Prachtige lentedagen zijn het, en het is volop genieten van aangenaam
weer, dat minder dan in winter en zomer van de stapper vergt. Vandaag hebben we
gekozen voor een stukje GR56, van Mont, waar we verleden jaar geland waren, tot
Botrange, het Belgische hoogtepunt. Met de aanloopstrook van 1.5 km erbij is
dat iets minder dan 13 km. Als je die anderhalve kilometer buiten beschouwing
laat, dan halen we vandaag een TWQ van 100 %. Onnodig te vermelden dat dit niet
zo vaak voorkomt. Het is een afwisselende tocht door sparrenbossen, waardoor
het niet zo opvalt dat voor de bomen de lente nog moet beginnen, en door
veengebied. Over lange afstand wandelen we over knuppelpaden, op vele plaatsen
zijn die onontbeerlijk, want je hebt hier dat merkwaardige verschijnsel van
afgestorven en verdroogd veengras dat een nog behoorlijk vochtige ondergrond
camoufleert. Voor de weeramateur die ik ben is het waarnemingsstation van
Mont-Rigi een welkom toemaatje, al hoor ik mijn vrouw denken dat het een geluk
is dat onze tuin maar een fractie van al die apparaten herbergt.
Nog even twee kanttekeningen.
Eén. Eigenlijk waren de Venen vandaag voor het eerst deze lente verboden
terrein, getuige de rode wimpel die we aan ons beginpunt aantroffen. Gisteren
was er nog niets aan de hand, maar toen ik vanmorgen de site van de Hoge Venen
raadpleegde, bleek over de nacht heen de onheilspellende vermelding verschenen:
alle paden zijn verboden terrein. Twee wandelaars uit de streek drukten ons op
het hart dat we ons geen zorgen hoefden te maken: we konden probleemloos de GR
56 volgen tot Botrange; zij zelf zouden trouwens de plaatselijke wandeling met
het groene kruis volgen, en die liep over langere afstand samen met de GR. Dat
leek te bevestigen wat ik op de site had gelezen, namelijk dat de paden in de
buurt van Botrange en Mont-Rigi toegankelijk bleven. Meer: toen we in Botrange
aankwamen, was daar geen spoor te bekennen van de rode vaan. Met andere woorden:
als we van Botrange naar Mont gestapt hadden, dan hadden we pas op het einde
van de tocht gemerkt dat de Venen eigenlijk afgesloten waren. We kwamen
onderweg trouwens nog een tiental andere wandelaars tegen, ruim meer dan wat we
over het algemeen op onze tochten kruisen of inhalen. Ik wilde nog even de
boswachters, die bij Botrange rustig stonden te keuvelen, vragen hoe de vork
aan de steel zit, maar daar was spijtig geen tijd meer voor. Dat de Venen op
een bepaald moment dicht gaan, lijkt me logisch: dat wat mag en niet mag zo
onduidelijk afgelijnd is, niet.
Twee. Toen we bij Botrange aankwamen, bleek het plaatselijke
etablissement (ouvert de 10 à 18 heures)
toch gesloten. We stapten rond het gebouw heen, en achteraan zaten drie
personeelsleden rustig te roken en te leuteren. Waarschijnlijk waren die
vervelende klanten er te veel aan, en had men dus maar in een ruime namiddagpauze
voorzien. Lees ik nu net niet overal hoe slecht het gaat met de horeca, en hoe
de hele handel langzaam doodgeknepen wordt, o.a. door het rookverbod? Welnu,
terwijl we dat dikke half uur op de bus zaten te wachten, duwden een tiental
wandelaars net zoals wij vergeefs aan de gesloten deur. Subsidies en
voorkeursbehandelingen? Laat men maar eens gewoon werken, dan zal de leefbaarheid
van de sector vanzelf toenemen.
Foto's vind je hier
.
En hier:
knuppelpaadjes in alle
formaten, het ene al wat wankeler dan het andere:
de Tros Maret is hier
niet meer dan een rustig beekje, vóór de steile afdaling naar Malmedy:
en een groot deel van
de wandeling liep door dit kenschetsende landschap:
De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 3105 7:19 7:30 stipt (308)
Brussel-Zuid - Verviers-Central 506 7:57 9:23 +2 (1848 - 11803)
Verviers-Central - Malmedy [395] 9:40 10:35 stipt (ab7531-16, Mercedes
Citaro LE, LIM-Collard-Lambert)
Malmedy - Mont [397] 10:40 10:57 +2 (ab7531-13, Jonckheere Transit 2000,
LIM-Collard-Lambert)
Botrange - Eupen [394] 15:29 15:55 stipt (ab7631-72, Mercedes Citaro LE,
Sadar)
Eupen - Brussel-Noord
539 16:10 17:54 stipt (1808 - 11802)
Brussel-Noord - Halle
3739 17:53 18:14 +12 (549)
De commentaar:
Enige tijd geleden
had men nog een poging ondernomen om lijn 397 een extra injectie te geven, door
de Proxibus van Malmedy voor ritten bovenop het gewone aanbod te laten zorgen,
maar het experiment liep al snel weer af. Vandaar dat we nu opnieuw verplicht
zijn om op vrijdag of zaterdag te stappen, want anders geraken we onmogelijk op
een deftig moment in Mont.
We konden in Halle
ook de CR naar Dendermonde nemen, maar de IR naar Antwerpen komt amper 4 minuten
vroeger. Helemaal vooraan hangt de gemoderniseerde 308. Modernisering betekent
in dit geval: weg met de nog enigszins knusse gezelligheid van de oude breaks,
leve de helle sfeer van een kale tandartsenwachtzaal. Vervoeren van A naar B,
dat is de zaak, en al de rest is romantiek. Dat ik me dan gewoon 69 kilo vlees
voel, en geen klant, raakt ze al lang niet meer bij de NMBS. Gelukkig verloopt
de reis naar Brussel weer stipt. Oh ja, de bezetting in eerste klasse bedroeg meer
dan 90 %, in het tweedeklasrijtuig vooraan ongeveer 30 %. De Halse pendelaars
doen de moeite niet meer om door te schuiven, controle komt er toch nooit. In
de vorming van Halle staan twee TVM-55'ers met een stel M4. Ongetwijfeld een aan
lager wal geraakte IC of P uit het Doornikse.
Zoals de laatste tijd
de regel lijkt te zijn, rijdt de IR naar de Luchthaven en Landen met 10 minuten
vertraging, net genoeg om de IC naar Eupen in de weg te rijden. Maar blijkbaar
doet de IR het zo slecht dat de IC nog voor de IR Brussel-Zuid binnenrijdt. We
vertrekken zelfs stipt in Brussel-Zuid, maar in Brussel-Noord noteren we alweer
7 minuten vertraging. In Leuven hebben we al 2 minuten ingehaald, en in Ans
blijven er amper 2 minuten over, maar dan begint de afdaling van het Hellend
Vlak. Je zou denken dat dit vanzelf gaat, zeker nu ettelijke miljoenen geïnvesteerd
zijn in het beter toegankelijk maken van Liège-Guillemins, maar als je het mij
vraagt, gaat het nu veel minder vlot dan 15 jaar geleden. We staan zelfs enkele
minuten volledig stil, wat resulteert in 8 minuten vertraging bij aankomst in
Liège. Veel tijd verliezen we daar niet: zo lopen we 3 minuten in, en in
Verviers blijven maar 2 minuten vertraging meer over.
Hoeveel keer we al
naar dat pleintje voor het station gestapt zijn, weet ik niet meer, maar langzamerhand
is dit voor ons routine geworden. Er staat al een 395 naar Reuland klaar: de
chauffeur rookt een sigaret, weliswaar bij het geopende raam. Maar de bus naar
Reuland staat naast deze bus, met film Verviers.
Bijna gelijktijdig veranderen beide films. Zoals altijd heeft de bus behoorlijk
wat klanten mee. Ik heb net L'épopée d'un
tram vicinal gelezen, over de tramlijn Spa - Verviers, en pas nu begrijp ik
waarom we onderweg een halte Tiège
Sous-station voorbij rijden. De bus overwint een indrukwekkend
hoogteverschil, en de tram moet destijds gebruik gemaakt hebben van een tracé
dat de meest brutale stijgingen kon wegvlakken. In Malmedy houdt men markt op
vrijdag - dat is de reden waarom er vandaag een 397 in de voormiddag rijdt - en
dat levert wat extra klanten op, maar het blijft vlot rijden tot Malmedy
Station, zodat we ons geen zorgen hoeven te maken over de aansluiting.
Deze bus maakt een
lus voor de bediening van dorpen als Bevercé en Xhoffraix. Samen met ons is er
nog een wat oudere dame die terugkomt van de markt. Zoals wel meer moeten we
vaststellen dat dergelijke bedieningen weinig of geen zin hebben. Lijn 397 is
eigenlijk het restant van lijn 396 die vroeger Malmedy met Eupen én Vaals
verbond. Ze werd als pasmunt gebruikt bij de invoering van lijn 394 Sankt-Vith
- Eupen, trouwens wel een succesrijke verbinding. Zo gaat dat nu eenmaal bij
het openbaar vervoer: als er een nieuwe lijn ingelegd wordt, moet dat op een
andere plek gerecupereerd worden. Alsof men bij de aanleg van een nieuwe weg,
ergens anders een oudere sluit. Of alsof de aanleg van een ondergrondse
parking, gecompenseerd wordt door het afschaffen van parkeerplaatsen boven
De
OV-klant is niet alleen in de ogen van de NMBS een aantal kilo's vlees dat
verplaatst moet worden.
Maar we kunnen
vandaag ook meteen de andere zijde van de medaille zien. Voor de komst van lijn
394 was de bediening van het trio Botrange - Mont-Rigi - Baraque Michel door
lijn 390 wel bijzonder functioneel, zoals men dat nu eufemistisch noemt bij De
Lijn, maar met lijn 394 erbovenop is het best doenbaar. Zelfs in volle namiddag
kunnen we de bus nemen. Die rijdt met de film Eupen Bushof, en hoewel je dat
niet vindt op de site van de TEC, rijdt die inderdaad niet naar zijn vertrouwde
eindpunt aan het treinstation. Door een omlegging in hartje Eupen moeten we
gebruik maken van de halte Bahnhof van lijn 396, dat scheelt 2 voetgangerslichten,
maar zorgen hoeven we ons niet te maken. De IC uit Oostende staat nog niet
binnen. Zou het kunnen dat we al voor de derde keer na elkaar met een andere
trein naar Welkenraedt gebracht worden? Maar dan wordt aangekondigd dat de
trein uit Oostende binnenrijdt. Altijd prettig om dat eens in het Duits te
horen. Onnodig te zeggen dat de aansluitende bus van lijn 394 (naar Sankt-Vith)
vertrokken is, mét groen cijfertje op het Aribusscherm.
Het is vrijdagavond
en dat is altijd een wat speciale spits: het gewone publiek is vaak al weg, als
ze al gewerkt hebben op vrijdag, en in de plaats komen de studenten en
scholieren. Zelfs in het verre Eupen staan er behoorlijk wat klaar, met pak en
zak. De IC's rijden hier al een tijdje volgens een gewijzigde dienstregeling,
door de werken tussen Verviers en Welkenraedt. Daardoor is de keertijd wat
krapper geworden, en vertraging door
problemen bij de vorige rit is al snel onvermijdelijk. Maar in normale
omstandigheden is er meer dan voldoende ruimte om die vertraging weg te rijden:
Eupen +9, Welkenraedt +9, Verviers-Central +5 (de trein heeft hier 7 minuten
haltetijd!), Liège-Guillemins +2 (de
trein heeft hier 6 minuten haltetijd!), Leuven +2, Brussel-Noord stipt. Moeten
Leuvense studenten die zichzelf respecteren echt allemaal op het laatste
nippertje komen? Want dat veroorzaakt die 2 minuten vertraging in Leuven: er
komt maar geen einde aan. Nog dit: de TBG controleert tussen Welkenraedt en
Verviers, tussen Verviers en Liège, en meteen na Liège. Wie hoopt op een
goedkoop zitje in eerste klas is er telkens aan voor de moeite.
In Brussel-Noord
rekenen we op de aansluiting met de CR naar Braine-le-Comte, maar de IR naar
Quévy staat nog met vertraging aangekondigd. Die zijn we dus in de buurt van
Zaventem voorbijgereden. Met tien minuten lijkt het nog mee te vallen: het is
niet de eerste keer dat we dankzij de
vertraging van een trein vroeger thuis zullen zijn. Al valt dat wat tegen: in
Buizingen moeten we de 1717 in vertraging laten kruisen, en ik moet hier
opletten wat ik schrijf, of we kunnen maandag in Het Laatste Nieuws lezen dat een nieuwe ramp in Buizingen nipt
vermeden werd. Uiteindelijk beperkt onze winst zich tot 3 minuten, want in
Halle rijden we met 12 minuten vertraging binnen.
Als we bovenaan de
trappen komen, horen we dat de CR naar Braine-le-Comte zonder vertraging aangekondigd
wordt. Het is een droomdag geweest: schitterend lenteweer, een heerlijk
parcours en vlotte verbindingen. We kunnen er weer tegen, ondanks de gemiste
pint in Botrange.
|