Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
23-03-2010
bellen
Als het
openbaar vervoer een spiegel is van onze samenleving, dan gaat het slecht met
onze samen-leving. Maar dat wisten we al.
De moeder
en de peuter, annex ingewikkelde en onhandige buggy, zijn al eerder ingestapt
en zijn maar meteen vooraan op de laterale bank gaan zitten, om ongevallen te
vermijden. Je ziet zo dat ze het nog niet gewend zijn, en er wordt ook gezwind
een biljet aangekocht tegen busprijs. En nee, de moeder schrikt niet eens van
het toch wel hoge bedrag dat ze moet neertellen voor de korte rit. Toch had ze
minder verwacht, dat is duidelijk, want ze moet haar portemonnee een tweede
keer aanspreken.
Wat verder
is zij ingestapt: vaal kleurende bril, dito haar en verticale scheerschade
tussen onderlip en puntje van de kin - nog net geen senior, want ze heeft nog
een gewone Omnipas. Ze blijft nog even vooraan hinderlijk zijn, en ploft zich
dan neer rechtover mij, even vergetend dat ze ook nog een rugzak draagt. Ik
wacht rustig tot ze voorovervalt, maar dat blijft me bespaard.
Mijn verste
herinneringen aan openbaar vervoer gaan nog steeds terug op dat zalige moment
dat je mocht bellen. Thuis kon je nergens drukken op een knop die twee dingen
tegelijk tot leven bracht. Op de tram kon dat wel: een schelle bel en een
schitterend rood licht, dat vooral 's avonds in de schaars verlichte voertuigen
voor een prille esthetische vervoering zorgde.
In die
vijftig jaar is er veel veranderd, en toch: we mogen nog altijd op de bel
drukken, en de peuters zitten nog altijd klaar, wachtend op het moment dat
moeder zegt dat het mag. Ook hij zit klaar, de vinger op het knopje.
Ik heb
altijd van mezelf gedacht dat ik een pestkop was en ben. En eerlijk, mild
pestgedrag is me nooit vreemd geweest. Maar dit gaat mijn petje te boven: want
nauwelijks zijn de deuren dicht, je ziet de afwachtende spanning stijgen, of
zij drukt met een snelheid die je niet meer van haar zou verwachten. Je herkent
de ontgoocheling, maar het kind is vatbaar voor reden, en legt zich neer bij de
troostende woorden dat ze nog wel eens de bus nemen.
Bij de
terugrit zijn mama en kind er weer. Nu lukt het wel. Van een ding ben ik zeker:
als de dame met de scheerschade ooit nog op mijn bus zit, zal ik het zijn, die
bel, desnoods aan elke halte. Ik druk dit tekstje alvast af, mocht de chauffeur
het op zijn heupen krijgen. Ik denk dat hij het ook wel zal begrijpen
Voor
de derde keer al stappen we GR 573. Vandaag loopt het nog even door en langs de
vallei van de Vesder: in feite lopen we in een grote zuidelijke boog van west
naar oost onder Verviers door, van Pepinster naar Hèvremont. De nabijheid van
een redelijk grote stad als Verviers, en van een mindere godin als Pepinster,
doet misschien wenkbrauwen fronsen, maar wees gerust: we volgen een bijwijlen schitterend
parcours (TWQ 63 %), langs veel smalle tot minder brede onverharde paden en
wegen, en zelfs het ontbreken van groen op deze eerste lentedag, doet niets af
aan de kwaliteit van het traject, dat iets langer is dan 16 km. Alleen in de
buurt van Heusy strekt de stad Verviers haar tengels wat al te geestdriftig
uit, maar voor de rest is dit een erg landelijk parcours, met de bebouwing vaak
op een veilige afstand. Enkele porties bos, met enthousiaste vogelzang op de
achtergrond, maken het plaatje volledig.
We zijn naar Halle gekomen met de bedoeling om de
1556 te nemen, in de wetenschap dat het hoogstwaarschijnlijk wel de 3105 zal
worden. Maar die laatste wordt met 15 minuten vertraging aangekondigd, als
gevolg van problemen met de locomotief. Dat komt ervan als je een locomotief
voor een drietal breaks probeert te spannen. Het wordt dus tóch de 1556, die
wel op tijd rijdt. Dat kan niet gezegd van de 3906, een 26 vooraan en één
achteraan met een 8-tal M6-rijtuigen, die dicht tegen het kwartier vertraging
aan zit. Van de 8 rijtuigen zijn er drie eerste klasse. Vermoedelijk zijn twee
ervan gedeclasseerd. Niet dat je dat aan de buitenzijde kunt merken, of ik moet
wel erg slecht kijken. Wat springt men toch slordig om met die dingen
tegenwoordig. Beide treinen, de 1556 en de 3906, vertrekken gelijktijdig in
Halle. We gaan over lijn 96 E en ik verwacht dat we in Lot voorrang zullen
geven aan de 3906, maar dat gebeurt niet. We gaan gezwind over de wissel van
lijn 96E naar lijn 96, en via 96 A gaat het naar Brussel-Zuid, dat
we zo goed als op tijd binnenrijden. Vanaf Vorst rijden we trouwens parallel
met de 3906: samen uit, samen thuis dus, want beide treinen rijden ook
gelijktijdig Brussel-Zuid binnen.
We struinen wat rond in Brussel-Zuid, ook langs het
enigszins vernieuwde Sam's Café. IC 506 staat al een tijdje klaar om
Brussel-Zuid binnen te rijden, maar de 3928 in vertraging houdt hem nog even
op. Toch zal zijn vertraging amper 2 minuten bedragen, en daar komen er
nauwelijks 2 bij in de NZV. Na een rustige, probleemloze rit bereiken we
Liège-Guillemins met 1 minuut vertraging. In een van de splinternieuwe perrons
wordt al opnieuw een gat geboord. Dat is nu net wat ik als gepatenteerde
onhandige kluns ook altijd meemaak als ik knutsel: als ik denk dat alles in
orde is, blijkt dat net niet het geval te zijn
De L-trein naar Verviers-Centraal bestaat uit één
break. Voor ons wordt dit de maidentrip over lijn 37 in dit type materieel. Tot
Angleur hebben we het gezelschap van 7 NMBS'ers; later wordt het erg rustig.
Normaal staat de trein 3 minuten stil in Pepinster. Ik maak me al op voor een
foto van ons stel, want de zon staat goed, maar de zonzijde van stel 367 staat
vol graffiti. Geen foto dus, ik verspreid geen kunst.
Voor de terugrit moeten we over korte afstand een
bus nemen van lijn 724. Hèvremont is een onooglijk groepje huizen met een kerk
op maat, maar vergetelheid zal wel de reden zijn waarom je nul op het rekest
krijgt als je Hèvremont als plaatsnaam invult in de planner van de TEC. Met een
aansluiting van 5 minuten in Verviers mag er niet veel fout lopen, en het
begint al met 2 minuten vertraging, maar de vertraging schommelt de hele rit
lang tussen 1 en 3 minuten. De chauffeur "laadt" bovendien reizigers
aan een aantal halten van het stadsnet, en dat verbetert onze slaagkansen allerminst.
De bus komt bovendien niet op het pleintje voor het station, maar net iets
verder, zodat we ook nog de trappen af moeten. Zoals dat altijd gaat, is de IC
stipt op tijd.
We stappen dan ook meteen in, zonder geldig
vervoerbewijs, want ik moet onze Railpass nog invullen. Ik hoop dat ik een TBG
tegenkom, maar de wet van Murphy is alomgeldend, en dus gebeurt dat niet. En
Murphy blijft ons goedgezind, want ik ben nog maar net ons eerste lijntje bezig,
als de TBG zich al parmantig aandient. Ik prevel dat er maar 3 minuten zat
tussen bus en trein, en blijkbaar volstaat dat als excuus: ik mag onder het
waakzaam oog van de TBG het tweede lijntje invullen, waarna beide deskundig
geknipt worden. Voor de rest wordt ook dit een vlotte en rustige rit. In
Zaventem staat de IR naar Quévy als vanouds zijn beurt af te wachten: zelfs bij
een lichte vertraging krijgt de IC voorrang. Zo zal het nooit meer goed komen
met de vroeger zo betrouwbare IR.
We zullen nu wel proberen om hem nog te nemen in
Brussel-Noord, waar hij met 5 minuten vertraging aangekondigd staat. De 2704
sleept inderdaad met 4 minuten vertraging zijn M6'en aan, maar een
eersteklasserijtuig ontbreekt, dat wordt nog eens bevestigd door de TBG. Het
zal wel iets te maken hebben met die ontsporing vorige week in Mons, maar het
is toch godgeklaagd dat er in sommige treinen 2 A-rijtuigen te veel zitten, en
dat het A-rijtuig in andere treinen ontbreekt. Dat het om twee verschillende
onderhoudsposten gaat mag geen excuus zijn . We beslissen dan maar om de CR te
nemen, tenslotte was dat de normale aansluiting geweest.
CR 3687 bestaat uit 2 klassieke stellen. Het eerste
is een CR-stel: uit de display vooraan leid ik af dat dit CR 6 is. We stappen
achteraan in. Behalve een licht gestoord reiziger, die zoals men hier zegt "geen
zittend gat heeft", maar wel een kanjer van een rugzak en een gescheurde
mouw, een allochtoontje dat schippert tussen staan, zitten in tweede en zitten
in eerste, en 2 jongedames die vinden dat ze in eerste mogen zitten als ze niet
bij elkaar kunnen zitten , valt er weinig te beleven in eerste klasse. Ik denk aan de
brief van Thomas Siffer die ik vanmorgen tijdens de heenreis gelezen heb: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=JN2NGT6V&word=siffer.
In Buizingen rijden we in een boogje rond het
spooksein: het gaat even over tegenspoor. Daardoor blijven we de 6 minuten
vertraging in Brussel-Zuid meeslepen tot Halle, maar al bij al leek het vandaag
nog mee te vallen. Net als de wandeling en het weer trouwens. Waar snakt het hart
nog meer naar?
Meer foto's? Hier: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/pepinster%20-%20hevremont%20GR%20573/
Zo'n tien jaar geleden werd onder impuls van het
Felixfonds en in samenwerking met het NGI een aantal wandelingen in het
Pajottenland uitgestippeld, onder de naam Wandelweg. Voor elke wandeling werd
een kaartje gemaakt, met bijkomende summiere gegevens, en alles werd te koop
aangeboden in handige mapjes. Wij volgen vandaag de tiende wandeling uit de
eerste reeks, met start en aankomst in Eizeringen.
Als geboren en getogen Pajot zou ik vandaag blij
moeten zijn, maar eigenlijk hou ik niet zo van het Pajottenland als
wandelstreek. Ook vandaag moet ik weer vaststellen dat dit het land van de
"koterijen" bij uitstek is, en tot overmaat van ramp volgen we ook
veel meer asfaltwegen dan goed is. De TWQ bedraagt amper 22 %, en dat is toch
wel weinig als je je streek als wandelparadijs wil promoten. Het wordt dus geen
onverdeeld succes, deze tocht langs Borchtlombeek en Wambeek, waar Pol de Mont
zijn eigen Pajottenland bezingt. Wie graag op een onbezorgde manier dit licht
heuvelende gebied met bijhorende beken verkent, komt vast wel aan zijn trekken
De verplaatsing:
Halle - Meerbeke bus 153 9:35 10:24 stipt (ab 3940
Jonckheere Transit 2000, Ukkel)
Meerbeke - Eizeringen bus 128 10:23 10:33 +3 (ab 4140 Van
Hool AG500, Meerbeke)
Eizeringen - Meerbeke bus 128 13:43 13:53 -4 (ab 4141
- als 4140)
Meerbeke - Halle bus 153 14:41 15:25 +4 (ab 5168 - Van
Hool New AG300, Leerbeek)
Het wordt vandaag een treinloze uitstap. Even heb ik
wel aan een alternatieve route gedacht, bijvoorbeeld langs Brussel-Noord, maar
tijd win je er niet mee, en de rit door het Pajottenland is ongetwijfeld
aangenamer dan door het goorste deel van Brussel. Voor de reorganisatie van de
busdiensten in het Pajottenland zouden we trouwens wél verplicht geweest zijn
om via Brussel te reizen. Vandaag valt opnieuw op dat ook lang verwaarloosde
gebieden reizigers aantrekken, als het aanbod voldoende groot is.
Van de nieuwe schermen in Halle kunnen we aflezen dat
onze bus met enkele minuten vertraging rijdt. Die groeit nog snel aan, tot 15
minuten zelfs. We bereiken Leerbeek om 10:08, en dat is 13 minuten later dan
voorzien. Als je weet dat een aantal bussen daar om 10:05 vertrekt, dan
verwacht je niet meteen dat al die aansluitingen verbroken worden. En toch,
vandaag lijken alle bussen stipt vertrokken. Voor minstens één reizigster wordt
dat een vol uur wachten! Dit is nieuw: in Leerbeek wordt (werd?) over het
algemeen goed gewacht op aansluiting, vandaag is het even anders, ondanks de
minieme wachttijd die nodig geweest zou zijn. Ik hoop dat dit geen nieuwe
politiek is, want de betrouwbaarheid van het regionale busnet staat of valt
hier met dat knooppunt in Leerbeek.
Wij komen uiteindelijk stipt aan op ons overstappunt
Meerbeke Stelplaats. We kunnen zelfs een aansluitende bus vroeger dan voorzien
nemen, omdat die met wat vertraging rijdt. Zoals verwacht is het een gelede
bus. De vroegere gelede bussen leden meer dan de huidige onder het
karakteristieke huppelgedrag, dat blijkbaar moeilijk te vermijden is met deze
lange bussen. We pikken nogal wat reizigers op, op weg naar Brussel, en de
vertraging blijft, al is ze nauwelijks het vermelden waard: 2 minuten. We
stappen uit aan de halte Weg naar Borchtlombeek. De N8 is een echt onding voor
voetgangers en fietsers, en dat kunnen we hier over enige afstand ondervinden.
Ongelooflijk hoe men destijds elke meter grond (o.a. teruggewonnen van de
boerentram) meteen opslorpte om het de automobilist gemakkelijk (?) te maken.
Fietsen moet hier een hel zijn, wij kunnen gelukkig uitwijken naar een smalle
grasstrook.
Voor de terugrit hebben we dezelfde reisweg voorzien.
Om 13.43 zou er een bus van lijn 128 moeten komen, maar die rijdt een viertal
minuten te vroeg. Dat maakt onze overstap in Meerbeke nog ruimer, tijd om snel
even een kiekje te stelen van enkele bussen in de stelplaats.
Een gelede bus brengt ons naar Halle: dat is al een
voorbereiding op de spits, want tot Halle zou een standaardbus ruim volstaan. Het
valt op dat ook de gelede bussen een evolutie naar meer comfort hebben
doorgemaakt: deze bus is duidelijk minder kort afgeveerd. Op tijd rijden lukt
moeiteloos tot Halle: uiteindelijk arriveren we daar met 4 minuten vertraging,
Halle heeft geen verkeersprobleem, Halle IS een verkeersprobleem.
Nu zowat alle mogelijkheden voor echte GR-paden
uitgeput raken, zeker in het volgebouwde Vlaanderen, lijkt men resoluut te
kiezen voor de zogenaamde streek-GR's. Die van het Dijleland is een van de
meest recente, en we beginnen de grote lus vandaag waar ook de topogids haar
laat beginnen: in Kessel-Lo, bij het Recreatiedomein. Dat Vlaanderen volgebouwd
is, en dat het aanbod aan trage (wandel)wegen in veel regio's uiterst beperkt
is, wordt vandaag weer duidelijk: eigenlijk volgen we van begin tot eind een
stuk van de GR 128, die we vroeger al stapten. Gelukkig doen we dat nu in
tegengestelde richting, en zoals elke rechtgeaarde wandelaar weet, doe je dan
een compleet andere wandeling. Een TWQ van 56 % is niet echt hoog, maar de
gevolgde trage wegen mogen er zijn: de Kesselberg, al meteen bij het begin, een
ruig stukje langs de Dijle, een prachtige veldweg naar Wakkerzeel, dat als dorp
ook de moeite waard is, en nog enkele wegen langs een vaak moerassig gebied,
waar de toponiem Broek dan ook vaak voorkomt. Na zo'n 17 km komen we aan in de
NMBS-halte van Wespelaar-Tildonk.
Voor ons is het de eerste treinuitstap na de ramp van
15 februari. Anders dan vroeger staan de wrakken van de verongelukte trein goed
zichtbaar, deels als schroot geladen op een wagonnetje Vroeger werd zoveel
mogelijk schroomvallig geprobeerd om die dingen weg te slepen of aan het oog te
onttrekken. Nu beelden van de ramp na 2 uur al de hele wereld rondgingen, heeft
dat inderdaad niet zo veel zin meer.
De verbinding:
Halle - Leuven 7515 8:27 9:19 +23 (2122 - 53511)
Leuven - Kessel-Lo bus 2 9:52 9:59 +7 (ab 5290 - Van
Hool New A309 - Leuven)
We hebben dus gekozen voor de enige min of meer snelle
trein tussen Halle en Leuven. Zo kan ik meteen de nieuwe M5 "showen"
aan mijn vrouw, al is er niet veel "showen" aan. Het is een nog
verder uitgeklede M6, met een bijzonder hinderlijke plaatsing van de banken ten
opzichte van de ramen; het echte verschil moet nog komen, als het warm wordt.
Vandaag is het aangenaam warm, al kun je dat niet aan het kale, koele interieur
toeschrijven.
Het wordt een echte sukkelrit: in Halle vertrekken we
met 4 minuten vertraging, na de NZV zijn dat er al 17, en uiteindelijk zullen
het er 23 worden in Leuven. Ik wil best aannemen dat de vertraging voor een
deel te wijten is aan de nog niet ten volle genormaliseerde toestand in Halle,
en dat een trein in vertraging de neiging heeft om zowat overal gehinderd te
worden, maar ik vraag me af of deze 7515 eigenlijk ooit wel min of meer op tijd
rijdt. Tussen Nossegem en Herent gaat het even over lijn 36N, en dat is zowat
het enige deel van het traject dat min of meer snel afgelegd kan worden.
Tussen Halle en Brussel-Noord mogen we meeluisteren naar
een veel te luide i-pod. Draagster is een dertiger, die blijkbaar nu al gehoorproblemen
heeft. En die M5'en hebben altijd al zacht gereden, al maken ze nu wat meer
lawaai: als je bijna uitgeklede rijtuigen op de sporen brengt zoals destijds,
kan er niet veel rammelen. Nu er toch al wat extra voorzieningen zijn, zorgen
die ook voor extra achtergrondgeluid.
Met een frequentie als die van lijn 2 is dergelijke
vertraging natuurlijk geen echt probleem: in plaats van de bus van 9:30 wordt
het die van 9:52, die van 9:45 rijdt net voor onze neus weg. De Prodata werkt
niet: het wordt dus een gratis rit in ab 5290. We rijden wel even de stelplaats
in, waar de Prodata vervangen wordt, maar we blijven rustig zitten en de
chauffeur vindt het waarschijnlijk al goed dat we één poging gedaan hebben. Dat
is een compensatie voor die enkele keren dat we door allerlei vergissingen en
mankementen te veel betaald hebben, zullen we maar veronderstellen. Door het
ommetje langs de stelplaats is de vertraging van de bus nu wel 7 minuten, en
dat betekent dat 2 bussen van lijn 2 vlak na elkaar rijden, beurteling
reizigers opnemend.
Voor de terugrit heb ik nog geen parcours uitgetekend:
het kan langs Mechelen of Leuven, en het kan ongeveer even snel. We nemen dan
ook de eerste kans die zich voordoet: langs Mechelen.
IR 2715 naar Sint-Niklaas bestaat uit 2 duikbrillen.
De treinwachter knipt zonder kijken: het is gewoon onmogelijk dat hij het
toegevoegde lijntje: "Terug van Wespelaar-Tildonk" gezien, laat staan
gelezen, zou hebben. Blijkbaar steekt het allemaal niet zo nauw, want de kans
dat het zurig-ruikende clochardachtige type een eersteklassebiljet heeft is
minimaal, maar hij wordt wel ongemoeid gelaten. Of trakteert die zichzelf na
een lucratieve dag?
Soms kan het allemaal ontzettend vlot gaan: in
Mechelen kunnen we zelfs nog de stipte IC 2036 nemen. Deze treinbegeleider
bekijkt onze biljetten wel grondig. Dat we van Halle zijn noopt tot een
gesprekje over het ongeval. Het moet een zegen zijn voor deze mensen dat ze af
en toe ook eens gewoon een babbeltje kunnen slaan zonder snauwen van
moedwillige klanten. Hopelijk gebeurt dit vaker dan we zelf denken, in dit
oververhitte landje waar de treinbegeleider die zijn job doet voor de
correctionele gesleept wordt wegens slagen en verwondingen. Wedden dat hier
opnieuw een staking van komt?
In Brussel-Noord hebben we 6 minuten voor de overstap
naar CR 3686: twee klassieke stellen, waarvan de wijnrode 217, en dat is
duidelijk te weinig. Ook in eerste klasse is de bezetting 100 %, al zullen alle
reizigers wel niet voor eerste betaald hebben. Mogelijk is dat wel het geval
voor de vader met 2 kleuters, die sinds 1 februari ook gratis in eerste mee
mogen. De zak snoep en cakejes zakt zienderogen: ze halen Halle niet.
We hebben in Brussel-Noord eigenlijk ook nog de kans
om over te stappen op de IR naar Quévy, met een fikse vertraging, die ook wel
eens de oorzaak van de overbezetting van de CR zou kunnen zijn. Wie erop
gerekend had om met de CR sneller te zijn, komt bedrogen uit. Een ondertussen
berucht geworden sein net voorbij Buizingen houdt ons op, om de IR van lijn 96N
naar lijn 96 te laten sporen. Het wordt dus ook nog even wachten tot de IR in Halle
gestopt en opnieuw vertrokken is, alvorens wij verder kunnen. Het resultaat is
9 minuten vertraging, maar met 73 minuten (vertraging verrekend) is dit toch
een vlotte reis geworden.
Door treinongeval en slecht weer waren we de laatste
weken wat aangewezen op plaatselijke wandelingen, die ook enorm kunnen
meevallen. Nu zou het echte wandelseizoen voor ons van start moeten gaan -
mogelijk met nog een tweede wandeling deze week.