GR 5 is een
van die GR's die tot de verbeelding spreken van trekkers die eens graag een
groot project op poten zetten, zoals stappen van Nederland tot de Middellandse
Zee. Wij houden het nog altijd - en dat zal wel zo blijven - bij
kleinschaligheid, en vandaag vullen we dat in met een dikke 17 km tussen
Stavelot en Vielsalm, weliswaar langs de ouderdomsdeken van de Belgische GR's:
de 5!
Stavelot
ben je uit voor je het weet, ondanks de reusachtige brocante die daar vandaag
georganiseerd wordt. En dan begint een lange, min of meer rechtlijnige tocht,
met de nadruk op stevige stukken bos, met af en toe indrukwekkende doorkijkjes
naar het vaak schitterende landschap. De zon is trouwens van in het begin van
de partij, en de zichtbaarheid is goed, zodat we vaak vergast worden op panorama's
die illustreren met hoeveel tinten groen de natuur zijn plaatjes schept.
De TWQ
bedraagt 66 %, hoofdzakelijk boswegen. Alleen in het begin en op het einde, en
even bij Logbiermé, het enige stukje bewoning dat we op de tocht doorkruisen,
is het beton nadrukkelijk aanwezig, voor de rest wordt het hele gamma van trage
wegen bespeeld.
De
verplaatsing:
Halle -
Brussel-Zuid 1906 7:30 7:39 stipt (482)
Brussel-Zuid
- Liège-Guillemins 506 7:58 9:00 +1 (1357 -11830)
Liège-Guillemins
- Trois-Ponts 113 9:18 10:11 stipt (3016 -11715)
Trois-Ponts
- Stavelot [745] 10:30 10:38 +1 (ab7561-10, Mercedes Citaro LE, Satracom)
Vielsalm - Liège-Guillemins 116 16:37 17:42 +3 (3008 -
11701)
Liège-Guillemins - Brussel-Noord 540 18:00 18:52 +1 (1357 -
11831)
Brussel-Noord - Halle 1940 19:12 19:30 +1 (2146 - 58043)
De commentaar:
Het is al erg lang geleden dat we er nog eens op zondag op
uit getrokken zijn, maar met een reeks onwandelbare dagen in het verschiet (te
heet, te onweerachtig, te zwoel, te nat) hebben we weinig keuze. Gelukkig kun
je bepaalde regio's ook op zondag nog vrij makkelijk bereiken.
Vandaag begint voor de NMBS de toeristische periode, en dat
verklaart waarom IC1906 nu eens geen voor deze verbinding zo karakteristiek
trek-en-duwstel met M4 heeft. Twee ms 96 hebben de wacht overgenomen: ze zullen
straks uit Schaarbeek naar Oostende sporen, via Tournai en Kortrijk. De rit
verloopt snel en stipt, precies wat je verwacht op een zondagmorgen.
Ook de IC naar Eupen zal zo goed als stipt rijden, en dat is
niet bepaald inspirerend als je over je treinritten een tekstje wil schrijven.
In Liège staat de ICT 6949 naar Jemelle op zijn eerste
rijdag al meteen met 11 minuten vertraging aangekondigd. Die zou onze IR wel
eens in de weg kunnen zitten, maar als de vertraging groeit tot 16 minuten, is
het duidelijk dat men hem opoffert om de stiptheid van de IR naar Luxemburg te
vrijwaren. En inderdaad, de IR zal eerst komen, onmiddellijk gevolgd door de
ICT. (Waar komt zo'n vertraging nu eigenlijk vandaan? Vergeten dat de
toeristische periode begon? Vergeten dat men materieel moest voorzien? Druk
reizigersverkeer, zoals Railtime ons probeert wijs te maken?)
De IR naar Luxemburg bestaat uit 3 I10. Uit de aard van het
publiek dat op het perron staat te wachten kun je meteen het belang van een
trekpleister als Plopsacoo afleiden. Gelukkig heeft de NMBS destijds niet besloten
om die halte te sluiten. In Coo zullen zowat 80 reizigers het buitenbeentje
onder de pretparken opzoeken. De rit verloopt stipt vanaf Angleur ondanks 2
minuten vertraging bij vertrek uit Liège-Guillemins. Het buitenrijden van de
spoorwegtempel gebeurt nu veel vlotter dan vroeger, maar de rittijd is dezelfde
gebleven. Vandaar
Het station van Trois-Ponts is vandaag een onbemande halte.
Wie denkt dat gesloten loketten niet samen hoeven te gaan met gesloten
wachtzalen komt hier bedrogen uit, al is het weer niet van die aard dat je
binnen wil zitten. Ik las onlangs een lezersbrief in een Britse krant, van
iemand die ook vond dat reizen per trein de voorbije tientallen jaren vooral
minder een belevenis is geworden: geen restauratie in de trein, geen kruiers
meer, geen afzonderlijke rijtuigen meer waar je je bagage kwijt kunt, hij vermeldde
nog wel enkele andere dingen. Wij mogen daar gerust het verdwijnen van min of
meer comfortabele wachtaccommodatie aan toevoegen.
In Trois-Ponts valt nog geen bus te bespeuren. Die komt pas
tegen het vertrekuur aan rijden. Opvallend veel reizigers stappen in op weg
naar Stavelot, dat in feeststemming verkeert. Dat zal ook wel de oorzaak zijn
van de 6 minuten vertraging van de heenrit, en van de 4 minuten vertraging van
onze rit. Lijn 745 heette vroeger 45a. Ze verving inderdaad spoorlijn 45, omdat
(in die tijd alleen) heren die het konden weten, wisten dat stadjes als Stavelot en Malmedy geen treinverbinding
meer nodig hadden.
Vielsalm heeft sinds ons laatste bezoek een serieuze
metamorfose ondergaan: een spoor is dan wel verdwenen, de beide resterende
sporen kunnen nu bogen op verhoogde perrons (hoger dan in Halle!), en alles
ziet er kraaknet uit. De wachthuisjes ontbreken nog. Het is trouwens behoorlijk
warm op de schaduwloze perrons.
Voor de terugrit is een vierde rijtuig aangekoppeld. Blijkbaar
is dit de terugrit van IR 115, en met reserveringen en Plopsadrukte was dat
vierde rijtuig geen overbodige luxe, kan ik uit een gesprek van de TBG met een
habitué afleiden. Ook deze rit zal voorspoedig verlopen, al wordt het stilaan
warm in deze aircoloze I10. De geopende raampjes zorgen voor een helse drukte,
zeker in de vele tunnels op het traject. Maar ik blijf van deze rijtuigen houden,
ook en misschien nog meer na één van de best geslaagde renovaties van de
voorbije jaren. Alleen tussen Poulseur en Angleur gaat het even minder vlot:
dat verklaart de 3 minuten vertraging in Liège.
Voor de IC naar Oostende staat behoorlijk wat volk te
wachten. Een onderstationschef getroost zich zowaar de moeite om luidkeels aan
te geven waar de eersteklasrijtuigen zullen stoppen. Sommige reizigers schuiven
op naar betere oorden, andere blijven staan of zitten waar ze staan of zitten. Voorlopig
komt alleen nog maar in de krant wanneer bonobo's of chimpansees weer iets
nieuws geleerd hebben, er komt ongetwijfeld nog een tijd dat de krant zal signaleren
dat een specimen van die primatensoort zonder haar weer wat nieuws geleerd
heeft. Het werd dus weer drummen om via de eersteklasrijtuigen naar tweede door
te schuiven, en zelfs dan zal een snelle TBG nog enkele onverlaten tot verhuizen
moeten aanzetten. Voor de rest is dit een typisch zondags reisgezelschap: wat
binnen- en buitenlandse toeristen, hier en daar een stel oudjes, een
spoorwegfamilie en wie weet: een cadeaubiljet. Een familie (die we ook
vanmorgen al gezien hadden) maakt de reis Brussel-Noord - Coo en terug zelfs
met een weekendbiljet. Echt rustig is het dus niet, maar het valt allemaal toch
nog best mee.
In Ans staan we even stil om de IC uit Knokke/Blankenberge
door te laten, maar zelfs dat belet niet dat de initiële vertraging van 4
minuten in Leuven al gereduceerd is tot 2 minuten (en 1 bij vertrek).
Deze IC naar Moeskroen bestaat wel uit de vertrouwde
M4-rijtuigen. Na de koelte van de I11'en is het weer even wennen aan de warmte
en het lawaai van deze ondertussen meer dan 30 jaar oude rijtuigen, die voor
mijn part gerust nog vele jaren mogen blijven rijden. De rit Brussel-Zuid -
Halle wordt in minder dan 8 minuten gereden. Thuis heeft de maximumthermometer
afgeklokt op 25.6°: dat is nog net niet te veel om van een uitstap als die van
vandaag een deugddoende bezigheid te maken.
Alle foto's van de wandeling vind je hier: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen%202/Stavelot%20-%20Vielsalm%20GR5/
Maar kijk alvast ook eens naar deze foto's , met een
bebloemde Amblève, een karakteristiek beeld, en de Luxemburgse loc 3010 met IR
119 Liers - Luxemburg in het nu erg mooi en praktisch ogende station van
Vielsalm.



|