website geplaatst, zodat je als wandelaar je tocht toch al kunt voorbereiden, op betere kaarten, want de gepubliceerde zijn wel erg summier. Hopelijk komt er nog een nieuwe topogids trouwens, want ook hier lijken jonge, dynamische mensen of oudere die denken dat ze tot de eerste categorie behoren, aan het werk, met een hekel aan papier. Zie ook NMBS, Doccle, al die bedrijven die alleen nog elektronische facturen sturen enz. Wij stappen vandaag ongeveer 19 km, voor 64% over onverharde of auto-onvriendelijke wegen, en dat is een onverwacht mooi resultaat. Van Hulst tot Nieuw-Namen moet je de rood-witte bewegwijzering volgen van de Grenslandroute, daarna schakelen we over op de geel-witte stickers van de Vlaamse Streek-GR. De rondgang van Hulst over de verschillende bolwerken van dit ooit versterkte stadje is uniek, de aantrekkelijkheid voor wandelaars van de Liniedijk staat in schril contrast met die van de geasfalteerde Vlaamse Koningsdijk, maar het blijft een aantrekkelijke tocht door een zo goed als vlak gebied, met de nadruk op dijken, kreken en akkers.Kaartjeenfoto's.
We kruisten nogal wat kreken, zoals hier de (Grote) Geul.
Het weer. Mooi, maar eerder fris en winderig lenteweer. Toch prettig stappen!
De stafkaarten. 55 A Hulst - 7/5 Z Kieldrecht - 15/1 N De Klinge
Hoe we er geraakten. De heenreis is gemakkelijk: een rechtstreekse trein Halle - Sint-Niklaas en een vrij snelle en redelijk betrouwbare aansluiting met bus 22. De terugreis ligt wat moeilijker: we slagen er niet echt in om de rechtstreekse trein in te schakelen, en dus wordt het bus 21 in Meerdonk en een treinreis met 2 aansluitingen.
Een beetje geschiedenis. Al in 1871 werden Mechelen en Terneuzen onder impuls van de gelijknamige Compagnie per trein met elkaar verbonden. Dat zou duren tot 1948 toen NMBS en NS de lijn onder elkaar verdeelden. Die was trouwens zwaar gehavend uit WO II gekomen: tussen mei 1940 en december 1950 lag er geen brug meer over het Kanaal Willebroek - Charleroi, en hetzelfde lot was de brug over de Schelde in Temse beschoren: daar duurde het zelfs tot maart 1956 voor de nieuwe brug afgeraakte. Niet dat dit zoveel uitmaakte voor de reizigersdienst tussen Sint-Niklaas en Hulst: die werd al in mei 1952 opgeheven. Overigens reden er ook voor WO II al bussen tussen Sint-Niklaas en Hulst (via Sint-Pauwels, Kemzeke Paal en Sint-Janssteen). Na WO II tot de afschaffing van de reizigersdienst vond ik geen bussen meer terug. Reizigers moesten het blijkbaar stellen met een 6-tal autorails per dag. De vervangingsbus kreeg eerst het lijnnummer 54A, maar toen dat nummer gebruikt werd voor de bussen die Mechelen met Sint-Niklaas verbonden, in het kader van de reorganisatie van lijn 54, met de afschaffing van enkele halten, werd dat 54B. Tegelijk met deze 54A uit Sint-Niklaas reed er ook een bus uit Antwerpen, onder het nummer 292. Dat laatste nummer wijst erop dat het hier om een aanvullende busdienst van de NMBS ging. In het spoorboekje van 1960 vond ik onder tabel 1208 trouwens ook nog een bus Sint-Niklaas - Sint-Pauwels - Kemzeke Paal - Hulst. In 1975 (je kent mijn hink-stap-sprongtechniek) was er van de 54 b al geen sprake meer. De bussen bleven wel rijden, onder lijnnummer 57c, Sint-Niklaas - Moerbeke, met bediening van Hulst. Het was een van die nodeloos gecompliceerde tabellen, voor 2 buslijnen die over een beperkt deel van hun traject gemeenschappelijk reden. In de jaren 1980 was de toestand al opnieuw gewijzigd: tabellen 54b (met lijnnummer 22) en 57c (met de lijnen 42 en 43) hadden ondertussen hun intrede gedaan. Dat is meteen de basis van de huidige bediening, met de lijnnummers 22, 42 en 43. Van de tabelnummers die verwijzen naar de vroegere spoorlijnen is (in deze regio) geen sprake meer.
De verbinding.
Halle - Sint-Niklaas
3207
09:03 10:36
stipt
366
mr80 break
controle: J
Sint-Niklaas - Hulst
[22]
10:54 11:30
+5
ab2223-04
Van Hool New A600
Waaslandia Autobussen
-
Meerdonk - Sint-Niklaas
[21]
17:08 17:48
stipt
ab2220-36
Van Hool New A360H
Waaslandia Autobussen
Sint-Niklaas - Antwerpen-Berchem
738
18:01 18:17
stipt
479
mr96
controle: N
Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord
9252
18:23 19:05
stipt
2808 - 61 84 1070 486
controle: N
Brussel-Noord - Halle
1740
19:13 19:32
+1
310
mr80 break
controle: J
Deze bus bracht ons naar Hulst. We stapten uit bij een vervanghalte.
En wat we beleefden. In Halle plaatst men infoschermen op perron 5. Ik veronderstel dat die er ook op de andere perrons komen. Het is niet eens een overbodige luxe, want treinen kunnen elkaar hier snel opvolgen op hetzelfde perron. De reis met IC 3207 verloopt zonder al te veel problemen: tussen Lebbeke en Sint-Gillis wordt er aan de sporen gewerkt en dat leidt tot wat vertraging. Voor de rest is het afwachten hoe het met de trein uit Lokeren zit. Die heeft toch wel wat vertraging, zoveel zelfs dat we voor hem uit Dendermonde gelost worden. De 3232 bevindt zich immers op spoor 1 en wij op spoor 4, wat kruisen noodzakelijk maakt en je zou verwachten dat de trein naar Brussel eerst mag vertrekken.
In Sint-Niklaas hebben we 18 minuten aansluitingstijd. Op het perronnetje staan amper 4 reizigers, maar als de bus aankomt, blijkt dat de meeste reizigers liever aan de overzijde op het plein wachten dan op het smalle (maar wel overdekte) perron. De chauffeur is er een van de goede soort: onderweg vraagt hij instappende reizigers of ze wel naar Hulst moeten. Twee keer hebben ze zich vergist: blijkbaar volgt een andere bus dicht. In Hulst is sinds gisteren een omleiding van kracht. Ik twijfel er wat aan of de chauffeur de voorziene omweg volgt - ondanks de kaart - want het lijkt erop dat we in een omcirkelende beweging het vestingsstadje naderen. Ook daar is de chauffeur attent: door de omlegging wordt de halte Zandstraat bediend aan de overzijde van de reguliere halte. Altijd handig als je nog terug moet en de chauffeur je op de wijziging wijst. En wat die controleur op deze bus kwam doen, zal hij alleen geweten hebben: hij stapte op, nam de door de chauffeur afgeprinte prodatakaartjes in ontvangts en stapte na enkele halten opnieuw uit. Niet één reiziger gecontroleerd...
Ook de terugrit uit het toch wel erg rustige Meerdonk verloopt zonder veel problemen. Net voor onze bus komt, heeft een andere bus een tiental scholieren afgezet. Ze rijden ei zo na allemaal met de aan de kerkmuur gestalde fiets verder.
Nog drie treinen dus: de eerste is de IC 738 naar Antwerpen-Centraal die ons in 16 minuten naar Berchem brengt. De trein bestaat uit drie Deense neuzen, wat vermoedelijk uitzonderlijk is. In Antwerpen-Berchem hebben we 6 minuten om over te stappen op de Benelux 9252. We laten de 3139 in vertraging rijden, wat achteraf bekeken geen slechte gok is, want ondanks wat haperen tot voorbij Oude-God, rijden we vrij vlot naar Mechelen: onderweg rijden we de vertraagde IC voorbij, die in Brussel aankomt met een dik kwartier vertraging. Echt genieten kunnen we deze keer niet in het stiltecoupé van dit comfortabele NS-rijtuig, want het belendende stiltecoupé moet zowat het luidruchtigste zijn van de hele trein. Slavische sjisjklanken elimineren adequaat de stilte; pas in de Luchthaven zullen ze uitstappen. Tweede Benelux trouwens in enkele dagen tijd, twee keer een Nederlands duo ter controle, twee keer zonder controle. De IC naar Quiévrain zal ons ten slotte zonder problemen maar met de klassieke minuut vertraging naar Halle brengen. Een jong buitenlands koppel vraagt zowaar of deze trein naar Halle rijdt. Wat de aantrekkingskracht van Halle op dit jonge stel mag zijn, is me een raadsel: na 18:00 sterft deze stad zienderogen uit. Even later worden ze trouwens naar tweede klas verwezen. Ik wil voor één keer aannemen dat ze inderdaad buiten hun wil in eerste klas gesukkeld zijn.
De treinlectuur. Stefan ZWEIG, Schachnovelle. Op de boot naar Argentinië speelt de wereldvreemde wereldkampioen schaken erg tegen zijn zin een kamp tegen een Oostenrijks slachtoffer van NAZI-Duitsland, die tijdens zijn eenzame opsluiting in gedachten heeft leren schaken, zonder schaakbord. Knappe, korte novelle, waarin het schaakspel fungeert als metafoor voor het echte leven, waarin iedere mens zijn vakje(s) probeert te veroveren. Wilkie COLLINS, De vrouw in het wit.
Een scheutje oprisping. Ik heb ze nooit gemogen (noch bekeken), die commerciële tv-zenders, maar dat ze ons nu ook al willen doen betalen om niet naar hun publicitaire nonsens te hoeven kijken, is me toch een brug te ver. Ik zal alvast niet treuren als er enkele van de kabel verdwijnen.
Bronnen. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Uiteraard gebruik ik ook alle trein- en busboekjes die ik in de loop van de jaren verzameld heb.